ID.nl logo
De technologie achter wifi uitgelegd
© PXimport
Huis

De technologie achter wifi uitgelegd

Wifi bestaat al zo’n 20 jaar, maar het wifi van vandaag valt – onder meer op gebied van snelheid, beveiliging en zelfs dekking – nauwelijks nog te vergelijken met het wifi van weleer. Er worden voortdurend nieuwe technologieën ontwikkeld die regelmatig ook in andere standaarden resulteren. In dit artikel lees je meer over de achterliggende technieken en de belangrijkste standaarden.

Wifi is een term die iedereen vlot in de mond neemt, maar niemand kan zeggen wat die precies betekent. ‘Wi’ staat voor wireless maar ‘fi’ verwijst alvast niet naar ‘fidelity’, zoals een vroege advertentieslogan liet geloven: “Wi-Fi, The Standard for Wireless Fidelity”. Wifi is niets meer dan een handelsmerk afkomstig van de Wi-Fi Alliance, een non-profit organisatie opgericht in 1999, met als bedoeling de wifi-technologie te promoten en wifi-producten te certificeren. Maar hoe werkt die wifi-technologie eigenlijk en welke interessante standaarden werden in die twee decennia zoal ontwikkeld?

©PXimport

Radiogolven

In de basis werkt wifi-technologie op ongeveer dezelfde manier als een traditionele radio. Wanneer een router elektrische stroom door een antenne stuurt, bewegen er elektronen in een bepaald patroon. Dit genereert een elektromagnetische golf die door de antenne wordt uitgestuurd. Als deze golf de antenne van een ontvanger bereikt, worden ook daar elektronen met datzelfde opgewekt wat resulteert in een gelijkaardige elektrische stroom.

Elke golf wordt gekenmerkt door zowel een amplitude (de grootte van de golfbeweging, zeg maar) als een frequentie (het aantal keren per seconde dat een golfcyclus optreedt), en door deze waarden te variëren kan er data worden gecodeerd die dan aan ontvangerszijde weer wordt gedecodeerd. Bij AM-radio bijvoorbeeld gebeurt dat eenvoudigweg door de amplitude van de golven te moduleren. Wifi daarentegen gebruikt veel complexere modulatiepatronen om digitale data te verzenden, zoals fasemodulatie (een vorm van frequentie-modulatie) en er wordt nog altijd verder gesleuteld aan betere coderingstechnieken.

Terwijl radiotechnologieën als FM en AM met lage frequenties werken (KHz en MHz) opereert wifi met relatief hoge frequenties in de 2,4GHz- en tegenwoordig vooral ook de 5GHz-frequentieband, wat een hogere bitdichtheid per draaggolf toelaat: 1 GHz komt zowat overeen met 1 miljard golfcycli per seconde.

©PXimport

802.11b & 802.11g

De aanvankelijke wifi-standaard was IEEE 802.11, maar intussen zijn er talrijke varianten ontwikkeld. Zo wist 802.11b zich vanaf 1999 snel tot een de facto standaard voor thuisgebruik te ontwikkelen. Die zette DSSS/CCK-modulatie in (direct sequence spread-spectrum complementary code keying) en haalde theoretische snelheden tot 11 Mbit/s. Zo’n vier jaar later was het de beurt aan 802.11g. Die haalde een theoretisch maximum van 54 Mbit/s, mede dankzij de codering OFDM (orthogonal frequency division multiplexing), een variant van QAM (quadrature amplitude modulation). QAM is een vorm van multilevel codering waarbij meerdere bits tegelijk kunnen worden getransporteerd. OFDM maakt het mogelijk dat een radiosignaal in verschillende subsignalen kan worden uitgesplitst, wat tot minder interferentie leidt.

Een zwak punt voor zowel 802.11b als 802.11g bleef echter de 2,4GHz-band. Immers, ook andere toestellen als magnetrons, bluetooth-apparaten en draadloze telefoons opereren binnen die frequentie en bovendien is het aantal te gebruiken kanalen beperkt. De 11 kanalen overlappen elkaar gedeeltelijk. Om dit te vermijden, stel je je draadloze router of toegangspunt het best in op een kanaal in dat minstens vijf nummers is verwijderd van dat van naburige netwerken. In de praktijk komt dat neer op een keuze tussen kanalen 1, 6 en 11.

Goed om weten is ook dat elk wifi-kanaal tevens een bepaalde ‘breedte’ heeft: standaard is dat 20 MHz. Sommige producenten slaagden er in meerdere kanalen te bundelen, zodat een effectieve kanaalbreedte van 40 MHz kon worden benut. Dat gebeurde echter vooralsnog op een niet-gestandaardiseerde manier, wat tot allerlei compatibiliteitsproblemen leidde.

©PXimport

802.11n

Door de groei van het aantal wifi-netwerken werd het al snel dringen op deze 2,4GHz-band. Dit besef resulteerde in 2009 in de 802.11n-standaard, die voor het eerst ook het gebruik van de 5GHz-band mogelijk maakte – de 2,4 GHz bleef evenwel beschikbaar. Deze 5GHz-band was toen veel minder druk en biedt zo’n 23 niet-overlappende kanalen (van elk 20 MHz) aan. In de praktijk zijn dat er evenwel maar 19, waarvan er bovendien 15 ook door onder meer radarsystemen kunnen worden gebruikt. Detecteert een router zo’n radarsignaal, dan zal dat kanaal normaliter niet beschikbaar zijn.

802.11n mikte vooral ook op hogere snelheden – theoretisch tot 150 Mbit/s en zette daarvoor in op diverse (nieuwe) technologieën, waaronder kanaalbundeling – in tegenstelling tot bij 802.11g gebeurde dat dit keer op een gestandaardiseerde manier – en vooral ook mimo (multiple input multiple output). Hierbij worden verschillende antennes gecombineerd, zodat er meerdere simultane datastromen zijn, met een hogere doorvoersnelheid tot gevolg. Via mimo konden toen maximaal vier datastromen parallel worden verstuurd.

802.11ac

Verdere ontwikkelingen leidden daarna alweer tot een nieuwere standaard: 802.11 ac, die op het moment van dit schrijven nog altijd de meest gebruikte is. Die werkt uitsluitend op de 5GHz-band en kan kanalen bundelen met een totale breedte van 80 of zelfs 160 MHz. Mimo werd opgewaardeerd tot maximaal acht simultane datastromen. De meeste 802.11ac-routers bieden 801.11n op de 2,4GHz-band. Het gevolg is natuurlijk een waaier aan routermodellen, waarbij de mogelijkheden bovendien niet altijd eenduidig worden aangeprezen. Zo worden de theoretisch haalbare snelheden van alle radio’s van de 5GHz- en 2,4GHz-band gewoon bij elkaar opgeteld. Lees je bijvoorbeeld AC1200, dan betekent dat doorgaans twee datastromen op 2,4 GHz (2x150 Mbit/s= 300 Mbit/s) en twee op 5 GHz (2x433 Mbit/s = ‘afgerond’ 2x450 = 900 Mbit/s). Het wordt nog iets ingewikkelder, gezien door een betere QAM-modulatie de basissnelheid van 433 Mbit/s per antenne op de 5GHz-band soms wordt opgedreven tot 600 Mbit/s (TurboQAM) of zelfs 750 Mbit/s (NitroQAM).

Wellicht de meest belangwekkende vernieuwing in 802.11 ac (wave 2) is de ondersteuning voor mu-mimo (multi-user mimo). Bij traditionele mimo kan één antenne slechts één wifi-client tegelijk bedienen. In dat geval heb je dus al minstens drie antennes nodig om drie clients tegelijk te kunnen bedienen. Mu-mimo-routers daarentegen kunnen met één antenne simultaan tot maximaal vier aangesloten apparaten bedienen. Dat is vooral zinvol wanneer vaak meerdere draadloze, mu-mimo-compatibele clients binnen je draadloze netwerk actief zijn. Maar het kan de verbindingen ook versnellen bij één of twee clients die elk over minstens twee antennes beschikken.

Getallen verklaard

We hebben heel wat 802.11ac-routers bekeken, op diverse fora en in online webshops, en zagen onder meer de volgende varianten vaak terugkeren. Er zijn er weliswaar nog een hoop andere. AC1900: drie datastromen op 2,4 GHz (TurboQAM, 600 Mbit/s) en drie op 5 GHz (1300 Mbit/s) AC2350: drie datastromen op 2,4 GHz (TurboQAM, 600 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Mbit/s), mu-mimo AC2600: vier datastromen op 2,4 GHz (TurboQAM, 800 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Mbit/s), mu-mimo AC3200: vergelijkbaar met AC1900 maar de datastromen op 5 GHz hebben een kanaalbreedte van 160 MHz (2600 Mbit/s), mu-mimo AC5300 (5400): drie datastromen op 2,4 Ghz met NitroQAM (1000 Mbit/s) en tweemaal vier op 5 GHz met NitroQAM (2x2165 Mbit/s), mu-mimo

©PXimport

Met de opvolger 802.11ax, ook wel HEW (High-Efficiency Wireless) genoemd, bevinden we ons tussen heden en toekomst. Er zijn weliswaar al een paar 802.11ax-routers beschikbaar, maar de officiële certificering wordt pas in 2019 verwacht.

De verbeteringen liggen zowel op het vlak van snelheid als van netwerkcapaciteit. Zo zou de theoretische maximumsnelheid met acht gekoppelde datastromen bij een 160 MHz breed kanaal en een verder verbeterde QAM-modulatie, maar liefst 9607,8 Mbit/s bedragen. Belangrijker echter is de verbeterde netwerkcapaciteit, met onder andere mu-mimo. In tegenstelling tot bij 802.11ac is deze functionaliteit standaard ingebouwd en kan mu-mimo niet alleen voor het downloaden maar ook voor de uplink worden ingezet. Verder zorgt het nieuwe OFDMA (orthogonal frequency-division multiple access – een multi-user variant van het eerder vermelde OFDM) er bovendien voor dat niet noodzakelijk een heel kanaal aan een client dient te worden toegewezen, maar desgevallend alleen een deel (subkanaal), zodat meer clients simultaan kunnen worden bediend. Wil je gebruik kunnen maken van alle mogelijkheden van 802.11ax, dan moet je wel over een geschikt clienttoestel beschikken.

802.11 ax belooft tevens een beter bereik, doordat er tegelijk op de 5GHz- en op de 2,4GHz-band – die beter door muren kan doordringen – kan worden uitgezonden. Tot slot is het dankzij Target Wake Time (TWT) niet langer nodig dat clients continu met de router verbonden blijven: er kunnen hierover afspraken worden gemaakt tussen router en clients, met als gevolg minder drukte en daardoor ook een langere batterijduur bij de clients.

Nog meer standaarden

Intussen werd en wordt ook naarstig gesleuteld aan andere standaarden, zoals 802.11ad. Die opereert in de zeer hoge 60Hz-band die datasnelheden tot wel 7 Gbit/s toelaat. Dat is snel genoeg voor bijvoorbeeld draadloze harde schijven. Het grootste nadeel is wel dat muren een nagenoeg ondoordringbaar obstakel vormen. zodat router en clients best een directe ‘line-of-sight’ aanhouden. Niettemin, 802.11 ad heeft wel degelijk nuttige toepassingsgebieden, zoals het draadloos versturen van een 4K-film naar een tv. Aan de andere kant van het spectrum – en dat mag je vrij letterlijk nemen – bevinden zich 802.11ah (HaLow) en 802.11af, die respectievelijk binnen de lage 900MHz-band en ergens tussen 54 en 790 MHz opereren. Minder snelheid dus, maar wel een veel groter bereik en ongetwijfeld inzetbaar voor diverse vormen van IoT-communicatie (internet of things).

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de compacte Philips 3000 Series Airfryer NA321/00
© Philips
Huis

Consumenten testen: de compacte Philips 3000 Series Airfryer NA321/00

De Philips 3000 Series Airfryer NA321/00 belooft gezondere maaltijden en veelzijdige kookopties voor de moderne keuken. Met functies zoals de innovatieve RapidAir Plus-technologie en een handig kijkvenster, combineert deze airfryer gemak met efficiëntie. Maar hoe presteert hij in de praktijk? Lees hier wat het Review.nl Testpanel van deze airfryer vond.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

De Philips 3000 Series Airfryer NA321/00 is ontworpen voor kleinere huishoudens die snel en gezond willen koken. Met een capaciteit van 4,2 liter biedt hij genoeg ruimte voor gerechten zoals 6 kipdrumsticks, 800 gram groenten of 5 muffins. De RapidAir Plus-technologie zorgt ervoor dat gerechten knapperig blijven met tot 90% minder vet, terwijl de geïntegreerde vetafvoer maaltijden gezonder maakt. Het handige kijkvenster geeft een duidelijk zicht op de voortgang van je gerecht zonder warmteverlies, en met 16 kookmethoden is het apparaat geschikt voor alles van bakken tot dehydreren.

Andere praktische functies zijn de energiebesparende werking, met tot 70% minder energieverbruik dan een traditionele oven, en de HomeID recepten-app, die toegang biedt tot duizenden gerechten. Dankzij de vaatwasserbestendige onderdelen is schoonmaken eenvoudig en snel.

De Philips 3000 Series Airfryer NA321/00 krijgt van testers een gemiddelde score van 7,6. Het apparaat wordt geprezen om zijn veelzijdige kookmogelijkheden, snelle opwarmtijd en gebruiksvriendelijke kijkvenster. Hier volgen de belangrijkste bevindingen van het testpanel.

©Philips

Compact en innovatief

Veel testers waren enthousiast over het compacte ontwerp van de Philips Airfryer. Het apparaat is ideaal voor kleinere keukens en biedt voldoende capaciteit voor twee tot drie personen. "Het apparaat is compact en past gemakkelijk op mijn aanrecht", zegt MarTina2588. De eenvoudige bediening via het touchscreen en de HomeID recepten-app zorgen ervoor dat zowel beginnende als ervaren gebruikers er goed mee overweg kunnen.

Daarnaast wordt het kijkvenster vaak genoemd als een groot pluspunt. Het verlichte raam biedt een duidelijk zicht op de voortgang van je gerecht zonder dat je de lade hoeft te openen. Dit voorkomt warmteverlies en zorgt voor consistente resultaten. "Hierdoor hoeft de la minder vaak open en heb je minder warmteverlies, heel goed bedacht!" aldus WoutCas.

Van gehaktballen en friet tot afbakbroodjes

Met 16 kookmethoden biedt de Philips 3000 Series Airfryer een ongekende veelzijdigheid. Van bakken en grillen tot fermenteren en dehydreren: het apparaat is geschikt voor talloze gerechten. Testers waren vooral te spreken over de resultaten bij het bereiden van snacks, groenten en vis. "Afbakbroodjes komen er heerlijk knapperig uit. Ik heb er ook verse gehaktballen in bereid, deze worden sappig met een krokante buitenkant. Frietjes worden mooi goudbruin en krokant", vertelt Mir-I-am. Voor degenen die graag experimenteren in de keuken, is deze airfryer een veelzijdig hulpmiddel.

Toch vereist het soms wat uitproberen om de optimale instellingen te vinden. "Ik heb wel vaak zelf getest bij welke temperatuur en tijd instellingen het product het beste werd. Zo bak ik friet korter en op hogere temperatuur maar dan is het wél helemaal naar mijn wens. Cake lukte helaas niet, de bovenkant werd gaar en bruin, maar de onderzijde bleef rauw", merkt een tester op. Desondanks waarderen de meeste gebruikers de brede kookmogelijkheden en de consistentie van de resultaten.

"Het kijkraam vind ik erg handig; je kunt snel even checken hoe het eten erbij staat."

- Lucasuijtt

Lekker snel klaar

Een van de belangrijkste voordelen van deze airfryer is de snelheid waarmee gerechten worden bereid. Philips claimt dat het apparaat tot 50% sneller kookt en 70% minder energie verbruikt dan een traditionele oven. Dit werd door testers bevestigd. "Fijn even snel wat groenten of een stukje vlees grillen zonder meteen die grote oven voor te verwarmen", zegt een van de testers. En 040Anne1972 vult aan: "Veel snellere bereiding dan in een normale oven."

Maar: aan de kleine kant

Hoewel de Philips 3000 Series Airfryer veel lof krijgt, zijn er enkele verbeterpunten genoemd. Het meest voorkomende kritiekpunt is de beperkte capaciteit. Voor kleine huishoudens is 4,2 liter vaak voldoende, maar voor meer personen kan dit aan de krappe kant zijn. "De inhoud is voldoende voor twee personen, maar wat klein voor een groter gezin", zegt MarTina2588.

Een ander punt van kritiek is de sluiting van het mandje, die soms stroef kan werken. "Het mandje moet op een specifieke manier worden ingeklikt. Soms moet je even extra duwen om het goed vast te zetten. Dit is niet onoverkomelijk, maar het had wat soepeler mogen werken", merkt Lucasuijtt op. Bovendien vonden sommige gebruikers de prestaties niet bij alle gerechten even goed. " Verse friet vond ik niet zo lekker, dat was te hard en krokant", aldus een tester.

Toch liever 6,2 of 7,2 liter?

Dezelfde mogelijkheden, meer inhoud

©Philips

✅ Pluspunten

  • Kijkvenster

  • Snel warm

  • Makkelijk in gebruik

  • Makkelijk schoon te maken

❌ Minpunten

  • Aan de kleine kant

  • Openen/sluiten lade gaat soms stroef

Eindoordeel

De Philips 3000 Series Airfryer NA321/00 is een uitstekende keuze voor kleinere huishoudens die op zoek zijn naar een stijlvol en veelzijdig keukenapparaat. Met een gemiddelde beoordeling van 7,6 bevestigen testers dat dit apparaat een solide keuze is. Hoewel de beperkte capaciteit en enkele technische verbeterpunten noemenswaardig zijn, blijven gebruikers enthousiast over de gebruiksvriendelijkheid en bakresultaten.

Ontdek de Philips 3000 Series Airfryer NA321/00

Op Kieskeurig.nl
▼ Volgende artikel
4 handige opties voor multitasking op Android
© Gorodenkoff
Huis

4 handige opties voor multitasking op Android

Als je op een Android-apparaat meerdere apps tegelijkertijd wilt gebruiken, dan kan dat nog wel eens omslachtig werken. Gelukkig biedt het besturingssysteem een aantal mogelijkheden die dat gemakkelijker maken. Dit zijn die vier handige opties.

In het kort zijn dit de vier handige multitaskingmogelijkheden op een rijtje: • Splitscreenmodus • Appkoppels • Picture-in-picture (maar niet voor alle apps) • En wat zijn de veegbewegingen?

Lees ook: Deze 4 functies maken Android 15 bijzonder

We gebruiken onze smartphones voor steeds meer dingen. We maken er pc's van (door ze aan te sluiten op een beeldscherm) en gamen er ook steeds vaker op. Bovendien vormt het apparaat veelal de basis van ons bestaan, helemaal voor digitale nomaden onder ons die veel met sociale media doen. Ons appgebruik neemt toe en de manier waarop we apps gebruiken verandert. Daardoor is het maar wat handig om te weten wat de multitaskingmogelijkheden zijn op Android, waardoor je je taken gericht en constructief kunt uitvoeren. Dit wil je weten.

De reguliere splitscreenmodus

We beginnen met een onderdeel dat de meeste mensen wel eens gezien hebben: splitscreen. Je deelt het beeld dan op in twee (of soms drie) apps en kunt ze tegelijkertijd gebruiken. Eén app is per keer actief. Door op het juiste venster te tikken, kun je de applicatie in kwestie bedienen. Zeker met smartphoneschermen die steeds groter worden, is dit een handige functie. Zo kun je op de ene helft een video bekijken en op de andere helft het nieuws erachter opzoeken. Of een rekenmachine openen en tegelijkertijd je administratie erbij pakken.

©Wesley Akkerman

Die handige appkoppels

In het verlengde hiervan moeten we het hebben over de handige appkoppels. Het woord laat weinig aan de verbeelding over. Met deze optie koppel je twee apps aan elkaar. En zodra je het koppeltje opent, dan start je direct twee apps op die je vaak samen gebruikt. Hoe je dat voor elkaar krijgt? Open een app op je telefoon en ga naar het appoverzicht. Tik op het icoon en selecteer Gesplitst scherm. Kies nu een tweede app uit en ga naar het overzicht. Tik op een van de iconen en kies dan App-paar opslaan. De snelkoppeling staat dan op het startscherm.

De picture-in-picture-modus

Tot slot kijken we nog even naar de picture-in-picture-modus. Soms wordt deze stand aangeduid als beeld-in-beeld, maar ze doen allebei hetzelfde. Niet elke app ondersteunt het, maar bijvoorbeeld WhatsApp, Google Maps of YouTube wel. Zo kun je een videogesprek voeren met iemand, een kaart volgen of een video kijken terwijl je ondertussen wat anders doet op je smartphone. Meestal activeert de app de optie automatisch wanneer je in een gesprek, tijdens een route of in een video teruggaat naar het hoofdmenu. Gemakkelijker kan haast niet.

©Wesley Akkerman

De belangrijkste veegbewegingen

In dit artikel hebben we al kort ' het overzicht' benoemd. Mocht je niet weten wat dit is: dit is het overzicht met apps die actief zijn. Je bereikt dit overzicht door rechts vanaf de onderkant naar boven te vegen (zodat je het venster van de huidige app kleiner ziet worden). Het kan ook zijn dat je een vierkantje moet indrukken, mocht je niet gebruikmaken van veegbewegingen of gebarenbediening. Hier tref je dus de iconen van apps aan, maar wissel je ook gemakkelijk van applicatie naar applicatie door van links naar rechts te vegen en te tikken op wat je nodig hebt.

Dit voorkomt dat je steeds terug moet gaan naar het thuisscherm of de applade. De applade is eveneens een overzicht met apps, maar dan net even anders. Binnen die lade vind je alle reeds geïnstalleerde apps (mits die niet verborgen zijn, maar dat is weer een compleet ander onderwerp). Door in het overzicht te vegen en de apps te selecteren die je nodig hebt, bespaar je een hoop tijd en gedoe.

We hebben in dit artikel een aantal functies besproken waar je wellicht nog niet eerder van gehoord had. Probeer ze dus eens uit, en kijk wat het je zal brengen!

Hoesje nodig

voor je Android-tablet?