ID.nl logo
Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?
© https://ethereumcode.io/
Huis

Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?

Ze zitten in je auto, in je magnetron, in je wasmachine, maar ook in je pc, en ze vormen het hart van de Arduino- en ESP32-ontwikkelbordjes: microcontrollers. Onzichtbaar op de achtergrond wordt bijna ons hele leven erdoor draaiende gehouden. Welke microcontrollers bestaan er en hoe werken ze precies?

Als je een maaltijd in je magnetron zet, kies je de juiste tijd en instellingen en zet je hem aan. Aan het einde zegt je magnetron ‘ping!’ en is je maaltijd opgewarmd.

Heb je je al eens afgevraagd hoe dat werkt? Eigenlijk zit er in je magnetron een hele (kleine) computer die een programmaatje afwerkt dat enerzijds reageert op de knoppen en anderzijds, als je dat hebt, op het lcd-scherm. Ook stuurt de computer de elektronenbuis aan die de maaltijd met microgolven verwarmt. Die kleine computer is een microcontroller. Je hebt er waarschijnlijk tientallen in huis.

Een microcontroller is een chip die eigenlijk een hele computer in één pakket behuist. Daarin zitten een processor, geheugen (ram en rom) en allerlei poorten naar de buitenwereld. Terwijl je bij een gemiddelde processor voor je desktopcomputer dus nog een heel moederbord, ram-geheugen en storage nodig hebt om er iets nuttigs mee te doen, heb je bij een microcontroller slechts een beperkt aantal externe componenten nodig. Wat weerstanden en condensatoren zijn doorgaans voldoende voor een werkende microcontroller-opstelling.

Die verregaande integratie in een microcontroller is mogelijk omdat dit geen chip is voor flexibele apparaten, zoals pc’s. Microcontrollers zijn ontworpen om specifieke toepassingen uit te voeren, zoals in een magnetron, een pinautomaat, een wasmachine of een pacemaker. Een laag stroomverbruik en een lage kostprijs zijn voor die toepassingen belangrijk.

Lage prestaties met hoge impact

Low-end microcontrollers hebben dan ook een processorsnelheid van maar enkele MHz en slechts enkele kilobytes ram-geheugen. Kijk bijvoorbeeld naar de Arduino Uno, een populair ontwikkelbordje om mee te experimenteren. De microcontroller op dat bordje is de AVR ATmega328P. Die werkt op een kloksnelheid van 16 MHz, heeft 2 KB sram, 1 KB eeprom en 32 KB flashgeheugen.

Vergeleken met de gigahertzen, gigabytes en terabytes die we op onze pc’s gewend zijn, lijken die specificaties ondermaats. Maar toch kun je hiermee ongelooflijk veel projecten aansturen: muziekinstrumenten, robotautootjes, weerstations, je planten automatisch water geven... Je kunt het zo gek niet bedenken of iemand heeft het al weleens met die kleine ATmega328P gedaan.

Microcontroller of SoC? Waarschijnlijk heb je ook al gehoord van een system-on-a-chip (SoC), wat op het eerste gezicht hetzelfde lijkt: een processor geïntegreerd met andere componenten. De grens tussen wat we als een microcontroller beschouwen en wat als een SoC is nogal vaag. Maar doorgaans is een SoC met een snellere processor uitgerust, heeft die meer ram en bevat hij mogelijk radiochips (wifi en/of mobiel netwerk) of een ingebouwde gpu.  Alle smartphones en tablets zijn dan ook gebouwd rond een SoC, maar ook de Raspberry Pi, apparaten zoals een nas en slimme luidsprekers. Ook de Apple M1 is een SoC: deze integreert een arm-processor, ram, gpu, image-signal-processor, Secure Enclave (een coprocessor voor veilige opslag van sleutels) en controllers voor NVMe en thunderbolt 4.

Pinnetjes

Als je een low-end microcontroller zoals een ATmega328P van een Arduino Uno ziet, is het eerste wat opvalt de pinnetjes die eruit steken. Elk van die pinnetjes heeft een functie. Sommige sluit je aan op een voeding, zodat de chip stroom krijgt, maar de meeste dienen om met de omgeving te communiceren.

Komt de chip in een dip-behuizing, dan kun je die pinnetjes eenvoudigweg in een breadboard prikken. Door dan jumperwires in een gaatje in dezelfde rij als een pin te steken, verbind je het draadje met die pin. Op die manier bouw je eenvoudig elektronische schakelingen op met componenten die met de microcontroller kunnen communiceren.

Een Arduino Uno-bordje is dan eigenlijk gewoon een printplaatje waarop de ATmega328P is geplaatst en alle pinnetjes verbonden zijn met ofwel de headers op het bordje, ofwel met andere componenten van het printplaatje, zoals de spanningsregelaar, statusleds en de resetknop. Je kunt het eigenlijk vergelijken met een moederbord voor een processor: een Arduino Uno maakt een ATmega328P-microcontroller alleen wat handiger om te gebruiken en om andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

De eenvoudigste manier om met een microcontroller te communiceren is wat we GPIO noemen (general-purpose input/output). Elke GPIO-pin kunnen we aansturen door een bit op een specifiek adres in het geheugen van de microcontroller op 1 of 0 te zetten. Schrijven we er 1 naar, dan wordt een spanning van bijvoorbeeld 5 V over de pin gelegd; schrijven we er 0 naar, dan wordt de spanning 0 V.

Als je dan bijvoorbeeld tussen die pin en 0 V een led en een weerstand plaatst, gaat de led aan wanneer je 1 naar de pin schrijft en uit wanneer je er 0 naar schrijft. Bij een 1 vloeit er immers een stroom van 5 V naar 0 V. De weerstand dient om de stroom te beperken tot wat de led aankan.

Ook in de andere richting werkt dat. Als je de GPIO-pin als invoer configureert, zal de microcontroller de spanning die je aan de pin aanlegt (5 V of 0 V) interpreteren als een 1 of 0. Op die manier sluit je een knop aan op de pin. Druk je de knop in, dan maakt die intern een verbinding tussen 5 V en de pin van de microcontroller, waardoor die een 1 registreert. 

Laat je de knop los, dan wordt er doorgaans via een pull-downweerstand voor gezorgd dat de pin verbonden is met 0 V en dus een 0 registreert. Op dezelfde manier sluit je een PIR-sensor voor aanwezigheidsdetectie aan: de pin registreert dan 1 als de sensor iemand waarneemt en anders 0.

Protocols en bussen

Telkens 1 bit in of uit de microcontroller sturen, is voldoende voor eenvoudige toepassingen, maar vaak heb je complexere vormen van communicatie nodig. Daarvoor zijn er allerlei protocollen ontwikkeld. Bijvoorbeeld UART (universal asynchronous receiver-transmitter), een protocol voor seriële communicatie waarbij je bytes in twee richtingen kunt sturen. 

Het protocol beschrijft hoe je de opeenvolgende bits moet sturen. Zo bestaan er UART-modules die je in een usb-poort van je pc kunt steken. Communiceren met de microcontroller doe je dan door de RX-pin van de microcontroller met de TX-pin van de UART-module te verbinden en andersom: RX staat voor receive en TX voor transmit.

Voor communicatie met meerdere componenten, zoals sensoren, externe geheugens en schermen, maak je meestal gebruik van een bus zoals I²C (Inter-Integrated Circuit, uitgevonden door Philips) en SPI (Serial Peripheral Interface). I²C wordt ook wel Two-Wire genoemd, omdat er twee pinnen worden gebruikt: SDA om de seriële data door te sturen en SCL om een kloksignaal te sturen. 

SPI (ook weleens Four-Wire genoemd) heeft vier pinnen: SCLK voor de klok, MOSI voor communicatie van de master (meestal de microcontroller) naar de slave en MISO voor de andere richting, en SS om te selecteren met welke slave de master spreekt. Voor elke slave heb je een extra pin SS nodig. Bij de meeste microcontrollers zijn er specifieke pinnen aanwezig voor UART, I²C en SPI.

©PXimport

Digitaal of analoog

Tot nu toe hebben we het alleen maar over 0 en 1 gehad, digitale gegevens dus. Maar heel wat sensoren geven analoge gegevens door, bijvoorbeeld een temperatuursensor of druksensor waarvan de weerstand varieert met de gemeten waarde. Met een spanningsdeler haal je uit die variabele weerstand een variabele spanning, die dus een analoge voorstelling van de meetwaarde is. 

Gelukkig bestaat er een component die een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning) kan omzetten naar een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal): de ADC (analoog-digitaalomzetter).

ADC’s bestaan als losse componenten (bijvoorbeeld via I²C of SPI aan te sluiten), maar veel microcontrollers hebben ook zelf een of meer ADC’S ingebouwd. Ook in de andere richting bestaat er een component: de DAC (digitaal-analoogomzetter) zet een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal) om in een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning van 0 tot de voedingsspanning).

Sommige microcontrollers hebben ook een DAC ingebouwd. Al met al zijn microcontrollers dus de perfecte componenten om de digitale en analoge wereld te verenigen. Een Raspberry Pi bijvoorbeeld heeft geen ADC ingebouwd, terwijl een Arduino-bordje er meerdere heeft.

Microcontroller-behuizingen Dezelfde microcontroller kun je vaak in meerdere types behuizingen kopen. Op breadboards zul je vaak DIP-behuizingen tegenkomen: dual in-line package. De chip zit dan in een rechthoekig blokje met aan twee tegenovergelegen zijden pinnetjes die naar onderen uitsteken. Standaard liggen de pinnetjes 2,54 mm (een tiende inch) van elkaar, waardoor ze op een breadboard passen.  In massaproductie vind je eerder varianten van QFP (quad flat package), waarbij een vierkante behuizing aan elke zijde een rij pinnetjes heeft, met een afstand van 0,4 tot 1 mm, die op de printplaat worden gesoldeerd. Een soortgelijke behuizing is QFN (quad-flat no-leads), waarbij er geen pinnetjes uitsteken maar er onderaan de chip aan de vier zijden rijen kopersporen zijn die rechtstreeks op de banen van de printplaat aansluiten. Deze zijn moeilijk met de hand te solderen.

Microcontrollerfamilies

Net zoals er voor pc’s allerlei processorfamilies bestaan, heb je ook diverse families van microcontrollers. De belangrijkste onderverdeling is op basis van de processorarchitectuur. Populair bij hobbyisten zijn de 8bit-AVR-microcontrollers van Atmel (in 2016 overgenomen door Microchip). Ze zijn onderverdeeld in twee subfamilies: de ATtiny-serie met minder pinnen, geheugen en functies (de basismodellen hebben zelfs geen ram-geheugen, UART, I²C en SPI) en de krachtigere ATmega-serie die in de meeste Arduino-bordjes zit.

Een familie die zowel bij hobbyisten als industriële ontwikkelaars populair is, zijn de PIC-microcontrollers, die al sinds 1976 meegaan. Hun populariteit is te danken aan hun lage kostprijs, brede beschikbaarheid en heel wat bestaande code.

Een andere populaire low-end microcontroller in de industrie is de 8051. Oorspronkelijk werd deze in 1980 door Intel ontwikkeld onder de naam MCS-51. In 2007 is Intel met de productie gestopt, maar tientallen andere chipfabrikanten produceren nog altijd hun eigen klonen van de 8051, vaak met een snellere klok en extra functies. Ze worden gebruikt in auto’s, meetsystemen, transceivers voor bluetooth, Zigbee en andere draadloze protocollen, in usb-sticks enzovoort.

©PXimport

Als je naar de krachtigere microcontrollers gaat, kom je bij 32- en 64bit-families uit. De laatste jaren hebben vooral de Xtensa-processors van Tensilica (in 2013 overgekocht door Cadence) een flinke opmars gemaakt. Het zijn immers de processors in de ESP8266- en ESP32-microcontrollers van het Chinese Espressif. Deze zijn populair bij hobbyisten door hun geïntegreerde wifi en (voor de ESP32) bluetooth, en omdat ze eenvoudig te programmeren zijn in de Arduino IDE of via frameworks als ESPHome. De bordjes gebouwd rond de microcontrollers van Espressif zijn dan ook populair voor doe-het-zelf-domotica.

Tot de krachtigste en flexibelste microcontrollers behoren die gebouwd rond de ARM-architectuur. De high-end versies daarvan vind je in je smartphone en ook in computerbordjes zoals een Raspberry Pi, al spreken we dan meer van een SoC. 

ARM kent veel subfamilies, maar voor de klassieke microcontrollertoepassingen zijn vooral de ARM Cortex-M-processors (32 bit) gebruikt. Die vind je bijvoorbeeld in de AT SAM-serie van Atmel die in de krachtigere Arduino-bordjes zitten, in de populaire STM32-familie van STMicroelectronics, en in de nRF-serie van Nordic Semiconductor voor draadloze toepassingen, zoals bluetooth en thread.

Ontwikkelbordjes

Voor industriële toepassingen wordt een printplaat op maat ontworpen, waarop een microcontroller staat. Maar wie zelf aan de slag wil met een microcontroller, heeft een ontwikkelbordje nodig. Dat geeft eenvoudig toegang tot de pinnen van de microcontroller via standaard pinheaders en voegt zaken zoals een spanningsregelaar en usb-naar-UART-omzetter toe, zodat je het bordje eenvoudig op je pc kunt aansluiten.

Voor elke microcontrollerfamilie bestaan er wel ontwikkelbordjes in allerlei vormen en groottes. Voor de AVR-familie zijn de Arduino-bordjes populair. Sommige daarvan, zoals de Arduino Nano, prik je op een breadboard, maar de meeste komen in een groter formaat met vrouwelijke pinheaders waarin je jumperwires steekt. 

Voor de Espressif-microcontrollers is het kleinere formaat dat je op een breadboard prikt alomtegenwoordig. Voor de nRF-serie heeft Nordic Semicondictor grote ontwikkelborden, maar ook versies in de vorm van een stick die je in de usb-poort van je pc schuift. Ook de BBC micro:bit en micro:bit v2 zijn leuke ontwikkelbordjes voor de nRF-microcontrollers.

©PXimport

Microcontroller programmeren

Kijken we tot slot nog even naar hoe het programmeren van een microcontroller werkt. Als je gewend bent om voor een pc of een computerbordje zoals een Raspberry Pi te programmeren, krijg je zeker een cultuurschok wanneer je voor het eerst een microcontroller programmeert. Doorgaans draait er immers geen besturingssysteem op een microcontroller. Er draait slechts één programma op: wat jij schrijft. 

Dat programma schrijf je in het ingebouwde flash-geheugen. Als je de stroom uitschakelt en weer inschakelt, begint de microcontroller het programma onmiddellijk uit te voeren. Dat maakt een microcontroller betrouwbaarder in werking dan een processorbordje zoals een Raspberry Pi.

De best ondersteunde programmeertalen op microcontrollers zijn C of C++, maar die zijn niet het toegankelijkst. Het Arduino-ecosysteem lost dat op door een standaardbibliotheek en allerlei uitbreidingen aan te bieden. Die vormen een laag bovenop het onderliggende C++. 

Andere oplossingen zijn MicroPython en CircuitPython die een afgeslankte versie van Python op microcontrollers aanbieden, en Espruino dat het mogelijk maakt om JavaScript op een microcontroller te gebruiken. Voor industriële toepassingen gebruik je eerder een realtime besturingssysteem zoals Zephyr, dat je in C programmeert.

Ontwikkelomgevingen

Om het proces van code programmeren en de firmware naar je microcontroller flashen te vereenvoudigen, bestaan er allerlei ontwikkelomgevingen. Die tonen bijvoorbeeld fouten in je code, compileren met één druk op een knop je code tot machinecode in de instructieset van de processor, en flashen de firmware naar je ontwikkelbordje. 

Programmeer je een Arduino-bordje, dan doe je dat doorgaans in de Arduino IDE (wat staat voor integrated development environment). Maar dankzij de ondersteuning van andere bordjes kun je met de Arduino IDE ook ESP8266- of ESP32-bordjes programmeren.

Ook populair is PlatformIO, een opensource-plug-in die van Microsofts ontwikkelomgeving Visual Studio Code een ontwikkelomgeving voor microcontrollers maakt. Het voordeel van PlatformIO is dat je met één ontwikkelomgeving voor diverse platforms en frameworks voor microcontrollers kunt ontwikkelen, inclusief Arduino, Espressifs framework en Zephyr. 

Visual Studio Code is bovendien ook bruikbaar om voor een Raspberry Pi of je pc te programmeren. Op deze manier verenig je dus al je programmeerprojecten in één omgeving.

▼ Volgende artikel
Kan je iPhone ook virussen krijgen?
© ID.nl
Huis

Kan je iPhone ook virussen krijgen?

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ja en nee. Een iPhone wordt niet snel besmet met traditionele malware, maar dat betekent niet dat hij onkwetsbaar is voor hackers en cybercriminelen. En daarbij is het grootste risico niet iOS. Nee, het grootste risico ben je zelf…

Dit artikel in het kort

Een iPhone is goed beveiligd, maar niet onkwetsbaar. Toch richten de meeste aanvallen zich niet op iOS zelf, maar op de zwakste schakel. En dat is jouw gedrag: dat ene moment dat je klikt, scant of downloadt zonder nadenken. In dit artikel lees je hoe criminelen te werk gaan, waaraan je kunt merken dat er iets mis is met je iPhone en hoe je je telefoon kunt beschermen tegen malware, phishing en andere digitale risico's.

Hoe raakt je iPhone besmet?

Een iPhone is goed beveiligd, maar niet tegen wat je zelf doet – en daar spelen kwaadwillenden op in. Het gaat vaak mis bij iets wat volkomen normaal lijkt: een link openen, een QR-code scannen of een agenda-uitnodiging accepteren kan al genoeg zijn om gegevens prijs te geven. Dit zijn de zes meest voorkomende manieren waarop je iPhone geïnfecteerd kan worden:

1: Zero-click en zero-day-aanvallen

De meest geavanceerde aanvallen gebruiken lekken in iOS die nog niet door Apple of beveiligingsonderzoekers zijn ontdekt. Via zo'n kwetsbaarheid kan spyware worden geïnstalleerd nog vóórdat er een update beschikbaar is.

Een zero-click-aanval gaat nog verder: jij hoeft niets aan te raken. Eén kwaadaardig iMessage-bericht of zelfs een gemiste FaceTime-oproep kan al genoeg zijn om toegang tot je toestel te krijgen.

De beste verdediging is simpel maar belangrijk: installeer updates direct zodra ze beschikbaar zijn (Instellingen > Algemeen > Software-update) en zet Automatische updates aan.

2: Quishing: malafide QR-codes

QR-codes worden soms vervangen door valse exemplaren die naar een nepsite met gemeentelogo of parkeerdienst leiden. Controleer altijd de link die de Camera-app toont voordat je op 'open' tikt, en laat dubieuze adressen desnoods scannen met een tool zoals Scamio.

Lees ook: Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

 3: Kwaadaardige configuratieprofielen

Een configuratieprofiel is een bestand waarmee instellingen op een iPhone of iPad in één keer kunnen worden aangepast. Zo'n profiel bepaalt bijvoorbeeld welke wifi-netwerken worden gebruikt, welke apps mogen worden geïnstalleerd of welke websites worden geblokkeerd. Bedrijven en scholen gebruiken configuratieprofielen vaak om meerdere toestellen tegelijk te beheren.

Ook kwaadwillenden kunnen zo'n profiel aanbieden, bijvoorbeeld via een link in een phishingbericht. Zodra je het installeert, krijgt de afzender toegang tot je netwerkverkeer of kan hij extra apps laten installeren. Controleer daarom altijd de herkomst voordat je een profiel accepteert, en verwijder onbekende profielen via Instellingen > Algemeen > VPN en apparaatbeheer.

4: Nagemaakte wifi-netwerken

Criminelen zetten daarnaast nepwifinetwerken op met namen als 'Airport_Free_WiFi' of 'NS_Gratis_Wifi_In_De_Trein'. Maak je daar verbinding mee, dan kan al je internetverkeer worden onderschept en kunnen je wachtwoorden of persoonlijke gegevens eenvoudig worden buitgemaakt. Gebruik op openbare wifi een VPN, bijvoorbeeld via Bitdefender Mobile Security, zodat je verbinding versleuteld blijft.

5: Malafide agenda-uitnodigingen

Krijg je een vreemde agenda-uitnodiging die je niet herkent? Verwijder die, want er zitten vaak phishinglinks in. De veiligste manier is om de hele ongewenste agenda te wissen zonder op links of knoppen in de afspraak te tikken. Druk ook niet op 'Weiger', want daarmee laat je de afzender weten dat je account actief is, wat juist tot meer spam leidt. Controleer bij twijfel onderaan in je agenda-instellingen welke kalenders zijn toegevoegd en verwijder alles wat je niet herkent.

6: AirDrop-spam

AirDrop is ideaal wanneer je snel en draadloos foto's, documenten, video's of zelfs wachtwoorden of passkeys wilt delen – of ontvangen. Voor hackers is dit ook een aantrekkelijke ingang in je iPhone. Stel, je hebt net iets gedeeld of ontvangen via AirDrop, bijvoorbeeld foto's tijdens een concert. Misschien heb je daarvoor in de instellingen Iedereen gedurende 10 minuten geselecteerd. Zet je dat na het delen of ontvangen niet uit, dan blijft je iPhone dus nog tien minuten zichtbaar voor iedereen. Beter is het om, vooral op drukke plekken, AirDrop in te stellen op Alleen contacten of zelfs te kiezen voor Ontvangen uit.

Let op met AirDrop

Als AirDrop is ingesteld op Iedereen gedurende 10 minuten, kunnen onbekenden jouw toestel zien en je iets sturen, maar er wordt niets automatisch ontvangen. Je krijgt altijd eerst een melding met een voorbeeld van wat iemand wil delen, bijvoorbeeld een foto of document. Pas wanneer je op Accepteren tikt, wordt het bestand opgeslagen.

Het gevaar zit in de verleiding om tóch te klikken. Aanvallers sturen soms misleidende of schokkende beelden met een naam die je nieuwsgierig maakt. Accepteer je zo'n bestand en open je het daarna, dan kan het een link of document bevatten dat je naar een phishingpagina leidt of schadelijke code uitvoert.

Zo merk je dat er iets mis is met je iPhone

Als je iPhone besmet of gehackt is, verschijnt er geen knipperende pop-up om je dat te vertellen. De signalen zijn subtiel – maar herkenbaar als je weet waar je op moet letten. Dit zijn de zeven meest voorkomende aanwijzingen dat je iPhone geïnfecteerd kan zijn.

1: De batterij raakt opvallend snel leeg

Malware kan continu draaien en daardoor veel stroom verbruiken. Controleer in Instellingen > Batterij welke apps dat doen. Let vooral op apps die veel actief zijn op de achtergrond, zeker als ze daar geen reden voor hebben. Een weerapp die acht uur blijft draaien terwijl je hem niet gebruikt, is bijvoorbeeld niet normaal.

2: Je dataverbruik schiet omhoog

Spyware stuurt ongemerkt gegevens door naar servers van aanvallers. Dat zie je vaak terug in Instellingen > Mobiel netwerk. Daar kun je, als je een stukje naar onder scrolt, bij Mobiele data zien of het dataverbruik ineens hoger ligt dan normaal. Let op opvallende pieken in datagebruik, onbekende apps of vreemde pictogrammen. Een simpele tool of een spel dat je zelden opent, hoort geen gigabytes aan data te verbruiken.

3: Apps crashen of lopen vast

Malware kan problemen geven met iOS of andere apps. Als apps vaak opnieuw opstarten of het toestel warm wordt, is dat verdacht.

4: Er verschijnen pop-ups of advertenties buiten Safari om

iOS hoort reclamevrij te zijn. Zie je ineens advertenties op je beginscherm of in instellingen, dan zit er waarschijnlijk adware achter.

5: Er staan onbekende apps of profielen op je toestel

Sommige aanvallers installeren via een lek of misleidende link een app die er betrouwbaar uitziet, maar in werkelijkheid data doorstuurt of instellingen wijzigt. Kijk daarom regelmatig in de Appbibliotheek of er iets tussen staat wat je niet kent. Verwijder verdachte apps meteen; op een iPhone worden daarmee ook de bijbehorende gegevens gewist. Heb je het toestel tweedehands gekocht of vertrouw je het niet helemaal, dan is een volledige fabrieksreset de veiligste keuze.

6: Je toestel is mogelijk gejailbreakt

Bij een jailbreak wordt een deel van Apple's beveiliging uitgezet om functies vrij te geven die normaal niet zijn toegestaan. Dat lijkt handig, maar maakt het systeem kwetsbaar voor apps met te veel rechten. Als je nooit bewust een jailbreak hebt uitgevoerd en toch apps als Cydia, Sileo, or Checkra1n ziet, is dat een teken dat iemand heeft geknoeid met je iPhone.

7: Je ziet vreemde uitgaande oproepen

Een gehackt toestel kan worden ingezet om spam te versturen of te bellen naar dure servicenummers. Kijk in je berichten en belgeschiedenis of er iets geks tussen staat.

Denk je dat je iPhone besmet is? Dit kun je doen

Merk je dat je iPhone zich vreemd gedraagt, begin dan met een eenvoudige reset van je browsergegevens. Open Instellingen > Apps > Safari en kies Wis geschiedenis en websitedata. Daarmee verwijder je tijdelijke bestanden en scripts die schadelijk kunnen zijn. Herstart daarna het toestel.

Blijven de problemen terugkomen, herstel dan een eerdere iCloud-reservekopie van vóór het moment waarop het misging. Helpt dat ook niet, dan is een fabrieksreset de veiligste manier om alle sporen van malware te verwijderen. Dat doe je via Instellingen > Algemeen > Stel opnieuw in > Wis alle inhoud en instellingen. Je iPhone wordt dan teruggezet naar de oorspronkelijke staat. Omdat alles gewist wordt, verdwijnt ook eventuele malware verdwijnt mee.

Zoals altijd geldt: voorkomen is beter dan genezen

De beste beveiliging blijft een combinatie van gezond verstand en actuele software. Zet automatische updates aan via Instellingen > Algemeen > Software-update > Automatische updates. Zo worden veiligheidslekken gedicht voordat ze misbruikt kunnen worden.

Gebruik op openbare netwerken altijd een VPN, en controleer verdachte links met een analyse-tool voordat je klikt. Wie extra zekerheid wil, kan een beveiligingsapp installeren die phishinglinks en onveilige wifi-verbindingen blokkeert.

Conclusie

Een iPhone is goed beveiligd, maar niet onschendbaar. De meeste risico's ontstaan niet door fouten in iOS, maar door wat jij doet: op een verkeerde link tikken, een uitnodiging openen of een netwerk gebruiken dat niet te vertrouwen is.

Wie zijn toestel up-to-date houdt, links kritisch bekijkt en een VPN gebruikt op openbare wifi, verkleint de kans op misbruik of datadiefstal aanzienlijk. iOS doet veel om je te beschermen, maar waakzaamheid blijft nodig.

▼ Volgende artikel
Review Dyson V8 Cyclone – Betrouwbaar basismodel doet wat-ie moet doen
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dyson V8 Cyclone – Betrouwbaar basismodel doet wat-ie moet doen

Met een prijskaartje van 399 euro is de Dyson V8 Cyclone een van de meest betaalbare draadloze steelstofzuigers van het Britse merk. Je haalt hiervoor een redelijk compacte maar krachtige huishoudhulp in huis, die een aantal duidelijke kanttekeningen heeft.

Goed
Conclusie

De Dyson V8 Cyclone is een geslaagde steelstofzuiger voor wie krachtige prestaties zoekt zonder overbodige luxe. Vooral op tapijt en bekleding komt hij sterk naar voren, en ook het verwijderen van haren gaat hem goed af. Het harde, smalle handvat en de wat stugge vloermond voelen niet altijd even prettig aan, maar dat past deels bij de prijsklasse. Jammer is ook het ontbreken van een lcd-display met handige informatie, al is dat net als het gebrek aan een automatische zuigstand goed te overzien. Alles bij elkaar is dit een betrouwbaar basismodel dat doet wat hij moet doen.

Plus- en minpunten
  • Krachtig zuigsysteem
  • Lekker wendbaar
  • Prima batterijduur
  • Handig opvang- en leegsysteem
  • Twee knoppen voor de bediening
  • Verrassend compleet
  • Voelt soms wat basaal
  • Handvat is niet comfortabel
  • Nieuwe vloermond tikt hard op de grond
  • Geen lcd-display
  • Zelf van zuigstand wisselen

De Dyson V8 heeft een nieuw ontwerp gekregen. Weg is de trekker die je constant moet indrukken om het apparaat te laten zuigen. In plaats daarvan beschikt hij voortaan over een handige aan-uitknop. Daarnaast zit een moduswisselaar, die met verschillende kleuren aangeeft welke zuigstand je gebruikt. Opvallend is ook dat Dyson voor de V8 Cyclone geen spannende kleuren voor de plastic onderdelen gebruikt. In plaats daarvan zien we een combinatie van kaki, rood, grijs en zwart; het geheel valt daardoor minder op.

©Wesley Akkerman

De nieuwe Dyson V8 Cyclone

De nieuwe V8 levert 30 procent meer zuigkracht en een 50 procent langere accuduur. In de laagste zuigstand houdt hij het tot 60 minuten vol. Helaas ontbreekt een handig lcd-scherm (dat wel op duurdere modellen zit) voor de resterende accutijd; ook hier moet je het doen met iets te simpele led-indicators. Onderop zit een nieuwe vloerzuigmond, die Dyson de 'Motorbar' noemt. Die moet dankzij het gebruik van speciale kammetjes effectief zijn tegen vastzittende haren, maar de stofzuiger moet het verder ook zonder moderne functies doen zoals lasers of stofsensoren.

Met slechts 2,7 kilogram is de Dyson V8 Cyclone lekker licht en wendbaar, waardoor je moeiteloos vloeren en zelfs hoekjes op het plafond schoonhoudt. Het stofreservoir (540 milliliter) heeft een handig uitwerpsysteem waarbij je het vuil niet hoeft aan te raken. Toch zijn we niet helemaal tevreden over alle eigenschappen van de zuigmodule. Het handvat is namelijk smal en klein, waardoor je grip bij langer gebruik oncomfortabel is. Ook kan het bij je duim gaan schuren. Dit is waarschijnlijk de minst ergonomische Dyson die we op de redactie hebben getest.

©Wesley Akkerman

Dyson V8 Cyclone in de praktijk

Gelukkig biedt de Dyson V8 Cyclone met 297 air-watts in de Boost-stand een flinke verbetering in zuigkracht (ten opzichte van zijn voorganger). De standaardmodus levert 79 aW en dat is voor ons ruim voldoende voor dagelijkse taken. Vooral het vloerkleed moet eraan geloven: haren, kruimels en ander vuil worden daar moeiteloos uit gezogen. Op hardere vloeren stelt de Cyclone eveneens niet teleur, al valt er wel één ding op. Wanneer je de stofzuiger oppakt nadat je bijvoorbeeld wat kruimels of korrels opzuigt, kan het zijn dat er een paar uit de mond vallen.

Daarnaast missen we een zachte(re) borstel op de Dyson V8 Cyclone. De huidige zuigmond ratelt namelijk hard over de vloer, wat niet zo prettig is voor (onder)buren in een flat- of appartementsgebouw of slapende kinderen. En dat terwijl de motor zelf stiller is dan verwacht. Gelukkig neemt de zuigmond moeiteloos allerlei soorten haren op en raken die niet in de borstel verstrengeld. Ook goed om te weten: de Cyclone past zijn zuigkracht niet automatisch aan, zoals duurdere modellen dat wel doen, waardoor je dat dus zelf in de gaten moet houden. Geen groot probleem, maar toch.

©Wesley Akkerman

Batterij en accessoires

Zoals gezegd gaat de batterij maximaal een uurtje mee wanneer je de zuinigste modus inschakelt. Anders moet je rekening houden met ongeveer een halfuur in de normale stand. Zet je de Boost-modus aan en laat je die aanstaan, dan is het binnen tien minuten wel gedaan. Geen vreemde scores als je kijkt naar het formaat en de behoorlijk indrukwekkende zuigkracht. Een groot pluspunt is daarnaast dat je de accu kunt verwisselen. Daardoor kun je de levensduur aanzienlijk verlengen door mettertijd een nieuwe batterij aan te schaffen.

Je krijgt trouwens twee accessoires bij aanschaf van de Dyson de V8 Cyclone: een kierenzuiger en een gemotoriseerde miniborstel. Hoewel dat misschien wat karig lijkt vergeleken met eerdere modellen, zijn oude V8-hulpstukken compatibel (mocht je die nog hebben). In de praktijk blijkt de basisset echter compleet genoeg. De kierenzuiger werkt goed voor meubels en lastige hoeken, terwijl de miniborstel onmisbaar is voor trappen, matrassen en bekleding. Ondanks het beperkte pakket biedt de stofzuiger dus voldoende opties voor de meeste huishoudens.

©Wesley Akkerman

Dyson V8 Cyclone kopen?

De Dyson V8 Cyclone is een geslaagde steelstofzuiger voor wie krachtige prestaties zoekt zonder overbodige luxe. Vooral op tapijt en bekleding komt hij sterk naar voren, en ook het verwijderen van haren gaat hem goed af. Het harde, smalle handvat en de wat stugge vloermond voelen niet altijd even prettig aan, maar dat past deels bij de prijsklasse. Jammer is ook het ontbreken van een lcd-display met handige informatie, al is dat net als het gebrek aan een automatische zuigstand goed te overzien. Alles bij elkaar is dit een betrouwbaar basismodel dat doet wat hij moet doen.