ID.nl logo
Galactic Civilizations 3 - Een dwergster naast GalCiv 2
© Reshift Digital
Huis

Galactic Civilizations 3 - Een dwergster naast GalCiv 2

"Galactic Civilizations 3 zit boordevol potentie om een meesterlijke turn-based strategiegame te worden", is een standaardzin die je zou verwachten aan het eind van een enthousiaste preview. Maar nu de 4X-game - een afkorting van 'Explore, expand, exploit and exterminate' - de early access-fase heeft verlaten en officieel is uitgebracht, moet GalCiv 3 het nog steeds hebben van die magische potentie.

De strategiegame wijkt nauwelijks af van zijn bewierookte formule. Als een van de eersten met de mogelijkheid om de gigantische afstanden van de Melkweg te overbruggen, ga je erop uit om de ruimte te koloniseren. Net als in de vorige delen begin je met een onderzoeksschip om vreemde verschijnselen mee te bestuderen, een kleine verkenner om het heelal in kaart te brengen en een vrachtschip vol kolonisten en de eerste beurt is direct het startschot van een wilde race om de beste planeten te claimen. Lees ook: 10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk.

Je maakt contact met andere ruimtevaarders, schudt ze de tentakel of gooit ze in de zeevruchtensoep. De gevechten zijn nog altijd een geautomatiseerde bedoening, waarbij de uitrusting van je armada de doorslag geeft. Om succes op het slagveld te garanderen, ontwerp je vervaarlijke oorlogschepen vol met lasers, raketten en kanonnen, en bouw je de oorlogsmachines - al dan niet in de vorm van een breed grijnzende badeend - in reusachtige scheepswerven die in een baan rond de planeet hangen. Of je kiest voor een vredelievende route, door de planeten van je tegenstander met jouw superieure cultuur ertoe te verleiden zich bij je aan te sluiten.

De hele game is doordenkt van een humoristisch sausje met een hoog gehalte aan vette knipogen. Zeker bij de beschrijvingen van de morele keuzes die je krijgt bij het koloniseren van nieuwe planeten en de uitleg bij de tientallen technologieën die je kunt ontdekken valt er genoeg te lachen. Zo draait het hele bestaan van de oorlogszuchtige Drengin om slaven, die ze gebruiken voor productie, onderzoek en hun dieet. De korte beschrijvingen van het onderzoek weerspiegelen vervolgens de bloeddorstige filosofie van deze interstellaire pestkoppen. Elk ras heeft unieke techs in zijn repertoire, die uitnodigen tot een specifieke speelstijl.

©PXimport

De strategiegame wijkt nauwelijks af van zijn bewierookte formule.

Ik doop u Sterrekruiser Hr. Ms. Kwak

Dat ontwikkelaar Stardock dicht bij zijn succesformule blijft, is te begrijpen. De opzet is helder, de middelen zijn duidelijk en de beurten vliegen voorbij. De vernieuwingen van Galactic Civilizations 3 bevinden zich vooral onder de motorkap. Zo ondersteunt de game tientallen spelers en kan het spel onvoorstelbaar grote kaarten presenteren voor games die makkelijk weken in beslag nemen. Op de grootste varianten duurt het honderden beurten voordat je het eerste teken van intelligent buitenaardse leven opmerkt. Voor kaarten van dergelijke omvang heb je wel een stevige voorraad aan werkgeheugen nodig en zeker met meer dan zeven computerspelers neemt de wachttijd tussen beurten toe. Je kunt de Melkweg uitgebreid naar eigen smaak aanpassen: de verdeling van sterren, de vorm van het sterrenstelsel, de levensvatbaarheid van planeten, noem maar op.

De vrijheid om het spel naar wens aan te passen vormt de rode lijn van Galactic Civilizations 3. De uitzonderlijk uitgebreide Ship Designer steelt wat dat betreft de show. De meegeleverde ontwerpen behoren al tot de mooiste van het genre, maar je kunt met het nodige geduld zelf de mooiste ruimteschepen ontwerpen, waarbij je een uitgebreid palet aan onderdelen tot je beschikking hebt. Elk onderdeel kun je naar hartenlust vergroten, draaien, uitrekken, spiegelen en laten ronddraaien. Naast de acht rassen die de catastrofale gebeurtenissen van GalCiv 2 hebben overleefd, staat het je bovendien vrij om zelf ruimtevarende volkeren te ontwerpen en je eigen portretten en achtergrond te importeren.

De kille zwarte leegte van een multiplayerlobby

Waar Stardock meer ambitie toont, is de toevoeging van multiplayer, een unicum in de serie. Dankzij de spiksplinternieuwe engine is het mogelijk om met tientallen spelers tegelijk een grootse pot te spelen op kaarten die uren kosten om te doorkruisen. Jammer genoeg is er online vrijwel niemand te vinden om mee te spelen. Een enkele keer zien we een eenzame speler moedig wachten in een potje voor acht spelers, soms zelfs twee. Misschien is dat maar goed ook, om twee redenen. Allereerst liggen crashes op de loer naarmate een multiplayergame vordert. Vervelend, maar helaas ook de norm voor het hele genre. Ten tweede laat de implementatie van de multiplayermodus zelf ook veel te wensen over. Je kunt geen tijdslimiet instellen voor een beurt - een vereiste als je met onbekenden speelt - en je kunt geen wachtwoord instellen als je juist met vrienden wilt spelen.

©PXimport

Het is mogelijk om met tientallen spelers tegelijk een grootse pot te spelen

Ook de interface grijpt net naast een goede uitvoering. Ten opzichte van GalCiv 2 is Galactic Civilizations 3 veel beter in het geven van een overzicht, dankzij de kolom met details over planeten of schepen aan de rechterzijde van het scherm. De ruimtelijke scheepswerven, die producten ontlenen aan maximaal vijf nabijgelegen planeten, zijn ook een slimme vondst. Niet alleen zijn ze een interessant doel om aan te vallen, maar ze stroomlijnen ook het productieproces. Aan de andere kant is het nergens mogelijk om al de getoonde informatie fatsoenlijk te sorteren of te filteren. Elk ras begint met ruim dertig ontwerpen, maar het is niet te volgen hoe ze zijn gerangschikt in het productiescherm. De verschillende icoontjes die in een oogopslag iets duidelijk moeten maken slagen daar vaak niet in en bij veel technologieën is het regelmatig onduidelijk of een bonus geldt voor een specifiek gebouw, de gebouwen van dezelfde klasse of alle constructies in het algemeen.

Van de gouden standaard af

Nadat we verwend zijn door de fenomenale interface van Endless Legend, stelt die van Galactic Civilizations 3 vooral teleur. Veel van onze bezwaren - dubbelklik start productie, maar om te stoppen moet je op 'cancel' klikken - kunnen we naast ons neerleggen, maar waar de game begint te vervelen is het voortdurende micromanagement van je kolonies. Elke planeet waar je een vlag op plant bevat meerdere vakjes waar je gebouwen op neerzet. Een interessante mechaniek is dat sommige gebouwen zwaarwegende bonussen geven als je ze naast elkaar plaatst. Dit is een zegening voor iedereen die met plezier het maximale uit zijn of haar galactische beschaving haalt. Maar naarmate je rijk groeit, wordt het belang van optimalisatie steeds kleiner en neemt de werkdruk toe. We zouden een moord plegen voor wat computergestuurde ondersteuning, zoals een geautomatiseerde focus op bijvoorbeeld onderzoek.

Het blijft moeilijk om niet aan deel twee te denken. Na twee uitbreidingen stond GalCiv 2 bol van alle inhoud en spelmechanieken en daarmee vergeleken lijkt GalCiv 3 bijna een nieuwe Sims. Concepten als spionage en politiek zijn verdwenen en van in ieder geval het eerstgenoemde is bekend dat deze later in een dlc zijn opwachting maakt. De campagne is schandalig kort. Je moet het doen met slechts drie kleinschalige missies, niet eens een vijfde van de campagne van het tweede deel - en dan laten we de uitbreidingen buiten beschouwing. GalCiv 3 is weliswaar officieel uitgebracht, maar de game maakt zo geen voltooide indruk.

©PXimport

De balans van Galactic Civilizations 3 kan nog wat werk gebruiken

Uit balans

De computergestuurde tegenstanders zijn al vanaf het begin van de serie een belangrijke focus. De intelligentie van de computer behoort tot de beste van het 4X-genre, maar er valt nog steeds veel te winnen. De computer is capabel, maar heeft de neiging om passief te spelen, tenzij het een nadrukkelijk technologisch voordeel heeft. Tegen een enigszins ervaren speler delft de computer het onderspit, alleen al omdat zelfontworpen slagschepen veel effectiever zijn dan de standaardselectie. Op hogere moeilijkheidsgraden ontvangt de computer broodnodige bonussen om bij te blijven.

De balans van Galactic Civilizations 3 kan nog wat werk gebruiken. Naarmate je rijk groter groeit, wordt het moeilijker om je bevolking vrolijk te houden. Het antwoord op dit vraagstuk is het bouwen van gelukkigmakende stadions en restaurants. Het probleem is dat de moraalbonussen niet schalen met de grootte van de kaart, wat het bijzonder lastig maakt om te winnen. De voordelen die je behaalt door te kiezen voor een bepaalde ideologie - Benevolent, Pragmatic of Malevolent - zijn soms allesoverheersend tijdens een vroeg potje, zoals een perk die je direct vijf volgeladen transportschepen vol ruimtemariniers op een dienblad aanreikt. Tegen die tijd zal je tegenstander nog maar net vijf planeten bezitten en kun jij je galactisch rijk in omvang verdubbelen.

©PXimport

De campagne is schandalig kort.

Deze lange lijst van teleurstellingen en aanmerkingen maken Galactic Civilizations 3 nog geen slecht spel. Het belangrijkste symptoom van een goede turn-based strategiegame, dat 'nog-één-beurt'-gevoel, is nog altijd aanwezig. GalCiv 3 is een droom voor de speler die dolgraag elke beurt weer per planeet naar de optimale verdeling van productie, onderzoek en commercie zoekt en met elke ontdekking naar de buitengewoon uitgebreide Ship Designer rent om de beste schepen te verzinnen. Maar een onhandige interface, een matig verwezenlijkte multiplayer en kaalslag aan inhoud doen de game geen plezier.

Conclusie

Galactic Civilizations 3 speelt op veilig en komt daar grotendeels mee weg. De gigantische schaal en ongekende mogelijkheden om alles in de game aan te passen tillen de charmante game naar een hoger plan. Helaas rukken een klungelige interface, een nagenoeg uitgestorven multiplayer en ontbrekende onderdelen de game weer terug naar de middelmaat.

7/107/10Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Gamer.nl

▼ Volgende artikel
Review Teufel Boomster 4 – Krachtpatser die overal mee naartoe kan
© Wesley Akkerman
Huis

Review Teufel Boomster 4 – Krachtpatser die overal mee naartoe kan

De Teufel Boomster 4 is een draadloze, semigrote bluetoothspeaker die je thuis, onderweg of buiten kunt gebruiken. Het apparaat is groot genoeg om een kamer met muziek te vullen en compact genoeg om als een ouderwetse gettoblaster op je schouder mee te nemen.

Uitstekend
Conclusie

Hoewel de Teufel Boomster 4 niet voor iedereen de meest interessante optie is, is dit wel de beste Boomster die het Duitse bedrijf tot op heden heeft uitgebracht. We kunnen ons zelfs voorstellen dat de Boomster 4 boeiend is voor mensen die nog met een 3 rondlopen. De batterij van zijn voorganger zou inmiddels zo slecht kunnen zijn dat hij het nog geen picknick volhoudt, en dan heb je met de 4 een waardige opvolger.

Plus- en minpunten
  • Robuust ontwerp
  • Handzaam
  • Brede geluidsweergave
  • Spatwaterdicht
  • Lange accuduur
  • Best prijzig
  • Bas kan nog wat hulp gebruiken
  • Oplader niet meegeleverd

Met een adviesprijs van 349 euro is de Teufel Boomster 4 niet goedkoop (maar wel goedkoper dan zijn voorganger bij de introductie was). Het apparaat neemt het robuuste ontwerp van de Boomster 3 over en oogt zowel stoer als modern met zijn metalen grille en industriële aluminium handvat. Verder is het goed om te weten dat de behuizing spatwaterdicht is en een regenbui overleeft. Je kunt de Boomster 4 bestellen in de kleuren zwart, grijs of mintgroen.

De vertrouwde basis

De bediening is daarnaast hetzelfde gebleven. Dat betekent dat je toegang hebt tot fysieke knoppen onder een zacht rubber paneel met duidelijke feedback. Via de knoppen regel je volume, bas, afspelen en bronselectie. Net als bij het vorige model levert Teufel ook nu een infrarood afstandsbediening bij de speaker. Hiermee pas je alles op afstand aan. Dat is vooral handig voor gebruik in huis, zodat je niet steeds naar het apparaat hoeft te lopen.

©Wesley Akkerman

De Teufel Boomster 4 is bovendien meer dan een bluetoothspeaker alleen: er zit namelijk ook een radio-ontvanger in (net als bij de vorige modellen), voor zowel FM als DAB+. Dankzij multipoint bluetooth kun je bovendien twee smartphones tegelijkertijd koppelen en afwisselend de muziek regelen. Tot nu toe oogt en voelt de Teufel-speaker dus nog heel erg hetzelfde aan als je hem naast zijn voorganger zet. Wat is er dan precies nieuw aan dit model?

Vernieuwing in details

Het gaat vooral om kleinere, maar niet onbelangrijke eigenschappen. Zo kun je de Teufel Boomster 4 opladen met een usb-c-kabel. Een oplader krijg je er niet bij, maar met een beetje geluk heb je die thuis al liggen. Opladen kan voortaan met 45 watt, waardoor bijtanken lekker snel gaat. En hoewel de batterijcapaciteit er niet op vooruit is gegaan, gaat de accu toch langer mee: van 18 naar maar liefst 23 uur.

©Wesley Akkerman

Helaas is de bluetooth-versie hetzelfde gebleven als bij zijn voorganger. Voor de audio, waarover verderop meer, is dat niet zo'n probleem. Maar voor moderne bluetooth-eigenschappen, zoals Auracast, hoef je dus niet aan te kloppen bij de Teufel Boomster 4. Wel is het mogelijk om een tweede Boomster 4 te koppelen voor een betere stereoweergave. Dat kan geheel draadloos, waardoor je geen gedoe hebt met kabels. Soms zijn het de kleine dingen die het hem doen.

Teufel Boomster 4 in de praktijk

Naast bluetooth- en radiofunctionaliteit kun je ook muziek afspelen via de aux-ingang. Die poort zit, samen met de usb-c-aansluiting, achter een rubber flapje achterop, onder de uitschuifbare antenne. Voor het geluid zorgen vijf drivers (twee tweeters, twee midrange en een woofer) en twee passieve radiatoren voor een diepere bas. Dit alles wordt aangestuurd met 42 watt vermogen. Ook heb je de beschikking over de kenmerkende Teufel-technologie Dynamore.

©Wesley Akkerman

Akoestisch klinkt de Boomster 4 standaard helder, maar de bas heeft regelmatig een zetje nodig. Je kunt die eenvoudig met 6 dB verhogen (of verlagen), waardoor die dieper en voller klinkt zonder te overheersen. Stemmen en het middenbereik zijn aangenaam aanwezig en klinken natuurlijk. De hoge tonen zijn gedetailleerd, maar klinken soms wel wat kil. Misschien moet je binnen je eigen muziek-app met de equalizer spelen, maar in de basis komt hier mooi geluid uit.

Het ligt trouwens ook maar net aan de omgeving waarin je luistert. En daarmee is de grootste kracht van de Teufel Boomster 4 ook z'n achilleshiel: juist omdat je hem overal mee naartoe kunt nemen en hij op allerlei plekken goed moet kunnen klinken, blinkt het apparaat op geen enkele plek écht uit.

Het goede nieuws is dat hogere volumestanden het karakter van de muziek niet aantasten en dat de Boomster 4 overweg kan met veel verschillende (mainstream) genres, met genoeg ruimte voor detail en emotie.

©Wesley Akkerman

Teufel Boomster 4 kopen?

Hoewel de Teufel Boomster 4 niet voor iedereen de meest interessante optie is, is dit wel de beste Boomster die het Duitse bedrijf tot op heden heeft uitgebracht. We kunnen ons zelfs voorstellen dat de Boomster 4 boeiend is voor mensen die nog met een 3 rondlopen. De batterij van zijn voorganger zou inmiddels zo slecht kunnen zijn dat hij het nog geen picknick volhoudt, en dan heb je met de 4 een waardige opvolger.

▼ Volgende artikel
Philips presenteert betaalbare QD-OLED-monitor Evnia 27M2N6501L
© Philips
Huis

Philips presenteert betaalbare QD-OLED-monitor Evnia 27M2N6501L

Philips lanceert de Evnia 27M2N6501L, een 27-inch QD-OLED-monitor die hoogwaardige beeldkwaliteit combineert met een relatief scherpe prijs. Het model richt zich vooral op gamers en gebruikers die veel waarde hechten aan contrast, vloeiende actie en brede inzetbaarheid.

De monitor maakt gebruik van QD-OLED-technologie, die bekendstaat om diepe zwarttinten en hoge kleurprecisie. De QHD-resolutie levert een scherp beeld, terwijl HDR-ondersteuning en 10-bit kleurdiepte het scherm geschikt maken voor films, games en grafische software. Opvallend is dat Philips deze eigenschappen aanbiedt in een prijsklasse waar QD-OLED tot nu toe nauwelijks te vinden was.

Voor gamers biedt de 27M2N6501L een verversingssnelheid van 240 Hz, wat zorgt voor vloeiende animaties en minder haperingen bij snelle actie. De monitor is G-Sync compatible en heeft extra hulpmiddelen zoals Crosshair- en Sniper-functies en ShadowBoost, die details in donkere scènes beter zichtbaar maken. Ambiglow krijgt een AI-upgrade en past de lichtgloed achter het scherm automatisch aan op de content.

©PHILIPS | Copyright (c) 2021 Stock Unit/Shutterstock.

HDMI 2.1 maakt het mogelijk om consoles en pc's direct op maximale resolutie en snelheid te gebruiken. MultiView toont twee apparaten tegelijk, nuttig voor wie wil multitasken. Verder zijn er opties zoals LowBlue Mode en Flicker-Free, die vriendelijker zijn voor je ogen. Ook heeft deze monitor een volledig verstelbare standaard.

De Philips Evnia 27M2N6501L is direct verkrijgbaar voor een adviesprijs van 419 euro. Philips geeft drie jaar garantie op zijn OLED- en QD-OLED-schermen, inclusief burn-in-dekking.

©Philips