ID.nl logo
Je wifi-dekking testen en tunen doe je zo
© Reshift Digital
Huis

Je wifi-dekking testen en tunen doe je zo

Misschien ben je doordat je de afgelopen periode thuis moest werken erachter gekomen dat je draadloze netwerk toch niet zo goed werkte als je dacht. Een goede draadloze verbinding in je hele huis is tegenwoordig geen luxe, maar soms bijna een primaire levensbehoefte. Hoe zorg je in je hele huis voor een goede wifi-dekking en hoe kom je erachter wat je wifi-probleem veroorzaakt?

Wifi-problemen kun je onderverdelen in twee problemen: dekkings- en snelheidsproblemen. Deze problemen kunnen dezelfde oorzaak en oplossing hebben, maar dat hoeft niet. Voordat we beginnen met het oplossen van wifi-problemen, gaan we terug naar de basis. Wifi maakt gebruik van twee frequentiebanden op 2,4 en 5 GHz. De 2,4GHz-band staat aan de basis van de oudere wifi-standaarden 802.11b en -g, terwijl 802.11n zowel van de 2,4- als de 5GHz-band gebruikmaakt. De huidige 802.11ac-standaard maakt gebruik van de 5GHz-band, maar alle draadloze routers en accesspoints bieden ook ondersteuning voor 802.11n op de 2,4GHz-band.

Bereik versus bandbreedte

Beide banden hebben hun eigen voor- en nadelen. De 2,4GHz-signalen dringen makkelijk door materialen heen en hebben hierdoor een relatief groot bereik. De beschikbare bandbreedte is echter heel beperkt en netwerken overlappen elkaar al snel. Dit zorgt voor storing met onder meer een lagere snelheid als gevolg. Het grote bereik van de 2,4GHz-band lijkt dus een voordeel, maar is een belangrijke reden van problemen die ervaren worden. De 5GHz-band biedt dan weer veel meer bandbreedte, maar heeft dan weer een veel beperkter bereik. Verwacht niet dat je op een andere verdieping als je accesspoint een goed 5GHz-signaal zult hebben. Beide frequentiebanden hebben dus hun eigen nadelen, maar één ding is wel duidelijk: het is onrealistisch om te verwachten dat je met één draadloze router of accesspoint je héle huis van een goed draadloos netwerk voorziet.

©PXimport

Meerdere accesspoints

Wil je dus zowel een dekkend als een snel wifi-netwerk, dan heb je in de meeste woningen meerdere wifi-accesspoints nodig. Hier zijn verschillende mogelijkheden voor. Je kunt bijvoorbeeld een oude router instellen als accesspoint of een relatief goedkoop extra accesspoint aanschaffen. Het nadeel hiervan is dat het accesspoint dan losstaat van je andere accesspoint (waarschijnlijk je draadloze router) waardoor je je draadloze netwerk op meerdere plekken moet beheren. Voor consumenten was een centraal beheerd draadloos netwerk lang onbereikbaar, maar tegenwoordig heel goed mogelijk. Zo bieden bijvoorbeeld de merken Ubiquiti en TP-Link wifi-systemen op basis van bedraad aangesloten accesspoints die met een prijs vanaf zo’n tachtig euro per accesspoint ook voor thuisgebruik aanvaardbaar is. Daarnaast zijn er natuurlijk de wifi-mesh-systemen die je koopt als kit bestaande uit twee of drie accesspoints. Ook moderne wifi-powerline-adapters werken tegenwoordig goed als één systeem samen.

©PXimport

Bedraad is het beste

Uit onze praktijkervaringen blijkt dat qua prestaties bedraad aangesloten accesspoints nog altijd het beste zijn, gevolgd door de betere wifi-mesh-systemen. Bij de meeste wifi-mesh-systemen kun je accesspoints overigens naar keuze ook bedraad aansluiten. Dat is een voordeel, want bedraad aangesloten accesspoints werken altijd beter én ze verbeteren de snelheid in de rest van het draadloze mesh-netwerk.

Powerline-adapters blijken niet altijd de prestaties te leveren die je verwacht. Verderop in het artikel komen we hier op terug. Dan is er natuurlijk nog de repeater. Die raden we je hooguit aan als je op één plek in je huis een slechte dekking hebt. Repeaters bieden namelijk niet de beste snelheid. Zelf gebruiken we af en toe nog wel een repeater voor dekking op een dakterras. Een betere oplossing zou voor zo’n plek te veel kosten en met de repeater is er stabiele, maar niet heel snelle dekking.

Internetproviders bieden tegenwoordig ook allerlei oplossingen aan op basis van meerdere accesspoints. Het nadeel van deze systemen kan zijn dat ze alleen goed samenwerken met de router van de internetprovider zelf.

©PXimport

Met welk accesspoint ben ik verbonden?

Bij het oplossen van wifi-problemen is het handig om te weten met welk accesspoint je laptop verbonden is. Aan het ssid heb je doorgaans vrij weinig meer, want je wilt juist dat ieder accesspoint dezelfde netwerkgegevens gebruikt. Ieder wifi-accesspoint heeft ook een bssid, het unieke mac-adres van de wifi-radio in het accesspoint. In Windows kun je deze informatie helaas niet via de grafische interface achterhalen. Je hebt hiervoor extra software als WinFi Lite nodig (zie paragraaf ‘Dekking in kaart brengen’) of je kunt een beroep doen op de Opdrachtprompt. Open de Opdrachtprompt (zoek naar cmd) en tik dit commando in: netsh wlan show interfaces | find "BSSID" Je ziet nu het bssid van het accesspoint waar je momenteel mee verbonden bent. In macOS houd je de Option-toets ingedrukt en klik je vervolgens op het wifi-pictogram. Je ziet nu allerlei informatie over het accesspoint waarmee je verbonden bent, waaronder het bssid. Waarschijnlijk heb je al snel door welke bssid’s bij welk accesspoint horen, maar voor echte zekerheid kun je op de sticker op het accesspoint kijken om te kijken welke mac-adressen bij dat accesspoint horen. Soms vind je maar één mac-adres van de bedrade aansluiting op deze sticker, maar het bssid zal dan meestal een afgeleide zijn dat bijna identiek is.

©PXimport

Dekking in kaart brengen

Het oplossen van wifi-problemen begint met het in kaart brengen van de wifi-dekking in huis. Heb je wel overal een goede signaalkwaliteit? In Computer!Totaal nummer 5/2020 zijn we uitgebreid aan de slag gegaan met WinFi Lite (pagina 46). Je vindt het artikel ook op onze website via deze link. WinFi Lite laat na een scan alle draadloze accesspoints in jouw omgeving zien. Om te achterhalen of de dekking voldoende is, kun je het beste naar de kolommen RSSI en SNR kijken die je tevoorschijn haalt door via de knop rechtsboven in beeld om te schakelen naar de Pro-view. Rssi staat voor Received Signal Strength Indicator en wordt in negatieve dBm-waarden uitgedrukt (decibel-milliwatts). Hoe hoger de negatieve waarde, hoe slechter het signaal is. Een waarde van -60 dBm is dus beter dan een waarde van -70 dBm. Die laatste waarde is de grens voor een signaal dat nog enigszins bruikbaar is, maar niet de beste snelheid biedt. Een goed signaal zit tussen -50 en -60 dBm, terwijl alles boven -50 uitstekend is. Ook de kolom SNR dat voor Signal To Noise Ratio staat is belangrijk. Deze waarde wordt in dB uitgedrukt, waarbij geldt dat een hogere waarde beter is. Een waarde tussen 25 en 40 dB is een goede richtlijn, hoger is natuurlijk nog beter. Door de scan op verschillende plekken in huis uit te voeren, krijg je snel inzicht in hoe het met je wifi-dekking gesteld is.

©PXimport

Ingebouwde wifi-scanner macOS

Heb je een Mac? Dan heb je geen aparte wifi-scanner nodig. Houd de Option-toets op het toetsenbord ingedrukt en klik op het wifi-pictogram. Klik vervolgens op Open ‘Wifiprobleemoplossing’. Klik niet op Ga verder, maar klik in het menu boven in beeld op Venster en selecteer Detecteer voor een wifi-scanner om de kwaliteit van het wifi-signaal inzichtelijk te maken. Een andere handige optie is Prestaties waarmee je de rssi- en snr-waarden van de huidige verbinding achterhaald. Apple noemt de snr in dit venster Kwaliteit.

©PXimport

Snelheid meten

Uiteindelijk draait het meestal niet primair om dekking, maar om een stabiele haalbare snelheid. Voor een goede internetervaring is een snelheid van zo’n 50 Mbit/s al heel netjes en daarmee kun je vrijwel alle diensten op internet optimaal gebruiken. Heb je echter een sneller internetabonnement en maak je veel gebruik van clouddiensten of werk je thuis draadloos over een vpn-verbinding, dan heb je waarschijnlijk behoefte aan een hogere snelheid. Wil je weten of je draadloze netwerk overal snel genoeg is voor je internetverbinding? Dan raden we www.speedtest.net aan. Ter controle voer je de meting eerst bedraad uit, zodat je inzichtelijk hebt wat de maximaal haalbare snelheid is.

Mogelijk gebruik je je draadloze netwerk niet alleen voor surfen op internet, maar in het geval van een laptop ook voor een verbinding met je nas. In dat geval geldt dat de verbinding niet snel genoeg kan zijn. Je kunt dan het beste een lokale speedtest binnen je thuisnetwerk gebruiken om je verbindingssnelheid te achterhalen. Hiervoor heb je naast een laptop met een goede wifi-kaart ook een bedraad aangesloten computer nodig. Een programma waarmee je de snelheid binnen je netwerk kunt meten is TamoSoft Throughput Test die je voor Windows en macOS kunt downloaden. De client is ook voor Android beschikbaar. Op je bedrade pc draai je de test als server, terwijl je op een laptop de client gebruikt. Vervolgens kun je de snelheidstest uitvoeren en worden zowel je down- als uploadsnelheden inzichtelijk.

©PXimport

Goede dekking toch lage snelheid

Een probleem waar je bij een bedraad aangesloten accesspoint niet zo snel tegenaan zult lopen, is dat je wel een uitstekend wifi-signaal hebt, maar toch een tegenvallende snelheid haalt. Dat komt doordat de verbinding tussen je wifi-accesspoint en je laptop of smartphone maar één van de schakels in de keten is. Gebruik je een draadloos aangesloten accesspoint als een repeater of wifi-mesh-systeem, dan is het accesspoint zelf ook weer via een draadloze verbinding aangesloten. Wanneer de zogenoemde backhaul niet snel genoeg is, dan zul je nooit een goede snelheid halen. Een wifi-mesh-systeem is natuurlijk geen magie: in de basis zijn het repeaters. De nadelen van repeaters zie je in de praktijk dan deels ook wel terug. Oftewel een wifi-mesh-punt op je zolder dat via een wifi-mesh-punt op de eerste verdieping is verbonden zal een minder hoge snelheid hebben dan het wifi-mesh-punt op de begane grond. Bij powerline-adapters wordt powerline gebruikt als backhaul en de snelheid van die powerline-verbinding kan in de praktijk een stuk lager zijn dan de snelheid die via het ingebouwde accesspoint mogelijk is.

Plaatsing wifi-mesh optimaliseren

Heb je wel een goede dekking, maar een tegenvallende snelheid? Dan is dat een indicatie dat de draadloze link tussen de netwerkapparatuur niet goed is. Je zult dan je wifi-mesh-punt of repeater moeten verplaatsen naar een locatie waar er een beter contact is met andere wifi-mesh-punten of de draadloze router. Veel wifi-mesh-systemen en repeaters hebben iets van een indicatie die je helpt bij een goede plaatsing. Dat varieert van een simpel lampje tot aanwijzingen in de bijbehorende app. Uiteraard houd je bij het verplaatsen van repeaters en wifi-accesspoints ook rekening met de signaalwaarde die je met je laptop of smartphone haalt. Je hebt immers niets aan een uitstekende link tussen je netwerkapparatuur als vervolgens de dekking voor je clients niet goed meer is. Probeer niet te strak vast te houden aan een uitstekend signaal. Bij een systeem op basis van draadloos aangesloten accesspoints draait het om de optimale balans tussen alle onderdelen in de keten. Het kan namelijk dat je ondanks een wat slechter signaal voor je clients uiteindelijk toch een betere snelheid haalt.

Een tip uit de praktijk is om indien mogelijk op alle verdiepingen je wifi-mesh-punten in de buurt van het trapgat te zetten. Zo kan de onderliggende draadloze verbinding profiteren van het trapgat, terwijl je apparaten profiteren van het accesspoint op dezelfde verdieping. Verder is het zo dat de duurdere tri-band-systemen met een extra radio voor de onderlinge verbinding minder gevoelig zijn voor plaatsing. Kortom, probeer je wifi-mesh-punten op verschillende plekken in huis neer te zetten om uit te proberen wat het beste werkt.

©PXimport

Roaming

Het voordeel van een draadloos netwerk met meerdere accesspoints is dat je in het hele huis verbinding hebt. Dan moeten je clients natuurlijk wel verbinding met het juiste accesspoint maken. Om het roamen tussen accesspoints soepeler te laten verlopen ondersteunen sommige systemen de functie fast roaming, dat gebruikmaakt van de toevoegingen 802.11k/v/r. Deze toevoegingen werken overigens alleen maar als ook de client hier ondersteuning voor heeft, iets wat bij veel clients niet het geval is. Roaming blijft uiteindelijk een beslissing van de client, de roamingstandaarden geven de client alleen meer informatie over de opbouw van het draadloze netwerk. Een netwerkfabrikant kan ook eigen manieren bedenken om bijvoorbeeld op basis de signaalkwaliteit de verbinding te verbreken en clients naar een ander accesspoint te dwingen. Deze eigen oplossingen worden doorgaans ook fast roaming genoemd. Toch is fast roaming helaas niet zaligmakend. Wifi-apparaten zonder ondersteuning kunnen juist problemen krijgen en helemaal geen verbinding meer krijgen. Ervaar je verbindingsproblemen terwijl je signaal goed is, probeer dan indien mogelijk fast roaming in je systeem uit te schakelen. Andere opties die je indien aanwezig kunt uitschakelen als je wifi-problemen ervaart zijn mu-mimo en beamforming.

©PXimport

Powerline optimaliseren

Dat je met een wifi-powerline-adapter een teleurstellende snelheid haalt, zit hem doorgaans niet in het wifi-gedeelte. Het is het achterliggende powerline-signaal dat de snelheidsbeperking veroorzaakt. In sommige huizen werkt powerline uitstekend, maar in andere huizen totaal niet. Helaas is het zonder uitproberen niet te voorspellen hoe powerline zich in jouw huis gedraagt. Een echt goede powerline-adapter haalt in de meest optimale omstandigheden een snelheid van zo’n 130 Mbit/s, dat is dan ook gelijk de maximale snelheid die je via het accesspoint kunt halen. Helaas is de snelheid die je haalt soms veel lager, het zou zomaar kunnen dat in jouw huis slechts 20 Mbit/s mogelijk is. Zeker als je met meerdere gebruikers tegelijkertijd werkt, wordt dat krap. Je kunt bij problemen proberen om de powerline-adapter op andere stopcontacten aan te sluiten. Kies indien mogelijk voor stopcontacten op dezelfde fase (wanneer je een driefase-aansluiting hebt) en groep. Kan dat niet, probeer dan andere elektrische apparaten op andere fasen of groepen aan te sluiten. Een oplossing op basis van powerline kies je dan ook vooral om op een heel eenvoudige manier een goede wifi-dekking te realiseren.

Conclusie

Achterhalen waar je wifi-dekking nodig hebt, is met programma’s als WinFi Lite of Ekahau Heatmapper een relatief eenvoudig klusje. Je dekkings- en snelheidsproblemen vervolgens optimaal oplossen kan daarna een lastigere puzzel zijn. Een goede snelheid is zonder goede dekking niet mogelijk, maar een goede draadloze dekking zorgt helaas niet automatisch voor een goede doorvoersnelheid. Door de juiste conclusies te trekken en te spelen met de positie van accesspoints kun je gelukkig vrijwel altijd een goede balans halen tussen dekking en snelheid zodat je overal in huis kunt werken, gamen en streamen.

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.