ID.nl logo
Stray - Automatisch de beste kattengame ooit
© Reshift Digital
Huis

Stray - Automatisch de beste kattengame ooit

Het maken van een game over een kat is eigenlijk een onmogelijke opgave. De essentie van de meeste katten leent zich namelijk helemaal niet voor een game die je precies moet kunnen besturen.

Katten luisteren niet, doen waar ze zelf zin in hebben, gooien je spullen van tafel of doen een dutje net wanneer je eindelijk tijd voor ze hebt. Dat is niet bepaald een goed fundament voor een videogame. Het is dan ook knap dat de Franse ontwikkelaar BlueTwelve Studio in zijn eerste game zo goed het kattenbestaan weet te vangen.

Het begin van Stray is perfect. Als roodharige kat word je wakker tussen je kattenvriendjes, die je met een druk op de knop likt en kopjes geeft. Samen gaan jullie op pad, vrolijk miauwend naar elkaar dankzij de toegewijde miauw-knop. Af en toe drink je wat uit een plasje water. Dan slaat het noodlot toe: jouw kat valt naar beneden, diep in de krochten van een stad vol robots.

De aandacht waarmee jouw kat is gemaakt, is uitzonderlijk. Nooit eerder zagen we zulke natuurgetrouwe kattenbewegingen in een game. De manier waarop ze loopt, klautert en krabt ziet er levensecht uit. Na haar ongelukkige val loopt ze eventjes kreupel op een manier die je hart gelijk laat smelten. Stray is de beste kattengame ooit gemaakt waarin je gewoon een normale en echte kat speelt, al is er wat dat betreft weinig concurrentie.

©PXimport

Rare sprongen

Ook het springen voldoet aan het imago van de diertjes: als een echte kat mis je nooit een sprong. Je laat namelijk niet je kat zelf springen, maar ziet een icoontje verschijnen waarmee je aangeeft waar ze het beste kan landen. Het had er waarschijnlijk ook raar uitgezien als je als speler overal zelf maar kon springen. Telkens mis springen zou de illusie van de perfecte kat verbreken.

Maar deze oplossing berooft de game tegelijk ook van haar gameplay. Je springt nooit mis, dus zit er ook geen enkele uitdaging in het platformen. Toch bestaat ongeveer de helft van de game uit secties die vooral draaien om platformactie, ook al haal je daar als speler dus geen enkele voldoening uit. Stray probeert de gameplay hier en daar op te fleuren met een extra mechaniek, zoals het sluipen langs wachters of het ontwijken van agressieve monstertjes, maar dit is allemaal erg oppervlakkig uitgewerkt. Deze gameplayvariaties verdwijnen gelukkig net zo snel als ze worden geïntroduceerd, waardoor je je er niet al te lang aan kunt ergeren.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Kat van huis

De andere helft van Stray is een stuk interessanter, omdat je daarin op verkenningstocht gaat. Je kat vindt al gauw een robotvriendje die tegen je praat en de andere robots in de stad verstaat. Je doel is om een uitweg uit de mechanisch afgesloten stad te vinden en ondertussen te ontrafelen waar al die robots vandaan komen en waar de mensheid is gebleven.

Er valt genoeg te ontdekken in deze uitgestorven stad, van bladmuziek voor een robot met een gitaar, tot gekleurde planten voor een tuinierende robot. Je kat is echter meer geïnteresseerd in alle elementen die speciaal voor haar zijn neergezet. Overal vind je wel kleedjes of banken om je nagels aan te scherpen, verfpotten die je van een plank af kunt gooien of gewoon een lekker plekje om een dutje te doen.

Ook hier valt op hoe goed er is nagedacht over het unieke perspectief van een kat. Het is nou eenmaal een klein wezentje, dus je hebt niet altijd het overzicht. Als je een kroeg betreedt, loop je langs de barkrukken en robotbenen, met je snuitje dicht bij de grond. Pas als je op de bar of een kruk springt, kun je met de robots praten en goed om je heen kijken.

©PXimport

De game is verder opgevuld met wat simpel puzzelwerk, maar dat is zo ontzettend licht dat het eigenlijk geen naam mag hebben. Je zoekt bijvoorbeeld naar een code van een kluis, die iets verderop op de muur staat geschreven. Of je probeert in een gesloten winkel te komen en ziet twee robots die dozen aan het uitladen zijn. Je verstopt je in de doos en wordt vervolgens naar binnen gedragen. Het zijn enorm simpele uitdagingen waar je waarschijnlijk niet langer dan vijf seconden over na hoeft te denken.

Emotionele impact

In een game die qua gameplay zo weinig om het lijf heeft, is de sfeer een van de meest belangrijke pijlers. Een game als Inside is ook niet bijster uitdagend, maar is door de bedrukkende omgevingen toch bijzonder. Gelukkig zit dat bij Stray wel goed: de robotstad wordt prachtig weergegeven. Vooral de belichting is buitengewoon goed, met neonlichten die de bewoonde delen een warme gloed geven en kille straatlantaarns die hun felle licht over verlaten straten verspreiden.

Hier en daar zijn ook interessante verhaalelementen te vinden. De robots blijven bijvoorbeeld menselijke handelingen uitvoeren, ook al is de mensheid hier allang uitgestorven. Ze verzorgen de planten terwijl ze de zuurstof niet nodig hebben en emuleren restaurants en kroegen zonder dat ze zelf behoefte hebben aan voedsel.

©PXimport

Het overkoepelende verhaal mist helaas emotionele impact, juist omdat je met een kat speelt. Je robotvriendje ontdekt aardig wat verbijsterende waarheden over zichzelf, maar dat kan die poes natuurlijk helemaal niks boeien. Die gaat gewoon lekker liggen tukken na een spannende onthulling, of gooit nog eens een bierflesje om. Het verhaal heeft totaal geen impact op zijn hoofdrolspeler, waardoor het bij jou als speler ook niet helemaal landt.

Stray heeft verder weinig herspeelwaarde. Na een uur of vijf hadden wij de game uitgespeeld en bijna alle optionele content gevonden. Dat is niet per se een minpunt, maar wel goed om te weten als je een krappe portemonnee hebt en meer speeluren voor je geld wilt.

Conclusie

Stray is een unieke game die het leven van een kat bijna perfect weet te vangen. Matige gameplaysecties bederven de pret een beetje, maar blijven gelukkig nooit al te lang hangen. De wereld is prachtig vormgegeven en een genot om te ontdekken, zeker omdat je overal mogelijkheden vindt om je innerlijke kat los te laten. Kattenliefhebbers zien om de vijf minuten wel iets waardoor ze hardop 'ahwww!' naar de tv roepen. Wat wil je nog meer?

Goed
Plus- en minpunten
  • Prachtige wereld en sfeer
  • Kat beweegt zeer realistisch
  • Veel kattendingen om te doen
  • Genoeg te verkennen
  • Matige gameplay
  • Verhaal mist emotionele lading
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.