ID.nl logo
Halo Infinite is de multiplayershooter die we dit najaar willen spelen
© Reshift Digital
Huis

Halo Infinite is de multiplayershooter die we dit najaar willen spelen

Hier een zin waarvan je een paar jaar geleden nooit had verwacht dat je ‘m zou lezen: het eerste free-to-play-seizoen van de Halo Infinite-multiplayer is in bètafase gegaan. En hier nog een: Halo is weer goed. Het zijn rare tijden.

Maar het zijn tijden waar we allemaal aan zullen moeten wennen. In zekere zin is de free-to-play-uitgave van een Halo-game een iconisch moment. Niet omdat de game ‘terug is van weggeweest’, maar hoe. In de game-industrie is iedereen op zoek naar dé game, die ene titel die doorgaat als platform. Die titel waar je misschien in de toekomst wel een vast bedrag per maand voor gaat betalen.

©PXimport

Iedere grote uitgever wil een ‘supergame’ lanceren. Fifa, Call of Duty en Battlefield staan vooraan in de rij om te worden omgetoverd van terugkerende release naar een doorlopend contentmodel. Als jij grote multiplayergames speelt, is de release van Halo Infinite enkel een voorbode. Vele gaan volgen. En sneuvelen. Misschien is dat niet wat je wilde lezen, maar het wordt de praktijk.

Gelukkig is er in de praktijk ook goed nieuws. Halo moet volgens Microsoft tien jaar meegaan, en met deze fundering zie ik dat nog gebeuren ook. 

Stuiterend (van plezier)

Even terug naar eerder deze week. Ik speel een potje Capture The Flag in Big Team Battle (12 versus 12). Het is mijn eerste potje Halo in wat voelt als jaren. Het voelt óók als een ouderwets potje Halo. Een heel goed potje Halo. Een potje Halo 2 of 3, om precies te zijn. En misschien een beetje Reach.

Ik stuiter met een Warthog over prachtige groene duinen, terwijl ik een Banshee zie overvliegen, terwijl iemand zichzelf richting de Banshee katapulteert met de nieuwe grappling hook, terwijl iemand in de passagiersstoel aanhoudend ‘sneller, sneller’ roept, terwijl de rook uit de motor niet kan verhullen dat het binnengaan van de vijandelijke basis een minuut eerder niet helemaal ging zoals ik van tevoren bedacht had.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Maar het lukt. De Warthog-sprint naar de vijandelijke basis is een succes, ons team staat met 1-0 voor en de schutter die achterop de Warthog staat te knallen behaalt op de terugweg zowaar een killing spree.

Anekdotes zijn leuk en aardig, maar bovenstaande geeft vooral aan dat Halo Infinite niet eens een beetje lijkt op het Halo dat ontwikkelaar 343 Industries met deel 4 en 5 voor ogen had. Halo Infinite heeft met de handling van sommige wapens absoluut gekeken naar Call of Duty (en daarmee Halo 5), maar verder is Halo Infinite vooral heel erg Halo. Maar dan wél een Halo die uitzonderlijk goed speelt. Een oude Halo.

Een goede roman

De pistol, waarmee je spawnt, is om van te smullen. Het geluid, de feedback, de flickshots: je zou er een roman over kunnen schrijven. De nieuwe wapens, waaronder een logge sniper die voertuigen doorboort en een soort doelzoekende granaatwerper, voelen als logische en chaotische aanvullingen op het bekende arsenaal. Dat geldt ook voor de nieuwe voertuigen. De nieuwe Gungoose is precies wat het impliceert te zijn: een Mongoose-buggy met een granaatwerper. Je kunt er zelfs Banshees mee uit de lucht schieten.

©PXimport

Halo Infinite is vooral heel erg Halo, maar dan wél een Halo die uitzonderlijk goed speelt. Een oude Halo.

-

Ook de nieuwe gadgets zijn erg vermakelijk. Aanvankelijk denk je misschien: wat heb ik aan vijf extra dashes of een soort sonische uppercut? Maar gebruik ze wat langer en je ontdekt dat je met die dash sluipschutters kunt ontwijken en je met je supersterke punch granaten terug kunt ketsen. En dan is er nog die fantastische grappling hook, waarmee je zelfs de vlag in Capture The Flag naar je toe kunt trekken. Die mag echt nooit meer uit Halo verdwijnen.

De Halo Infinite-multiplayer is wellicht in bèta, maar aan de balans is dat niet af te zien. Het spel is heel erg gepolijst en bovenal keurig in balans. De wapens van de Covenant voelen nog wat zwakjes en de Battle Rifle mist de punch en precisie van eerdere Battle Rifles (of de Battle Rifle uit Splitgate), maar zowel op kleine als grote maps is er verder weinig op de gang van zaken aan te merken. Op grote maps overheerst chaos, op kleine maps overheerst de welbekende driehoek tussen granaten, slaan en schieten. Het voelt en speelt allemaal uitzonderlijk goed. 

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Leuk?

Kijken we naar het spel om het strijdveld heen, dan is er wel het een en ander op de multiplayer aan te merken. De free-to-play-invloeden zijn meteen te zien in het startmenu, bijvoorbeeld. Daar kun je boosters kopen om je ervaringspunten mee op te krikken en de Battle Pass omhoog te levelen. Het lijkt een smerige manier om geld te verdienen, omdat het progressiesysteem om cosmetische items mee vrij te spelen op dit moment hemeltergend traag gaat. Op Twitter heeft ontwikkelaar 343 Industries aangegeven op de hoogte te zijn van het trage progressiesysteem. Er wordt naar verluidt naar gekeken.

Daarna springt de volgende doorn in het oog: de playlists. Wil je even snel een potje Slayer spelen? Dat kan niet. Je hebt in het hoofdmenu op dit moment enkel nog de keuze uit twee type speellijsten, waaronder Quick Play. Quick Play is een mengelmoes aan bekende competitieve modi: vier versus vier Capture the Flag, Team Slayer, Oddball, et cetera. Je kunt niet enkel één van die modi selecteren. Dat is stom. Ik wil geen Oddball.

Nu heeft dat laatste weliswaar niet per se te maken met free-to-play-modellen, maar het is wel een beetje raar dat 343 Industries voor een dergelijk systeem kiest. Mogelijk wil de ontwikkelaar het brede publiek dat free-to-play-games speelt ‘dwingen’ verder te kijken dan Team Slayer. Vooralsnog komt het niet uit de verf. Laat de mensen zelf kiezen. Dat deden ze immers ook in Halo 2.

©PXimport

Leuk!

Moet er dus nog wat gebeuren? Zeker. En dat geldt natuurlijk ook voor de ondersteuning. De start van Battle Pass seizoen 2 is naar mei volgend jaar geschoven. In de tussentijd zegt 343 Industries de focus te willen leggen op het toevoegen van ”events, items en andere content”. We gaan het zien.

Het is moeilijk om niet enthousiast te worden van deze bèta. Halo Infinite komt dan ook precies op het juiste moment. De Call of Duty-serie zit gevangen in een soort splitsing tussen Warzone en de jaarlijkse releases, terwijl Battlefield grote moeite heeft om zowel nieuwe als oude spelers tegelijkertijd tevreden te stellen. Halo Infinite had in theorie op veel manieren als die games kunnen zijn. Eentje die inspeelt op trends met een battle royale bijvoorbeeld.

Het is goed om te zien dat 343 Industries na twee polariserende Halo-games een middenweg tussen oud en nieuw gevonden heeft. Met het snellere én free-to-play Halo Infinite probeert Halo mee te groeien met gamers, maar tegelijkertijd authentiek te blijven. Top: meer wilden we niet. 

Want wat blijkt nou: Halo heeft geen battle royale nodig. Wat Halo nodig heeft, is een handjevol granaten, wapens die buitengewoon lekker knallen, voertuigen die besturen als boter in een hete pan, drie echt ontzettend domme teamgenoten en wellicht, in het weekend dan, een kratje bier. Met wat geluk is dat precies wat we op 8 december krijgen.

Het eerste seizoen van de multiplayer van Halo Infinite is nu in bètavorm uit op pc, Xbox One en Xbox Series S/X. Wij speelden de game op pc en Xbox Series X.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.