ID.nl logo
Je wifi-dekking testen en tunen doe je zo
© Reshift Digital
Huis

Je wifi-dekking testen en tunen doe je zo

Misschien ben je doordat je de afgelopen periode thuis moest werken erachter gekomen dat je draadloze netwerk toch niet zo goed werkte als je dacht. Een goede draadloze verbinding in je hele huis is tegenwoordig geen luxe, maar soms bijna een primaire levensbehoefte. Hoe zorg je in je hele huis voor een goede wifi-dekking en hoe kom je erachter wat je wifi-probleem veroorzaakt?

Wifi-problemen kun je onderverdelen in twee problemen: dekkings- en snelheidsproblemen. Deze problemen kunnen dezelfde oorzaak en oplossing hebben, maar dat hoeft niet. Voordat we beginnen met het oplossen van wifi-problemen, gaan we terug naar de basis. Wifi maakt gebruik van twee frequentiebanden op 2,4 en 5 GHz. De 2,4GHz-band staat aan de basis van de oudere wifi-standaarden 802.11b en -g, terwijl 802.11n zowel van de 2,4- als de 5GHz-band gebruikmaakt. De huidige 802.11ac-standaard maakt gebruik van de 5GHz-band, maar alle draadloze routers en accesspoints bieden ook ondersteuning voor 802.11n op de 2,4GHz-band.

Bereik versus bandbreedte

Beide banden hebben hun eigen voor- en nadelen. De 2,4GHz-signalen dringen makkelijk door materialen heen en hebben hierdoor een relatief groot bereik. De beschikbare bandbreedte is echter heel beperkt en netwerken overlappen elkaar al snel. Dit zorgt voor storing met onder meer een lagere snelheid als gevolg. Het grote bereik van de 2,4GHz-band lijkt dus een voordeel, maar is een belangrijke reden van problemen die ervaren worden. De 5GHz-band biedt dan weer veel meer bandbreedte, maar heeft dan weer een veel beperkter bereik. Verwacht niet dat je op een andere verdieping als je accesspoint een goed 5GHz-signaal zult hebben. Beide frequentiebanden hebben dus hun eigen nadelen, maar één ding is wel duidelijk: het is onrealistisch om te verwachten dat je met één draadloze router of accesspoint je héle huis van een goed draadloos netwerk voorziet.

©PXimport

Meerdere accesspoints

Wil je dus zowel een dekkend als een snel wifi-netwerk, dan heb je in de meeste woningen meerdere wifi-accesspoints nodig. Hier zijn verschillende mogelijkheden voor. Je kunt bijvoorbeeld een oude router instellen als accesspoint of een relatief goedkoop extra accesspoint aanschaffen. Het nadeel hiervan is dat het accesspoint dan losstaat van je andere accesspoint (waarschijnlijk je draadloze router) waardoor je je draadloze netwerk op meerdere plekken moet beheren. Voor consumenten was een centraal beheerd draadloos netwerk lang onbereikbaar, maar tegenwoordig heel goed mogelijk. Zo bieden bijvoorbeeld de merken Ubiquiti en TP-Link wifi-systemen op basis van bedraad aangesloten accesspoints die met een prijs vanaf zo’n tachtig euro per accesspoint ook voor thuisgebruik aanvaardbaar is. Daarnaast zijn er natuurlijk de wifi-mesh-systemen die je koopt als kit bestaande uit twee of drie accesspoints. Ook moderne wifi-powerline-adapters werken tegenwoordig goed als één systeem samen.

©PXimport

Bedraad is het beste

Uit onze praktijkervaringen blijkt dat qua prestaties bedraad aangesloten accesspoints nog altijd het beste zijn, gevolgd door de betere wifi-mesh-systemen. Bij de meeste wifi-mesh-systemen kun je accesspoints overigens naar keuze ook bedraad aansluiten. Dat is een voordeel, want bedraad aangesloten accesspoints werken altijd beter én ze verbeteren de snelheid in de rest van het draadloze mesh-netwerk.

Powerline-adapters blijken niet altijd de prestaties te leveren die je verwacht. Verderop in het artikel komen we hier op terug. Dan is er natuurlijk nog de repeater. Die raden we je hooguit aan als je op één plek in je huis een slechte dekking hebt. Repeaters bieden namelijk niet de beste snelheid. Zelf gebruiken we af en toe nog wel een repeater voor dekking op een dakterras. Een betere oplossing zou voor zo’n plek te veel kosten en met de repeater is er stabiele, maar niet heel snelle dekking.

Internetproviders bieden tegenwoordig ook allerlei oplossingen aan op basis van meerdere accesspoints. Het nadeel van deze systemen kan zijn dat ze alleen goed samenwerken met de router van de internetprovider zelf.

©PXimport

Met welk accesspoint ben ik verbonden?

Bij het oplossen van wifi-problemen is het handig om te weten met welk accesspoint je laptop verbonden is. Aan het ssid heb je doorgaans vrij weinig meer, want je wilt juist dat ieder accesspoint dezelfde netwerkgegevens gebruikt. Ieder wifi-accesspoint heeft ook een bssid, het unieke mac-adres van de wifi-radio in het accesspoint. In Windows kun je deze informatie helaas niet via de grafische interface achterhalen. Je hebt hiervoor extra software als WinFi Lite nodig (zie paragraaf ‘Dekking in kaart brengen’) of je kunt een beroep doen op de Opdrachtprompt. Open de Opdrachtprompt (zoek naar cmd) en tik dit commando in: netsh wlan show interfaces | find "BSSID" Je ziet nu het bssid van het accesspoint waar je momenteel mee verbonden bent. In macOS houd je de Option-toets ingedrukt en klik je vervolgens op het wifi-pictogram. Je ziet nu allerlei informatie over het accesspoint waarmee je verbonden bent, waaronder het bssid. Waarschijnlijk heb je al snel door welke bssid’s bij welk accesspoint horen, maar voor echte zekerheid kun je op de sticker op het accesspoint kijken om te kijken welke mac-adressen bij dat accesspoint horen. Soms vind je maar één mac-adres van de bedrade aansluiting op deze sticker, maar het bssid zal dan meestal een afgeleide zijn dat bijna identiek is.

©PXimport

Dekking in kaart brengen

Het oplossen van wifi-problemen begint met het in kaart brengen van de wifi-dekking in huis. Heb je wel overal een goede signaalkwaliteit? In Computer!Totaal nummer 5/2020 zijn we uitgebreid aan de slag gegaan met WinFi Lite (pagina 46). Je vindt het artikel ook op onze website via deze link. WinFi Lite laat na een scan alle draadloze accesspoints in jouw omgeving zien. Om te achterhalen of de dekking voldoende is, kun je het beste naar de kolommen RSSI en SNR kijken die je tevoorschijn haalt door via de knop rechtsboven in beeld om te schakelen naar de Pro-view. Rssi staat voor Received Signal Strength Indicator en wordt in negatieve dBm-waarden uitgedrukt (decibel-milliwatts). Hoe hoger de negatieve waarde, hoe slechter het signaal is. Een waarde van -60 dBm is dus beter dan een waarde van -70 dBm. Die laatste waarde is de grens voor een signaal dat nog enigszins bruikbaar is, maar niet de beste snelheid biedt. Een goed signaal zit tussen -50 en -60 dBm, terwijl alles boven -50 uitstekend is. Ook de kolom SNR dat voor Signal To Noise Ratio staat is belangrijk. Deze waarde wordt in dB uitgedrukt, waarbij geldt dat een hogere waarde beter is. Een waarde tussen 25 en 40 dB is een goede richtlijn, hoger is natuurlijk nog beter. Door de scan op verschillende plekken in huis uit te voeren, krijg je snel inzicht in hoe het met je wifi-dekking gesteld is.

©PXimport

Ingebouwde wifi-scanner macOS

Heb je een Mac? Dan heb je geen aparte wifi-scanner nodig. Houd de Option-toets op het toetsenbord ingedrukt en klik op het wifi-pictogram. Klik vervolgens op Open ‘Wifiprobleemoplossing’. Klik niet op Ga verder, maar klik in het menu boven in beeld op Venster en selecteer Detecteer voor een wifi-scanner om de kwaliteit van het wifi-signaal inzichtelijk te maken. Een andere handige optie is Prestaties waarmee je de rssi- en snr-waarden van de huidige verbinding achterhaald. Apple noemt de snr in dit venster Kwaliteit.

©PXimport

Snelheid meten

Uiteindelijk draait het meestal niet primair om dekking, maar om een stabiele haalbare snelheid. Voor een goede internetervaring is een snelheid van zo’n 50 Mbit/s al heel netjes en daarmee kun je vrijwel alle diensten op internet optimaal gebruiken. Heb je echter een sneller internetabonnement en maak je veel gebruik van clouddiensten of werk je thuis draadloos over een vpn-verbinding, dan heb je waarschijnlijk behoefte aan een hogere snelheid. Wil je weten of je draadloze netwerk overal snel genoeg is voor je internetverbinding? Dan raden we www.speedtest.net aan. Ter controle voer je de meting eerst bedraad uit, zodat je inzichtelijk hebt wat de maximaal haalbare snelheid is.

Mogelijk gebruik je je draadloze netwerk niet alleen voor surfen op internet, maar in het geval van een laptop ook voor een verbinding met je nas. In dat geval geldt dat de verbinding niet snel genoeg kan zijn. Je kunt dan het beste een lokale speedtest binnen je thuisnetwerk gebruiken om je verbindingssnelheid te achterhalen. Hiervoor heb je naast een laptop met een goede wifi-kaart ook een bedraad aangesloten computer nodig. Een programma waarmee je de snelheid binnen je netwerk kunt meten is TamoSoft Throughput Test die je voor Windows en macOS kunt downloaden. De client is ook voor Android beschikbaar. Op je bedrade pc draai je de test als server, terwijl je op een laptop de client gebruikt. Vervolgens kun je de snelheidstest uitvoeren en worden zowel je down- als uploadsnelheden inzichtelijk.

©PXimport

Goede dekking toch lage snelheid

Een probleem waar je bij een bedraad aangesloten accesspoint niet zo snel tegenaan zult lopen, is dat je wel een uitstekend wifi-signaal hebt, maar toch een tegenvallende snelheid haalt. Dat komt doordat de verbinding tussen je wifi-accesspoint en je laptop of smartphone maar één van de schakels in de keten is. Gebruik je een draadloos aangesloten accesspoint als een repeater of wifi-mesh-systeem, dan is het accesspoint zelf ook weer via een draadloze verbinding aangesloten. Wanneer de zogenoemde backhaul niet snel genoeg is, dan zul je nooit een goede snelheid halen. Een wifi-mesh-systeem is natuurlijk geen magie: in de basis zijn het repeaters. De nadelen van repeaters zie je in de praktijk dan deels ook wel terug. Oftewel een wifi-mesh-punt op je zolder dat via een wifi-mesh-punt op de eerste verdieping is verbonden zal een minder hoge snelheid hebben dan het wifi-mesh-punt op de begane grond. Bij powerline-adapters wordt powerline gebruikt als backhaul en de snelheid van die powerline-verbinding kan in de praktijk een stuk lager zijn dan de snelheid die via het ingebouwde accesspoint mogelijk is.

Plaatsing wifi-mesh optimaliseren

Heb je wel een goede dekking, maar een tegenvallende snelheid? Dan is dat een indicatie dat de draadloze link tussen de netwerkapparatuur niet goed is. Je zult dan je wifi-mesh-punt of repeater moeten verplaatsen naar een locatie waar er een beter contact is met andere wifi-mesh-punten of de draadloze router. Veel wifi-mesh-systemen en repeaters hebben iets van een indicatie die je helpt bij een goede plaatsing. Dat varieert van een simpel lampje tot aanwijzingen in de bijbehorende app. Uiteraard houd je bij het verplaatsen van repeaters en wifi-accesspoints ook rekening met de signaalwaarde die je met je laptop of smartphone haalt. Je hebt immers niets aan een uitstekende link tussen je netwerkapparatuur als vervolgens de dekking voor je clients niet goed meer is. Probeer niet te strak vast te houden aan een uitstekend signaal. Bij een systeem op basis van draadloos aangesloten accesspoints draait het om de optimale balans tussen alle onderdelen in de keten. Het kan namelijk dat je ondanks een wat slechter signaal voor je clients uiteindelijk toch een betere snelheid haalt.

Een tip uit de praktijk is om indien mogelijk op alle verdiepingen je wifi-mesh-punten in de buurt van het trapgat te zetten. Zo kan de onderliggende draadloze verbinding profiteren van het trapgat, terwijl je apparaten profiteren van het accesspoint op dezelfde verdieping. Verder is het zo dat de duurdere tri-band-systemen met een extra radio voor de onderlinge verbinding minder gevoelig zijn voor plaatsing. Kortom, probeer je wifi-mesh-punten op verschillende plekken in huis neer te zetten om uit te proberen wat het beste werkt.

©PXimport

Roaming

Het voordeel van een draadloos netwerk met meerdere accesspoints is dat je in het hele huis verbinding hebt. Dan moeten je clients natuurlijk wel verbinding met het juiste accesspoint maken. Om het roamen tussen accesspoints soepeler te laten verlopen ondersteunen sommige systemen de functie fast roaming, dat gebruikmaakt van de toevoegingen 802.11k/v/r. Deze toevoegingen werken overigens alleen maar als ook de client hier ondersteuning voor heeft, iets wat bij veel clients niet het geval is. Roaming blijft uiteindelijk een beslissing van de client, de roamingstandaarden geven de client alleen meer informatie over de opbouw van het draadloze netwerk. Een netwerkfabrikant kan ook eigen manieren bedenken om bijvoorbeeld op basis de signaalkwaliteit de verbinding te verbreken en clients naar een ander accesspoint te dwingen. Deze eigen oplossingen worden doorgaans ook fast roaming genoemd. Toch is fast roaming helaas niet zaligmakend. Wifi-apparaten zonder ondersteuning kunnen juist problemen krijgen en helemaal geen verbinding meer krijgen. Ervaar je verbindingsproblemen terwijl je signaal goed is, probeer dan indien mogelijk fast roaming in je systeem uit te schakelen. Andere opties die je indien aanwezig kunt uitschakelen als je wifi-problemen ervaart zijn mu-mimo en beamforming.

©PXimport

Powerline optimaliseren

Dat je met een wifi-powerline-adapter een teleurstellende snelheid haalt, zit hem doorgaans niet in het wifi-gedeelte. Het is het achterliggende powerline-signaal dat de snelheidsbeperking veroorzaakt. In sommige huizen werkt powerline uitstekend, maar in andere huizen totaal niet. Helaas is het zonder uitproberen niet te voorspellen hoe powerline zich in jouw huis gedraagt. Een echt goede powerline-adapter haalt in de meest optimale omstandigheden een snelheid van zo’n 130 Mbit/s, dat is dan ook gelijk de maximale snelheid die je via het accesspoint kunt halen. Helaas is de snelheid die je haalt soms veel lager, het zou zomaar kunnen dat in jouw huis slechts 20 Mbit/s mogelijk is. Zeker als je met meerdere gebruikers tegelijkertijd werkt, wordt dat krap. Je kunt bij problemen proberen om de powerline-adapter op andere stopcontacten aan te sluiten. Kies indien mogelijk voor stopcontacten op dezelfde fase (wanneer je een driefase-aansluiting hebt) en groep. Kan dat niet, probeer dan andere elektrische apparaten op andere fasen of groepen aan te sluiten. Een oplossing op basis van powerline kies je dan ook vooral om op een heel eenvoudige manier een goede wifi-dekking te realiseren.

Conclusie

Achterhalen waar je wifi-dekking nodig hebt, is met programma’s als WinFi Lite of Ekahau Heatmapper een relatief eenvoudig klusje. Je dekkings- en snelheidsproblemen vervolgens optimaal oplossen kan daarna een lastigere puzzel zijn. Een goede snelheid is zonder goede dekking niet mogelijk, maar een goede draadloze dekking zorgt helaas niet automatisch voor een goede doorvoersnelheid. Door de juiste conclusies te trekken en te spelen met de positie van accesspoints kun je gelukkig vrijwel altijd een goede balans halen tussen dekking en snelheid zodat je overal in huis kunt werken, gamen en streamen.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Secure Video Doorbell – Veel extra opties en gedoe
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Secure Video Doorbell – Veel extra opties en gedoe

Met de Philips Hue Secure Video Doorbell hebben we de eerste slimme deurbel te pakken van het merk voor slimme lampen. Met een prijskaartje van 169,99 euro is-ie niet goedkoop, en de vraag is of de unieke gimmick de bel kan redden.

Uitstekend
Conclusie

Ondanks de minpunten zijn we toch behoorlijk enthousiast over de Philips Hue Secure Video Doorbell. Ja, sommige functies kosten extra geld, aansluiten zal voor een hoop mensen onnodig veel gedoe opleveren en het apparaat is vrij prijzig. Maar het feit dat je het product toevoegt aan je bestaande Hue-netwerk en daarmee nieuwe integratiemogelijkheden ontgrendelt (voor lampen en bewegingssensoren), rechtvaardigt wat ons betreft de straffe aanschafprijs.

Plus- en minpunten
  • Werkt snel
  • Te koppelen aan Hue-lampen
  • In te zetten als bewegingssensor
  • Beeldkwaliteit is redelijk goed
  • 24 uur terugkijken
  • Installatie nogal ingewikkeld
  • Veel functies achter betaalmuur
  • Prijzig apparaat
  • Nog redelijk basaal

Met het submerk Secure biedt Philips Hue verschillende producten aan die buiten de strekking van slimme lampen en aanverwante accessoires vallen. Op ID.nl hebben we eerder de slimme binnencamera getest en nu is het de beurt aan de eerste deurbel van het merk: de Philips Hue Secure Video Doorbell. Zo op het eerste gezicht lijkt dit apparaat (voorzien van een IP54-certificaat) op een generiek model uit China: camera boven, belknop onder.

Unieke functie

Op technisch vlak doet de Philips Hue Secure Video Doorbell het in elk geval goed. Het systeem ondersteunt zowel 2,4 als 5 GHz en laat zich aansluiten aan de Hue Bridge (via het Zigbee-protocol). Je hebt die bridge niet nodig om de deurbel te kunnen gebruiken, maar als je dat doet (bijvoorbeeld met het nieuwe Pro-model van de Bridge) kun je een slimme koppeling realiseren met je bestaande netwerk van slimme lampen van dezelfde fabrikant.

©Wesley Akkerman

Na het installeren binnen de (nog altijd overzichtelijke) applicatie en het koppelen van de lampen, kan de verlichting in huis aanspringen op het moment dat iemand aanbelt. Dat gebeurt razendsnel (binnen een seconde), waardoor je snel doorhebt dat er iemand voor de deur staat. Verder kun je een Chime aan de Philips Hue Secure Video Doorbell koppelen, wat dan weer handig is voor plekken waar geen Hue-lampen hangen of waar je het deurbelgeluid niet hoort.

Producten installeren

De Chime is met 59,99 euro vrij prijzig. Gelukkig kun je voor 199,99 euro ook een pakket kopen waar beide producten in zitten. Dan krijg je dus zo'n 30 euro korting. Goed om te weten: je kunt die chime gewoon in een stopcontact plaatsen. Ook is het zo dat de Philips Hue Secure Video Doorbell niet werkt met de bestaande bel (wat sowieso meestal niet het geval is). Daarnaast hoor je heel snel geluid uit die chime komen wanneer iemand op de knop drukt. 

©Wesley Akkerman

De fysieke installatie van de Philips Hue Secure Video Doorbell kan wat meer tijd kosten dan je wellicht gewend bent van slimme deurbellen. Dit is namelijk een bedrade variant die niet op een batterij werkt. De deurbel werkt alleen met 12V-aansluiting, waardoor je mogelijk een transformator moet installeren en aan de slag moet met kabels en kroonsteentjes. Bovendien lijken de meegeleverde stroomkabels onvoldoende geïsoleerd tegen schade (zoals droogte of vocht).

Beeldkwaliteit en basisfuncties

De beeldkwaliteit laat dan weer weinig te wensen over. De Philips Hue Secure Video Doorbell beschikt over een 2K-resolutie. Dat is hoger dan het beeld van de twee bedrade Ring-deurbellen, die het moeten doen met 1080p of 1536p. De kleurweergave is meer dan redelijk, maar de lens lijkt minder goed overweg te kunnen met helderheid. Als de achtergrond lichter is dan de voorgrond, dan kan die laatste wat donkerder zijn dan we zouden willen op dit soort camera's.

Het gezichtsveld van 180 graden in zowel de lengte als breedte is meer dan welkom. Daardoor zullen weinig dingen je ontgaan. Als je de deurbel niet te hoog ophangt, kun je ook kleinere pakketjes in de tuin of op de mat zien liggen. Verder is er infrarood-nachtzicht en nachtzicht in kleur en kun je rekenen op allerlei basisfuncties van een slimme deurbel. Zo kun je met iemand voor de deur praten en kun je meldingen op basis van beweging ontvangen. Wel zo handig.

Gratis opslag, maar…

Waar Philips Hue je ook mee hoopt te overtuigen, is de gratis videogeschiedenis van de afgelopen 24 uur. Als je dus nog snel iets wilt opzoeken van de afgelopen dag, dan kan dat. Je bent dan niet verplicht een abonnement af te nemen. Lokaal video's opslaan is helaas niet mogelijk, zoals dat wel vaak bij de Eufy's van deze wereld kan, waardoor je voor verdere bewaarbehoeften toch afhankelijk bent van een redelijk prijzig abonnement van 40 tot 100 euro per jaar. 

©Wesley Akkerman

Zaken die wij als standaard ervaren, zoals het instellen van activiteitenzones en de herkenning van personen, pakketten en voertuigen, zitten ook allemaal achter een betaalmuur. Dat je uitgebreide videogeschiedenis (30 tot 60 dagen) en het detecteren van rookalarmen (waar een AI-systeem achter zit) geld kosten, willen we nog best accepteren. Tot slot kan de deurbel nog geen automatische reacties ten gehore brengen of geactiveerd worden via geo-fencing.

Philips Hue Secure Video Doorbell kopen?

Ondanks de minpunten zijn we toch behoorlijk enthousiast over de Philips Hue Secure Video Doorbell. Ja, sommige functies kosten extra geld, aansluiten zal voor een hoop mensen onnodig veel gedoe opleveren en het apparaat is vrij prijzig. Maar het feit dat je het product toevoegt aan je bestaande Hue-netwerk en daarmee nieuwe integratiemogelijkheden ontgrendelt (voor lampen en bewegingssensoren), rechtvaardigt wat ons betreft de straffe aanschafprijs.

▼ Volgende artikel
Negen manieren om je cyberhygiëne op orde te brengen
© Serhii_Akhtemiichuk | Ахтем - stock.adobe.com
Huis

Negen manieren om je cyberhygiëne op orde te brengen

Digitale dreigingen worden steeds slimmer en moeilijker te herkennen. Een virusscanner of firewall alleen houdt ze niet meer tegen. Onze digitale voetafdruk groeit immers met elk nieuw apparaat, account of slimme toepassing in huis. Wie veilig wil blijven, moet structureel te werk gaan: cyberhygiëne hoort bij je dagelijkse gewoonten. In dit artikel lees je negen manieren om die routine op te bouwen en je digitale leven beter te beschermen.

Dit gaan we doen

In dit artikel laten we negen manieren zien om je digitale weerbaarheid op te bouwen. Bij elke manier zie je wat je kunt instellen én welk gedrag daarbij helpt. Ze vormen samen een stevige basis voor een digitale routine die vooral voorkomt dat problemen ontstaan. Want voorkomen is... juist!

Lees ook: Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Bewust gedrag

Bewust digitaal gedrag vormt de basis van elke veilige IT-omgeving. Wie zijn gedrag niet afstemt op de huidige digitale risico's, blijft kwetsbaar, ongeacht hoe goed de tools zijn. Het herkennen van verdachte berichten, ook van bekende afzenders, is cruciaal. Phishing blijft namelijk een van de succesvolste aanvalsmethoden, onder meer via QR-phishing, deepfake-spraakberichten en clone-phishing (waarbij bestaande, legitieme e-mails worden nagebootst).

Klik nooit zomaar op links, zeker niet als er gevraagd wordt om in te loggen of te betalen. Houd de muisaanwijzer eerst boven een link om het adres te controleren en let op subtiele afwijkingen in domeinnamen. Let ook op bij onverwachte bijlagen of berichten met een opvallend dringende toon.

Denk ook bewust na over je digitale aanwezigheid. Zorg dat je sociale profielen niet standaard publiek zichtbaar zijn en deel persoonlijke info alleen als het echt nodig is. Regelmatig eens 'egosurfen', waarbij je je naam, alias of e-mailadres in een zoekmachine invoert, helpt om te zien wat publiek beschikbaar is. Beperk of verwijder deze informatie via instellingen of met verwijderverzoeken.

Urgentie en vreemde url's: dat moet je aan het denken zetten.

Moderne dreigingen

Hedendaagse cyberdreigingen zijn vaak uiteenlopend en complex. Beveiliging vraagt niet alleen om een technische aanpak, maar ook om enig inzicht in hoe zulke aanvallen verlopen. Zo worden met deepfakes (en cheapfakes) geloofwaardige audio- of videobestanden gemaakt, meestal via generatieve AI, waarin bijvoorbeeld leidinggevenden of kennissen worden nagebootst. Deze technieken worden ook gebruikt voor identiteitsfraude bij financiële transacties en social-mediaprofielen. Op onder meer www.mediawijsheid.nl/deepfake/ vind je hierover extra informatie. MFA-bypasses zijn juist gericht op het omzeilen van tweestapsverificatie, bijvoorbeeld via 'MFA fatigue' (slachtoffers overspoelen met pushmeldingen tot ze er uit frustratie toch één goedkeuren) of 'session hijacking' (met gestolen cookies nemen aanvallers een actieve surfsessie over zonder herauthenticatie). Daarnaast bestaan er sluwe phishingtechnieken, zoals vishing (voice-phishing met AI-spraaksynthese) en spear-phishing (hypergepersonaliseerde en daardoor geloofwaardige mails op basis van social-media-informatie). Bij zero-click-exploits hoeven slachtoffers zelfs niets te doen: vaak met behulp van AI worden onbekende kwetsbaarheden in besturingssystemen of apps opgespoord, zoals WhatsApp, waarna één malafide bericht al toegang of malware-installatie mogelijk maakt.

View post on TikTok

Authenticatie

Robuuste authenticatie is vaak de kern van digitale beveiliging. In tijden van datalekken en geautomatiseerde inlogpogingen volstaat een enkel wachtwoord helaas niet meer. Goede cyberhygiëne betekent daarom niet alleen sterke wachtwoorden gebruiken, maar ook structureel inzetten op tweefactorauthenticatie (2FA) en in bepaalde gevallen op alternatieve methoden gebruiken, zoals biometrie en softwarematige toegangssleutels (passkeys).

Om te vermijden dat je overal hetzelfde wachtwoord gebruikt, is een betrouwbare wachtwoordbeheerder onmisbaar. Kies voor een kluis die lokaal versleutelt of zero-knowledge-opslag biedt (alleen jij kunt de data zien). Degelijke en gratis opensource-opties zijn Bitwarden Personal en KeePass of KeePassXC. De kluis zelf beveilig je uiteraard met een sterke sleutelzin. Nieuwe wachtwoorden laat je bij voorkeur automatisch genereren en zijn telkens uniek.

Vrijwel alle degelijke diensten bieden tegenwoordig 2FA aan. Maak daar zeker gebruik van, want dit voegt een extra beveiligingslaag toe. TOTP-codes (time-based one-time passwords) via apps als Authy of de Authenticator-apps van Google of Microsoft zijn een veilige keuze. Voor kritieke accounts kun je fysieke tokens overwegen, zoals een Yubikey. Sms-codes kun je het beste vermijden, want deze zijn kwetsbaar voor sim-swapping. Biometrie gebruik je bij voorkeur alleen op apparaten waar de herkenning lokaal gebeurt, zonder dat er data naar externe servers gaan.

Steeds meer platformen, zoals Apple, Google en Microsoft, ondersteunen ook toegangssleutels. Deze bestaan uit een publieke en een private sleutel. Alleen de publieke wordt op de server opgeslagen; de private blijft lokaal en wordt geverifieerd via biometrie of pincode. Zo combineer je veiligheid met een zekere mate van gebruiksgemak.

Microsoft Authenticator: TOTP-verificatie voor 2FA.

Accountbeheer

Doordacht toegangsbeheer voorkomt dat ongewenste gebruikers, processen of apparaten toegang krijgen tot je gegevens of systemen. Door rollen te scheiden, rechten te beperken en geregeld te evalueren wie waar toegang toe heeft, verklein je het risico op misbruik.

Zo gebruik je voor dagelijkse taken bij voorkeur een standaardaccount zonder beheerrechten. Heb je in Windows op je laptop slechts één administratoraccount, maak dan eerst een tweede administratoraccount aan. Zet daarna het eerste om naar standaardgebruiker, zodat je vertrouwde profielmap en instellingen behouden blijven. Dit doe je via Instellingen / Accounts / Andere gebruikers / Account toevoegen, waar je ook het accounttype kunt wijzigen. Je kunt ook twee standaardaccounts gebruiken: een voor werk en een voor privé, waarbij het privéaccount geen toegang heeft tot zakelijke bestanden, e-mail of cloudmappen. Daarnaast kun je een extra standaardgebruiker aanmaken, eventueel zonder wachtwoord, voor gastgebruik. Verwijder accounts zodra ze overbodig zijn en vermijd het delen van je hoofdaccount. Als delen toch nodig is, zorg dan dat je de gegevens kunt monitoren en gebruik de beschikbare logboeken (zie ook de paragraaf Monitoren en scannen, onderaan dit artikel).

Voor dagelijks gebruik meld je je het beste als standaardgebruiker aan.

Toegangsbeheer

Werk je met meerdere gebruikers op je pc of gebruik je gedeelde mappen, dan kun je de toegang tot gegevens beperken door het instellen van specifieke machtigingen voor lezen en schrijven. Klik met rechts op een map of bestand in Verkenner, kies Eigenschappen en ga naar Beveiliging / Bewerken (voor lokale toegang) of naar Delen / Geavanceerd delen (voor netwerkshares).

Gescheiden omgevingen zijn ook nuttig voor apps als je browser. In Chromium-browsers zoals Chrome klik je rechtsboven op je profielafbeelding en kies Gastprofiel openen of Chrome-profiel toevoegen. Elk profiel gebruikt een eigen cache, instellingen, extensies en sessies. In Firefox open je de profielbeheerder via Windows-toets+R, waarna je de opdracht firefox.exe -p uitvoert.

Controleer ook regelmatig welke externe apps, diensten of apparaten toegang hebben tot je cloudaccounts van bijvoorbeeld Google of Microsoft.

Je kunt de toegang beperken, zowel op lokaal als op shareniveau.

Updates en patches

Software en firmware tijdig bijwerken is een van de beste manieren om je systemen veilig te houden, zeker omdat veel kwetsbaarheden al worden misbruikt voor ze publiek bekend zijn (zero-day-exploits). Automatiseer je updates dus waar mogelijk, niet alleen voor je besturingssysteem maar ook voor randapparatuur, NAS, router en IoT-apparaten.

Windows is standaard ingesteld om belangrijke updates en patches automatisch te downloaden en installeren. Laat dit zeker zo. Vergeet ook je gewone programma's niet: sommige programma's updaten automatisch (zoals browsers), maar lang niet alle programma's doen dit. Tools zoals Patch My PC Home Updater kunnen helpen, of je gebruikt een pakketbeheerder zoals Chocolatey of Winget. Een grafische tool zoals UniGetUI ondersteunt zelfs verschillende pakketbeheerders.

Patch My PC Home Updater herkent ongeveer vijfhonderd populaire programma's en werkt deze op gezette tijden zelf bij. UniGetUI ondersteunt wel tienduizend programma's en maakt het mogelijk om alle verouderde software met een muisklik te updaten.

Neem ook firmware mee in je updatebeleid, zoals deze van je router, BIOS/UEFI, printers en IoT-apparaten. Controleer enkele keren per jaar via de website van de fabrikant of via ingebouwde beheertools, zoals Synology DSM op een NAS, of er updates beschikbaar zijn.

Gevorderde gebruikers die veiligheid belangrijk vinden, kunnen ook CVE- en kwetsbaarheidsdatabanken (Common Vulnerabilities and Exposures) in de gaten houden, zeker bij software met frequente internet-interactie. Verwijder oude software zonder ondersteuning, en denk bijvoorbeeld ook aan extensies of scripts die je niet meer gebruikt, maar die nog wel actief zijn.

UniGetUI maakt batch-updates met één muisklik mogelijk.

Databeveiliging

Zonder degelijke gegevensbeveiliging blijven andere beveiligingsmaatregelen kwetsbaar. Documenten of informatie die veel privacygevoelige gegevens bevatten (zoals financiële of medische gegevens) horen niet onversleuteld op je pc of externe schijven te staan. Encryptie beschermt je data tegen ongewenste toegang, ook bij verlies of diefstal van het systeem.

Op Windows Home-systemen, met TPM en 'modern stand-by', kun je de systeemschijf automatisch versleutelen via Instellingen / Privacy en beveiliging / Apparaatversleuteling. Je moet wel aangemeld zijn met een Microsoft-account.

Deze functie is een vereenvoudigde vorm van BitLocker, beschikbaar in Windows Pro en hoger. BitLocker kan ook je datapartities, externe schijven en usb-sticks versleutelen. Een gratis alternatief is VeraCrypt, waarmee je ook aparte mappen of draagbare volumes kunt versleutelen. Je kunt zelfs een verborgen volume aanmaken, zodat niemand merkt dat er versleutelde data aanwezig zijn. De tool vraagt wat gewenning, maar online vind je uitgebreide documentatie.

Versleutelen is belangrijk, maar ruim ook geregeld oude, privacygevoelige bestanden op. In Windows open je het venster Instellingen en ga je via Systeem / Opslag naar Aanbevelingen vooropschoning om tijdelijke bestanden, downloads of prullenbakinhoud te wissen. Voor het onherroepelijk verwijderen van specifieke bestanden of mappen gebruik je een gratis tool zoals Eraser, die ook vrijgekomen ruimte op een harde schijf kan overschrijven. Wil je een volledige harde schijf wissen, bijvoorbeeld voor verkoop of donatie, gebruik dan DBAN. Voor ssd's gebruik je bij voorkeur de Secure Erase-tool van de fabrikant zelf, bijvoorbeeld Samsung Magician voor Samsung-ssd's.

Windows Home heeft op moderne computers een optie voor apparaatversleuteling.

Ook goed voor je privacy:

Een anti-meekijk-screenfilter voor je laptop of monitor

Back-ups

Je bent nooit honderd procent veilig, alle geïnstalleerde beveiligingen ten spijt. Daarom zou je eigenlijk altijd back-ups moeten maken. Regelmatig back-uppen beschermt je tegen gegevensverlies door fouten, defecten of malware, en je kunt relatief snel je systeem en gegevens herstellen zonder noemenswaardig dataverlies.

Er bestaan gelukkig degelijke en gratis tools waarmee je back-ups grotendeels kunt automatiseren. Deze ondersteunen bij voorkeur versleuteling, compressie en versiebeheer, werken met incrementele back-ups (alleen nieuwe of gewijzigde bestanden) en met deduplicatie (dubbele inhoud wordt slechts één keer opgeslagen). Duplicati en Kopia zijn hier uitstekende voorbeelden van, gratis en opensource. Duplicati heeft een gebruiksvriendelijke webinterface, terwijl Kopia wat technischer is, maar iets krachtiger dankzij het snapshot-systeem en efficiënter bij grote of veel bestanden.

Probeer waar mogelijk de 3-2-1-regel te volgen: bewaar minstens drie kopieën van je data op twee verschillende media, waarvan één op een andere fysieke locatie en minstens één offline. Dit is ook belangrijk met het oog op ransomware. Koppel daarom ook je externe back-upmedium los zodra de back-up klaar is.

Duplicati is een veelzijdige back-uptool met een overzichtelijke webinterface.

Netwerkbeveiliging

Tenzij je computer fysiek losgekoppeld is van internet en andere netwerken ('air-gapped'), mag je zeker niet voorbij gaan aan netwerkbeveiliging. Je router is doorgaans het toegangspunt tot je hele netwerk en verdient daarom je volle aandacht.

Begin met het wijzigen van het standaard beheerderswachtwoord naar een sterk exemplaar. Controleer geregeld op firmware-updates via de website van de fabrikant (zie ook de eerdere paragraaf Updates en patches). Schakel UPnP (Universal Plug and Play) uit om te vermijden dat applicaties ongecontroleerd poorten openen. Zet beheer op afstand uit als dat kan en beperk inkomend verkeer door enkel noodzakelijke poorten open te laten (zie ook de paragraaf Monitoren en scannen, onderaan dit artikel). Schakel ook ongebruikte netwerkdiensten of applicatie-interfaces uit.

Idealiter voorzie je je netwerkapparaten van gescheiden subnetten, zodat een kwetsbaarheid op het ene toestel niet automatisch andere bedreigt. Je kunt bijvoorbeeld een gastnetwerk op je router activeren voor bezoekers of onbekende apparaten. IoT-toestellen houd je het liefst apart van je hoofdnetwerk. Ondersteunt je router VLAN's (virtuele LAN's), dan kun je zelfs per apparaatcategorie aangepaste regels instellen, voor optimale databescherming.

De meeste routers hebben een ingebouwde firewall, maar deze is vaak beperkt. Gevorderde gebruikers kunnen extra beveiliging overwegen met een krachtigere oplossing, zoals OPNSense, waarmee je gedetailleerde regels kunt opstellen en netwerkverkeer logt. Daarnaast kun je een netwerkwijd DNS-filter gebruiken om ongewenste sites en advertenties op domeinnaamniveau te blokkeren. Tools zoals het multiplatform AdGuard Home of het cloudgebaseerde NextDNS zijn hiervoor uitstekend geschikt. Of je gebruikt eventueel publieke DNS-servers, zoals het recent gelanceerde DNS4EU, mede gefinancierd door de EU, met kant-en-klare filters tegen malware, advertenties en/of ongepaste inhoud.

Routerfuncties als UPnP zijn handig, maar niet veilig.

Monitoren en scannen

Binnen cyberhygiëne hoort ook het regelmatig scannen en monitoren van je netwerk en systemen. Voor Windows zijn er ingebouwde logboeken (klik met rechts op de startknop en kies Logboeken), die systeemfouten, softwareproblemen, aanmeldpogingen en beveiligingsincidenten bijhouden. Open hier Windows-logboeken / Systeem en sorteer op de kolom Niveau om sneller fouten en waarschuwingen te zien.

Scan ook geregeld je netwerkverbindingen. De tool Fing (beschikbaar voor mobiel en desktop) toont direct welke apparaten verbonden zijn. Via Security kun je bij Confirm devices aangeven welke je vertrouwt.

Een nuttige aanvulling is GlassWire, een gratis visuele firewall die toont welke apps waarmee verbinding maken en hoeveel data ze verbruiken. Voor diepgaande analyses is Wireshark de ongekroonde koning. Deze gratis sniffer toont welke data via welke netwerkprotocollen je systeem verzendt en ontvangt, waarmee je ongebruikelijke communicatie kunt traceren.

Je netwerkveiligheid hangt ook af van het sluiten van onnodige netwerkpoorten. Test dit van buitenaf, zoals een hacker doet, via GRC ShieldsUP! Klik op Proceed en dan op All Service Ports om gebruikelijke TCP-poorten te scannen. Zie je rode of blauwe vakjes, schakel dan onnodige services en eventuele poortdoorverwijzingen uit in je router tot alle vakjes groen kleuren.

Je kunt de netwerkpoorten ook van binnenuit scannen, zoals malware doet. Dit kan met het gratis Zenmap, de grafische interface van Nmap. Vul bij Target het ip-adres in en kies bij Profile bijvoorbeeld Quick scan plus.

Je doet er ook goed aan geregeld te controleren op mogelijke datalekken, zoals door database-hacks bij diensten waar je een account had. Je kunt je hiervoor aanmelden bij HaveIBeenPwned, via Notify Me.

Poorten 22 (ftp) en 80 (http) geven thuis, maar zijn wel gesloten.