ID.nl logo
Prey - Sciencefictiongame van het jaar?
© Reshift Digital
Huis

Prey - Sciencefictiongame van het jaar?

Prey laat je meedogenloos falen en onderuitgaan, maar geeft je meerdere puntgave uitwegen voor de meeste obstakels. De vormgeving is weinig origineel maar houdt stand, de spelmechanieken nodigen uit tot tactische speelstijlen en ruimtestation Talos-1 excelleert qua leveldesign en detaillering. Al met al is Prey een sciencefictiongame van jewelste.

Prey lijkt de vormgeving en verhaalvertelling van Bioshock te imiteren. Prey’s architectuur teert eveneens op de kleurenpaletten, visuele opsmuk en aangename geometrische ontwerpen van art deco. Deze stijlbeweging omarmt zowel moderne technologische ontwikkelingen als uitgekiend vakmanschap – en die interesse buiten Prey en Bioshock op vergelijkbare wijze uit. Ook ontleden beide games hoe een hoopvolle poging om de zogenaamd intelligentste en kundigste mensen in elkaars omgeving te laten wonen en werken omslaat in een precaire dystopie: Bioshock in onderwaterstad Rapture, Prey in ruimtestation Talos-1. De hoofdrolspelers in beide games ondervinden dit uiteindelijk eigenhandig, hoewel ze in eerste instantie het idee hebben dat ze zich in een andersoortige, meer behaaglijke omgeving begeven.

Het gegeven dat Arkane Studios verantwoordelijk is voor zowel Prey als Bioshock 2 (en eveneens de Victoriaanse dieselpunk Dishonored-reeks) doet eveneens vermoeden dat het om soortgelijke games gaat.

©PXimport

Alle begin is moeilijk

Maar schijn bedriegt – Prey is nog eerder verwant aan System Shock 2. Hoewel fraai, zet de art deco-façade je in die zin op het verkeerde been. Op de oppervlakte lukt het Prey zo nauwelijks om een eigen identiteit te vormen, zeker omdat het uitgangspunt aanvankelijk weinig tot de verbeelding spreekt. Als Morgan Yu word je uitgenodigd om net als je broer Alex in een onderzoeksteam aan ruimtestation Talos-1 te werken. Het is maart 2032 en je baant je een weg vanuit je appartement naar een nabijgelegen onderzoekscentrum, om er een test of twee te ondergaan en vervolgens de aarde voor het ruimtestation in te wisselen.

Een plottwist of twee later en je begeeft je in Talos-1, dat inmiddels bevolkt wordt door kunstmatige intelligentie, dode of nauwelijks levende crewleden en aliens genaamd Typhon. Morgan weet uiteraard nergens het fijne van en dus is het zaak om te onderzoeken ‘wat er daadwerkelijk op Talos-I heeft plaatsgevonden’.

Oftewel: Prey begint als het gros van de sciencefictiongames, -films en -literatuur: met een hoofdrolspeler die als ogenschijnlijk onbeschreven blad de geheimen van een naar verdommenis gegane plek ontrafelt. De openingsuren, alsook de art deco-vormgeving, volgen de sjablonen van tig andere sciencefictiontitels. Er zijn bijvoorbeeld meerdere partijen, elk met een ander perspectief, en via voornamelijk audio- en video-opnames doen ze een poging om jou te overtuigen van hun waarheden. Je volgt ze – of niet – en krijgt langzaamaan een zwak voor deze en een hekel aan gene. Dit soort voorspelbare ontwikkelkeuzes doen af aan de verder gelaagde en bij vlagen fenomenale spelervaring die Prey te bieden heeft.

©PXimport

Talos-1 <3

Op de consoles heeft Prey voor een first-person shooter overigens een weinig precieze besturing. In eerste instantie ben je aangewezen op een moersleutel om de Typhon van je af te houden. Ongeacht de gekozen moeilijkheidsgraad is dat vanaf de eerste confrontatie een veeleisende bezigheid. De zogenaamde Mimics vermommen zich als onder meer theekopjes en prullenbakken, en als ze zich eenmaal tonen, vallen ze vooral je benen en voeten aan. Hierdoor sla (of later: schiet) je vooral naar beneden – en dit blijft gedurende de gehele game een ongemakkelijke manier van verdedigen.

Dit is niet per se een kanttekening, het onderstreept vooral dat zelfs de relatief zwakke Mimics je dodelijk kunnen verwonden: je ziet ze vaak niet en heb je ze eenmaal in je vizier, dan is het alsnog lastig om ze te raken. Iets soortgelijks geldt voor de andere Typhon, vooral voor de Phantoms en Poltergeists. Ze verplaatsen zich onnoemelijk snel en mede gezien de besturing slaag je er hoofdzakelijk in om te missen – en, als je geen medkits voorhanden hebt, om vervolgens het loodje te leggen.

©PXimport

Wellicht werken muis en toetsenbord in Prey nog meer in je voordeel dan in andere shooters, maar tegelijkertijd hangen deze genadeloze nederlagen samen met de spijkerharde spelwereld die Talos-1 heet. Dit ruimtestation lijkt nauwelijks ontworpen door en voor doorsnee mensen; Talos-1 – en al wat zich daaromheen begeeft – is een labyrint dat zijn weerga niet kent. Hier en daar geeft Prey je een halve aanwijzing waar je naartoe moet, maar door de indrukwekkende hoeveelheid gangenstelsels, kamers en routes heb je veelal de ruimte om zelf je koers te bepalen.

Van moestuinen in het ruimtestation tot wegrottende lijken in het luchtledige, Talos-1 is een gedurfde maar vooral gelaagde setting. Het is indrukwekkend om te zien dat de enorme schaal en het doolhofachtige karakter van dit ruimtestation nauwelijks afbreuk doen aan de meer bescheiden omgevingen. Individuele ruimtes bieden handenvol tactische mogelijkheden, alsof het de fijn en weloverwogen vormgegeven levels uit Dishonored of Deus Ex betreft.

Waterfonteinen en ethiek

Ook qua spelmechanieken krijg je hier de mogelijkheden toe. Relatief vroeg in de game ontdek je dat je je ruimtepak, alsook persoonlijke vermogens, naar wens kunt bijspijkeren, zij het met talloze ethische consequenties. Dat is op zich weinig nieuws: cyborgvraagstukken zijn inmiddels gemeengoed binnen sciencefictiongames. Later vlecht Prey hier nog een ethisch/biologisch vraagstuk of twee in: als je ermee instemt, maak je het jezelf makkelijker, maar dit gaat eveneens ten koste van je mens-zijn.

©PXimport

Verhaaltechnisch levert dit interessante taferelen op, zeker tegen het einde van de game, maar het draagt ook bij aan de manieren waarop je je door Talos-1 manoeuvreert. Oftewel, Prey moedigt je aan om het toch al gelaagde ruimtestation met haar meedogenloze Typhon telkens op een andere wijze te benaderen – en zelfs naar eigen hand te zetten. Hier is de eigenlijke kracht van Prey gelegen: de wisselwerking tussen leveldesign, nietsontziende tegenstanders, en legio vernuftige speelstijlen en spelmechanieken. Het gaat in Prey niet om losstaande levels, maar om een nauwkeurig aaneen geweven ruimtestation – met alle speltechnische gevolgen van dien.

Hier is ook Prey’s tempo en detaillering op afgestemd. Er zijn treuzelende sequenties waarin je door een zwaartekrachtloze ruimte vliegt of emailgesprekken doorspit, alsook archetypische shootermomenten die door de grote hoeveelheden Typhon alle tactische opties tijdelijk nutteloos maken. Lukt het je in het laatste geval om de veldslag te doorstaan, dan ontvouwt zich een ruimte of omgeving die eerst een slagveld leek, maar vol finesse en ogenschijnlijke wissewasjes blijkt te zitten: een geel notitieblaadje hier, een waterfonteintje daar – niet als nodeloze opsmuk, maar als integraal onderdeel van Prey’s worldbuilding.

In die zin is het nauwelijks vervelend dat het laatste gedeelte van de game vol backtrackmomenten zit. Het is eerder noemenswaardig dat het einde zelf niet de daadkracht heeft die de rest van de spelervaring kenmerkt.

Desondanks doet Prey het onverwachte: het is een sciencefictiongame van de bovenste plank. Talos-1 doet qua leveldesign niet onder voor Dishonored, Prey’s spelmechanieken kennen de diepgang en finesse van System Shock 2 en het onderliggende verhaal onderzoekt ethische vraagstukken die Deus Ex al sinds 2000 bezighouden. Het belangrijkste: Prey gaat stukken verder dan de vergelijkingen met z’n evenknieën, ook al doen de eerste uren dat niet vermoeden.

Prey is nu verkrijgbaar voor pc, Xbox One en PlayStation 4. Voor deze recensie is de game op een PlayStation 4 Pro getest.

Uitstekend
Conclusie

**Ontwikkelaar:** Arkane / Bethesda **Prijs:** €58,99 **Genre:**Action-adventure **Platform:**Pc, Xbox One, PlayStation 4 **Website:**[bethesda.net](https://prey.bethesda.net/) **Kopen:**[bol.com](http://bit.ly/2qMedWB)

Plus- en minpunten
  • Leveldesign
  • Details spelwereld
  • Spelmechanieken
  • Hoog tempo
  • Onbedudende openingsscénes
  • Pover einde
▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.