ID.nl logo
Je wifi-dekking testen en tunen doe je zo
© Reshift Digital
Huis

Je wifi-dekking testen en tunen doe je zo

Misschien ben je doordat je de afgelopen periode thuis moest werken erachter gekomen dat je draadloze netwerk toch niet zo goed werkte als je dacht. Een goede draadloze verbinding in je hele huis is tegenwoordig geen luxe, maar soms bijna een primaire levensbehoefte. Hoe zorg je in je hele huis voor een goede wifi-dekking en hoe kom je erachter wat je wifi-probleem veroorzaakt?

Wifi-problemen kun je onderverdelen in twee problemen: dekkings- en snelheidsproblemen. Deze problemen kunnen dezelfde oorzaak en oplossing hebben, maar dat hoeft niet. Voordat we beginnen met het oplossen van wifi-problemen, gaan we terug naar de basis. Wifi maakt gebruik van twee frequentiebanden op 2,4 en 5 GHz. De 2,4GHz-band staat aan de basis van de oudere wifi-standaarden 802.11b en -g, terwijl 802.11n zowel van de 2,4- als de 5GHz-band gebruikmaakt. De huidige 802.11ac-standaard maakt gebruik van de 5GHz-band, maar alle draadloze routers en accesspoints bieden ook ondersteuning voor 802.11n op de 2,4GHz-band.

Bereik versus bandbreedte

Beide banden hebben hun eigen voor- en nadelen. De 2,4GHz-signalen dringen makkelijk door materialen heen en hebben hierdoor een relatief groot bereik. De beschikbare bandbreedte is echter heel beperkt en netwerken overlappen elkaar al snel. Dit zorgt voor storing met onder meer een lagere snelheid als gevolg. Het grote bereik van de 2,4GHz-band lijkt dus een voordeel, maar is een belangrijke reden van problemen die ervaren worden. De 5GHz-band biedt dan weer veel meer bandbreedte, maar heeft dan weer een veel beperkter bereik. Verwacht niet dat je op een andere verdieping als je accesspoint een goed 5GHz-signaal zult hebben. Beide frequentiebanden hebben dus hun eigen nadelen, maar één ding is wel duidelijk: het is onrealistisch om te verwachten dat je met één draadloze router of accesspoint je héle huis van een goed draadloos netwerk voorziet.

©PXimport

Meerdere accesspoints

Wil je dus zowel een dekkend als een snel wifi-netwerk, dan heb je in de meeste woningen meerdere wifi-accesspoints nodig. Hier zijn verschillende mogelijkheden voor. Je kunt bijvoorbeeld een oude router instellen als accesspoint of een relatief goedkoop extra accesspoint aanschaffen. Het nadeel hiervan is dat het accesspoint dan losstaat van je andere accesspoint (waarschijnlijk je draadloze router) waardoor je je draadloze netwerk op meerdere plekken moet beheren. Voor consumenten was een centraal beheerd draadloos netwerk lang onbereikbaar, maar tegenwoordig heel goed mogelijk. Zo bieden bijvoorbeeld de merken Ubiquiti en TP-Link wifi-systemen op basis van bedraad aangesloten accesspoints die met een prijs vanaf zo’n tachtig euro per accesspoint ook voor thuisgebruik aanvaardbaar is. Daarnaast zijn er natuurlijk de wifi-mesh-systemen die je koopt als kit bestaande uit twee of drie accesspoints. Ook moderne wifi-powerline-adapters werken tegenwoordig goed als één systeem samen.

©PXimport

Bedraad is het beste

Uit onze praktijkervaringen blijkt dat qua prestaties bedraad aangesloten accesspoints nog altijd het beste zijn, gevolgd door de betere wifi-mesh-systemen. Bij de meeste wifi-mesh-systemen kun je accesspoints overigens naar keuze ook bedraad aansluiten. Dat is een voordeel, want bedraad aangesloten accesspoints werken altijd beter én ze verbeteren de snelheid in de rest van het draadloze mesh-netwerk.

Powerline-adapters blijken niet altijd de prestaties te leveren die je verwacht. Verderop in het artikel komen we hier op terug. Dan is er natuurlijk nog de repeater. Die raden we je hooguit aan als je op één plek in je huis een slechte dekking hebt. Repeaters bieden namelijk niet de beste snelheid. Zelf gebruiken we af en toe nog wel een repeater voor dekking op een dakterras. Een betere oplossing zou voor zo’n plek te veel kosten en met de repeater is er stabiele, maar niet heel snelle dekking.

Internetproviders bieden tegenwoordig ook allerlei oplossingen aan op basis van meerdere accesspoints. Het nadeel van deze systemen kan zijn dat ze alleen goed samenwerken met de router van de internetprovider zelf.

©PXimport

Met welk accesspoint ben ik verbonden?

Bij het oplossen van wifi-problemen is het handig om te weten met welk accesspoint je laptop verbonden is. Aan het ssid heb je doorgaans vrij weinig meer, want je wilt juist dat ieder accesspoint dezelfde netwerkgegevens gebruikt. Ieder wifi-accesspoint heeft ook een bssid, het unieke mac-adres van de wifi-radio in het accesspoint. In Windows kun je deze informatie helaas niet via de grafische interface achterhalen. Je hebt hiervoor extra software als WinFi Lite nodig (zie paragraaf ‘Dekking in kaart brengen’) of je kunt een beroep doen op de Opdrachtprompt. Open de Opdrachtprompt (zoek naar cmd) en tik dit commando in: netsh wlan show interfaces | find "BSSID" Je ziet nu het bssid van het accesspoint waar je momenteel mee verbonden bent. In macOS houd je de Option-toets ingedrukt en klik je vervolgens op het wifi-pictogram. Je ziet nu allerlei informatie over het accesspoint waarmee je verbonden bent, waaronder het bssid. Waarschijnlijk heb je al snel door welke bssid’s bij welk accesspoint horen, maar voor echte zekerheid kun je op de sticker op het accesspoint kijken om te kijken welke mac-adressen bij dat accesspoint horen. Soms vind je maar één mac-adres van de bedrade aansluiting op deze sticker, maar het bssid zal dan meestal een afgeleide zijn dat bijna identiek is.

©PXimport

Dekking in kaart brengen

Het oplossen van wifi-problemen begint met het in kaart brengen van de wifi-dekking in huis. Heb je wel overal een goede signaalkwaliteit? In Computer!Totaal nummer 5/2020 zijn we uitgebreid aan de slag gegaan met WinFi Lite (pagina 46). Je vindt het artikel ook op onze website via deze link. WinFi Lite laat na een scan alle draadloze accesspoints in jouw omgeving zien. Om te achterhalen of de dekking voldoende is, kun je het beste naar de kolommen RSSI en SNR kijken die je tevoorschijn haalt door via de knop rechtsboven in beeld om te schakelen naar de Pro-view. Rssi staat voor Received Signal Strength Indicator en wordt in negatieve dBm-waarden uitgedrukt (decibel-milliwatts). Hoe hoger de negatieve waarde, hoe slechter het signaal is. Een waarde van -60 dBm is dus beter dan een waarde van -70 dBm. Die laatste waarde is de grens voor een signaal dat nog enigszins bruikbaar is, maar niet de beste snelheid biedt. Een goed signaal zit tussen -50 en -60 dBm, terwijl alles boven -50 uitstekend is. Ook de kolom SNR dat voor Signal To Noise Ratio staat is belangrijk. Deze waarde wordt in dB uitgedrukt, waarbij geldt dat een hogere waarde beter is. Een waarde tussen 25 en 40 dB is een goede richtlijn, hoger is natuurlijk nog beter. Door de scan op verschillende plekken in huis uit te voeren, krijg je snel inzicht in hoe het met je wifi-dekking gesteld is.

©PXimport

Ingebouwde wifi-scanner macOS

Heb je een Mac? Dan heb je geen aparte wifi-scanner nodig. Houd de Option-toets op het toetsenbord ingedrukt en klik op het wifi-pictogram. Klik vervolgens op Open ‘Wifiprobleemoplossing’. Klik niet op Ga verder, maar klik in het menu boven in beeld op Venster en selecteer Detecteer voor een wifi-scanner om de kwaliteit van het wifi-signaal inzichtelijk te maken. Een andere handige optie is Prestaties waarmee je de rssi- en snr-waarden van de huidige verbinding achterhaald. Apple noemt de snr in dit venster Kwaliteit.

©PXimport

Snelheid meten

Uiteindelijk draait het meestal niet primair om dekking, maar om een stabiele haalbare snelheid. Voor een goede internetervaring is een snelheid van zo’n 50 Mbit/s al heel netjes en daarmee kun je vrijwel alle diensten op internet optimaal gebruiken. Heb je echter een sneller internetabonnement en maak je veel gebruik van clouddiensten of werk je thuis draadloos over een vpn-verbinding, dan heb je waarschijnlijk behoefte aan een hogere snelheid. Wil je weten of je draadloze netwerk overal snel genoeg is voor je internetverbinding? Dan raden we www.speedtest.net aan. Ter controle voer je de meting eerst bedraad uit, zodat je inzichtelijk hebt wat de maximaal haalbare snelheid is.

Mogelijk gebruik je je draadloze netwerk niet alleen voor surfen op internet, maar in het geval van een laptop ook voor een verbinding met je nas. In dat geval geldt dat de verbinding niet snel genoeg kan zijn. Je kunt dan het beste een lokale speedtest binnen je thuisnetwerk gebruiken om je verbindingssnelheid te achterhalen. Hiervoor heb je naast een laptop met een goede wifi-kaart ook een bedraad aangesloten computer nodig. Een programma waarmee je de snelheid binnen je netwerk kunt meten is TamoSoft Throughput Test die je voor Windows en macOS kunt downloaden. De client is ook voor Android beschikbaar. Op je bedrade pc draai je de test als server, terwijl je op een laptop de client gebruikt. Vervolgens kun je de snelheidstest uitvoeren en worden zowel je down- als uploadsnelheden inzichtelijk.

©PXimport

Goede dekking toch lage snelheid

Een probleem waar je bij een bedraad aangesloten accesspoint niet zo snel tegenaan zult lopen, is dat je wel een uitstekend wifi-signaal hebt, maar toch een tegenvallende snelheid haalt. Dat komt doordat de verbinding tussen je wifi-accesspoint en je laptop of smartphone maar één van de schakels in de keten is. Gebruik je een draadloos aangesloten accesspoint als een repeater of wifi-mesh-systeem, dan is het accesspoint zelf ook weer via een draadloze verbinding aangesloten. Wanneer de zogenoemde backhaul niet snel genoeg is, dan zul je nooit een goede snelheid halen. Een wifi-mesh-systeem is natuurlijk geen magie: in de basis zijn het repeaters. De nadelen van repeaters zie je in de praktijk dan deels ook wel terug. Oftewel een wifi-mesh-punt op je zolder dat via een wifi-mesh-punt op de eerste verdieping is verbonden zal een minder hoge snelheid hebben dan het wifi-mesh-punt op de begane grond. Bij powerline-adapters wordt powerline gebruikt als backhaul en de snelheid van die powerline-verbinding kan in de praktijk een stuk lager zijn dan de snelheid die via het ingebouwde accesspoint mogelijk is.

Plaatsing wifi-mesh optimaliseren

Heb je wel een goede dekking, maar een tegenvallende snelheid? Dan is dat een indicatie dat de draadloze link tussen de netwerkapparatuur niet goed is. Je zult dan je wifi-mesh-punt of repeater moeten verplaatsen naar een locatie waar er een beter contact is met andere wifi-mesh-punten of de draadloze router. Veel wifi-mesh-systemen en repeaters hebben iets van een indicatie die je helpt bij een goede plaatsing. Dat varieert van een simpel lampje tot aanwijzingen in de bijbehorende app. Uiteraard houd je bij het verplaatsen van repeaters en wifi-accesspoints ook rekening met de signaalwaarde die je met je laptop of smartphone haalt. Je hebt immers niets aan een uitstekende link tussen je netwerkapparatuur als vervolgens de dekking voor je clients niet goed meer is. Probeer niet te strak vast te houden aan een uitstekend signaal. Bij een systeem op basis van draadloos aangesloten accesspoints draait het om de optimale balans tussen alle onderdelen in de keten. Het kan namelijk dat je ondanks een wat slechter signaal voor je clients uiteindelijk toch een betere snelheid haalt.

Een tip uit de praktijk is om indien mogelijk op alle verdiepingen je wifi-mesh-punten in de buurt van het trapgat te zetten. Zo kan de onderliggende draadloze verbinding profiteren van het trapgat, terwijl je apparaten profiteren van het accesspoint op dezelfde verdieping. Verder is het zo dat de duurdere tri-band-systemen met een extra radio voor de onderlinge verbinding minder gevoelig zijn voor plaatsing. Kortom, probeer je wifi-mesh-punten op verschillende plekken in huis neer te zetten om uit te proberen wat het beste werkt.

©PXimport

Roaming

Het voordeel van een draadloos netwerk met meerdere accesspoints is dat je in het hele huis verbinding hebt. Dan moeten je clients natuurlijk wel verbinding met het juiste accesspoint maken. Om het roamen tussen accesspoints soepeler te laten verlopen ondersteunen sommige systemen de functie fast roaming, dat gebruikmaakt van de toevoegingen 802.11k/v/r. Deze toevoegingen werken overigens alleen maar als ook de client hier ondersteuning voor heeft, iets wat bij veel clients niet het geval is. Roaming blijft uiteindelijk een beslissing van de client, de roamingstandaarden geven de client alleen meer informatie over de opbouw van het draadloze netwerk. Een netwerkfabrikant kan ook eigen manieren bedenken om bijvoorbeeld op basis de signaalkwaliteit de verbinding te verbreken en clients naar een ander accesspoint te dwingen. Deze eigen oplossingen worden doorgaans ook fast roaming genoemd. Toch is fast roaming helaas niet zaligmakend. Wifi-apparaten zonder ondersteuning kunnen juist problemen krijgen en helemaal geen verbinding meer krijgen. Ervaar je verbindingsproblemen terwijl je signaal goed is, probeer dan indien mogelijk fast roaming in je systeem uit te schakelen. Andere opties die je indien aanwezig kunt uitschakelen als je wifi-problemen ervaart zijn mu-mimo en beamforming.

©PXimport

Powerline optimaliseren

Dat je met een wifi-powerline-adapter een teleurstellende snelheid haalt, zit hem doorgaans niet in het wifi-gedeelte. Het is het achterliggende powerline-signaal dat de snelheidsbeperking veroorzaakt. In sommige huizen werkt powerline uitstekend, maar in andere huizen totaal niet. Helaas is het zonder uitproberen niet te voorspellen hoe powerline zich in jouw huis gedraagt. Een echt goede powerline-adapter haalt in de meest optimale omstandigheden een snelheid van zo’n 130 Mbit/s, dat is dan ook gelijk de maximale snelheid die je via het accesspoint kunt halen. Helaas is de snelheid die je haalt soms veel lager, het zou zomaar kunnen dat in jouw huis slechts 20 Mbit/s mogelijk is. Zeker als je met meerdere gebruikers tegelijkertijd werkt, wordt dat krap. Je kunt bij problemen proberen om de powerline-adapter op andere stopcontacten aan te sluiten. Kies indien mogelijk voor stopcontacten op dezelfde fase (wanneer je een driefase-aansluiting hebt) en groep. Kan dat niet, probeer dan andere elektrische apparaten op andere fasen of groepen aan te sluiten. Een oplossing op basis van powerline kies je dan ook vooral om op een heel eenvoudige manier een goede wifi-dekking te realiseren.

Conclusie

Achterhalen waar je wifi-dekking nodig hebt, is met programma’s als WinFi Lite of Ekahau Heatmapper een relatief eenvoudig klusje. Je dekkings- en snelheidsproblemen vervolgens optimaal oplossen kan daarna een lastigere puzzel zijn. Een goede snelheid is zonder goede dekking niet mogelijk, maar een goede draadloze dekking zorgt helaas niet automatisch voor een goede doorvoersnelheid. Door de juiste conclusies te trekken en te spelen met de positie van accesspoints kun je gelukkig vrijwel altijd een goede balans halen tussen dekking en snelheid zodat je overal in huis kunt werken, gamen en streamen.

▼ Volgende artikel
Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen
© Shark Ninja
Gezond leven

Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen

De Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler is een föhn en luchtstyler ineen. Hij wordt geleverd in een reiscase met allerlei accessoires om verschillende soorten kapsels in model te brengen. Het bedrijf heeft goed gekeken naar de concurrentie, die vergelijkbare tools aanbiedt tegen een flink steviger prijskaartje. Is dit een goed alternatief?

Goed
Conclusie

Dit is een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte. De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.

Plus- en minpunten
  • Complete set met bruikbare opzetstukken
  • Krachtige luchtstroom en constante temperatuurregeling
  • Snel drogen en stylen met milde hetelucht
  • Prijs aantrekkelijker dan de concurrentie
  • Knoppen lastig blind te bedienen in het begin
  • Leercurve bij Auto-Wrap-krullers en wisselen van hulpstukken
  • Reiscase gevuld niet heel licht om mee te nemen

SharkNinja is één bedrijf dat onder verschillende labels consumentenartikelen uitbrengt. Bij eerdere tests, van onder meer de Ninja CRISPi, bleek al dat het bedrijf gebruiksvriendelijke producten maakt, met duidelijke handleidingen en prijzen die vaak vriendelijker uitvallen dan bij andere merken. In dit geval betreft de directe concurrentie de Dyson Airwrap, een vergelijkbare set tegen een aanzienlijk hogere prijs.

©Saskia van Weert

Wat zit er in de doos

Maar eerst even over de Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler. De set bestaat uit een handstuk, twee 32millimeter zogeheten Auto-Wrap-krullers (voor krullen links en rechts van het hoofd), een platte borstel om tijdens het drogen te stylen, een ovale borstel voor volume en glans, een stylingconcentrator voor gericht föhnen en een diffuser met uitschuifbare 'vingers' voor krullend haar. Dit alles met een handleiding, tevens inspiratieboekje, in een luxe zwarte reiscase. Die overigens met alle spullen erin wel draagbaar is, maar niet zo licht dat je hem overal mee naartoe zult nemen.

©Saskia van Weert

Testopzet

Omdat de auteur van deze review met een kort kapsel beperkt de mogelijkheid heeft tot uitgebreid stylen, is de bevriende fashion influencer Larissa Mol de set uitgebreid komen uitproberen, en heeft een familielid met sterk krullend haar de diffuser ingezet om de krullen te temmen.

Ontwerp en werking

De werking van deze set is eenvoudig. Met een draai wissel je van föhnstand naar stylingstand. Een deel van de accessoires is te gebruiken met het handstuk in rechte stand. Met een schuifknop draai je voor de andere onderdelen een deel van de bovenzijde opzij, zodat er een rechte hoek ontstaat. Daar klik je een opzetstuk op, bijvoorbeeld om je haar droog te blazen.

Iets wat opvalt, is dat de set aanvankelijk vrij zwaar aanvoelt vergeleken met los gebruik van een föhn of krulborstel. Hij weegt 700 gram, wat later bij het uittesten geen probleem bleek te zijn.

©Shark Ninja

Bediening en knoppen

Onderaan het handstuk zitten een aan-uitknop en verschillende knoppen voor de gewenste warmte en de gewenste airflow, ofwel hoe hard de föhn blaast. Een stukje naar boven zit nog een knop voor de zogeheten Cool Shot, waarbij er koude lucht wordt uitgeblazen, belangrijk om bijvoorbeeld een zojuist gemaakte krul te fixeren.

Maak je haar handdoekdroog voor het stylen

Bijvoorbeeld met deze goed geteste set handdoeken!

Bedieningsgemak: aandachtspunten

Wat een beetje onhandig is, is dat de knoppen in het begin niet gemakkelijk op de tast te bedienen zijn. Er zitten geen nokjes op waardoor je zonder te kijken niet voelt welke knop je aanraakt. Zeker als starter moet je echt goed kijken welke knop je nodig hebt en waar die zit en de styler constant omdraaien om het in beeld te krijgen. Dat maakt stylen een beetje een gehannes. Niet helemaal duidelijk verder is of de Cool Shot afzonderlijk werkt tijdens het föhnen of dat de warmte-knop eerst uitgezet moet worden en daarna pas de koude lucht aangezet kan worden. Pas na wat langer gebruik werd het switchen tussen de verschillende standen wat intuïtiever.

©Shark Ninja

Ervaring met de krulopzetstukken

De afzonderlijke accessoires bevallen goed. Het opvallendst zijn de twee hulpstukken om het haar te krullen. De werking lijkt vrij omslachtig. Er is een onderdeel voor de linkerhelft van het hoofd en een voor de rechterhelft. Je houdt een lok haar beet op 10 centimeter van de onderkant en brengt de kruller achter het haar. De kruller wikkelt het haar dan automatisch om zichzelf heen, een beetje zoals iemand met een krultang zelf handmatig doet. Dit werkte verrassend goed.

Wat minder handig is, is dat de opzet van de set eigenlijk vereist dat iemand eerst de ene helft van het hoofd in de krul zet en dan pas de andere. Dat is niet hoe mensen dit in de praktijk doen, dus switchen tussen de hulpstukken moet je wel willen en je moet er de tijd voor hebben.

©Saskia van Weert

Praktijk: drie kapsels getest

De set is in de praktijk getest op drie kapsels. Op kort haar van kinlengte werkte een combinatie van concentrator en platte borstel het snelst: eerst tot circa tachtig procent droog föhnen, daarna met de platte borstel in model brengen.

Op lang en dik haar lag de nadruk op de Auto-Wrap-krullers. Werken in kleinere secties en direct afkoelen met Cool Shot gaf gelijkmatige krullen met volume, die wel wat sneller uitzakten dan met een krultang.

Op krullend haar is vooral met de diffuser gewerkt. De set lijkt het haar zachter en glanzender te maken dan andere vergelijkbare sets. Ook bij gebruik van de diffuser viel op dat er veel minder zogeheten frizz ontstond.

©Saskia van Weert

Pluspunten en minpunten

De pluspunten liggen in de volledigheid van de set, de snelheid van drogen en relatief milde hetelucht. In één doos zitten alle gangbare tools, inclusief een volwaardige diffuser. De luchtstroom is krachtig, de temperatuurregeling voorkomt hittepieken en het gewicht blijft rond de 700 gram.
Er zijn ook minpunten. De Auto-Wrap-krullers vragen gewenning; richting wisselen, secties kiezen en de juiste droogtegraad van het haar bepalen vergt oefening. Het geluidsniveau is vergelijkbaar met de herrie die een handendroger in een restaurant maakt.

Conclusie

Samenvattend is dit een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte.

De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.


▼ Volgende artikel
Koelen en vriezen met klasse: ontdek de Hisense RB5K330GSFC
© Hisense
Huis

Koelen en vriezen met klasse: ontdek de Hisense RB5K330GSFC

Niet elke koelvriescombinatie weet gebruiksgemak, design en slimme functies zo goed te combineren als de Hisense RB5K330GSFC. Dit model uit de KitchenFit-serie is stil, degelijk en ontworpen om naadloos op te gaan in moderne keukens. Achter de strakke zwarte deur schuilt een verrassend doordachte binnenkant, met technologie die eten langer vers houdt, geurtjes tegengaat en ontdooien overbodig maakt.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Hisense

Slim en strak in elke keuken

De Hisense RB5K330GSFC is gemaakt voor wie een rustige, moderne keuken wil met een strak lijnenspel. Dankzij de Bottom Cooling-constructie – waarbij lucht via de onderzijde wordt aan- en afgevoerd – kan hij direct tegen een muur of tussen keukenkasten worden geplaatst. Je hoeft dus geen ruimte vrij te laten voor ventilatie. Dat geeft hem de uitstraling van een ingebouwd model, terwijl het in werkelijkheid een vrijstaande koelkast is.

©Hisense

De zwarte afwerking en de verzonken handgreep zorgen voor een minimalistisch front dat past bij de nieuwste keukentrends. Bovenin de kast zit een elektronische aanraakbediening: een strak weggewerkt touchdisplay waarmee je met met een simpele druk op de knop instellingen aanpast. En met een geluidsniveau van 35 dB(A) werkt hij opvallend stil, wat prettig is in open woonkeukens.

Koelen met precisie

Met een totale inhoud van 330 liter biedt de RB5K330GSFC genoeg ruimte voor het dagelijks gebruik van een gezin. De indeling is overzichtelijk: 190 liter voor het koelgedeelte, 115 liter voor de vriezer en een 0°-gradenzone van 25 liter voor vlees en vis. Dankzij Multi Air Flow blijft de temperatuur overal gelijk, ook als je de deur net hebt geopend. Bovendien houdt de Metal Tech Cooling-achterwand van roestvrij staal kou beter vast. Daardoor zijn zowel de temperatuur als de vochtigheidsgraad altijd optimaal, waardoor je etenswaren langer vers blijven.

©Hisense

Slim vriezen met No-Frost en Deep Freeze

De vriezer is uitgerust met No-Frost-technologie, waardoor ijsvorming geen kans krijgt. Je hoeft dus nooit meer handmatig te ontdooien. Met Deep Freeze vries je nieuwe producten extra snel in, zodat de structuur en smaak behouden blijven. Samen zorgen deze functies voor een constante temperatuur en efficiënte luchtcirculatie. Die combinatie voorkomt energieverlies en houdt bevroren producten langer goed.

⭐ Ondanks de royale inhoud en het No-Frost-systeem blijft het verbruik netjes binnen de perken: de energieklasse C biedt een goede balans tussen prestaties en verbruik, zeker gezien de stille werking en de functies die continu actief zijn.

Optimaal bewaren met luchtvochtigheidsregeling

De groentelade met luchtvochtigheidsregeling is een kleine maar slimme toevoeging. Met een draaiknop bepaal je hoeveel vocht er in de lade blijft. Zo blijven bladgroenten knapperig, terwijl fruit juist niet te vochtig wordt. In de 0°-gradenzone blijft de temperatuur net boven het vriespunt. Deze Fresh Box is dus ideaal voor vis of vlees dat je binnen enkele dagen wilt gebruiken. Zo hoef je minder vaak te vriezen, maar blijft alles wel vers.

©Hisense

ConnectLife: bediening via je smartphone

Met ConnectLife bedien je de RB5K330GSFC (en andere slimme Hisense-apparaten) via een app. Je kunt de temperatuur controleren, instellingen aanpassen of een melding ontvangen als de deur te lang openstaat. Ook het energieverbruik zie je terug in de app.

©Hisense

Hygiënisch en doordacht interieur

Binnenin heeft de RB5K330GSFC een donkere afwerking die direct opvalt. De binnenwanden zijn voorzien van een Antibacterial Guard-coating die 99,9 procent van alle bacteriën uitschakelt. Dat houdt het interieur niet alleen schoner, maar voorkomt ook ongewenste geurtjes. Het donkere interieur en de antibacteriële coating maken deze koelvriescombinatie echt onderscheidend binnen zijn klasse: fris van binnen, strak van buiten.

De Multi Tray is daarbij een handig extraatje. Dit vernieuwde flessenrek houdt flessen netjes op hun plek en kan ook dienen als plateau voor kleine verpakkingen, zodat je de ruimte beter benut.

©Hisense

❄️De pluspunten van de Hisense RB5K330GSFC

➕KitchenFit-design: plaatsbaar tegen een muur of tussen kasten
➕Metal Tech Cooling
: stabiele temperatuur, minder schommelingen
➕No-Frost
en Deep Freeze: ijsvrij vriezen en snel invriezen
➕0°-gradenzone
en luchtvochtigheidsregeling: langer vers bewaren
➕ConnectLife-app
: bediening en inzicht via je telefoon
➕Antibacterial Guard
: hygiënisch interieur met donkere afwerking
➕Fluisterstil
: slechts 35 dB(A)
➕Energieklasse C
: goede balans tussen prestaties en verbruik
➕Elektronische aanraakbediening
: strak touchdisplay bovenin de kast

Een stille, complete koelvriescombinatie

De Hisense RB5K330GSFC combineert een strak ontwerp met functies die in de praktijk echt verschil maken. Geen overdaad aan instellingen, maar precies wat nodig is om slim, hygiënisch en stil te koelen.

Met een adviesprijs van 799 euro biedt hij de bouwkwaliteit en het gemak van een premium-model. Wie op zoek is naar een moderne koelvriescombinatie die netjes in de keuken opgaat en weinig aandacht vraagt, vindt in dit model een stille en betrouwbare partner voor elke dag.

©Hisense

Hisense RB5K330GSFC koelvriescombinatie

Kijk voor de actuele prijs