ID.nl logo
Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?
© https://ethereumcode.io/
Huis

Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?

Ze zitten in je auto, in je magnetron, in je wasmachine, maar ook in je pc, en ze vormen het hart van de Arduino- en ESP32-ontwikkelbordjes: microcontrollers. Onzichtbaar op de achtergrond wordt bijna ons hele leven erdoor draaiende gehouden. Welke microcontrollers bestaan er en hoe werken ze precies?

Als je een maaltijd in je magnetron zet, kies je de juiste tijd en instellingen en zet je hem aan. Aan het einde zegt je magnetron ‘ping!’ en is je maaltijd opgewarmd.

Heb je je al eens afgevraagd hoe dat werkt? Eigenlijk zit er in je magnetron een hele (kleine) computer die een programmaatje afwerkt dat enerzijds reageert op de knoppen en anderzijds, als je dat hebt, op het lcd-scherm. Ook stuurt de computer de elektronenbuis aan die de maaltijd met microgolven verwarmt. Die kleine computer is een microcontroller. Je hebt er waarschijnlijk tientallen in huis.

Een microcontroller is een chip die eigenlijk een hele computer in één pakket behuist. Daarin zitten een processor, geheugen (ram en rom) en allerlei poorten naar de buitenwereld. Terwijl je bij een gemiddelde processor voor je desktopcomputer dus nog een heel moederbord, ram-geheugen en storage nodig hebt om er iets nuttigs mee te doen, heb je bij een microcontroller slechts een beperkt aantal externe componenten nodig. Wat weerstanden en condensatoren zijn doorgaans voldoende voor een werkende microcontroller-opstelling.

Die verregaande integratie in een microcontroller is mogelijk omdat dit geen chip is voor flexibele apparaten, zoals pc’s. Microcontrollers zijn ontworpen om specifieke toepassingen uit te voeren, zoals in een magnetron, een pinautomaat, een wasmachine of een pacemaker. Een laag stroomverbruik en een lage kostprijs zijn voor die toepassingen belangrijk.

Lage prestaties met hoge impact

Low-end microcontrollers hebben dan ook een processorsnelheid van maar enkele MHz en slechts enkele kilobytes ram-geheugen. Kijk bijvoorbeeld naar de Arduino Uno, een populair ontwikkelbordje om mee te experimenteren. De microcontroller op dat bordje is de AVR ATmega328P. Die werkt op een kloksnelheid van 16 MHz, heeft 2 KB sram, 1 KB eeprom en 32 KB flashgeheugen.

Vergeleken met de gigahertzen, gigabytes en terabytes die we op onze pc’s gewend zijn, lijken die specificaties ondermaats. Maar toch kun je hiermee ongelooflijk veel projecten aansturen: muziekinstrumenten, robotautootjes, weerstations, je planten automatisch water geven... Je kunt het zo gek niet bedenken of iemand heeft het al weleens met die kleine ATmega328P gedaan.

Microcontroller of SoC? Waarschijnlijk heb je ook al gehoord van een system-on-a-chip (SoC), wat op het eerste gezicht hetzelfde lijkt: een processor geïntegreerd met andere componenten. De grens tussen wat we als een microcontroller beschouwen en wat als een SoC is nogal vaag. Maar doorgaans is een SoC met een snellere processor uitgerust, heeft die meer ram en bevat hij mogelijk radiochips (wifi en/of mobiel netwerk) of een ingebouwde gpu.  Alle smartphones en tablets zijn dan ook gebouwd rond een SoC, maar ook de Raspberry Pi, apparaten zoals een nas en slimme luidsprekers. Ook de Apple M1 is een SoC: deze integreert een arm-processor, ram, gpu, image-signal-processor, Secure Enclave (een coprocessor voor veilige opslag van sleutels) en controllers voor NVMe en thunderbolt 4.

Pinnetjes

Als je een low-end microcontroller zoals een ATmega328P van een Arduino Uno ziet, is het eerste wat opvalt de pinnetjes die eruit steken. Elk van die pinnetjes heeft een functie. Sommige sluit je aan op een voeding, zodat de chip stroom krijgt, maar de meeste dienen om met de omgeving te communiceren.

Komt de chip in een dip-behuizing, dan kun je die pinnetjes eenvoudigweg in een breadboard prikken. Door dan jumperwires in een gaatje in dezelfde rij als een pin te steken, verbind je het draadje met die pin. Op die manier bouw je eenvoudig elektronische schakelingen op met componenten die met de microcontroller kunnen communiceren.

Een Arduino Uno-bordje is dan eigenlijk gewoon een printplaatje waarop de ATmega328P is geplaatst en alle pinnetjes verbonden zijn met ofwel de headers op het bordje, ofwel met andere componenten van het printplaatje, zoals de spanningsregelaar, statusleds en de resetknop. Je kunt het eigenlijk vergelijken met een moederbord voor een processor: een Arduino Uno maakt een ATmega328P-microcontroller alleen wat handiger om te gebruiken en om andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

De eenvoudigste manier om met een microcontroller te communiceren is wat we GPIO noemen (general-purpose input/output). Elke GPIO-pin kunnen we aansturen door een bit op een specifiek adres in het geheugen van de microcontroller op 1 of 0 te zetten. Schrijven we er 1 naar, dan wordt een spanning van bijvoorbeeld 5 V over de pin gelegd; schrijven we er 0 naar, dan wordt de spanning 0 V.

Als je dan bijvoorbeeld tussen die pin en 0 V een led en een weerstand plaatst, gaat de led aan wanneer je 1 naar de pin schrijft en uit wanneer je er 0 naar schrijft. Bij een 1 vloeit er immers een stroom van 5 V naar 0 V. De weerstand dient om de stroom te beperken tot wat de led aankan.

Ook in de andere richting werkt dat. Als je de GPIO-pin als invoer configureert, zal de microcontroller de spanning die je aan de pin aanlegt (5 V of 0 V) interpreteren als een 1 of 0. Op die manier sluit je een knop aan op de pin. Druk je de knop in, dan maakt die intern een verbinding tussen 5 V en de pin van de microcontroller, waardoor die een 1 registreert. 

Laat je de knop los, dan wordt er doorgaans via een pull-downweerstand voor gezorgd dat de pin verbonden is met 0 V en dus een 0 registreert. Op dezelfde manier sluit je een PIR-sensor voor aanwezigheidsdetectie aan: de pin registreert dan 1 als de sensor iemand waarneemt en anders 0.

Protocols en bussen

Telkens 1 bit in of uit de microcontroller sturen, is voldoende voor eenvoudige toepassingen, maar vaak heb je complexere vormen van communicatie nodig. Daarvoor zijn er allerlei protocollen ontwikkeld. Bijvoorbeeld UART (universal asynchronous receiver-transmitter), een protocol voor seriële communicatie waarbij je bytes in twee richtingen kunt sturen. 

Het protocol beschrijft hoe je de opeenvolgende bits moet sturen. Zo bestaan er UART-modules die je in een usb-poort van je pc kunt steken. Communiceren met de microcontroller doe je dan door de RX-pin van de microcontroller met de TX-pin van de UART-module te verbinden en andersom: RX staat voor receive en TX voor transmit.

Voor communicatie met meerdere componenten, zoals sensoren, externe geheugens en schermen, maak je meestal gebruik van een bus zoals I²C (Inter-Integrated Circuit, uitgevonden door Philips) en SPI (Serial Peripheral Interface). I²C wordt ook wel Two-Wire genoemd, omdat er twee pinnen worden gebruikt: SDA om de seriële data door te sturen en SCL om een kloksignaal te sturen. 

SPI (ook weleens Four-Wire genoemd) heeft vier pinnen: SCLK voor de klok, MOSI voor communicatie van de master (meestal de microcontroller) naar de slave en MISO voor de andere richting, en SS om te selecteren met welke slave de master spreekt. Voor elke slave heb je een extra pin SS nodig. Bij de meeste microcontrollers zijn er specifieke pinnen aanwezig voor UART, I²C en SPI.

©PXimport

Digitaal of analoog

Tot nu toe hebben we het alleen maar over 0 en 1 gehad, digitale gegevens dus. Maar heel wat sensoren geven analoge gegevens door, bijvoorbeeld een temperatuursensor of druksensor waarvan de weerstand varieert met de gemeten waarde. Met een spanningsdeler haal je uit die variabele weerstand een variabele spanning, die dus een analoge voorstelling van de meetwaarde is. 

Gelukkig bestaat er een component die een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning) kan omzetten naar een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal): de ADC (analoog-digitaalomzetter).

ADC’s bestaan als losse componenten (bijvoorbeeld via I²C of SPI aan te sluiten), maar veel microcontrollers hebben ook zelf een of meer ADC’S ingebouwd. Ook in de andere richting bestaat er een component: de DAC (digitaal-analoogomzetter) zet een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal) om in een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning van 0 tot de voedingsspanning).

Sommige microcontrollers hebben ook een DAC ingebouwd. Al met al zijn microcontrollers dus de perfecte componenten om de digitale en analoge wereld te verenigen. Een Raspberry Pi bijvoorbeeld heeft geen ADC ingebouwd, terwijl een Arduino-bordje er meerdere heeft.

Microcontroller-behuizingen Dezelfde microcontroller kun je vaak in meerdere types behuizingen kopen. Op breadboards zul je vaak DIP-behuizingen tegenkomen: dual in-line package. De chip zit dan in een rechthoekig blokje met aan twee tegenovergelegen zijden pinnetjes die naar onderen uitsteken. Standaard liggen de pinnetjes 2,54 mm (een tiende inch) van elkaar, waardoor ze op een breadboard passen.  In massaproductie vind je eerder varianten van QFP (quad flat package), waarbij een vierkante behuizing aan elke zijde een rij pinnetjes heeft, met een afstand van 0,4 tot 1 mm, die op de printplaat worden gesoldeerd. Een soortgelijke behuizing is QFN (quad-flat no-leads), waarbij er geen pinnetjes uitsteken maar er onderaan de chip aan de vier zijden rijen kopersporen zijn die rechtstreeks op de banen van de printplaat aansluiten. Deze zijn moeilijk met de hand te solderen.

Microcontrollerfamilies

Net zoals er voor pc’s allerlei processorfamilies bestaan, heb je ook diverse families van microcontrollers. De belangrijkste onderverdeling is op basis van de processorarchitectuur. Populair bij hobbyisten zijn de 8bit-AVR-microcontrollers van Atmel (in 2016 overgenomen door Microchip). Ze zijn onderverdeeld in twee subfamilies: de ATtiny-serie met minder pinnen, geheugen en functies (de basismodellen hebben zelfs geen ram-geheugen, UART, I²C en SPI) en de krachtigere ATmega-serie die in de meeste Arduino-bordjes zit.

Een familie die zowel bij hobbyisten als industriële ontwikkelaars populair is, zijn de PIC-microcontrollers, die al sinds 1976 meegaan. Hun populariteit is te danken aan hun lage kostprijs, brede beschikbaarheid en heel wat bestaande code.

Een andere populaire low-end microcontroller in de industrie is de 8051. Oorspronkelijk werd deze in 1980 door Intel ontwikkeld onder de naam MCS-51. In 2007 is Intel met de productie gestopt, maar tientallen andere chipfabrikanten produceren nog altijd hun eigen klonen van de 8051, vaak met een snellere klok en extra functies. Ze worden gebruikt in auto’s, meetsystemen, transceivers voor bluetooth, Zigbee en andere draadloze protocollen, in usb-sticks enzovoort.

©PXimport

Als je naar de krachtigere microcontrollers gaat, kom je bij 32- en 64bit-families uit. De laatste jaren hebben vooral de Xtensa-processors van Tensilica (in 2013 overgekocht door Cadence) een flinke opmars gemaakt. Het zijn immers de processors in de ESP8266- en ESP32-microcontrollers van het Chinese Espressif. Deze zijn populair bij hobbyisten door hun geïntegreerde wifi en (voor de ESP32) bluetooth, en omdat ze eenvoudig te programmeren zijn in de Arduino IDE of via frameworks als ESPHome. De bordjes gebouwd rond de microcontrollers van Espressif zijn dan ook populair voor doe-het-zelf-domotica.

Tot de krachtigste en flexibelste microcontrollers behoren die gebouwd rond de ARM-architectuur. De high-end versies daarvan vind je in je smartphone en ook in computerbordjes zoals een Raspberry Pi, al spreken we dan meer van een SoC. 

ARM kent veel subfamilies, maar voor de klassieke microcontrollertoepassingen zijn vooral de ARM Cortex-M-processors (32 bit) gebruikt. Die vind je bijvoorbeeld in de AT SAM-serie van Atmel die in de krachtigere Arduino-bordjes zitten, in de populaire STM32-familie van STMicroelectronics, en in de nRF-serie van Nordic Semiconductor voor draadloze toepassingen, zoals bluetooth en thread.

Ontwikkelbordjes

Voor industriële toepassingen wordt een printplaat op maat ontworpen, waarop een microcontroller staat. Maar wie zelf aan de slag wil met een microcontroller, heeft een ontwikkelbordje nodig. Dat geeft eenvoudig toegang tot de pinnen van de microcontroller via standaard pinheaders en voegt zaken zoals een spanningsregelaar en usb-naar-UART-omzetter toe, zodat je het bordje eenvoudig op je pc kunt aansluiten.

Voor elke microcontrollerfamilie bestaan er wel ontwikkelbordjes in allerlei vormen en groottes. Voor de AVR-familie zijn de Arduino-bordjes populair. Sommige daarvan, zoals de Arduino Nano, prik je op een breadboard, maar de meeste komen in een groter formaat met vrouwelijke pinheaders waarin je jumperwires steekt. 

Voor de Espressif-microcontrollers is het kleinere formaat dat je op een breadboard prikt alomtegenwoordig. Voor de nRF-serie heeft Nordic Semicondictor grote ontwikkelborden, maar ook versies in de vorm van een stick die je in de usb-poort van je pc schuift. Ook de BBC micro:bit en micro:bit v2 zijn leuke ontwikkelbordjes voor de nRF-microcontrollers.

©PXimport

Microcontroller programmeren

Kijken we tot slot nog even naar hoe het programmeren van een microcontroller werkt. Als je gewend bent om voor een pc of een computerbordje zoals een Raspberry Pi te programmeren, krijg je zeker een cultuurschok wanneer je voor het eerst een microcontroller programmeert. Doorgaans draait er immers geen besturingssysteem op een microcontroller. Er draait slechts één programma op: wat jij schrijft. 

Dat programma schrijf je in het ingebouwde flash-geheugen. Als je de stroom uitschakelt en weer inschakelt, begint de microcontroller het programma onmiddellijk uit te voeren. Dat maakt een microcontroller betrouwbaarder in werking dan een processorbordje zoals een Raspberry Pi.

De best ondersteunde programmeertalen op microcontrollers zijn C of C++, maar die zijn niet het toegankelijkst. Het Arduino-ecosysteem lost dat op door een standaardbibliotheek en allerlei uitbreidingen aan te bieden. Die vormen een laag bovenop het onderliggende C++. 

Andere oplossingen zijn MicroPython en CircuitPython die een afgeslankte versie van Python op microcontrollers aanbieden, en Espruino dat het mogelijk maakt om JavaScript op een microcontroller te gebruiken. Voor industriële toepassingen gebruik je eerder een realtime besturingssysteem zoals Zephyr, dat je in C programmeert.

Ontwikkelomgevingen

Om het proces van code programmeren en de firmware naar je microcontroller flashen te vereenvoudigen, bestaan er allerlei ontwikkelomgevingen. Die tonen bijvoorbeeld fouten in je code, compileren met één druk op een knop je code tot machinecode in de instructieset van de processor, en flashen de firmware naar je ontwikkelbordje. 

Programmeer je een Arduino-bordje, dan doe je dat doorgaans in de Arduino IDE (wat staat voor integrated development environment). Maar dankzij de ondersteuning van andere bordjes kun je met de Arduino IDE ook ESP8266- of ESP32-bordjes programmeren.

Ook populair is PlatformIO, een opensource-plug-in die van Microsofts ontwikkelomgeving Visual Studio Code een ontwikkelomgeving voor microcontrollers maakt. Het voordeel van PlatformIO is dat je met één ontwikkelomgeving voor diverse platforms en frameworks voor microcontrollers kunt ontwikkelen, inclusief Arduino, Espressifs framework en Zephyr. 

Visual Studio Code is bovendien ook bruikbaar om voor een Raspberry Pi of je pc te programmeren. Op deze manier verenig je dus al je programmeerprojecten in één omgeving.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 betaalbare slimme luidsprekers
© Bowers & Wilkins / McLaren| J.M.WILLIAMS PRODUCTIONS LTD
Huis

Waar voor je geld: 5 betaalbare slimme luidsprekers

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een prijsvriendelijke smartspeaker? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Apple HomePod Mini

Deze betaalbare slimme speaker vormt een ideale match met je iPhone, iPad en/of Mac. Zo neemt de HomePod Mini bijvoorbeeld een luistersessie van Spotify of een andere muziek-app over, waardoor je thuis verder kunt luisteren. Dankzij integratie van de Siri-stemassistent kun je allerlei dingen vragen, zoals actueel nieuws, file-informatie of een recept. Daarnaast speelt het apparaat via spraakopdrachten net zo makkelijk een muziekalbum, podcast of audioboek af, waarbij je ondertussen met je stem het volumeniveau aanpast. Als alternatief vind je bovenop een klein bedieningspaneel om het volume te reguleren. Een nuttige toevoeging is dat je via deze smartspeaker ook allerlei apparaten in huis kunt aansturen, bijvoorbeeld een geschikte thermostaat of lamp.

Ondanks de bescheiden behuizing van 8,43 centimeter hoog heeft de HomePod Mini volgens de Amerikaanse techgigant een behoorlijk bereik. Voor een breder geluid is het mogelijk om meerdere HomePods aan elkaar te koppelen. Zo luister je in meerdere kamers naar dezelfde muziek. Verder is de intercomfunctie handig, want op die manier communiceer je op afstand eenvoudig met gezinsleden. Dit audioproduct is in vijf kleurstellingen te koop, namelijk zwart, blauw, geel, wit en rood. Bij de aanschaf is drie maanden toegang tot Apple Music inbegrepen. Voor een krachtiger geluid kun je ook de grotere Apple HomePod (zwart/wit) overwegen. Je leest in dit artikel meer over de verschillen tussen de HomePod en de HomePod Mini.

Google Nest Audio

De Google Nest Audio is een middelgrote smartspeaker met een bescheiden prijskaartje. Op het moment van schrijven is het product zelfs goedkoper dan ooit. Je kunt kiezen tussen een donkergrijze en witte uitvoering. In tegenstelling tot diverse andere slimme luidsprekers in deze prijsklasse heeft dit model twee actieve audiodrivers, namelijk een tweeter en woofer. Dat komt de audiokwaliteit ten goede! De klankkast meet 17,5 × 12,4 × 7,8 centimeter, zodat je hem bijvoorbeeld prima op een plank of meubel kunt plaatsen. Voor een ruimtelijker geluid koppel je eventueel twee Nest Audio-speakers aan elkaar.

De geïntegreerde wifi-adapter ondersteunt de 2,4GHz- én 5GHz-frequentieband. Een voordeel, want je vergroot daarmee de kans op een stabiele draadloze netwerkverbinding. Je stuurt de Nest Audio met je stem aan. Roep eerst 'Hey Google' en zeg vervolgens welke muziek je wilt horen. Je kunt ook informatie opvragen en geschikte slimme apparaten bedienen. Bang voor luistervinken? Zet dan via een schakelaar aan de achterzijde de microfoons uit. Je leest hier wat enkele gebruikers van deze smartspeaker vinden.

Google Nest Mini

Google bewijst dat een smartspeaker helemaal niet zoveel geld hoeft te kosten, want je betaalt voor de Nest Mini slechts enkele tientjes. Net als zijn grote broer is dit audioproduct eveneens in een donkergrijze en witte behuizing te koop. Het ronde apparaatje heeft een diameter van 9,8 centimeter en is slechts 4,2 centimeter hoog. Door de geringe omvang kun je hem makkelijk ergens in een hoekje kwijt. Voor de ontvangst van wifi is er ondersteuning voor de 2,4GHz- en 5GHz-frequentieband ingebakken.

In de behuizing bevindt zich één actieve audiodriver. Voor het luisteren van (achtergrond)muziek op een laag volumeniveau voldoet die prima. Dankzij Chromecast-integratie kies je vanuit jouw favoriete muziek-app een leuke afspeellijst. Daarnaast fungeert de slimme speaker als jouw persoonlijke assistent. Vraag bijvoorbeeld naar een overzicht met agenda-afspraken en de Nest Mini somt ze een voor een op. Je kunt dit Google-product álles vragen!

Lees ook: Meer dan muziek: kies jouw ideale slimme luidspreker

Sonos Roam 2

In tegenstelling tot de meeste andere smartspeakers gebruik je de Sonos Roam 2 zowel thuis als onderweg. De langwerpige klankkast van 16,8 × 6,2 × 6 centimeter herbergt een oplaadbare accu met een luistertijd van zo'n tien uur. Dit audioproduct is trouwens IP67-gecertificeerd, waardoor de Roam 2 prima stof en water kan verdragen. De behuizing is zelfs valbestendig! Koppel een smartphone via bluetooth en luister op elke plek naar goede muziek. Voor mobiel gebruik komt deze handige beschermhoes goed van pas.

Binnenshuis verbind je de smartspeaker met een 2,4GHz- of 5GHz-netwerk. Vervolgens kies je vanaf een willekeurige smartphone of tablet de muziek die je wilt horen. Installeer hiervoor de Sonos-app op het toestel. Dankzij ondersteuning voor AirPlay 2 vormt de Roam 2 een goede match met Apple-apparaten, zoals een iPhone, iPad en/of Mac. Voor de audioweergave heeft de klankkast een tweeter en woofer aan boord. Tot slot is er spraakondersteuning (Amazon Alexa) geïntegreerd. Je kunt de Sonos Roam 2 in een witte of zwarte behuizing kopen.

Bowers & Wilkins Zeppelin McLaren Edition

Hecht je veel waarde aan een origineel design en een hoge geluidskwaliteit? Overweeg dan deze opvallende McLaren-editie van de Bowers & Wilkins Zeppelin. Als alternatief is deze speaker ook in een zwarte en lichtgrijze behuizing te koop. In zijn eigen webshop rekent de Britse speakerspecialist 899 euro, maar enkele winkels hanteren momenteel een fikse korting. Reserveer voor deze speaker wel voldoende ruimte. De behuizing van 65 × 21 × 19,4 centimeter is voor een smartspeaker tenslotte behoorlijk aan de maat.

Onder de motorkap bevinden zich een wifi- en bluetooth-adapter. Kortom, open Spotify, Tidal of een andere muziek-app op je smartphone en tik een leuke afspeellijst aan. Dankzij AirPlay 2-integratie werkt de Zeppelin naadloos samen met een Apple-toestel. Er is middels Amazon Alexa ook nog een stemassistent geïntegreerd. Bowers & Wilkins heeft op audiogebied een uitstekende reputatie, waardoor je een hoge audiokwaliteit mag verwachten. De behuizing telt dan ook vijf actieve audiodrivers, namelijk twee tweeters, twee middentoners en een woofer. Met een totaal versterkervermogen van 240 watt ervaar je een kamervullend geluid.

▼ Volgende artikel
Review Sony Bravia K-65XR80 – Is hij de hogere prijs waard?
© Sony
Huis

Review Sony Bravia K-65XR80 – Is hij de hogere prijs waard?

Bij de mainstream oled-modellen is er ondertussen flink wat concurrentie. Sony heeft een reputatie voor uitstekende beeldkwaliteit, maar daar hangt een stevig prijskaartje aan. Kan Sony nog genoeg verschil maken om een hoge prijs te rechtvaardigen?

Uitstekend
Conclusie

Deze Sony K-65XR80 met een beeldscherm van 65 inch levert erg mooi beeld, met dank aan de prima prestaties van het oledpaneel en de XR-processor. De tv verbergt wel wat schaduwdetail en de kalibratie in de Professional-modus mag iets beter; dat zijn foutjes die we niet gewend zijn van Sony. Voor gamers is het jammer dat de tv slechts twee HDMI2.1-poorten heeft. Ondanks die kritiek kunnen we stellen dat de Sony erg mooie resultaten neerzet. De tv heeft een prachtig afgewerkt design, uitstekende beeldkwaliteit en fijne audio die dankzij het Acoustic Surface recht uit het scherm lijkt te komen. Google TV biedt alles wat je streaminghart maar kan bedenken. Maar deze Sony blijkt wel wat te duur geprijsd te zijn. Hij zit qua prijs flink boven die van de LG C4, maar biedt daar niet echt iets unieks tegenover.

Plus- en minpunten
  • Prima piekhelderheid en kleurweergave
  • Zeer goede beeldverwerking
  • Prima audio met Acoustic Surface, Dolby Atmos en DTS:X
  • Mooi afgewerkt design
  • Verbergt veel schaduwdetail
  • Slechts twee HDMI2.1-aansluitingen

Sony Bravia 8 K-65XR80

  • Adviesprijs: 2399 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz w-oled-tv
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (2x 48Gbps, 2x 18Gbps, ARC/eARC, ALLM, 4K120, VRR), S-middenspeaker, 1x optisch digitaal uit, 2x usb, 3x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 6 (802.11ax)
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV (12), Chromecast, Airplay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, XR-processor
  • Afmetingen: 1442 × 909 × 248 mm (inclusief voet)
  • Gewicht: 23,2 kg (inclusief voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 83 kWh (E) / HDR 110 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Over design kun je van mening verschillen, maar over de kwaliteit van afwerking kan er zelden discussie zijn. Zo kunnen we het ontwerp van deze Sony echt wel waarderen, maar het is de uitstekende afwerking die we echt appreciëren. Het scherm heeft geen kader, wat tegenwoordig standaard is op een tv, maar alleen een dunne donkerzilveren rand rondom. De zacht gewelfde rug heeft een mooi vierkantjespatroon.

Opstellen kan op vier manieren. De zilveren, metalen poten kun je links en rechts onder het uiteinde van het toestel monteren, of meer naar het centrum. Voor beide keuzes biedt Sony ook nog de optie om de voeten hoog of laag te monteren, afhankelijk van de vraag of je een soundbar onder het scherm wil plaatsen. Al kun je natuurlijk ook uit esthetische overwegingen voor een bepaalde positie kiezen. 

©Sony

Aansluitingen

De XR80, overigens ook bekend als de Bravia 8, is uitgerust met vier HDMI-poorten, waarvan twee HDMI2.1-poorten met ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en Nvidia G-Sync Compatible).

Hoewel Sony zelf een spelconsole in huis heeft, worden gamers niet echt verwend. Zo kun je maximaal tot 120 Hertz gaan, terwijl alle concurrenten al 144 Hertz aankunnen. We vinden het jammer dat je nog steeds geen vier HDMI2.1-poorten krijgt op wat we toch wel een hoger gepositioneerd model mogen noemen. Zeker omdat ARC/eARC op een van die HDMI2.1-poorten staat.

Gamers met meerdere 4K120-bronnen die een soundbar willen, houden zo maar één poort over die 4K120 aankan. De inputlag is wel uitstekend, met 13,5 ms (4K60) en 5,1 ms (2K120) mag Sony prat gaan op topresultaten.

📺Duizelt het je van alle termen? Hier vind je uitleg: Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen

©Sony

Verder vind je een optische digitale audio-uitgang, een dubbele tv-tuner met een CI+-slot en twee usb-poorten. Wie externe usb-opslag aansluit, kan tv kijken en tegelijk een ander kanaal opnemen. De S-Center-speaker-aansluiting maakt het mogelijk om de tv te gebruiken als centerkanaal wanneer je een externe Sony-audio-oplossing gebruikt. Bluetooth, wifi en een ethernetaansluiting maken de lijst compleet. 

Beeldverwerking

Sony levert bijzonder goede beeldverwerking, die over het algemeen duidelijk maar subtiel genoeg ingrijpt om het beeld te verbeteren zonder beeldartefacten te introduceren. De upscaling levert mooie scherpe beelden, die je een beetje extra detail kunt geven via de zogeheten Reality Creation-instelling. We merkten wel dat dit beter werkte voor HD-content dan voor SD-content (zoals dvd's). Bij die laatste introduceert Reality Creation wat valse details.

©Sony

De ruisonderdrukking werkt prima, maar waar Sony tot vorig jaar een aparte instelling had om kleurovergangen vloeiend te houden (Soepele Gradatie), is die dit jaar verdwenen. Toch kan de Bravia 8 ook op dat vlak nog prima resultaten produceren. Alleen bij onze lastigste testsequenties bleven er duidelijke kleurstroken zichtbaar.

We zien een verbetering in de MotionFlow-techniek. Wie dat vroeger activeerde om snelle camerabewegingen in films toch vloeiend weer te geven, merkte dat de processor soms aarzelde en wat beeldfouten veroorzaakte. Dat probleem is nu verholpen, waardoor de tv nu zeer goede bewegingsscherpte heeft.

Knap oled-contrast, maar matig zwartdetail

Sony gebruikt in zijn line-up geen w-oled-panelen (zie kader hieronder voor uitleg) met een microlenslaag (zoals de LG G4). Voor de topplaats in de line-up (de A95L) koos de fabrikant voor QD-oled-technologie. Daarom gebruikt deze Bravia 8 een standaard w-oled-paneel van de laatste generatie.

De televisie biedt een indrukwekkende beeldkwaliteit met levendige kleuren en een uitstekend contrast, dankzij een breed kleurbereik dat 98 procent van de P3-kleurruimte bestrijkt en een hoge piekhelderheid van 825 nits op een 10 procent venster, die zelfs kan oplopen tot boven de 900 nits voor het weergeven van kleine heldere details in het beeld.

WAT IS W-OLED?

W-oled (white oled) is een schermtechnologie waarbij organische materialen licht geven wanneer er stroom doorheen gaat. In een w-oledscherm wordt blauw en geel licht gecombineerd om wit licht te produceren, dat vervolgens door kleurfilters wordt gestuurd om de gewenste kleuren weer te geven. W-oled levert superieure beeldkwaliteit dankzij de zelfverlichtende pixels, hoog contrast en levendige kleuren.

Elke pixel kan individueel aan en uit, wat zorgt voor een hoog contrast en diepe zwarttinten. Zonder achtergrondverlichting zijn w-oledschermen ultradun. Vergeleken met lcd/led bieden w-oleddisplays rijkere, realistischere kleuren en meer detail in donkere scènes.

Op het volledig witte scherm houd je nog 154 nits over; dat is goed maar niet uitstekend. Het toont ook dat Sony de piekhelderheid relatief sterk dimt naarmate een groter deel van het beeld wit wordt. HDR-beelden met heldere accenten houdt de Sony uitstekend in balans door zijn eigen tonemapping-algoritme.

©Sony

Veel lichtnuances blijven bewaard, en intense heldere kleuren behouden goed hun tint. Minder goed vergaat het de tv met erg donkere beelden. Daar zien we dat er veel schaduwnuance verdwijnt. Donkere beelden krijgen daardoor sterker contrast, maar je mist veel detail. Dat zagen we bovendien ook in SDR-beelden.

Voor het meest natuurlijke beeld schakel je naar de Professional-beeldmodus. Die toonde over het algemeen mooie beelden, met natuurlijke kleuren, maar was minder accuraat dan we van Sony gewend zijn. Naast het ontbrekende schaduwdetail (in HDR en SDR) bleken in SDR de donkerste tinten wat te rood te zijn.

Geluid

Het (w)oledscherm van deze tv dient tevens als luidsprekermembraan, wat te maken heeft met het Acoustic Surface Audio+-systeem. Geluid komt daardoor rechtstreeks uit het beeld en volgt ook vrij goed de actie op het scherm. Sony heeft er dit jaar ook twee zijwaarts gerichte tweeters aan toegevoegd voor nog betere positionering en surround-effect. Het 50 watt sterke systeem ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X. De audiokwaliteit is goed en heeft een degelijke basweergave.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Alleen onze krachtige metal-fragmenten klonken wat minder zuiver. Het maximale volume is voldoende, maar wie een grote kamer wil vullen met geluid zal het mogelijk wat krap vinden, vooral omdat de basweergave vermindert als je het geluid vrij hard zet. De surround-ervaring is goed, maar kan door het ontbreken van opwaarts gerichte speakers geen hoogte-effecten creëren.

Google TV

Sony kiest nog steeds voor Google TV en dat heeft zeker een aantal belangrijke voordelen. De Mediatek Pentonic MT5897-chipset met quad-core ARM Cortex-A73 CPU, 6GB-RAM en de Mali-G57 GPU garandeert alvast een vlotte ervaring. Daarnaast vind je op het Google TV-platform het ruimste aanbod apps, zodat je geen enkele streamingdienst hoeft te missen.

Google TV biedt uitgebreide aanbevelingen, gerangschikt per categorie, zoals actiefilm, thriller enzovoort. Een alternatieve mediaspeler (zoals VLC) of een mediabibliotheek-app (zoals Plex) maakt van de tv ook een uitstekende speler voor je thuisbibliotheek. Content van je smartphone afspelen is geen probleem dankzij ondersteuning voor Apple AirPlay 2 en Google Cast. Sony heeft ook nog een eigen streamingdienst, Sony Picture Core (het vroegere Bravia Core), waar je tal van films vindt.

©Eric Beeckmans | ID.nl

De tv wordt geleverd met twee afstandsbedieningen. De klassieke versie stoppen we onmiddellijk in de la. Onze voorkeur gaat uit naar de moderne, compacte afstandsbediening. Die gebruikt een via usb-c oplaadbare accu, heeft verlichte toetsen en vooral een eenvoudiger maar erg goede lay-out. De toetsen hebben een aangename en precieze aanslag. Rechts bovenaan staan een toets voor het snelmenu en een voor het menu met extra functies zoals het on-screen toetsenbord. Het is even wennen, maar die zijn erg handig.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Conclusie

Deze Sony K-65XR80 met een beeldscherm van 65 inch levert erg mooi beeld, met dank aan de prima prestaties van het oledpaneel en de XR-processor. De tv verbergt wel wat schaduwdetail en de kalibratie in de Professional-modus mag iets beter; dat zijn foutjes die we niet gewend zijn van Sony. Voor gamers is het jammer dat de tv slechts twee HDMI2.1-poorten heeft. Ondanks die kritiek kunnen we stellen dat de Sony erg mooie resultaten neerzet.

De tv heeft een prachtig afgewerkt design, uitstekende beeldkwaliteit en fijne audio die dankzij het Acoustic Surface recht uit het scherm lijkt te komen. Google TV biedt alles wat je streaminghart maar kan bedenken.

Maar deze Sony blijkt wel wat te duur geprijsd te zijn. Hij zit qua prijs flink boven die van de LG C4, maar biedt daar niet echt iets unieks tegenover.