ID.nl logo
Huis

Niet games maar social media gaan virtual reality groot maken

Als het over virtual reality gaat denken we vaak in de eerste plaats aan dure headsets die op nog duurdere computers worden aangesloten om de meest indrukwekkende games te spelen. Maar in werkelijk is het social media die virtual reality echt groot gaat maken.

Dat blijkt wel uit een nieuw initiatief van Oculus, dat nu een sociale VR-hub heeft gebouwd voor de Rift en de Gear VR. Daarmee lijkt het bedrijf inderdaad de kant op te gaan die Mark Zuckerberg voorspelde: Virtual reality wordt social.
 

Logische evolutie

De aankoop van Oculus door Facebook was één van de meer opvallende overnames in zowel de tech- als de game-sector. Weinig mensen keken op toen het sociale netwerk WhatsApp en Instagram overnam, want dat is een logische evolutie voor sociale media. Maar Oculus? Dat maakt met de Rift een apparaat dat vooral voor gamen bedoeld is, en dan niet de casual games zoals FarmVille die je doorgaans op Facebook vindt.

 

Facebooks aankoop van Oculus leek aanvankelijk vreemd

Twee jaar na die aankoop lijkt het erop dat Facebook een slimme zet heeft gedaan door Oculus over te nemen. Dat is nog niet het geval met de dure high-end Rift, maar wel met de Gear VR die het bedrijf in samenwerking met Samsung maakte.

 

Schot in de roos

De Gear VR blijkt een schot in de roos. De bril zit op een heel comfortabele positie tussen twee kampen in: Aan de ene kant zitten de dure headsets zoals de Rift, aan de andere de praktisch gratis Cardboard-achtige brillen van slechte kwaliteit. De Gear VR is daarmee de enige bril die én goed én relatief betaalbaar is.

De goedkope hardware zorgt ervoor dat virtual reality voor praktisch iedereen beschikbaar is. Het maakt virtual reality toegankelijk, en niet alleen een product voor de hardcore gamers. Dat betekent dat er straks ook automatisch meer applicaties beschikbaar komen die zich richten op de massa en niet op die high-end-gebruikers.

 

Fabrikanten willen sociaal worden

Ook fabrikanten proberen virtual reality toegankelijk te maken

Er zijn meer manieren waarop fabrikanten en ontwikkelaars virtual reality socialer willen maken. Dat was goed te zien op het Mobile World Congress, waar een flink aantal hardwarefabrikanten een eigen 360gradencamera toonden. Neem de Gear 360 van Samsung - niet geheel toevallig met dezelfde naam als de Gear VR. Dat is een kleine camera die ondanks zijn stevige prijs van 430 euro vooral bedoeld is voor de doorsnee gebruiker die leuke foto's van zichzelf en de omgeving wil nemen. Het zijn dat soort beelden waar Facebook heil in ziet.

 

Softwarematig

Het sociale netwerk bouwt namelijk zelf ook al aan manieren om beelden in virtual reality te bekijken. Zo is het mogelijk om video's van 360 graden op de site te plaatsen, die je vervolgens kunt bekijken door je telefoon te draaien. Ook YouTube heeft inmiddels een dergelijke functie, die al lang niet meer alleen door kunstenaars wordt ingezet, maar ook door 'gewone gebruikers'.

 

Non-verbale communicatie

Een andere reden voor het sociaal maken van VR is een wetenschappelijke. Communicatie zou er namelijk veel persoonlijker door worden. Waar we jaren geleden vooral nog communiceerden via geschreven taal draait sociale media nu vooral nog om beeld. Aanvankelijk foto's, maar nu bandbreedte en opslagruimte steeds goedkoper worden gaat het vooral om video. En video waarin je helemaal kunt opgaan is dan helemaal een logische stap. Non-verbale communicatie is belangrijker dan verbale, en iedere volgende stap in sociale media is dat de non-verbale communicatie een steeds grotere rol krijgt. Foto's zeggen maar dan tekst, video's zeggen meer dan foto's. En straks zegt virtual reality-video meer dan gewone video.

 

Non-verbale communicatie maakt VR een stuk aantrekkelijker

Hoe die sociale toekomst er precies uit gaat zien is nog niet duidelijk. Virtual reality in het algemeen zit nog in een vroeg stadium, waarin ontwikkelaars en fabrikanten allemaal nog zoeken naar de perfecte vertelvorm.

 

Obstakels

Er zijn nog een hoop obstakels te overwinnen om virtual reality echt sociaal te maken. In de eerste plaats is VR nu nog te statisch. Het is nog niet mogelijk om binnen een virtuele wereld te bewegen (tenzij je een controller gebruikt).

Ook zal VR nog een stuk realistischer moeten worden. Nu bestaat virtual reality nog uit cartoonistische avatars, maar dat gaat veranderen als de hardware beter wordt en we bijvoorbeeld camera's kunnen gebruiken om ons gezicht virtueel beschikbaar te maken.

 

De toekomst

Virtual reality wordt straks veel toegankelijker voor iedereen, en sociale apps zijn daar een logisch vervolg van. Er blijft altijd een groepje hardcore gebruikers over die vooral high-end games willen spelen, maar de meerderheid van de gebruikers wil toch vooral nog interactievere foto's kunnen delen. Ook mooi.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.