ID.nl logo
De toekomst van 5G - Wat gaat 5G veranderen?
© Reshift Digital
Huis

De toekomst van 5G - Wat gaat 5G veranderen?

Sinds vorig jaar kun je in Nederland gebruikmaken van 5G, de opvolger van 4G. 5G is veel meer dan iets sneller internet op je smartphone. Het nieuwe mobiele netwerk speelt een belangrijke rol bij de digitale ontwikkeling van auto’s, fabrieken, de gezondheidszorg en zelfs hele steden. We zetten de Nederlandse experimenten en toekomstverwachtingen op een rij.

De 3,5GHz- en 26GHz-frequenties moeten nog landelijk beschikbaar komen. Met name de 3,5GHz-frequentie is op korte termijn essentieel voor de toekomst van 5G. Bedrijven en overheidsinstanties experimenteren al ruim een jaar met de frequentieruimte op specifieke locaties, van proefsnelwegen en een haven tot de Johan Cruijff Arena. Lang niet al die experimenten verliepen of verlopen volgens plan.

©PXimport

Moeizame start

Een deel van de Nederlanders staat namelijk wantrouwend tegenover 5G en de coronapandemie zette een streep door meerdere ambitieuze 5G-proeven. Zo hadden KPN, de gemeente Amsterdam en de Johan Cruijff Arena het plan om het voetbalstadion in de zomer van 2020 aan te prijzen als een van de eerste Nederlandse locaties met 5G-internet. Dat zou direct goede reclame opleveren, omdat het stadion het toneel zou vormen van het EK Voetbal. Gezondheidszorgen van omwonenden resulteerden echter in uitstel van een 5G-test rond het stadion en een andere test ging niet door omdat het EK Voetbal een jaar is uitgesteld. Inmiddels dekken de 5G-netwerken van de drie grote providers bijna heel Nederland, maar zijn de snelheden nog nauwelijks hoger dan van 4G. Hoewel dat voor consumenten geen probleem is (4G is immers al erg snel), wachten andere ontwikkelingen wél op een beter 5G-netwerk.

©PXimport

5G als wifi-vervanger?

Een van die ontwikkelingen is 5G als vervanger van je wifi-netwerk. Niets revolutionairs, want 4G is al een paar jaar stabiel en snel genoeg om via een speciale router als wifi-verbinding te functioneren. Deze oplossing is vooral bedoeld voor huishoudens in rurale gebieden, met een matige of zelfs geen bedrade internetverbinding. Zoals gezegd is het 5G-netwerk op dit moment nog nauwelijks sneller dan 4G, en de dekking is slechts iets beter. Hogere up- en downloadsnelheden worden mogelijk als de 3,5GHz-frequentie beschikbaar komt en dat zal niet voor eind 2022 gebeuren.

Providers als KPN geven in hun strategieën aan 5G te zien als een alternatief voor de vaste internetverbinding, met name in buitengebieden, maar op termijn ook in stedelijke omgevingen waar de bedrade internetverbindingen tegen hun grenzen aanlopen. Al proberen de providers, inclusief KPN, dat laatste juist te voorkomen door op grote schaal te verglazen. Sinds 2020 worden er aanzienlijk meer woonwijken opengebroken om nieuwe of betere glasvezelverbindingen te leggen. Veel consumenten hebben op dit moment of binnenkort toegang tot een internetverbinding met een downloadsnelheid van 1 gigabit (1.000 megabit) per seconde en een uploadsnelheid tussen de 100 en 1.000 megabit per seconde. 5G komt op dit moment niet verder dan 150 megabit per seconde (download) en 70 megabit per seconde (upload). Tegen de tijd dat 5G een waardig alternatief is voor vast internet, heeft een nog veel groter deel van Nederland toegang tot het snellere en stabiele glasvezelnetwerk.

Opereren op afstand

Sneller mobiel internet in je appartement of boshuisje is leuk, maar 5G staat vooral voor andere, belangrijkere, technologische vernieuwingen. Die zien we onder andere in de medische wereld. De (inter)nationale gezondheidszorg experimenteert al jaren met 5G, met interessante conclusies en veelbelovende vooruitzichten. Zo zijn er (na geslaagde tests) plannen om ambulances te voorzien van een 5G-verbinding, zodat de spoedeisende hulp in het ziekenhuis live mee kan kijken met de patiënt tijdens de ambulancerit. Opereren op afstand wordt dankzij 5G ook mogelijk. Experimenten op dierlijke kadavers vinden al een paar jaar plaats, via robots die op kilometers afstand bediend worden door medici. Dit werkt prima dankzij de hoge bandbreedte en de minimale reactietijd van het 5G-netwerk, maar de operatiemethode is nog niet goed genoeg bevonden voor menselijke operaties. Vermoedelijk komt hier binnen een paar jaar verandering in. De technische voordelen van 5G zijn ook handig voor het opvragen van scanresultaten van bijvoorbeeld CT, MRI en PET. Dat vergt veel internetcapaciteit en -snelheid, en kan daarom een paar uur duren. Telecomproviders verwachten dat een ziekenhuis met een 5G-verbinding een scan sneller kan verwerken en de patiënt al na een kopje koffie de uitslag kan geven.

©PXimport

Drones

Een andere interessante vernieuwing zijn drones die als medisch spoedtransport naar de plek des onheils kunnen dienen. Zo’n drone kan bijvoorbeeld een bepaald medicijn of zak bloed afleveren om de overlevingskansen van het slachtoffer te vergroten op weg naar het ziekenhuis. Ziekenhuizen, bloedbank Sanquin en partners als PostNL en de ANWB testen zulke drones al in Nederland via het KPN-netwerk.

Het 5G-netwerk stelt zorgverleners ook in staat om op afstand nauwkeuriger bij te houden hoe het met thuiswonende patiënten gaat. Een proef van zorgverleners met wearables die de bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte van hart- en longpatiënten registreren, is positief ontvangen. Medici kregen meer informatie onder ogen en merkten afwijkingen sneller op, waardoor patiënten sneller en meer op maat behandeld konden worden.

©PXimport

Slimme fabrieken

Het bedrijfsleven experimenteert ook met 5G, in Nederland voornamelijk via testlicenties op de 3,5GHz-frequentie. Hierbij gebruikt een fabriek een lokaal 5G-netwerk. In Noord-Groningen gaan samenwerkende partijen apparatuur in het productieproces van een chemische fabriek voorzien van sensoren. Die sensoren werken via een 5G-verbinding en sturen continu informatie over de staat van de apparatuur naar een computer. Als er iets stuk dreigt te gaan, ziet de medewerker wat het probleem is en kan er sneller actie ondernomen worden. De medewerker krijgt een helm met schermpje dat via een 5G-verbinding de belangrijkste informatie toont en hoeft daarom geen tablet meer mee. Zo kan hij/zij met twee handen werken. Bedrijven willen 5G ook gebruiken om robots nauwkeuriger te laten werken en scheepscontainers altijd en overal te kunnen volgen.

Zelfrijdende auto’s

Wie aan een slimme samenleving denkt, denkt waarschijnlijk ook aan zelfrijdende auto’s. 5G speelt inderdaad een belangrijke rol bij de volwassenwording van de zelfrijdende auto. Automakers, overheden en telecomproviders experimenteren al een paar jaar met zelfrijdende auto’s via een 4G-netwerk, maar met name om de pijnpunten van de 4G-verbinding te kunnen onderzoeken. Zelfrijdende auto’s hebben een uiterst betrouwbare internetverbinding nodig met een minimale reactietijd en hoge up- en downloadsnelheden om de zelfrijdende software aan te sturen. 4G kan hier niet aan voldoen en 5G lijkt de pijnpunten weg te kunnen nemen. Althans, op termijn. Het huidige 5G-netwerk is niet geschikt, omdat het nauwelijks beter is dan 4G. De beschikbaarheid van de o zo belangrijke 3,5GHz-frequentie eind 2022 verandert de situatie wezenlijk, maar we verwachten niet dat een paar maanden later plots overal zelfrijdende auto’s rondrijden. Autofabrikanten hebben nog veel testwerk te doen, overheden (ook die van Nederland) werken nog aan aangepaste wet- en regelgeving, verzekeraars moeten zich nog buigen over de vraag wie er aansprakelijk is als een zelfrijdende auto een ongeluk veroorzaakt en zo zijn er nog veel meer knelpunten. De verkoopprijs van de auto hoort daar ook bij: vermoedelijk worden dergelijke auto’s vanwege hun vele camera’s, sensoren en slimme software dusdanig duur dat het sowieso nog jaren gaat duren voordat ze interessant worden voor het grote publiek.

De slimme stad

Zelfrijdende auto’s laten – denken wij – dus nog wel even op zich wachten, maar onze steden en dorpen worden al sneller slimmer. Dat komt zeker niet alleen door 5G, maar 5G lijkt wel het netwerk te worden dat alle slimme objecten met elkaar verbindt. Natuurlijk als het eerder besproken, snelle mobiele netwerk voor consumenten, maar ook op veel grotere schaal.

Bedrijven en gemeenten willen de komende jaren objecten in steden en dorpen vervangen of slimmer maken met sensoren en een internetverbinding. Via 5G, inderdaad. Aan experimenten en ideeën geen gebrek. De populaire uitgaansstraat Stratumseind in Eindhoven is na jaren met relatief veel incidenten volgehangen met slimme geurmachines, straatverlichting, geluidsmeters, weersensoren en camera’s. Door deze apparatuur te laten samenwerken kan de gemeente op afstand beter aan ‘crowd control’ doen; de menigte in kaart brengen en sturen. Er zijn ook plannen om stoplichten en voertuigen van hulpdiensten uit te rusten met sensoren. Komt er een ambulance met spoed aanrijden, dan weet het stoplicht dat hij even op groen moet en blijven de andere stoplichten op rood. Dit moet de verkeerssituatie voorspelbaarder en veiliger maken. Bij een slimme stad kun je ook denken aan lantaarnpalen die efficiënter branden, vuilniscontainers die de gemeentedienst een seintje sturen als ze bijna vol zijn en geavanceerdere (beveiligings)camera’s en sensoren die de drukte in winkelstraten meten.

Landbouw van de toekomst

De (inter)nationale landbouw verbetert zichzelf ook continu, wat deels te danken is aan technologische ontwikkelingen. 5G is daar een van. Telecomproviders, boerenbedrijven en partners testen al een paar jaar hoe 5G de boer kan helpen om zijn land beter in de gaten te houden en beter te benutten. Precisielandbouw is een veelgebruikte term, onder andere door KPN. De provider schrijft in een strategierapport dat 5G via de nu al beschikbare 700MHz-band een uptime van 99,999 procent en nauwelijks vertraging zou moeten bieden. Een boer kan een drone gebruiken om zijn land in kaart te brengen, bijvoorbeeld om afwijkend gedrag van een drachtige koe of ziek schaap te registreren. Of om gewassen te fotograferen en filmen voor inspectiedoeleinden. Een van die doelen is het nauwkeurig inzetten van gewasbeschermingsmiddelen, zodat de boer minder gif over zijn aardappelen en groenten hoeft te spuiten. Drones werken ook via een 4G-verbinding, maar via 5G is de vertragingstijd aanzienlijk kleiner. Boeren doen ook tests met energiezuinige sensoren in de halsbanden van hun vee om hun gezondheid beter te kunnen monitoren. Dergelijke sensoren bestaan al jaren, maar profiteren dankzij de 5G-verbinding van een langere accuduur en stabielere internetverbinding.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.