ID.nl logo
Dit moet je weten over portforwarding en UPnP
© Reshift Digital
Huis

Dit moet je weten over portforwarding en UPnP

UPnP, poorten, firewalls, het kan nog best lastig zijn om van binnen in je netwerk iets beschikbaar te maken zodat het ook op externe plekken bereikbaar is. Het is vaak lastig om je router zodanig te configureren dat het juiste verkeer naar het juiste apparaat in je netwerk wordt gestuurd. We gaan hiermee aan de slag met UPnP en portforwarding.

Wil je een apparaat uit jouw thuisnetwerk, bijvoorbeeld je NAS, ook kunnen bereiken als je niet thuis bent? Standaard is je thuisnetwerk zodanig beveiligd dat dit niet zomaar mogelijk is, omdat anders kwaadwillenden ook bij jouw netwerkapparaten zouden kunnen komen. Je moet dus zelf instellingen aanpassen. Daarbij is het essentieel dat je weet wat je doet, zodat je niet onbewust de beveiliging van je netwerk verzwakt. Lees ook: Raakt je NAS vol? Dit kun je doen.

01 Internetlagen

Als je iets wilt versturen over het internet van punt A naar punt B, dan worden deze data door middel van een aantal ‘lagen’ verstuurd. Elke laag biedt steeds wat extra functionaliteit voor het versturen van data.

Helemaal onderaan heb je de fysieke laag, waar gegevens in de vorm van signalen worden verstuurd over de kabel of draadloos via wifi. Een laag daarboven heb je een laag die de data over de kabel of wifi verstuurt in de vorm van enen en nullen en die ook controleert op fouten, en zo nodig data opnieuw stuurt. Weer een laag hoger heb je de mogelijkheid om data tussen twee netwerkapparaten te sturen, iets wat via een MAC-adres gedaan wordt. Elke laag is een stukje abstracter, onderaan werk je met fysieke enen en nullen, daarboven al met pakketjes tussen apparaten en adressen. Zo heb je nog een aantal lagen, waarbij elke laag steeds de functies en abstracties van de laag eronder gebruikt.

Stel nu dat we de tekst ‘Hallo, wereld!’ naar onze server thuis willen sturen. De netwerklaag verpakt de tekst en zoekt een router die het pakketje aanneemt en door kan sturen op weg naar onze server. Het pakketje gaat steeds een laag dieper, totdat het omgezet is in fysieke signalen en door de kabel gaat. Uiteindelijk komt het aan bij onze server, die de data uitleest. Stel nu dat de server reageert met ook een pakketje met de tekst ‘Hallo, pc!’. Dit pakketje gaat ook weer alle lagen door, op weg naar onze computer. Er is echter een probleem. Het pakketje is aangekomen op onze computer, maar hoe weet het besturingssysteem nu voor welk programma het pakket bedoeld is? Daarvoor zijn er poorten. Een poort is niets meer dan een postbus voor een programma; daar waar Windows, Linux of macOS de data aan kan afgeven zodat het programma waarvoor de data bedoeld zijn, deze in ontvangst kan nemen.

©PXimport

02 Poorten forwarden

Als je geen firewall hebt, staat de toegang tot al je poorten open. Dat is niet zo erg, want zolang er geen programma een poort opent, kan er niets gebeuren. Daarnaast is het zo dat Windows een eigen ingebouwde firewall heeft. Als een programma een poort in gebruik neemt en de firewall dit toelaat, kan elke pc waar dan ook je IP-adres aanroepen met die poort en er data naartoe sturen.

Dat is in ieder geval in theorie zo… in de praktijk is het zo dat je een router hebt, waarmee meerdere pc’s, laptops en tablets verbonden zijn. Stel nu dat je ergens buiten je eigen netwerk gegevens wilt versturen naar jouw pc, dan is er een probleem. Je router doet namelijk iets genaamd NAT, oftewel Network Address Translation. Dat is nodig, want je internetprovider geeft je per internetaansluiting maar één IP-adres en met dat ene IP-adres kun je dus precies één apparaat met internet verbinden. De router lost dat probleem op door als enige direct in verbinding te staan met je provider en daarmee dus dat IP-adres aan te nemen, en vervolgens zelf IP-adressen aan je eigen apparaten uit te delen.

Stel dus dat je vanuit de koffiebar een berichtje naar je pc thuis wilt sturen, dan heeft het geen zin om je lokale, door de router toegewezen IP-adres te gebruiken, want dat IP-adres heeft alleen binnen in je netwerk betekenis. Erbuiten verwijst het nergens naar. In plaats daarvan kun je dan gebruikmaken van je externe IP-adres, in combinatie met je poort. Het probleem is dat je router dan wel moet weten waar de data heen moeten. Met alleen het externe IP-adres en de poort, weet de router nog steeds niet voor welke pc, tablet of smartphone het pakket bedoeld is. Daarom is er portforwarding: daarmee geef je in de router aan dat als op deze poort data binnenkort, die gegevens naar een bepaald apparaat doorgestuurd moeten worden.

Je vraagt je dan misschien af hoe überhaupt internet nog werkt op je netwerk. Als je een website bezoekt, worden er ook data heen en weer gestuurd en die data komen wel gewoon aan op je pc, zonder dat je portforwarding hebt ingesteld. Dat werkt, omdat je router zelf al portforwarding toepast voor verbindingen die je van binnenuit opzet, zodat alle pakketten correct aankomen waar ze moeten zijn. Portforwarding zelf is overigens geen beveiligingsrisico. Dat risico komt van de applicatie die luistert op die poort. Stel dat je poort X doorstuurt naar een pc die je nooit updatet, dan is dat een groot risico vanwege bekende beveiligingslekken. Het is dus belangrijk om een apparaat altijd up-to-date te houden als je een poort daarnaartoe doorstuurt.

©PXimport

03 UPnP

UPnP staat voor Universal Plug and Play. Het stelt apparaten op het netwerk in staat om elkaar ‘te zien’. Elk apparaat kan zichzelf aankondigen op het netwerk, zodat het eenvoudig is voor apparaten om met elkaar te communiceren en samen te werken. Eén van de functies van UPnP is om een apparaat toe te staan om poorten te forwarden, zodat jij dat niet handmatig hoeft te doen.

Stel je Xbox wil graag verkeer ontvangen op poort 32400, dan kan het apparaat dat automatisch aanvragen bij de router, die vervolgens de betreffende regel zal aanmaken en dus al het verkeer op die poort doorstuurt naar je Xbox door middel van het IP- of MAC-adres. UPnP vormt echter een beveiligingsrisico. Het probleem is dat UPnP geen vorm van authenticatie gebruikt. Malware kan zo eenvoudig poorten openzetten. Het probleem is dat er op afstand misbruik gemaakt kan worden van UPnP. Veel UPnP-implementaties van routerfabrikanten zijn namelijk onveilig. In 2013 heeft een bedrijf zes maanden lang het internet gescand om te kijken welke apparaten er allemaal op UPnP reageerden. Er reageerden maar liefst 6900 apparaten, waarvan het in 80 procent van de gevallen ging om een thuisapparaat als een printer, webcam of IP-camera. Wij raden dus aan om UPnP in je router uit te zetten. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek vind je in het kader ‘UPnP veilig?’

©PXimport

UPnP Veilig?

De belangrijkste conclusies van het onderzoek naar de veiligheid van UPnP uitgevoerd door Rapid7.

  • 2,2 procent van alle openbare IPv4-adressen reageerden via internet op UPnP-verkeer, oftewel 81 miljoen unieke IP-adressen.
  • 20 procent van die IP-adressen reageerden niet alleen op het internetverkeer, maar boden ook, bereikbaar op afstand, een API aan om het UPnP-apparaat mee te configureren!
  • 23 miljoen apparaten gebruiken een kwetsbare versie van libupnp, een veelgebruikte softwarelibrary die het UPnP-protocol implementeert. Lekken in die versie kunnen op afstand worden uitgebuit, waarvoor maar één UDP-pakketje nodig is.

04 TCP versus UDP

Als je een poort openzet, kun je deze openzetten voor TCP of voor UDP. TCP en UDP zijn beide protocollen voor communicatie over het internet. TCP staat voor het Transmission Communication Protocol en wordt gebruikt als een programma een verbinding wil opzetten met een ander programma en wil dat deze verbinding actief blijft. Vooral dat laatste is belangrijk, want dat betekent dat er een soort telefoonverbinding actief is, totdat een van de twee ‘bellers’ ophangt. Elk pakket dat ontvangen wordt met TCP, wordt door de ontvangen computer bevestigd naar de afzender. Krijgt de afzender geen bevestiging, dan wordt het pakket opnieuw gestuurd, totdat er wel een bevestiging komt. TCP verzamelt daarna alle pakketjes en maakt de gegevens weer heel/compleet, voordat het wordt overgedragen aan de applicatie die de data inleest.

UDP daarentegen onderhoudt geen actieve verbinding en is meer te vergelijken met een chatdienst. Berichten worden onafhankelijk van elkaar verstuurd en er wordt geen actieve verbinding onderhouden. UDP staat voor het User Datagram Protocol en is eigenlijk een simpelere variant van TCP. Dit protocol biedt alleen poortnummers en foutcontrole, iets wat TCP ook doet, maar het bevat dus niet de mogelijkheid om actieve verbindingen te onderhouden. Het verschil tussen TCP en UDP heeft te maken met de toepassingen. TCP blinkt uit in correcte, goed geordende data, ten koste van wat overhead, zoals het erkennen van elk ontvangen pakket. Dat is een must als je bijvoorbeeld als je over het internet surft. Je wilt niet dat af en toe een woord of letter ontbreekt vanwege een verloren pakket en dus incomplete data. Het is ook een must als je een bestand verstuurt over het netwerk, dan wil je absolute garantie dat dat bestand in zijn geheel en correct op de bestemming is aangekomen. UDP is echter handig voor als je snel wilt zijn met lage overhead. Nuttige toepassingen daarvoor zijn audio en video. Het is erg frustrerend als de audio- of videoverbinding traag is, waarbij het beeld steeds stilstaat en het even duurt voordat alles aankomt. UDP geeft je sneller beeld, ten koste van af en toe wat beschadiging of vervorming van beeld of geluid.

Als je nu een poort door wilt sturen in de router naar een bepaald apparaat, dan kan de router onderscheid maken tussen de twee protocollen UDP en TCP. Sommige applicaties maken namelijk alleen gebruik van één van de twee protocollen, dus is het belangrijk de juiste te kiezen.

©PXimport

Poorten doorsturen op NETGEAR

Om op een NETGEAR-router een poort door te sturen, ga je naar http://routerlogin.net of het IP-adres van je router. Vervolgens ga je naar het tabblad Geavanceerd en dan links naar Geavanceerde instellingen. Klik nu op Poort doorsturen/poort activeren alwaar je regels in kunt stellen voor poorten. Het is vervolgens mogelijk om een service te kiezen, bijvoorbeeld FTP, en daarna het IP-adres waarnaar deze poort doorgestuurd moet worden. In dit geval probeert NETGEAR het gebruiksvriendelijk te maken door services te forwarden in plaats van poorten. Elke service bestaat uit een naam, de betreffende poort(en) en het TCP- of UDP-protocol. Wil je zelf een service aanmaken, dan klik je op de knop Aangepaste service toevoegen en voer je de gevraagde informatie in, waaronder een naam, het protocol en de start- en eindpoort. Wil je maar één poort doorsturen, dan vul je daar twee keer hetzelfde in. Om UPnP uit te zetten, ga je in hetzelfde menu als voor poort doorsturen naar UPnP en vink je UPnP inschakelen uit.

©PXimport

05 Twee routers achter elkaar

In je router zul je, zoals je eerder las, soms poorten moeten forwarden. Maar wat als je nu twee routers achter elkaar hebt? Dat is helemaal niet zo raar, want doorgaans levert je internetprovider een modem en router in een apparaat. Echter, die router is van matige kwaliteit met vaak slecht wifi-bereik en dus plaats je er een betere router achter. Om de poorten dan te configureren, kun je ervoor kiezen om steeds in de router van je provider de poort te forwarden naar je tweede router en vervolgens in je tweede router de poort te forwarden naar je daadwerkelijke apparaat. Dat is echter lastig, omdat je dan alles steeds twee keer moet doen en moet wijzigen. Bovendien is het meestal door de configuratie niet meer mogelijk om zomaar bij de beheerinterface van je eerste router te komen. Dan is het dus steeds nodig om even verbinding te maken met je eerste router, de portforward in te stellen, en daarna hetzelfde te doen voor je tweede router.

Sommige routers hebben echter een bridgemodus. De beste manier om twee routers achter elkaar te zetten, is om de eerste router (die van je internetprovider) in deze modus te zetten. In bridgemodus worden beide netwerken van de routers aan elkaar gekoppeld en fungeert het apparaat van je internetprovider enkel als modem. Met bridgemodus is het nodig om alle apparaten dan aan je tweede router te koppelen, omdat de eerste router in bridgemodus geen IP-adressen meer zal uitdelen. Bij bijvoorbeeld modem/routers van Ziggo wordt in bridgemodus het wifi-netwerk uitgeschakeld, deelt de router geen IP-adressen meer uit, wordt NAT uitgeschakeld, wordt de firewall uitgezet en worden LAN-poorten 2 tot en met 4 uitgeschakeld. Je kunt dan dus eenvoudig je eigen router eraan hangen. Instructies hoe je voor Ziggo bridgemodus inschakelt, vind je hier. Mogelijk bieden ook andere internetproviders een dergelijke bridgemodus.

©PXimport

Poort forwarden op Linksys-router

Om op je Linksys-router een poort open te zetten, moet je eerst het IP-adres van je router weten. Vaak is dat 192.168.1.1. Voer dat in je browser in, waarna je kunt inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord. Je checkt het IP-adres van je router door even een Opdrachtprompt te openen en ipconfig te typen. Je ziet het IP-adres van je router bij Default Gateway. Nu ga je op een oudere router naar het tabblad Toepassingen en games. Op een Linksys-router met Smart WiFi ga je naar het tabblad Beveiliging / Apps en games. Vervolgens ga je naar het tabblad Enkele poort doorsturen. Daar kun je een naam voor de regel invoeren en vervolgens de externe en interne poort invullen. Op de Smart-router klik je eerst nog op de knop Doorsturen een poort toevoegen. Als je poort 80 wilt forwarden, vul je bij beide velden hier 80 in. Vervolgens kun je het protocol kiezen (TCP of UDP) en het IP-adres waarnaar de poort doorgestuurd moet worden.

©PXimport

06 DMZ

Indien je modem/router geen bridgemodus heeft, dan kun je de DMZ-modus gebruiken. Een DMZ, voluit een demilitarized zone, is daar waar alles is toegelaten. In een bedrijf is dat een compleet apart netwerk. Bij een thuisnetwerk betekent een DMZ dat de router dan alle poorten voor een specifiek apparaat openzet. Door het IP-adres van jouw eigen (nieuwe) router in te vullen, zal de originele router van je internetprovider geen poorten meer blokkeren. Zorg voordat je het IP-adres van je tweede router invult, dat de router van je internetprovider een vast IP-adres toekent aan je eigen router. Daarvoor log je in op je eerste router met een pc, terwijl je tweede router met een kabel is verbonden met de eerste router. Vervolgens ga je naar iets genaamd als DHCP binding, statisch IP-adres of Adresreservering. Daar kun je vaak uit een van de aangesloten apparaten kiezen, waarna het MAC-adres automatisch wordt ingevuld.

Vervolgens is het nodig om het IP-adres dat de tweede router krijgt in te vullen. Het beste is om het huidige aan de router toegekende IP-adres daar in te vullen. Wat je kiest, maakt niet zo veel uit, als het maar in het juiste subnet zit. DHCP heeft een bepaald subnet, vaak is dat iets als 192.168.1.x, of10.0.1.x en je hoeft dan dus alleen iets in plaats van die x in te vullen. Een DMZ is nu niet heel erg veel onveiliger dan het normaal doorsturen van een poort. Uiteindelijk stuurt je eerste router alles door naar de tweede router, waar je gewoon de firewall en portforwarding-regels actief hebt. Daarmee komt deze opzet op hetzelfde neer als wanneer je maar één router hebt, maar dan met een extra router ertussen die alleen maar pakketjes doorstuurt. Voor je eigen gemak en veiligheid is het wel belangrijk om dat je geen apparaten meer aansluit op de router van je internetprovider en het wifi-gedeelte uitschakelt.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Siemens EQ700 Integral – Koffiemachine met talloze smaken
© Siemens
Huis

Review Siemens EQ700 Integral – Koffiemachine met talloze smaken

Ben je op koffiegebied een echte fijnproever? Misschien is deze gloednieuwe automatische espressomachine van Siemens dan wel iets voor jou. Dit stijlvol vormgegeven apparaat ondersteunt maar liefst 35 koffiesoorten. Naast gangbare smaken als cappuccino, espresso en americano maak je met de EQ700 Integral net zo makkelijk exotischer dranken. Een ristretto, flat white of cold brew macchiato? Geen probleem! We nemen de proef op de som.

Fantastisch
Conclusie

Probeer je graag diverse koffievariaties uit, dan is de EQ700 Integral zeer geschikt. Je kunt naar hartenlust met uiteenlopende soorten en drankopties experimenteren. Houd je het liever alleen bij cappuccino, espresso en normale koffie? Dan zijn er goedkopere alternatieven op de markt.

Plus- en minpunten
  • Goede bouwkwaliteit
  • Groot melkreservoir
  • Ruime watertank met handvat
  • Duidelijk touchscreen
  • Zeer veel koffiesmaken
  • Stille keramische molen
  • Ingebouwde ledverlichting
  • Uitgebreide app
  • Prijzig
  • Relatief groot
  • Waterfilter elke twee maanden vervangen

Siemens heeft zijn nieuwste espressomachines zorgvuldig verpakt. Op de productdoos staan zelfs instructies over hoe je de EQ700 Integral het best kunt uitpakken. Het is een behoorlijk groot en zwaar apparaat: respectievelijk 38 × 35,2 × 46,7 centimeter en 10,7 kilo. Reserveer dus voldoende ruimte in je beoogde koffiecorner. In de verpakking zit nog een klein doosje met losse accessoires, zoals een rooster, een aanbrenghulp voor het waterfilter, een teststrip voor de waterhardheid en een Nederlandstalige handleiding.

©Maikel Dijkhuizen

De Siemens EQ700 Integral neemt op het keukenblad best veel ruimte in beslag.

Robuuste behuizing

Siemens hanteert voor dit model weliswaar een stevige adviesprijs van 1249 euro, maar daar krijg je wel een stijlvol vormgegeven koffiemachine met een hoge bouwkwaliteit voor terug. Het apparaat is afgewerkt met roestvrij staal en stevig kunststof. Mooi meegenomen is dat alle losse onderdelen wel een stootje kunnen hebben, zoals het deksel van het bonenreservoir en de lekschaal. Alles voelt zeer solide aan.

De watertank van 2,4 liter heeft een handig handvat. Die vul je dus eenvoudig onder de kraan. Het bovenste vak biedt plek aan 320 gram bonen, terwijl je 700 milliliter in het melkreservoir kwijt kunt. Wil je melkdranken bereiden, dan klik je het benodigde reservoir aan de zijkant vast.

Duidelijk aanraakscherm

Het heldere touchscreen van 5 inch is een echte blikvanger. Dankzij het gebruiksvriendelijke menu laat de EQ700 Integral zich makkelijk bedienen. Als je de koffiemachine voor de eerste keer inschakelt, neem je eerst enkele instellingen door. Kies op het scherm onder andere de Nederlandse taal en koppel de koffiemachine optioneel aan de Home Connect-app op een smartphone (waarover later meer).

Neem even de tijd om het apparaat gebruiksklaar te maken. Je dient onder meer het waterfilter te ontluchten en de waterhardheid in te stellen. Volgens Siemens is het noodzakelijk om dit filter elke twee maanden te vervangen, maar je kunt de koffiemachine ook prima zonder gebruiken. Vermoedelijk moet je het apparaat dan wel wat vaker ontkalken.

©Maikel Dijkhuizen

Het felverlichte aanraakscherm springt direct in het oog.

Koffie bereiden

Een kopje koffie bereiden werkt simpel. Tik op het aanraakscherm op de soort koffie die je wilt drinken. De afbeeldingen zijn erg duidelijk, zodat gebruikers zich niet snel zullen vergissen. Je stelt bij elke variant de koffiesterkte, de hoeveelheid en het aromaprofiel in. Voor het aromaniveau selecteer je de optie Mild, Gebalanceerd of Karakteristiek. Kies je een melkdrank, dan tik je op het scherm eveneens op de gewenste hoeveelheid. Een nuttige functie is dat je elke koffiesoort met de gewenste bereidingsopties aan je favorieten kunt toevoegen.

Onder het tabblad Klassiekers vind je alle bekende koffiesoorten. Wil je eens wat anders uitproberen, dan tref je bij coffeeWorld nog véél meer variaties, waaronder wiener melange, café au lait en slow brew. Bij elke soort lees je op het scherm een korte beschrijving. Verder kies je via coffeeWorld+ ook nog koffierecepten in de Home Connect-app. Gebruik de app daarnaast om de bereiding op afstand te starten, instellingen te wijzigen en nieuwe software-updates te installeren.

De EQ700 Integral heeft onderhuids verschillende sensors. Die zorgen voor de juiste temperatuur en een goede verhouding tussen koffie en water. De keramische molen is verrassend stil. Boven de koffie- en melkuitloop bevinden zich twee felle ledlampen. Kortom, zet gerust ook in het donker een kopje koffie. Het allerbelangrijkste is natuurlijk dat de dranken lekker smaken. Daarover kunnen we kort zijn, want onder leiding van deze espressomachine bereid je heerlijke koffie.

©Maikel Dijkhuizen

Deze uitgebreide koffiemachine heeft twee ingebouwde ledlampjes.

Espressomachine reinigen

Elke uitgebreide koffiemachine vereist het nodige onderhoud, en dat is bij de EQ700 Integral niet anders. Siemens maakt het zijn gebruikers zo makkelijk mogelijk. Zo start de machine na elke melkdrank op eigen houtje een stoomspoeling om het kanaal voor de melktoevoer te reinigen. Zoals je van een apparaat in deze prijsklasse mag verwachten, kun je ook een ontkalkingsprogramma starten. Op jouw verzoek lees je op het scherm hoe je verschillende componenten kunt reinigen, zoals de zetgroep en drankuitloop. De instructies zijn erg duidelijk, waardoor je de papieren handleiding eigenlijk niet eens nodig hebt.

Siemens EQ700 Integral kopen?

Probeer je graag diverse koffievariaties uit, dan is de EQ700 Integral zeer geschikt. Je kunt naar hartenlust met uiteenlopende soorten en drankopties experimenteren. Houd je het liever alleen bij cappuccino, espresso en normale koffie? Dan zijn er goedkopere alternatieven op de markt.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Essential: goedkoper aan de slag met Hue-lampen
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Essential: goedkoper aan de slag met Hue-lampen

Philips Hue is voor velen hét merk als het om slimme lampen gaat, maar de verlichting is niet goedkoop. Dat weet de fabrikant ook. Een nieuwe lijn Essential-lampen sluit een paar compromissen in ruil voor een veel lagere prijs. In deze review lees je hoe de Philips Hue Essential-lampen bevallen en waar je op inlevert ten opzichte van reguliere Hue-verlichting.

Uitstekend
Conclusie

De Philips Hue Essential-lampen sluiten een paar begrijpelijke compromissen ten opzichte van de reguliere Hue-verlichting. Die compromissen vinden wij niet storend. De Essential-verlichting bevalt ons goed, zeker als je weet dat drie E27 Essential-peertjes 50 euro kosten en drie normale E27 Hue-peertjes ruim 100 euro.

Plus- en minpunten
  • Scherpe prijs
  • Goede kennismaking met Hue-ecosysteem
  • Fijne slimme lampen, ook als uitbreiding van bestaand Hue-ecosysteem
  • Werkt pas voluit met optionele Hue Bridge (Pro)
  • Kortere levensduur t.o.v. reguliere Hue-verlichting

De Hue Essential-lijn is verkrijgbaar in diverse uitvoeringen, waaronder de door ons geteste E27-lampen die wittinten en kleuren kunnen tonen. We ontvingen een doos met drie E27-peertjes, die samen 50 euro kosten en die je direct kunt gebruiken - ook zonder Philips Hue-bridge. De lampen communiceren namelijk via bluetooth. Met een duidelijke maar: om de lampen te bedienen, moet je namelijk binnenshuis zijn. Wil je op een andere locatie je verlichting aanpassen, dan is er geen bluetooth-verbinding en kun je weinig uithalen. De Bridge (50 euro of 90 euro voor de Bridge Pro) lost dit probleem op. De bridge communiceert met de lampen en is zelf via wifi benaderbaar, waardoor jij overal met een internetverbinding je lampen kunt aansturen.

©Rens Blom

Installeren

De Essential-lampen installeren is een fluitje van een cent. Je pakt de Philips Hue-app erbij, scant de qr-code op een peertje en draait hem in een lamp. Daarna bepaal je de kleur van de lamp en kun je eventueel andere instellingen aanpassen. Dit werkt allemaal als een trein, zoals we van Philips Hue-verlichting gewend zijn. De Essential-lampen functioneren ook helemaal naar behoren binnen ons bestaande Hue-ecosysteem met niet-Essential-lampen. Scènes, automatiseringen en accessoires zijn allemaal te koppelen. Hier merk je duidelijk dat je producten van hetzelfde merk gebruikt.

©Rens Blom

Een peertje installeren is zo gepiept via de fijne Philips Hue-app.

Verschillen met reguliere Hue-lampen

Om de Essential-peertjes goedkoper in de markt te zetten, sluit Philips Hue een paar compromissen. De levensduur van een Essential-lamp is volgens de fabrikant maximaal 15 duizend uur, tegenover maximaal 25 duizend uur voor een reguliere Hue-lamp. Dat kun je op de lange termijn dus merken: je hebt dan sneller een nieuw peertje nodig. Twee andere verschillen kun je juist elke dag ervaren, al hangt dat ervan af of je ook duurdere Hue-lampen gebruikt. Want waar de standaard Hue-verlichting dimbaar is tot 0,2 procent, dimt een Essential-lamp tot 2 procent. Een Essential-lampje geeft op zijn laagste stand dus meer licht, wat mogelijk storend kan zijn als je de lamp als permanent nachtlampje gebruikt. Wij hebben ons er niet aan gestoord.

©Rens Blom

Je hebt een optionele Hue Bridge (Pro) nodig om alles uit de Essential-verlichting te halen.

Tot slot het derde verschil: de zogeheten kleurmenging. Een reguliere Hue-lamp gebruikt een geavanceerdere technologie om zijn kleuren af te geven, wat een mooie egale lichtgloed geeft. De Essential-verlichting gebruikt 'basis kleurmenging', stelt Philips Hue. Het licht komt daarom wat minder egaal uit het peertje. Dat zien wij als we onze premium Hue-lampen ernaast houden, maar op zichzelf produceren de Essential-lampen 'gewoon mooi' licht. Via de Hue-app kun je kiezen uit allerlei kleuren en scènes, van lavalamp-blauw tot een kaarsachtige gloed, inclusief bewegingen gesimuleerd door het peertje.

©Rens Blom

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Essential kopen?

De Philips Hue Essential-lampen sluiten een paar begrijpelijke compromissen ten opzichte van de reguliere Hue-verlichting. Die compromissen vinden wij niet storend. De Essential-verlichting bevalt ons goed, zeker als je weet dat drie E27 Essential-peertjes 50 euro kosten en drie normale E27 Hue-peertjes ruim 100 euro.