ID.nl logo
Galactic Civilizations 3 - Een dwergster naast GalCiv 2
© Reshift Digital
Huis

Galactic Civilizations 3 - Een dwergster naast GalCiv 2

"Galactic Civilizations 3 zit boordevol potentie om een meesterlijke turn-based strategiegame te worden", is een standaardzin die je zou verwachten aan het eind van een enthousiaste preview. Maar nu de 4X-game - een afkorting van 'Explore, expand, exploit and exterminate' - de early access-fase heeft verlaten en officieel is uitgebracht, moet GalCiv 3 het nog steeds hebben van die magische potentie.

De strategiegame wijkt nauwelijks af van zijn bewierookte formule. Als een van de eersten met de mogelijkheid om de gigantische afstanden van de Melkweg te overbruggen, ga je erop uit om de ruimte te koloniseren. Net als in de vorige delen begin je met een onderzoeksschip om vreemde verschijnselen mee te bestuderen, een kleine verkenner om het heelal in kaart te brengen en een vrachtschip vol kolonisten en de eerste beurt is direct het startschot van een wilde race om de beste planeten te claimen. Lees ook: 10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk.

Je maakt contact met andere ruimtevaarders, schudt ze de tentakel of gooit ze in de zeevruchtensoep. De gevechten zijn nog altijd een geautomatiseerde bedoening, waarbij de uitrusting van je armada de doorslag geeft. Om succes op het slagveld te garanderen, ontwerp je vervaarlijke oorlogschepen vol met lasers, raketten en kanonnen, en bouw je de oorlogsmachines - al dan niet in de vorm van een breed grijnzende badeend - in reusachtige scheepswerven die in een baan rond de planeet hangen. Of je kiest voor een vredelievende route, door de planeten van je tegenstander met jouw superieure cultuur ertoe te verleiden zich bij je aan te sluiten.

De hele game is doordenkt van een humoristisch sausje met een hoog gehalte aan vette knipogen. Zeker bij de beschrijvingen van de morele keuzes die je krijgt bij het koloniseren van nieuwe planeten en de uitleg bij de tientallen technologieën die je kunt ontdekken valt er genoeg te lachen. Zo draait het hele bestaan van de oorlogszuchtige Drengin om slaven, die ze gebruiken voor productie, onderzoek en hun dieet. De korte beschrijvingen van het onderzoek weerspiegelen vervolgens de bloeddorstige filosofie van deze interstellaire pestkoppen. Elk ras heeft unieke techs in zijn repertoire, die uitnodigen tot een specifieke speelstijl.

©PXimport

De strategiegame wijkt nauwelijks af van zijn bewierookte formule.

Ik doop u Sterrekruiser Hr. Ms. Kwak

Dat ontwikkelaar Stardock dicht bij zijn succesformule blijft, is te begrijpen. De opzet is helder, de middelen zijn duidelijk en de beurten vliegen voorbij. De vernieuwingen van Galactic Civilizations 3 bevinden zich vooral onder de motorkap. Zo ondersteunt de game tientallen spelers en kan het spel onvoorstelbaar grote kaarten presenteren voor games die makkelijk weken in beslag nemen. Op de grootste varianten duurt het honderden beurten voordat je het eerste teken van intelligent buitenaardse leven opmerkt. Voor kaarten van dergelijke omvang heb je wel een stevige voorraad aan werkgeheugen nodig en zeker met meer dan zeven computerspelers neemt de wachttijd tussen beurten toe. Je kunt de Melkweg uitgebreid naar eigen smaak aanpassen: de verdeling van sterren, de vorm van het sterrenstelsel, de levensvatbaarheid van planeten, noem maar op.

De vrijheid om het spel naar wens aan te passen vormt de rode lijn van Galactic Civilizations 3. De uitzonderlijk uitgebreide Ship Designer steelt wat dat betreft de show. De meegeleverde ontwerpen behoren al tot de mooiste van het genre, maar je kunt met het nodige geduld zelf de mooiste ruimteschepen ontwerpen, waarbij je een uitgebreid palet aan onderdelen tot je beschikking hebt. Elk onderdeel kun je naar hartenlust vergroten, draaien, uitrekken, spiegelen en laten ronddraaien. Naast de acht rassen die de catastrofale gebeurtenissen van GalCiv 2 hebben overleefd, staat het je bovendien vrij om zelf ruimtevarende volkeren te ontwerpen en je eigen portretten en achtergrond te importeren.

De kille zwarte leegte van een multiplayerlobby

Waar Stardock meer ambitie toont, is de toevoeging van multiplayer, een unicum in de serie. Dankzij de spiksplinternieuwe engine is het mogelijk om met tientallen spelers tegelijk een grootse pot te spelen op kaarten die uren kosten om te doorkruisen. Jammer genoeg is er online vrijwel niemand te vinden om mee te spelen. Een enkele keer zien we een eenzame speler moedig wachten in een potje voor acht spelers, soms zelfs twee. Misschien is dat maar goed ook, om twee redenen. Allereerst liggen crashes op de loer naarmate een multiplayergame vordert. Vervelend, maar helaas ook de norm voor het hele genre. Ten tweede laat de implementatie van de multiplayermodus zelf ook veel te wensen over. Je kunt geen tijdslimiet instellen voor een beurt - een vereiste als je met onbekenden speelt - en je kunt geen wachtwoord instellen als je juist met vrienden wilt spelen.

©PXimport

Het is mogelijk om met tientallen spelers tegelijk een grootse pot te spelen

Ook de interface grijpt net naast een goede uitvoering. Ten opzichte van GalCiv 2 is Galactic Civilizations 3 veel beter in het geven van een overzicht, dankzij de kolom met details over planeten of schepen aan de rechterzijde van het scherm. De ruimtelijke scheepswerven, die producten ontlenen aan maximaal vijf nabijgelegen planeten, zijn ook een slimme vondst. Niet alleen zijn ze een interessant doel om aan te vallen, maar ze stroomlijnen ook het productieproces. Aan de andere kant is het nergens mogelijk om al de getoonde informatie fatsoenlijk te sorteren of te filteren. Elk ras begint met ruim dertig ontwerpen, maar het is niet te volgen hoe ze zijn gerangschikt in het productiescherm. De verschillende icoontjes die in een oogopslag iets duidelijk moeten maken slagen daar vaak niet in en bij veel technologieën is het regelmatig onduidelijk of een bonus geldt voor een specifiek gebouw, de gebouwen van dezelfde klasse of alle constructies in het algemeen.

Van de gouden standaard af

Nadat we verwend zijn door de fenomenale interface van Endless Legend, stelt die van Galactic Civilizations 3 vooral teleur. Veel van onze bezwaren - dubbelklik start productie, maar om te stoppen moet je op 'cancel' klikken - kunnen we naast ons neerleggen, maar waar de game begint te vervelen is het voortdurende micromanagement van je kolonies. Elke planeet waar je een vlag op plant bevat meerdere vakjes waar je gebouwen op neerzet. Een interessante mechaniek is dat sommige gebouwen zwaarwegende bonussen geven als je ze naast elkaar plaatst. Dit is een zegening voor iedereen die met plezier het maximale uit zijn of haar galactische beschaving haalt. Maar naarmate je rijk groeit, wordt het belang van optimalisatie steeds kleiner en neemt de werkdruk toe. We zouden een moord plegen voor wat computergestuurde ondersteuning, zoals een geautomatiseerde focus op bijvoorbeeld onderzoek.

Het blijft moeilijk om niet aan deel twee te denken. Na twee uitbreidingen stond GalCiv 2 bol van alle inhoud en spelmechanieken en daarmee vergeleken lijkt GalCiv 3 bijna een nieuwe Sims. Concepten als spionage en politiek zijn verdwenen en van in ieder geval het eerstgenoemde is bekend dat deze later in een dlc zijn opwachting maakt. De campagne is schandalig kort. Je moet het doen met slechts drie kleinschalige missies, niet eens een vijfde van de campagne van het tweede deel - en dan laten we de uitbreidingen buiten beschouwing. GalCiv 3 is weliswaar officieel uitgebracht, maar de game maakt zo geen voltooide indruk.

©PXimport

De balans van Galactic Civilizations 3 kan nog wat werk gebruiken

Uit balans

De computergestuurde tegenstanders zijn al vanaf het begin van de serie een belangrijke focus. De intelligentie van de computer behoort tot de beste van het 4X-genre, maar er valt nog steeds veel te winnen. De computer is capabel, maar heeft de neiging om passief te spelen, tenzij het een nadrukkelijk technologisch voordeel heeft. Tegen een enigszins ervaren speler delft de computer het onderspit, alleen al omdat zelfontworpen slagschepen veel effectiever zijn dan de standaardselectie. Op hogere moeilijkheidsgraden ontvangt de computer broodnodige bonussen om bij te blijven.

De balans van Galactic Civilizations 3 kan nog wat werk gebruiken. Naarmate je rijk groter groeit, wordt het moeilijker om je bevolking vrolijk te houden. Het antwoord op dit vraagstuk is het bouwen van gelukkigmakende stadions en restaurants. Het probleem is dat de moraalbonussen niet schalen met de grootte van de kaart, wat het bijzonder lastig maakt om te winnen. De voordelen die je behaalt door te kiezen voor een bepaalde ideologie - Benevolent, Pragmatic of Malevolent - zijn soms allesoverheersend tijdens een vroeg potje, zoals een perk die je direct vijf volgeladen transportschepen vol ruimtemariniers op een dienblad aanreikt. Tegen die tijd zal je tegenstander nog maar net vijf planeten bezitten en kun jij je galactisch rijk in omvang verdubbelen.

©PXimport

De campagne is schandalig kort.

Deze lange lijst van teleurstellingen en aanmerkingen maken Galactic Civilizations 3 nog geen slecht spel. Het belangrijkste symptoom van een goede turn-based strategiegame, dat 'nog-één-beurt'-gevoel, is nog altijd aanwezig. GalCiv 3 is een droom voor de speler die dolgraag elke beurt weer per planeet naar de optimale verdeling van productie, onderzoek en commercie zoekt en met elke ontdekking naar de buitengewoon uitgebreide Ship Designer rent om de beste schepen te verzinnen. Maar een onhandige interface, een matig verwezenlijkte multiplayer en kaalslag aan inhoud doen de game geen plezier.

Conclusie

Galactic Civilizations 3 speelt op veilig en komt daar grotendeels mee weg. De gigantische schaal en ongekende mogelijkheden om alles in de game aan te passen tillen de charmante game naar een hoger plan. Helaas rukken een klungelige interface, een nagenoeg uitgestorven multiplayer en ontbrekende onderdelen de game weer terug naar de middelmaat.

7/107/10Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Gamer.nl

▼ Volgende artikel
Review Ring Outdoor Cam Pro – Interessant, maar niet voor iedereen
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Ring Outdoor Cam Pro – Interessant, maar niet voor iedereen

De Ring Outdoor Cam Pro is een redelijk prijzige, slimme beveiligingscamera voor buiten die flink wat in zijn mars heeft. Het apparaat kost 199,99 euro en daar komt – waarschijnlijk – nog maandelijks een abonnement bovenop.

Goed
Conclusie

De Ring Outdoor Cam Pro biedt fijne hardware, waaronder 4K-video met 10x digitale zoom (die nog redelijk acceptabel is ook). De installatie is eenvoudig, maar de camera mist wel de nodige smarthome-integraties (waardoor hij dus niet voor iedereen even handig is). Bovendien is hij aan de prijzige kant en heb je voor het optimale gebruik een abonnement nodig, waardoor je maandelijks of jaarlijks terugkerende kosten hebt. Daardoor betaal je hier meer voor dan bij Eufy, en daarom is de Outdoor Cam Pro alleen interessant als je al andere Ring-producten hebt.

Plus- en minpunten
  • Goede beeldkwaliteit
  • Nachtzicht met of zonder kleur
  • Installatie zo gepiept
  • Beschermd tegen weer en wind
  • Geen invloed op beeldkwaliteit
  • Abonnement voelt bijna nodig
  • Mist smarthomefuncties
  • Geen lokale opslagopties

De nieuwe Ring Outdoor Camera Pro heeft een compact, stabiel en minimalistisch ontwerp waardoor je hem direct als een Ring-apparaat herkent. Dankzij de compacte afmetingen kun je hem subtiel aan de muur ophangen. Je bent verzekerd van bescherming tegen weer en wind (een IP-rating is niet bekend) en er is een extra afdekking voor de kabelaansluitingen. Ring levert de camera daarnaast met een kogel-gelagerde muurbeugel en montagemateriaal. De stroomvoorziening verloopt via de usb-c-kabel achterop; dit is helaas geen model met eigen batterij.

De installatie is, zoals gebruikelijk bij Ring, snel en ongecompliceerd. Je maakt verbinding via wifi na het scannen van de QR-code en over het algemeen is de verbinding stabiel. We hebben gedurende de testperiode geen storingen opgemerkt. Mocht je de camera willen ophangen, dan moet je wel zelf even een gaatje boren; daar zit voornamelijk het werk in. In de doos zit overigens alles wat je nodig hebt om dat te doen. Denk dan aan die eerdergenoemde muurbeugel, maar ook aan alle schroeven en dergelijke. Je hoeft alleen de boor er zelf bij te pakken.

©Wesley Akkerman

Weinig zeggenschap over het beeld

De Ring Outdoor Cam Pro heeft een 4K-resolutie en een brede kijkhoek van 140 graden. Overdag zorgen natuurlijke kleuren en HDR-ondersteuning ervoor dat details en gezichten duidelijk herkenbaar blijven, zelfs bij tegenlicht. 's Nachts schakelt de camera automatisch over op helder zwart-witbeeld dankzij infrarood. Het systeem is bovendien in staat nachtvisie in kleur te leveren, maar daarvoor is er wel voldoende licht nodig. Hij schakelt automatisch van stand op basis van de hoeveelheid licht; je kunt helaas niet zelf bepalen of je in kleur of zwart-wit filmt.

Ring maakt verder gebruik van betrouwbare bewegingsdetectie, waarbij je via de app zones kunt instellen om vals alarm te voorkomen. De Ring Outdoor Cam Pro heeft 3D-bewegingsdetectie en Bird's Eye View (een typische Ring-uitvinding) voor nauwkeurige afstandsmetingen en het volgen van bewegingen. Met een Ring Protect-abonnement krijg je toegang tot geavanceerde herkenning van personen, dieren en voertuigen. Voor zaken als tweewegcommunicatie en de live-feed hoef je gelukkig niet in de buidel te tasten.

Het gebrek aan kleur komt door de mist.

Verplichte cloudopslag

Over het abonnement gesproken: daarmee krijg je ook nog toegang tot een uitgebreide videohistorie. Dat kost je wel minimaal 3,99 euro per maand. De opgenomen beelden blijven dan voor 180 dagen bewaard. Een belangrijk punt blijft echter de cloud-exclusiviteit; Ring maakt het nog steeds niet mogelijk om beelden lokaal op te slaan. Je bent dus verplicht een abonnement af te nemen als je je huisbeveiliging een beetje serieus neemt. De app faciliteert wel een overzichtelijk rechtenbeheer voor gezinsleden en waarschuwt bij allerlei ongeregeldheden.

De Ring-camera integreert tot slot met Alexa (de slimme assistent van Amazon) en IFTTT (een gratis en eenvoudige service voor smarthome-automatiseringen), maar mist helaas ondersteuning voor Google Home en Apple HomeKit (zoals dat al jaren het geval is). Via de Ring-app, beschikbaar voor Android en iOS, heb je de controle over de instellingen, inclusief het in- of uitschakelen van de sirene en bewegingsdetectie. De app toont een overzicht van gebeurtenissen en maakt het mogelijk voorgeprogrammeerde berichten af te spelen voor je bezoekers.

Van links naar rechts: infraroodnachtzicht, nachtzicht met kleur en nachtzicht zonder infrarood.

Lees ook onze review van de Ring Floodlight Cam Pro (2e gen)

Ring Outdoor Cam Pro kopen?

De Ring Outdoor Cam Pro biedt fijne hardware, waaronder 4K-video met 10x digitale zoom (die nog redelijk acceptabel is ook). De installatie is eenvoudig, maar de beveiligingscamera mist wel de nodige smarthome-integraties (waardoor hij dus niet voor iedereen heel handig is). Bovendien is hij aan de prijzige kant en heb je voor het optimale gebruik een abonnement nodig, waardoor je maandelijks of jaarlijks terugkerende kosten hebt. Daardoor betaal je hier meer voor dan bij Eufy, en daarom is de Outdoor Cam Pro alleen interessant als je al andere Ring-producten hebt.

▼ Volgende artikel
Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)
© Halfpoint - stock.adobe.com
Mobiliteit

Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)

Wist je dat er dagelijks tussen de 200 en 300 e-bikes gestolen worden? Als jij een elektrische fiets hebt, doe je er natuurlijk alles aan om dat te voorkomen. Maar zelfs wanneer je hem met meerdere sloten vastzet, is dat geen garantie dat dieven hem laten staan. Wordt je fiets toch gestolen, dan kan een tracker helpen om hem terug te vinden. Alleen: waar verstop je zo'n tracker het best, en welke systemen werken echt goed?

Dit artikel in het kort

📡Het verschil: bluetooth vs. GPS-trackers (en wat jij nodig hebt)
📡De 6 populairste plekken om een zender onzichtbaar te monteren
📡Wanneer moet je kiezen voor een gespecialiseerd systeem met abonnement?

Twee soorten trackers: bluetooth vs. GPS

Voordat je een tracker koopt, is het belangrijk om het onderscheid te kennen tussen de twee systemen die op de markt zijn. Het verschil zit hem vooral in de techniek en de prijs.

  1. Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag): Deze zijn goedkoop (20 tot 40 euro) en compact. Ze hebben geen eigen internetverbinding of GPS, maar 'liften mee' op het signaal van telefoons van voorbijgangers.

  2. GPS-trackers: Ze hebben een ingebouwde simkaart en een eigen GPS-module. Ze zenden zelfstandig hun locatie uit, waar ze ook zijn, maar vereisen vaak wel een abonnement.

Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag of goedkopere varianten) zijn inmiddels overal verkrijgbaar. De werking is heel simpel: de tracker zendt een bluetooth-signaal uit dat wordt opgepikt door smartphones van toevallige voorbijgangers. Die telefoons sturen vervolgens anoniem de locatie door via hun eigen internetverbinding. In drukke stadscentra werkt dit vaak prima, omdat er altijd wel iemand in de buurt is.

AirTag in je fiets? Dit zijn de nadelen en risico's

Rene Bolt is Chief Technology Officer bij Conneqtech, een bedrijf dat trackingsystemen voor e-bikes ontwikkelt. Volgens de expert is er op zich weinig mis met voordelige trackers, al laten de prestaties vaak te wensen over: bij budgetmodellen is de batterij vaak al na een maand leeg of blijkt de locatiebepaling onnauwkeurig, zegt hij.

Het grootste probleem zit hem volgens Bolt echter in het ontwerp. Een AirTag is bedoeld voor zoekgeraakte sleutels of tassen, niet voor gestolen fietsen. Dat brengt een onbedoeld risico met zich mee: om stalking te voorkomen, waarschuwt Apple automatisch mensen die ongewild gevolgd worden. "Een fietsendief wordt dus ook genotificeerd als er een onbekende AirTag meereist", waarschuwt Bolt. "Als hij een iPhone heeft, geeft die een alarm af en kan hij de tracker zelf opsporen."

🚲Lees ook: In 7 stappen de juiste e-bike-verzekering

©wachiwit - stock.adobe.com

View post on TikTok

Populaire verstopplekken

Juist omdát een dief vroeg of laat een melding op zijn telefoon kan krijgen, is de verstopplek cruciaal. Je wilt immers voorkomen dat hij het zendertje binnen tien seconden van je fiets plukt en weggooit. Wil je ondanks de risico's toch een bluetooth-tracker gebruiken? Zorg dan dat hij extreem moeilijk te vinden is. Populaire verstopplekken zijn onder meer een opbergvakje onder het zadel, de bidonhouder, een fietsbel, een fietstas, een fietsmand of bak, of - bij modellen met brede banden - tussen band en velg.

De meeste trackers geven een prima signaal af wanneer je ze verstopt achter de kunststof onderdelen van je fiets. "Wat je vooral niet moet doen, is de tracker inkapselen in metaal", legt Rene uit. "Het klinkt slim om een tracker binnenin het fietsframe te stoppen, maar waarschijnlijk kun je hem dan helemaal niet traceren."

Meer weten? Check dan: Zo vind je de beste GPS-tracker voor je e-bike

Fietsslot voor je e-bike: dit zijn 5 goede opties

Een tracker is vooral bedoeld voor wanneer je fiets al gestolen ís, maar dat wil je natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Een goed slot dus:

ART-keurmerk: Het slot moet minimaal ART-2 gecertificeerd zijn (2 sterren).
Tweede slot: Veel verzekeraars verplichten tegenwoordig een tweede slot (ketting- of beugelslot) waarmee je de fiets aan de 'vaste wereld' (zoals een lantaarnpaal) vastzet.
Lengte:
Kies een ketting of vouwslot van minimaal 85 tot 100 cm, zodat je hem makkelijk ergens aan vastmaakt.

1. AXA Defender:Het klassieke ringslot dat op heel veel e-bikes standaard zit. Oersterk, ART-2 gekeurd en makkelijk uit te breiden met een insteekketting.
2. ABUS Iven Chain 8210: Deze ketting van 110 cm is van gehard staal, maar heeft een flexibele hoes die lakschade aan je fiets voorkomt. Uiteraard ART-2.
3. AXA Fold Ultra 90:Een compact alternatief voor de zware ketting. Dit vouwslot is makkelijk mee te nemen in de houder op je frame en vouwt uit tot 90 cm. Voldoet aan de ART-2 norm.
4. AXA Newton Promoto+ 2: Dit slot is ontwikkeld voor scooters, maar dankzij de ART-2 certificering perfect (en extra veilig) voor je e-bike. Voorzien van een neopreen hoes en geharde schakels.
5. AXA Absolute 9-90: Een modern kettingslot dat speciaal is ontworpen voor dagelijks gebruik. De '9-90' staat voor schakels van 9 mm dik en een lengte van 90 cm. Handig in gebruik en ART-2 gecertificeerd.

Netwerk en dekking

Ook de dekking van standaard winkeltrackers is niet altijd optimaal. Bolt noemt de techniek van Apple slim: doordat de locatie wordt bepaald via iPhones in de buurt, werkt het systeem perfect in de bebouwde kom of op drukke plekken. Zodra je de stad verlaat, is het een ander verhaal. In rustigere gebieden zijn er immers minder telefoons om verbinding mee te maken. "Zodra ik buiten de stedelijke omgeving kom," ziet hij in de praktijk, "loopt het signaal direct achter."

©Sebastian Rothe

Gespecialiseerd e-bike-trackers

Voor wie zekerheid wil, raadt Rene Bolt een gespecialiseerde e-bike-tracker aan. Deze systemen vertrouwen niet alleen op bluetooth, maar hebben ook een eigen internetverbinding én GPS. Een drievoudig systeem voor locatietracking dus.

Bekende voorbeelden zijn de Tracefy Bike Tracker of de AXA-IN Smart Guard (ontwikkeld door Conneqtech). Doordat ze meerdere technieken combineren, leveren ze bijna constant een sterk signaal, ongeacht waar de fiets staat. Via een app kunnen eigenaren hun fiets daardoor altijd volgen..

Keurmerk

Deze professionele trackers zijn wel een investering: gemiddeld ben je zo’n 200 euro kwijt aan installatie, plus een jaarlijks abonnement van een paar tientjes. “Toch biedt het wel een hoop waar voor je geld”, verdedigt Bolt de prijs. "We hebben een keurmerk elektronische e-bikebeveiliging van Kiwa en werken ook met verzekeraars samen die bij de duurdere e-bikes een tracker van deze kwaliteit verplichten."

Bescherm je e-bike tegen diefstal met een stevig fietsslot

En maak het dieven niet te gemakkelijk!

Aangifte en opsporing

Mocht je fiets onverhoopt toch gestolen worden, dan is aangifte doen altijd de eerste stap. Dit is verplicht voordat je bij de verzekeraar kunt aankloppen. Verzekeringsmaatschappijen werken vaak samen met particuliere beveiligingsorganisaties die gespecialiseerd zijn in het terugvinden van fietsen. "Je hebt dan een goede kans dat ze je e-bike terugvinden, maakt niet uit waar hij naartoe is vervoerd", aldus Rene.

Deze professionele opsporingsteams werken overigens liever niet met trackers zoals de AirTag, omdat het delen van locatiegegevens daarbij veel omslachtiger is dan bij een gespecialiseerde tracker. Omdat e-bikes met professionele systemen zo goed gemonitord worden, krijgen ze vaak een waarschuwingssticker op het frame. Zo weten dieven direct dat er ergens een zender verstopt zit. Dit kan al een afschrikwekkend effect hebben.

©Rostislav Ageev

Budgetoptie

Wil je niet de hoofdprijs betalen voor beveiliging? Dan kun je voor minder dan tien euro al online een eenvoudige bluetooth-tracker kopen, soms zelfs inclusief slimme opbergaccessoires. Bedenk wel dat hier een risico aan zit: als de fietsendief zelf een iPhone heeft, krijgt hij mogelijk automatisch een melding dat jouw tracker met hem meereist.