ID.nl logo
Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?
© https://ethereumcode.io/
Huis

Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?

Ze zitten in je auto, in je magnetron, in je wasmachine, maar ook in je pc, en ze vormen het hart van de Arduino- en ESP32-ontwikkelbordjes: microcontrollers. Onzichtbaar op de achtergrond wordt bijna ons hele leven erdoor draaiende gehouden. Welke microcontrollers bestaan er en hoe werken ze precies?

Als je een maaltijd in je magnetron zet, kies je de juiste tijd en instellingen en zet je hem aan. Aan het einde zegt je magnetron ‘ping!’ en is je maaltijd opgewarmd.

Heb je je al eens afgevraagd hoe dat werkt? Eigenlijk zit er in je magnetron een hele (kleine) computer die een programmaatje afwerkt dat enerzijds reageert op de knoppen en anderzijds, als je dat hebt, op het lcd-scherm. Ook stuurt de computer de elektronenbuis aan die de maaltijd met microgolven verwarmt. Die kleine computer is een microcontroller. Je hebt er waarschijnlijk tientallen in huis.

Een microcontroller is een chip die eigenlijk een hele computer in één pakket behuist. Daarin zitten een processor, geheugen (ram en rom) en allerlei poorten naar de buitenwereld. Terwijl je bij een gemiddelde processor voor je desktopcomputer dus nog een heel moederbord, ram-geheugen en storage nodig hebt om er iets nuttigs mee te doen, heb je bij een microcontroller slechts een beperkt aantal externe componenten nodig. Wat weerstanden en condensatoren zijn doorgaans voldoende voor een werkende microcontroller-opstelling.

Die verregaande integratie in een microcontroller is mogelijk omdat dit geen chip is voor flexibele apparaten, zoals pc’s. Microcontrollers zijn ontworpen om specifieke toepassingen uit te voeren, zoals in een magnetron, een pinautomaat, een wasmachine of een pacemaker. Een laag stroomverbruik en een lage kostprijs zijn voor die toepassingen belangrijk.

Lage prestaties met hoge impact

Low-end microcontrollers hebben dan ook een processorsnelheid van maar enkele MHz en slechts enkele kilobytes ram-geheugen. Kijk bijvoorbeeld naar de Arduino Uno, een populair ontwikkelbordje om mee te experimenteren. De microcontroller op dat bordje is de AVR ATmega328P. Die werkt op een kloksnelheid van 16 MHz, heeft 2 KB sram, 1 KB eeprom en 32 KB flashgeheugen.

Vergeleken met de gigahertzen, gigabytes en terabytes die we op onze pc’s gewend zijn, lijken die specificaties ondermaats. Maar toch kun je hiermee ongelooflijk veel projecten aansturen: muziekinstrumenten, robotautootjes, weerstations, je planten automatisch water geven... Je kunt het zo gek niet bedenken of iemand heeft het al weleens met die kleine ATmega328P gedaan.

Microcontroller of SoC? Waarschijnlijk heb je ook al gehoord van een system-on-a-chip (SoC), wat op het eerste gezicht hetzelfde lijkt: een processor geïntegreerd met andere componenten. De grens tussen wat we als een microcontroller beschouwen en wat als een SoC is nogal vaag. Maar doorgaans is een SoC met een snellere processor uitgerust, heeft die meer ram en bevat hij mogelijk radiochips (wifi en/of mobiel netwerk) of een ingebouwde gpu.  Alle smartphones en tablets zijn dan ook gebouwd rond een SoC, maar ook de Raspberry Pi, apparaten zoals een nas en slimme luidsprekers. Ook de Apple M1 is een SoC: deze integreert een arm-processor, ram, gpu, image-signal-processor, Secure Enclave (een coprocessor voor veilige opslag van sleutels) en controllers voor NVMe en thunderbolt 4.

Pinnetjes

Als je een low-end microcontroller zoals een ATmega328P van een Arduino Uno ziet, is het eerste wat opvalt de pinnetjes die eruit steken. Elk van die pinnetjes heeft een functie. Sommige sluit je aan op een voeding, zodat de chip stroom krijgt, maar de meeste dienen om met de omgeving te communiceren.

Komt de chip in een dip-behuizing, dan kun je die pinnetjes eenvoudigweg in een breadboard prikken. Door dan jumperwires in een gaatje in dezelfde rij als een pin te steken, verbind je het draadje met die pin. Op die manier bouw je eenvoudig elektronische schakelingen op met componenten die met de microcontroller kunnen communiceren.

Een Arduino Uno-bordje is dan eigenlijk gewoon een printplaatje waarop de ATmega328P is geplaatst en alle pinnetjes verbonden zijn met ofwel de headers op het bordje, ofwel met andere componenten van het printplaatje, zoals de spanningsregelaar, statusleds en de resetknop. Je kunt het eigenlijk vergelijken met een moederbord voor een processor: een Arduino Uno maakt een ATmega328P-microcontroller alleen wat handiger om te gebruiken en om andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

De eenvoudigste manier om met een microcontroller te communiceren is wat we GPIO noemen (general-purpose input/output). Elke GPIO-pin kunnen we aansturen door een bit op een specifiek adres in het geheugen van de microcontroller op 1 of 0 te zetten. Schrijven we er 1 naar, dan wordt een spanning van bijvoorbeeld 5 V over de pin gelegd; schrijven we er 0 naar, dan wordt de spanning 0 V.

Als je dan bijvoorbeeld tussen die pin en 0 V een led en een weerstand plaatst, gaat de led aan wanneer je 1 naar de pin schrijft en uit wanneer je er 0 naar schrijft. Bij een 1 vloeit er immers een stroom van 5 V naar 0 V. De weerstand dient om de stroom te beperken tot wat de led aankan.

Ook in de andere richting werkt dat. Als je de GPIO-pin als invoer configureert, zal de microcontroller de spanning die je aan de pin aanlegt (5 V of 0 V) interpreteren als een 1 of 0. Op die manier sluit je een knop aan op de pin. Druk je de knop in, dan maakt die intern een verbinding tussen 5 V en de pin van de microcontroller, waardoor die een 1 registreert. 

Laat je de knop los, dan wordt er doorgaans via een pull-downweerstand voor gezorgd dat de pin verbonden is met 0 V en dus een 0 registreert. Op dezelfde manier sluit je een PIR-sensor voor aanwezigheidsdetectie aan: de pin registreert dan 1 als de sensor iemand waarneemt en anders 0.

Protocols en bussen

Telkens 1 bit in of uit de microcontroller sturen, is voldoende voor eenvoudige toepassingen, maar vaak heb je complexere vormen van communicatie nodig. Daarvoor zijn er allerlei protocollen ontwikkeld. Bijvoorbeeld UART (universal asynchronous receiver-transmitter), een protocol voor seriële communicatie waarbij je bytes in twee richtingen kunt sturen. 

Het protocol beschrijft hoe je de opeenvolgende bits moet sturen. Zo bestaan er UART-modules die je in een usb-poort van je pc kunt steken. Communiceren met de microcontroller doe je dan door de RX-pin van de microcontroller met de TX-pin van de UART-module te verbinden en andersom: RX staat voor receive en TX voor transmit.

Voor communicatie met meerdere componenten, zoals sensoren, externe geheugens en schermen, maak je meestal gebruik van een bus zoals I²C (Inter-Integrated Circuit, uitgevonden door Philips) en SPI (Serial Peripheral Interface). I²C wordt ook wel Two-Wire genoemd, omdat er twee pinnen worden gebruikt: SDA om de seriële data door te sturen en SCL om een kloksignaal te sturen. 

SPI (ook weleens Four-Wire genoemd) heeft vier pinnen: SCLK voor de klok, MOSI voor communicatie van de master (meestal de microcontroller) naar de slave en MISO voor de andere richting, en SS om te selecteren met welke slave de master spreekt. Voor elke slave heb je een extra pin SS nodig. Bij de meeste microcontrollers zijn er specifieke pinnen aanwezig voor UART, I²C en SPI.

©PXimport

Digitaal of analoog

Tot nu toe hebben we het alleen maar over 0 en 1 gehad, digitale gegevens dus. Maar heel wat sensoren geven analoge gegevens door, bijvoorbeeld een temperatuursensor of druksensor waarvan de weerstand varieert met de gemeten waarde. Met een spanningsdeler haal je uit die variabele weerstand een variabele spanning, die dus een analoge voorstelling van de meetwaarde is. 

Gelukkig bestaat er een component die een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning) kan omzetten naar een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal): de ADC (analoog-digitaalomzetter).

ADC’s bestaan als losse componenten (bijvoorbeeld via I²C of SPI aan te sluiten), maar veel microcontrollers hebben ook zelf een of meer ADC’S ingebouwd. Ook in de andere richting bestaat er een component: de DAC (digitaal-analoogomzetter) zet een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal) om in een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning van 0 tot de voedingsspanning).

Sommige microcontrollers hebben ook een DAC ingebouwd. Al met al zijn microcontrollers dus de perfecte componenten om de digitale en analoge wereld te verenigen. Een Raspberry Pi bijvoorbeeld heeft geen ADC ingebouwd, terwijl een Arduino-bordje er meerdere heeft.

Microcontroller-behuizingen Dezelfde microcontroller kun je vaak in meerdere types behuizingen kopen. Op breadboards zul je vaak DIP-behuizingen tegenkomen: dual in-line package. De chip zit dan in een rechthoekig blokje met aan twee tegenovergelegen zijden pinnetjes die naar onderen uitsteken. Standaard liggen de pinnetjes 2,54 mm (een tiende inch) van elkaar, waardoor ze op een breadboard passen.  In massaproductie vind je eerder varianten van QFP (quad flat package), waarbij een vierkante behuizing aan elke zijde een rij pinnetjes heeft, met een afstand van 0,4 tot 1 mm, die op de printplaat worden gesoldeerd. Een soortgelijke behuizing is QFN (quad-flat no-leads), waarbij er geen pinnetjes uitsteken maar er onderaan de chip aan de vier zijden rijen kopersporen zijn die rechtstreeks op de banen van de printplaat aansluiten. Deze zijn moeilijk met de hand te solderen.

Microcontrollerfamilies

Net zoals er voor pc’s allerlei processorfamilies bestaan, heb je ook diverse families van microcontrollers. De belangrijkste onderverdeling is op basis van de processorarchitectuur. Populair bij hobbyisten zijn de 8bit-AVR-microcontrollers van Atmel (in 2016 overgenomen door Microchip). Ze zijn onderverdeeld in twee subfamilies: de ATtiny-serie met minder pinnen, geheugen en functies (de basismodellen hebben zelfs geen ram-geheugen, UART, I²C en SPI) en de krachtigere ATmega-serie die in de meeste Arduino-bordjes zit.

Een familie die zowel bij hobbyisten als industriële ontwikkelaars populair is, zijn de PIC-microcontrollers, die al sinds 1976 meegaan. Hun populariteit is te danken aan hun lage kostprijs, brede beschikbaarheid en heel wat bestaande code.

Een andere populaire low-end microcontroller in de industrie is de 8051. Oorspronkelijk werd deze in 1980 door Intel ontwikkeld onder de naam MCS-51. In 2007 is Intel met de productie gestopt, maar tientallen andere chipfabrikanten produceren nog altijd hun eigen klonen van de 8051, vaak met een snellere klok en extra functies. Ze worden gebruikt in auto’s, meetsystemen, transceivers voor bluetooth, Zigbee en andere draadloze protocollen, in usb-sticks enzovoort.

©PXimport

Als je naar de krachtigere microcontrollers gaat, kom je bij 32- en 64bit-families uit. De laatste jaren hebben vooral de Xtensa-processors van Tensilica (in 2013 overgekocht door Cadence) een flinke opmars gemaakt. Het zijn immers de processors in de ESP8266- en ESP32-microcontrollers van het Chinese Espressif. Deze zijn populair bij hobbyisten door hun geïntegreerde wifi en (voor de ESP32) bluetooth, en omdat ze eenvoudig te programmeren zijn in de Arduino IDE of via frameworks als ESPHome. De bordjes gebouwd rond de microcontrollers van Espressif zijn dan ook populair voor doe-het-zelf-domotica.

Tot de krachtigste en flexibelste microcontrollers behoren die gebouwd rond de ARM-architectuur. De high-end versies daarvan vind je in je smartphone en ook in computerbordjes zoals een Raspberry Pi, al spreken we dan meer van een SoC. 

ARM kent veel subfamilies, maar voor de klassieke microcontrollertoepassingen zijn vooral de ARM Cortex-M-processors (32 bit) gebruikt. Die vind je bijvoorbeeld in de AT SAM-serie van Atmel die in de krachtigere Arduino-bordjes zitten, in de populaire STM32-familie van STMicroelectronics, en in de nRF-serie van Nordic Semiconductor voor draadloze toepassingen, zoals bluetooth en thread.

Ontwikkelbordjes

Voor industriële toepassingen wordt een printplaat op maat ontworpen, waarop een microcontroller staat. Maar wie zelf aan de slag wil met een microcontroller, heeft een ontwikkelbordje nodig. Dat geeft eenvoudig toegang tot de pinnen van de microcontroller via standaard pinheaders en voegt zaken zoals een spanningsregelaar en usb-naar-UART-omzetter toe, zodat je het bordje eenvoudig op je pc kunt aansluiten.

Voor elke microcontrollerfamilie bestaan er wel ontwikkelbordjes in allerlei vormen en groottes. Voor de AVR-familie zijn de Arduino-bordjes populair. Sommige daarvan, zoals de Arduino Nano, prik je op een breadboard, maar de meeste komen in een groter formaat met vrouwelijke pinheaders waarin je jumperwires steekt. 

Voor de Espressif-microcontrollers is het kleinere formaat dat je op een breadboard prikt alomtegenwoordig. Voor de nRF-serie heeft Nordic Semicondictor grote ontwikkelborden, maar ook versies in de vorm van een stick die je in de usb-poort van je pc schuift. Ook de BBC micro:bit en micro:bit v2 zijn leuke ontwikkelbordjes voor de nRF-microcontrollers.

©PXimport

Microcontroller programmeren

Kijken we tot slot nog even naar hoe het programmeren van een microcontroller werkt. Als je gewend bent om voor een pc of een computerbordje zoals een Raspberry Pi te programmeren, krijg je zeker een cultuurschok wanneer je voor het eerst een microcontroller programmeert. Doorgaans draait er immers geen besturingssysteem op een microcontroller. Er draait slechts één programma op: wat jij schrijft. 

Dat programma schrijf je in het ingebouwde flash-geheugen. Als je de stroom uitschakelt en weer inschakelt, begint de microcontroller het programma onmiddellijk uit te voeren. Dat maakt een microcontroller betrouwbaarder in werking dan een processorbordje zoals een Raspberry Pi.

De best ondersteunde programmeertalen op microcontrollers zijn C of C++, maar die zijn niet het toegankelijkst. Het Arduino-ecosysteem lost dat op door een standaardbibliotheek en allerlei uitbreidingen aan te bieden. Die vormen een laag bovenop het onderliggende C++. 

Andere oplossingen zijn MicroPython en CircuitPython die een afgeslankte versie van Python op microcontrollers aanbieden, en Espruino dat het mogelijk maakt om JavaScript op een microcontroller te gebruiken. Voor industriële toepassingen gebruik je eerder een realtime besturingssysteem zoals Zephyr, dat je in C programmeert.

Ontwikkelomgevingen

Om het proces van code programmeren en de firmware naar je microcontroller flashen te vereenvoudigen, bestaan er allerlei ontwikkelomgevingen. Die tonen bijvoorbeeld fouten in je code, compileren met één druk op een knop je code tot machinecode in de instructieset van de processor, en flashen de firmware naar je ontwikkelbordje. 

Programmeer je een Arduino-bordje, dan doe je dat doorgaans in de Arduino IDE (wat staat voor integrated development environment). Maar dankzij de ondersteuning van andere bordjes kun je met de Arduino IDE ook ESP8266- of ESP32-bordjes programmeren.

Ook populair is PlatformIO, een opensource-plug-in die van Microsofts ontwikkelomgeving Visual Studio Code een ontwikkelomgeving voor microcontrollers maakt. Het voordeel van PlatformIO is dat je met één ontwikkelomgeving voor diverse platforms en frameworks voor microcontrollers kunt ontwikkelen, inclusief Arduino, Espressifs framework en Zephyr. 

Visual Studio Code is bovendien ook bruikbaar om voor een Raspberry Pi of je pc te programmeren. Op deze manier verenig je dus al je programmeerprojecten in één omgeving.

▼ Volgende artikel
Krokant van buiten, mals van binnen: zó doe je dat in de airfryer
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Krokant van buiten, mals van binnen: zó doe je dat in de airfryer

Je hebt een airfryer gekocht om met minder vet te koken, maar dat betekent niet dat je hoeft in te leveren op smaak of knapperigheid. Integendeel: met het juiste gebruik tover je er de krokantste gerechten mee op tafel, zonder dat ze in olie zwemmen. Het draait allemaal om de juiste aanpak.

In dit artikel lees je:

🥨Hoe een airfryer precies werkt
🍟Hoe je ervoor zorgt dat snacks en groenten worden
🍗Welke handige trucs je kunt gebruiken voor het beste bakresultaat
🥓Hoe je het maximale uit je airfryer haalt

Lees ook: Airfryer met één of twee lades? Zo kies je slim

Hoe werkt een airfryer eigenlijk? Nou, zo!

Een airfryer werkt eigenlijk als een kleine heteluchtoven waarin hete lucht continu circuleert. Je eten gaat in een mandje of op een rekje, waar het rondom wordt verhit. Door het krachtige verwarmingselement bereikt de airfryer snel de juiste temperatuur. De compacte binnenruimte houdt de warmte vast, waardoor alles sneller gaart dan in een gewone oven. Dat scheelt energie én levert in korte tijd een mooi krokant resultaat op.

©africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)

Krokant resultaat met snacks en friet uit de airfryer

Friet en snacks horen natuurlijk bij de airfryer. Er zijn genoeg diepvriesvarianten die speciaal voor dit type bereiding zijn gemaakt. Houd voor het beste resultaat de aanwijzingen op de verpakking aan, maar verwarm je airfryer altijd eerst even voor. Ook als de handleiding zegt dat het niet hoeft. Vier minuten op de gewenste temperatuur is meestal genoeg.

Leg kroketten of andere snacks nooit in een koude airfryer – dat is te vergelijken met ze in koude olie dompelen. Kijk aan het einde van de bereiding of ze mooi goudbruin zijn. Elke airfryer heeft zijn eigen karakter, dus soms helpt een minuutje extra voor die perfecte krokante korst.

Groenten met een knapperig laagje uit de airfryer

Zin in groenten met een stevige bite? Paneren is de sleutel. Geen dik beslag, maar een eenvoudige laag van ei en paneermeel of panko. Snijd bijvoorbeeld bloemkool in kleine roosjes, meng bloem met kruiden naar smaak en klop een eitje los. Haal de roosjes eerst door de bloem, dan door het ei en druk ze daarna goed in de panko. Na twintig minuten op 190 graden komen ze krokant en goudbruin uit je airfryer.

Hetzelfde trucje werkt prima met groenten als courgette, aubergine (in repen) of wortel. Wie liever geen ei gebruikt, kan een dun papje maken van bloem, water en kruiden om de paneerlaag te laten hechten.

©Francisco Zeledon

🎯 Populairste merken airfryer in NL

Philips | Ninja | Tefal | Inventum | Princess

Deze merken komen al langere tijd goed uit de bus in verschillende vergelijkingen. In tests van de Consumentenbond en andere onafhankelijke platforms worden ze vaak genoemd omdat ze simpelweg doen wat je ervan verwacht: ze warmen snel op, bakken gelijkmatig en zijn prettig in gebruik. Bovendien is de verhouding tussen de prijs en wat je voor je geld krijgt goed.

Aanraders per merk

Ninja Airfryer XXL Max Pro
Ruime airfryer voor grotere porties. De 6,2-liter mand is geschikt voor 3-4 personen en levert gelijkmatige resultaten bij friet, groenten en vlees. Dankzij de hogere stand wordt alles extra knapperig. Reviewscore op Kieskeurig: 9,6.

Tefal Dual Easy Fry & Grill EY905D 8.3L XXL Airfryer

Ruim model met twee lades, geschikt voor grotere porties of volledige maaltijden tegelijk. Reviewscore op Kieskeurig: 8,8.

Inventum GF500HLD Airfryer
Betaalbare instap-airfryer; handig voor kleinere huishoudens of basisgebruik. Reviewscore op Kieskeurig: 9,2.

Princess Double Basket Airfryer - 8L - 2400W
dubbele airfryer met twee manden van 4 liter. Geschikt om twee gerechten tegelijk te bereiden, met genoeg capaciteit voor een gezin. Reviewscore op Kieskeurig: 8,5.

Philips 3000 Series NA352/00 Airfryer 9 L Dual Basket
Populair model van Philips met dubbele mand en ruime inhoud, geschikt voor gezinnen of grotere porties. Reviewscore op Kieskeurig: 8,2.

🔟 Over de reviewscores op Kieskeurig.nl
Op Kieskeurig.nl schrijven consumenten reviews over producten. Elke review moet voldoen aan kwaliteitscriteria: de reviewer moet aangeven of het product gekocht, gekregen of getest is, er mag geen misleidende taal in staan en de inhoud moet betrouwbaar zijn. Zo worden nep- of spamreacties tegengegaan. Bij de beoordeling zie je niet alleen het gemiddelde cijfer, maar ook hoeveel reviews er zijn. Zo krijg je meteen een indruk of de score op basis van één enkele review is of op basis van veel gebruikerservaringen.

De maizenatruc voor goudbruine, knapperige aardappels

Verse aardappels uit de airfryer zijn heerlijk, maar echt krokant worden ze niet altijd vanzelf. Dat komt door het zetmeel, dat per aardappelras en zelfs per seizoen verschilt. Sommige aardappels bevatten meer suikers en kleuren daardoor snel bruin, terwijl de binnenkant nog niet gaar is.

De oplossing is eenvoudig: laat de aardappelpartjes of -schijfjes minimaal een half uur in koud water staan om het overtollige zetmeel weg te spoelen. Dep ze daarna goed droog. Meng per halve kilo aardappel een eetlepel maizena of aardappelzetmeel erdoor. Besprenkel ze licht met olie, bijvoorbeeld met een sprayspuit uit de supermarkt, en bak ze 25 tot 30 minuten op 180 graden in een voorverwarmde airfryer. Controleer of ze gaar zijn en serveer ze direct, want na afkoeling verliezen ze hun knapperigheid.

Spray je voedsel in met olie voor het beste bakresultaat

Met een speciale verstuiver krijg je een mooi, dun laagje

Zo bak je alles perfect in je airfryer

Veel mensen gebruiken bakpapier of een bakvorm om hun airfryer schoon te houden. Dat kan, zolang de hete lucht maar goed kan blijven circuleren. Wordt de luchtstroom geblokkeerd, dan gaart je eten ongelijkmatig en blijft het minder krokant.

Een beetje olie doet wonderen. Je hebt er niet veel van nodig, maar zonder olie blijven gerechten vaak bleek of droog. Voorgepaneerde snacks, zoals een schnitzel uit de supermarkt, krijgen pas een mooi bruin korstje als je ze licht insprayt met olie. Invetten met een kwastje kan ook, al verdeelt een spray de olie meestal gelijkmatiger.

Blijft het resultaat tegenvallen? Controleer dan of je airfryer de juiste temperatuur haalt. Dat kan met een oventhermometer: verwarm de airfryer vijf minuten voor, zet de thermometer erin en laat hem nog vijf minuten draaien op de ingestelde stand. Zo weet je meteen of de temperatuur klopt.

Lees ook: Airfryers met slimme schoonmaak- en opbergfuncties

Weten welke airfryers nu extra voordelig zijn?

Je heckt het op de prijsdalerspagina van Kieskeurig.nl

View post on TikTok
▼ Volgende artikel
Black Friday-deal: Motorola Edge 60 Fusion tijdelijk voor een fijn prijsje
© Motorola
Huis

Black Friday-deal: Motorola Edge 60 Fusion tijdelijk voor een fijn prijsje

De Motorola Edge 60 Fusion is deze Black Friday tijdelijk flink in prijs verlaagd: van 329,99 naar slechts 269,99 euro. Dankzij het gebogen oled-display, de sterke camera’s en de lange accuduur is dit één van de scherpste smartphone-deals van dit moment.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Motorola

Tijdens de Black Friday-week duikt de Motorola Edge 60 Fusion onder een prijsgrens die je eigenlijk nooit ziet bij smartphones met een schermkwaliteit, kleurweergave, prestaties en bouwkwaliteit van dit niveau. Normaal is het toestel met 329,99 euro al erg betaalbaar, maar je betaalt nu tijdelijk slechts 269,99 euro. Dat maakt deze stijlvolle en krachtige telefoon opeens nog aantrekkelijker. En omdat de Edge 60 Fusion niet aanvoelt als een typische middenklasser, maar als een toestel met een eigen smoel, springt deze deal er extra uit.

©Motorola

Beschikbaar in meerdere Pantone-kleuren

De Motorola Edge 60 Fusion is verkrijgbaar in drie door Pantone gevalideerde kleuren: Slipstream, Zephyr, Amazonite en Mocha Mousse.


Tijdens Black Friday is vooral de kleur Mocha Mousse, de Pantone-kleur van 2025, extra aantrekkelijk geprijsd. Terwijl de reguliere modellen tijdelijk 269,99 euro kosten, betaal je voor de Mocha-variant slechts 249,99 euro, de laagste prijs van alle beschikbare uitvoeringen.

Lekker design

De Motorola Edge 60 Fusion overtuigt al bij het oppakken. Het 6,67-inch oledscherm loopt aan alle vier de randen door, waardoor de voorkant bijna randloos oogt en het toestel slank en modern aanvoelt. De achterzijde heeft een op leer geïnspireerde afwerking die warm en zacht in de hand ligt. Aan de voorkant zorgt Corning Gorilla Glass 7i voor stevigheid zonder extra gewicht. Met 178 gram en een dikte van 7,95 millimeter combineert het toestel een elegante behuizing met een stevige bouwkwaliteit.

Het Super HD-display (2712 × 1220 pixels) levert haarscherp beeld, diepe kleuren en nauwkeurige huidtinten dankzij 10-bits ondersteuning. De piekhelderheid van 4500 nits maakt het scherm uitstekend leesbaar in fel zonlicht, terwijl de 120Hz-verversing alles vloeiend toont. Water Touch zorgt ervoor dat het display ook reageert met natte vingers; handig tijdens het sporten of een wandeling in de regen.

©Motorola

Prima prestaties en camera's

De MediaTek Dimensity 7300-chipset met 8 GB RAM zorgt voor snelle reacties bij apps, multitasking en media. Android 15 draait soepel en overzichtelijk, met de vertrouwde Moto-functies en extra beveiliging via ThinkShield. Met 256 GB opslag heb je ruimte zat voor foto's, video's en apps.

De 50MP-Sony LYTIA 700C-hoofdcamera met optische beeldstabilisatie levert scherpe, kleurrijke beelden, zowel overdag als 's nachts. De 13MP-ultragroothoekcamera met 120 graden beeldhoek doet ook dienst als macrocamera dankzij autofocus. Aan de voorkant zorgt een 32MP-selfiecamera voor meer dan fatsoenlijke zelfportretten.

Accu met dapper uithoudingsvermogen

Dankzij de 5200mAh-accu haalt de Edge 60 Fusion tot ruim 52 uur gebruik op één lading. Met 68W-snelladen vul je in korte tijd weer genoeg juice aan om door te kunnen. De efficiënte chipset en optimalisaties in Android zorgen daarbij voor een merkbaar langer uithoudingsvermogen.

De stereospeakers zorgen voor een helder en ruimtelijk geluidsbeeld. In de doos zitten verder een beschermcase, een usb-c-kabel, een simtool en Motorola's kenmerkende geparfumeerde verpakking.

Pak deze deal nú!

De Edge 60 Fusion voelt niet aan als een toestel uit zijn prijsklasse. Het design, het scherm, de camera's en de accuprestaties doen denken aan een veel duurder segment. Zeker voor de tijdelijke prijs van nét geen 270 euro is dit een toestel dat opeens concurreert met modellen die normaal gesproken ruim boven deze prijsklasse zitten. En dat maakt deze aanbieding zo aantrekkelijk!

Meer topdeals van Motorola!

Voor als je iets anders zoekt dan de Edge 60 Fusion...