ID.nl logo
Crystal Dynamic speelt het vooral op safe met Marvel’s Avengers’ Spider-Man
© Reshift Digital
Huis

Crystal Dynamic speelt het vooral op safe met Marvel’s Avengers’ Spider-Man

Spider-Man is misschien wel de grootste superheld van dit moment. Met Spider-Man: No Way Home binnenkort in de bioscopen en Spider-Man 2 in ontwikkeling bij Insomniac Games gaan we de komende tijd genoeg zien van het personage. Daarom is het ook meer dan logisch dat hij (éindelijk) aan Marvel’s Avengers wordt toegevoegd . Ruan ging even bij Crystal Dynamics kijken hoe deze versie van de spinnenmans zich verhoudt tot andere versies.

Marvel’s Avengers is nogal een probleemkindje onder de Marvel-games. Spider-Man voor PlayStation 4 was een groot succes, het recent uitgekomen Guardians of the Galaxy lijkt aardig in de smaak te vallen en ook de Wolverine-trailer werd online bejubeld. Avengers werd vooral bekritiseerd door de grindy online gameplay. Toegegeven: ik heb mijzelf prima vermaakt met de game, offline en online, al was dat wel voor korte tijd. Naast prima combat biedt de game weinig variatie, want elke superheld speelt behoorlijk hetzelfde. Het is dan ook jammer dat deze Spider-Man daar ook onder valt.

Veel gekeken bij Insomniac

De grote vraag die iedereen waarschijnlijk heeft, is hoe deze Spider-Man speelt en slingert ten opzichte van zijn Insomniac-tegenhanger. Crystal Dynamics heeft overduidelijk afgekeken bij Insomniac, want het rondslingeren en -springen kent veel gelijkenissen, maar dan minder strak uitgewerkt. Deze Spider-Man probeert zijn webben wel aan gebouwen vast te maken, maar als dat mislukt plakken ze net als vroeger gewoon aan het luchtledige. Dat voelt enigszins nostalgisch, maar vooral teleurstellend als je Insomniacs Spider-Man gewend bent. Daar komt ook bij kijken dat het slingeren zelf bij lange na niet zo vloeiend en snel voelt als in die game. De animaties zijn in orde, maar niet ultrasoepel.

Wel kun je dezelfde dingen als Insomniacs Spidey, zoals wall runnen of ‘zippen’ naar de rand van een muur. Maar ook daarbij gaat alles nét wat minder soepel dan je gewend bent. Daar houden de meeste vergelijkingen ook op. Deze Spidey is een typische Spider-Man zonder veel lagen. Je zou kunnen zeggen dat Crystal Dynamics het op safe heeft gespeeld.

Knokken, knokken en nog eens knokken

Voor wie Marvel’s Avengers heeft gespeeld, weet dat de gameplay vooral bestaat uit knokken. Zelfs helden als Hawkeye of Iron Man, die vaak minder vaak hun vuisten gebruiken, zie je meer knokken dan op afstand schieten. Dat is gewoon hoe Avengers in elkaar steekt, en bij Spider-Man is dat niet anders. Nu is Spider-Man zeker een geschikt personage voor vuistgevechten, maar soms had ik gewoon meer web stuff willen zien. Dat komt ongetwijfeld weer door Insomniacs soepele vechtsysteem, maar aan die vergelijking ontkom je nu eenmaal niet. Je knokt veel meer dan dat je aan het rondslingeren en webben bent.

Dat wil niet zeggen Spideys web helemaal niet gebruikt. Sommige bewegingen betreffen namelijk een statusaanval: als het bijbehorende balkje gevuld is, worden vijanden ‘gewebd’ en kunnen ze een tijdje niet bewegen - eenlogische maar niet verrassende toevoeging. Spider-Man kan met z’n web ook snel dichtbij vijanden komen of door kleine stukjes web te vuren juist lekker op afstand te blijven. Een van zijn speciale vaardigheden is een granaat gooien die meteen iedereen in de directe omgeving ‘webbed’ maakt.

Zijn verdedigende vaardigheid is Spider-Sense, waarmee zijn Peter Tingle een boost krijgt. Hierdoor kan hij met een druk op de knop vele aanvallen perfect ontwijken, wat hem weer een defense boost geeft. Tot slot heb je de Web Wrecking Ball. Spidey maakt daarbij een grote bal die hij na een grandioze salto voor zich neersmijt. Naast veel schade krijgt iedereen daaromheen ook de web-status. De combat voelt al met al heel acrobatisch en snel. Hij lijkt het meest op Black Widow qua gameplay, en die vond ik persoonlijk verrassend fijn spelen.

©PXimport

Peter PlayStation

Dat alles wordt geïntroduceerd middels het ‘With Great Power’-evenement. Hoewel er hoop was op een goed verhaal, lijkt dat toch een beetje tegen te vallen. Peter Parker werkt namelijk als stagiair bij AIM en merkt dat het bedrijf niet helemaal zuiver is (no shit, sherlock). Hij komt uiteindelijk in contact met de Avengers en samen besluiten ze het kwaad te bestrijden.

Dat klinkt heel standaard, en dat is het eigenlijk ook. Het is jammer dat Crystal Dynamics niet voor een wat meer uitgewerkt verhaal is gegaan. Daarbij zijn er geen nieuwe gebieden en spelen missies zich dus in bekende omgevingen af. Ook hier lijkt het erop dat Crystal Dynamics het wederom op safe gespeeld heeft. En dat is misschien een meevaller voor mensen die op pc of Xbox spelen, want Spider-Man wordt exclusief voor PlayStation-eigenaren beschikbaar.

Daar moeten we het nog wel even over hebben: het is jammer dat een Marvel-game op twee platformen een van de grootste, bekendste helden niet zal krijgen. Hoewel ik voorstander ben voor exclusieve games, vind ik dat multiplatformgames gelijke content moeten ontvangen. Dat is niet alleen eerlijk, het is ook belangrijk voor het vooruit stuwen van cross-play, iets wat de game nog altijd mist en zeker kan gebruiken.

©PXimport

Voor PlayStation-eigenaren staat er in ieder geval een aardige nieuwe toevoeging te wachten. Spider-Man zal verschijnt met een hoop outfits, waaronder Spider-Man Noir en Secret Wars-outfits. Gelukkig gaat Crystal Dynamics de game ook een beetje op de schop gooien. Zo maken ze het upgraden van modules makkelijker en geven ze spelers manieren om betaalde outfits voor niks vrij te spelen. Samen met een compleet nieuwe Raid en onze Spinnenmans lijkt Crystal Dynamics nog niet klaar te zijn met Marvel’s Avengers. Het mag dan niet de Spider-Man zijn die we gewend zijn (en stiekem ook willen), het blijft Spider-Man.

Spider-Man en de nieuwe Klaw Raid verschijnen op 30 november in een gratis update. 

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen