ID.nl logo
Jurassic World Evolution 2 review (PS5) - Dino’s verzorgen is gemakkelijk
© Reshift Digital
Huis

Jurassic World Evolution 2 review (PS5) - Dino’s verzorgen is gemakkelijk

Jurassic World Evolution is een leuke game, waarin je zelf je eigen Jurassic Park kunt maken. Florian miste wel wat diepgang in de building mechanics. Is het vervolg wat minder kinderlijk eenvoudig en veel belangrijker, zit zijn T-rex nog achter een hek?

Als ik zeg dat ik totaal geen lol heb beleefd aan Jurassic World Evolution zou mijn neus erg lang worden, maar de game was in vele opzichten te simplistisch. Het is tof om je eigen Jurassic Park te kunnen bouwen, maar voor hardcore fans van dit soort games zit er te weinig diepgang in. Het idee is erg cool, maar de uitwerking iets minder.

Verwarrende namen

Ik had dan ook een vervolg verwacht die deze minpunten simpelweg zou oplossen, maar ik ben verbaasd dat er ook zoveel aan de opzet is gesleuteld. Ik zag dat na een paar uur spelen als een nadeel, maar nu ik de game volledig heb gecheckt kom ik daar op terug. Jurassic World Evolution 2 is namelijk in alle opzichten beter dan het origineel!

De game is gek genoeg opgesplitst in verschillende stukken, die ook nog eens verwarrende namen hebben en ik kreeg daardoor aan het begin van de game een verkeerd beeld over de content. Dit liet ik ook al in de Powerpraat doorschemeren, maar gelukkig had ik het mis. Laat het mij uitleggen.

©PXimport

Campagne is tutorial

Jurassic World Evolution 2 heeft een campagne, die compleet anders is dan je zou denken. Ik ging er namelijk vanuit dat je in de campagne juist je eigen park zou gaan maken, maar dit is totaal niet het geval. De campagne gooit je in plaats daarvan in verschillende situaties die jij moet zien op te lossen. Het zijn een soort missies en als je de problemen hebt verholpen ga je door naar de volgende.

De eerste missie is echt heel duidelijk een tutorial en het werd me meteen duidelijk dat dit niet de hele game was, maar een uitleg van alle mogelijkheden. Bij de tweede missie ging ik echter volledig de mist in met m’n gedachte, want ik ging er vanuit dat dit wel echt mijn eigen park zou worden. Ik ging dan ook helemaal los met het plaatsen van alles en heb vaker de hele boel weer platgegooid dan ik durf toe te geven. Mijn perfectionisme werd keihard aangesproken en ben zelfs een paar keer opnieuw begonnen, omdat dat minder werk is dan alles handmatig weer te verwijderen en opnieuw te beginnen. Dat had ik niet moeten doen!

Om een lang verhaal kort te maken: de volledige campagne is een tutorial en alles dat je maakt wordt zonder pardon weer weggegooid als je doorgaat naar de volgende missie. Omdat dit de campagne is, was het niet zo’n gekke gedachte dat dit de hoofdmoot is van de game, toch? Ik had er nooit zoveel tijd in gestoken en zo perfectionistisch geweest als het de tutorial genoemd werd, in plaats van de campagne. Zo raar.

©PXimport

Chaos Theory

In plaats daarvan is er de Chaos Theory-modus, die eigenlijk gezien moet worden als de campagne, maar ook daar wordt een draai aan gegeven. De game speelt namelijk met een ‘wat als’-principe, waarin je min of meer de Jurassic Park-films kunt naspelen. Of nou ja, je moet er voor zorgen dat alles dat er fout ging in de films niet nog een keer gebeurt.

Om je een voorbeeld te geven, vraagt de game zich af wat er zou gebeuren als de stroom nooit was uitgevallen en de T-rex dus niet had kunnen uitbreken in de eerste Jurassic Park. Was het park dan wel een succes geworden? Of wat als Jurassic Park San Diego wel was geslaagd in The Lost World? Zo kun je iedere Jurassic Park-film als het ware herschrijven door er zelf wel een succes van te maken.

Vrijheid

Dat klinkt alsof je alsnog niet echt de vrijheid krijgt om te bouwen wat je wil, maar die krijg je gek genoeg juist wel in Chaos Theory. Alles dat je hebt geleerd in de tutori… eeuh campagne, mag je nu toepassen in je eigen park, die eigenlijk alleen de visuele stijl heeft van de films. Je mag eindelijk helemaal zelf bepalen waar je alles neerzet, welke dino’s je in je park wil hebben, wat voor soort entertainment er aanwezig is, wat voor soort winkels er zijn en ga zo maar door.

Je wordt daarbij een beetje aan het handje vastgehouden doormiddel van de vele verschillende opdrachten, die je helpen het park te laten groeien. Zo moet je bijvoorbeeld wetenschappers onderzoek laten doen naar DNA op expedities om nieuwe soorten dinosaurussen geboren te laten worden, of goed te kijken naar wat de bezoekers nog missen in je park. Het leuke is dat de game dan wel voorzetjes geeft naar wat er moet gebeuren, maar hoe je dat precies doet mag je lekker helemaal zelf beslissen.

©PXimport

Kinderlijk eenvoudig

Want oh man, wat heeft deze game een hoog ‘nog even dit doen’-gehalte. Tijdens het spelen ben je in je hoofd constant bezig met het bedenken van hoe je het park kunt uitbreiden. Ik kon er geen genoeg van krijgen. Je eigen visie tot leven zien komen is fantastisch en omdat je iedere keer weer opnieuw moet beginnen met een park wanneer je doorgaat naar de volgende film, wordt die verslaving steeds opnieuw weer gevoed. Ik werd oprecht een beetje depri toen ik alle Chaos Theory’s had overmeesterd. Ik wil meer!

Daarna kun je uiteraard nog helemaal losgaan met de Sandbox-modus, waarin je met een groot budget werkelijk je droompark kunt bouwen. Dat is wel iets minder boeiend door het grootste nadeel van Jurassic World Evolution 2, namelijk de moeilijkheidsgraad en het ontbreken van echt goede building mechanics. Het is nog steeds te simplistisch en niet te vergelijken met games als Zoo Tycoon en Planet Coaster, terwijl die games nota bene door dezelfde studio zijn gemaakt.

Er zit te weinig uitdaging in de game, zeker voor doorgewinterde fans van dit genre. Het is kinderlijk eenvoudig om een goedlopend park te maken en je hebt daar te weinig invloed op. Zet willekeurig een paar kooien neer met wat dino’s en je maakt automatisch bakken met winst. Het perfectioneren van je park doe je dan ook vooral voor jezelf en niet omdat je daar meer bezoekers van krijgt, of omdat de game je daarvoor beloont.

©PXimport

Pijnlijk duidelijk

Daarnaast moet ik even klagen over de graphics van Jurassic World Evolution 2, want eigenlijk zien alleen de dino’s zelf er echt goed uit. Ik heb de game op de PlayStation 5 gespeeld, maar dat zie je nergens aan af en ik heb letterlijk gekeken of ik niet stiekem de PS4-versie aan het spelen was. Als je ook maar een beetje uitzoomt, verlies je gelijk alle details en vallen alle schaduwen weg, de bezoekers zien er grotendeels hetzelfde uit en hebben dezelfde vreselijke animaties en de physics van de voertuigen is om te janken.

En wow, wat heeft de framerate het belachelijk zwaar! Vooral als je park aardig is volgebouwd draait de game voor geen meter meer en dat is pijnlijk duidelijk in een game waar je het hele park in de gaten moet houden en je bijna constant in- en uitzoomt. Ik heb zelfs in de Sandbox-modus mijn parktour met de Jeeps weer volledig afgebroken en veel kleiner gemaakt, omdat de engine het gewoon niet meer trok. En nee, zo absurd groot zijn de oppervlaktes waarin je kunt bouwen nou ook weer niet.

Jongensdroom

Jurassic World Evolution 2 is dan ook verre van perfect, maar het is wel ontzettend vermakelijk. Je eigen Jurassic Park ontwerpen en bouwen is niets minder dan een jongensdroom die uitkomt en daarin biedt het tweede deel veel meer opties en mogelijkheden dan het eerste deel. Het volgooien van je park met allerlei soorten dino’s is absoluut magisch en kan ik iedereen van harte aanbevelen, zeker als je ook liefde hebt voor de Jurassic Park-films.

Toch hoop ik opnieuw dat het eventuele derde deel wat meer diepgang krijgt in building mechanics en de moeilijkheidsgraad omhooggaat. Waarom moet het zo gemakkelijk zijn om een eigen park te maken? Zou het niet juist heel lastig moeten zijn? Waarom falen ze dan ook steeds in de films? Het is potverdorie simpeler om een T-rex in z’n kooi te houden dan om mijn katten in de tuin te houden, die volledig is afgezet met netten! Die schattige fuckers weten iedere keer weer een nieuw plekje te vinden om te ontsnappen, maar de T-rex blijft rustig in zijn kooitje zitten, zolang er maar wat te eten te vinden is. De uitdaging is helaas opnieuw ver te zoeken.

Uitstekend
Conclusie

Jurassic World Evolution 2 is in alle opzichten beter en uitgebreider dan het origineel, maar heeft nog steeds te weinig diepgang in de building mechanics en is te eenvoudig, zeker voor fans van het genre. Je eigen Jurassic Park ontwerpen en bouwen is echter een magische ervaring, die iedereen met liefde voor dino’s moet ervaren.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.