ID.nl logo
Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?
© https://ethereumcode.io/
Huis

Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?

Ze zitten in je auto, in je magnetron, in je wasmachine, maar ook in je pc, en ze vormen het hart van de Arduino- en ESP32-ontwikkelbordjes: microcontrollers. Onzichtbaar op de achtergrond wordt bijna ons hele leven erdoor draaiende gehouden. Welke microcontrollers bestaan er en hoe werken ze precies?

Als je een maaltijd in je magnetron zet, kies je de juiste tijd en instellingen en zet je hem aan. Aan het einde zegt je magnetron ‘ping!’ en is je maaltijd opgewarmd.

Heb je je al eens afgevraagd hoe dat werkt? Eigenlijk zit er in je magnetron een hele (kleine) computer die een programmaatje afwerkt dat enerzijds reageert op de knoppen en anderzijds, als je dat hebt, op het lcd-scherm. Ook stuurt de computer de elektronenbuis aan die de maaltijd met microgolven verwarmt. Die kleine computer is een microcontroller. Je hebt er waarschijnlijk tientallen in huis.

Een microcontroller is een chip die eigenlijk een hele computer in één pakket behuist. Daarin zitten een processor, geheugen (ram en rom) en allerlei poorten naar de buitenwereld. Terwijl je bij een gemiddelde processor voor je desktopcomputer dus nog een heel moederbord, ram-geheugen en storage nodig hebt om er iets nuttigs mee te doen, heb je bij een microcontroller slechts een beperkt aantal externe componenten nodig. Wat weerstanden en condensatoren zijn doorgaans voldoende voor een werkende microcontroller-opstelling.

Die verregaande integratie in een microcontroller is mogelijk omdat dit geen chip is voor flexibele apparaten, zoals pc’s. Microcontrollers zijn ontworpen om specifieke toepassingen uit te voeren, zoals in een magnetron, een pinautomaat, een wasmachine of een pacemaker. Een laag stroomverbruik en een lage kostprijs zijn voor die toepassingen belangrijk.

Lage prestaties met hoge impact

Low-end microcontrollers hebben dan ook een processorsnelheid van maar enkele MHz en slechts enkele kilobytes ram-geheugen. Kijk bijvoorbeeld naar de Arduino Uno, een populair ontwikkelbordje om mee te experimenteren. De microcontroller op dat bordje is de AVR ATmega328P. Die werkt op een kloksnelheid van 16 MHz, heeft 2 KB sram, 1 KB eeprom en 32 KB flashgeheugen.

Vergeleken met de gigahertzen, gigabytes en terabytes die we op onze pc’s gewend zijn, lijken die specificaties ondermaats. Maar toch kun je hiermee ongelooflijk veel projecten aansturen: muziekinstrumenten, robotautootjes, weerstations, je planten automatisch water geven... Je kunt het zo gek niet bedenken of iemand heeft het al weleens met die kleine ATmega328P gedaan.

Microcontroller of SoC? Waarschijnlijk heb je ook al gehoord van een system-on-a-chip (SoC), wat op het eerste gezicht hetzelfde lijkt: een processor geïntegreerd met andere componenten. De grens tussen wat we als een microcontroller beschouwen en wat als een SoC is nogal vaag. Maar doorgaans is een SoC met een snellere processor uitgerust, heeft die meer ram en bevat hij mogelijk radiochips (wifi en/of mobiel netwerk) of een ingebouwde gpu.  Alle smartphones en tablets zijn dan ook gebouwd rond een SoC, maar ook de Raspberry Pi, apparaten zoals een nas en slimme luidsprekers. Ook de Apple M1 is een SoC: deze integreert een arm-processor, ram, gpu, image-signal-processor, Secure Enclave (een coprocessor voor veilige opslag van sleutels) en controllers voor NVMe en thunderbolt 4.

Pinnetjes

Als je een low-end microcontroller zoals een ATmega328P van een Arduino Uno ziet, is het eerste wat opvalt de pinnetjes die eruit steken. Elk van die pinnetjes heeft een functie. Sommige sluit je aan op een voeding, zodat de chip stroom krijgt, maar de meeste dienen om met de omgeving te communiceren.

Komt de chip in een dip-behuizing, dan kun je die pinnetjes eenvoudigweg in een breadboard prikken. Door dan jumperwires in een gaatje in dezelfde rij als een pin te steken, verbind je het draadje met die pin. Op die manier bouw je eenvoudig elektronische schakelingen op met componenten die met de microcontroller kunnen communiceren.

Een Arduino Uno-bordje is dan eigenlijk gewoon een printplaatje waarop de ATmega328P is geplaatst en alle pinnetjes verbonden zijn met ofwel de headers op het bordje, ofwel met andere componenten van het printplaatje, zoals de spanningsregelaar, statusleds en de resetknop. Je kunt het eigenlijk vergelijken met een moederbord voor een processor: een Arduino Uno maakt een ATmega328P-microcontroller alleen wat handiger om te gebruiken en om andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

De eenvoudigste manier om met een microcontroller te communiceren is wat we GPIO noemen (general-purpose input/output). Elke GPIO-pin kunnen we aansturen door een bit op een specifiek adres in het geheugen van de microcontroller op 1 of 0 te zetten. Schrijven we er 1 naar, dan wordt een spanning van bijvoorbeeld 5 V over de pin gelegd; schrijven we er 0 naar, dan wordt de spanning 0 V.

Als je dan bijvoorbeeld tussen die pin en 0 V een led en een weerstand plaatst, gaat de led aan wanneer je 1 naar de pin schrijft en uit wanneer je er 0 naar schrijft. Bij een 1 vloeit er immers een stroom van 5 V naar 0 V. De weerstand dient om de stroom te beperken tot wat de led aankan.

Ook in de andere richting werkt dat. Als je de GPIO-pin als invoer configureert, zal de microcontroller de spanning die je aan de pin aanlegt (5 V of 0 V) interpreteren als een 1 of 0. Op die manier sluit je een knop aan op de pin. Druk je de knop in, dan maakt die intern een verbinding tussen 5 V en de pin van de microcontroller, waardoor die een 1 registreert. 

Laat je de knop los, dan wordt er doorgaans via een pull-downweerstand voor gezorgd dat de pin verbonden is met 0 V en dus een 0 registreert. Op dezelfde manier sluit je een PIR-sensor voor aanwezigheidsdetectie aan: de pin registreert dan 1 als de sensor iemand waarneemt en anders 0.

Protocols en bussen

Telkens 1 bit in of uit de microcontroller sturen, is voldoende voor eenvoudige toepassingen, maar vaak heb je complexere vormen van communicatie nodig. Daarvoor zijn er allerlei protocollen ontwikkeld. Bijvoorbeeld UART (universal asynchronous receiver-transmitter), een protocol voor seriële communicatie waarbij je bytes in twee richtingen kunt sturen. 

Het protocol beschrijft hoe je de opeenvolgende bits moet sturen. Zo bestaan er UART-modules die je in een usb-poort van je pc kunt steken. Communiceren met de microcontroller doe je dan door de RX-pin van de microcontroller met de TX-pin van de UART-module te verbinden en andersom: RX staat voor receive en TX voor transmit.

Voor communicatie met meerdere componenten, zoals sensoren, externe geheugens en schermen, maak je meestal gebruik van een bus zoals I²C (Inter-Integrated Circuit, uitgevonden door Philips) en SPI (Serial Peripheral Interface). I²C wordt ook wel Two-Wire genoemd, omdat er twee pinnen worden gebruikt: SDA om de seriële data door te sturen en SCL om een kloksignaal te sturen. 

SPI (ook weleens Four-Wire genoemd) heeft vier pinnen: SCLK voor de klok, MOSI voor communicatie van de master (meestal de microcontroller) naar de slave en MISO voor de andere richting, en SS om te selecteren met welke slave de master spreekt. Voor elke slave heb je een extra pin SS nodig. Bij de meeste microcontrollers zijn er specifieke pinnen aanwezig voor UART, I²C en SPI.

©PXimport

Digitaal of analoog

Tot nu toe hebben we het alleen maar over 0 en 1 gehad, digitale gegevens dus. Maar heel wat sensoren geven analoge gegevens door, bijvoorbeeld een temperatuursensor of druksensor waarvan de weerstand varieert met de gemeten waarde. Met een spanningsdeler haal je uit die variabele weerstand een variabele spanning, die dus een analoge voorstelling van de meetwaarde is. 

Gelukkig bestaat er een component die een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning) kan omzetten naar een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal): de ADC (analoog-digitaalomzetter).

ADC’s bestaan als losse componenten (bijvoorbeeld via I²C of SPI aan te sluiten), maar veel microcontrollers hebben ook zelf een of meer ADC’S ingebouwd. Ook in de andere richting bestaat er een component: de DAC (digitaal-analoogomzetter) zet een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal) om in een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning van 0 tot de voedingsspanning).

Sommige microcontrollers hebben ook een DAC ingebouwd. Al met al zijn microcontrollers dus de perfecte componenten om de digitale en analoge wereld te verenigen. Een Raspberry Pi bijvoorbeeld heeft geen ADC ingebouwd, terwijl een Arduino-bordje er meerdere heeft.

Microcontroller-behuizingen Dezelfde microcontroller kun je vaak in meerdere types behuizingen kopen. Op breadboards zul je vaak DIP-behuizingen tegenkomen: dual in-line package. De chip zit dan in een rechthoekig blokje met aan twee tegenovergelegen zijden pinnetjes die naar onderen uitsteken. Standaard liggen de pinnetjes 2,54 mm (een tiende inch) van elkaar, waardoor ze op een breadboard passen.  In massaproductie vind je eerder varianten van QFP (quad flat package), waarbij een vierkante behuizing aan elke zijde een rij pinnetjes heeft, met een afstand van 0,4 tot 1 mm, die op de printplaat worden gesoldeerd. Een soortgelijke behuizing is QFN (quad-flat no-leads), waarbij er geen pinnetjes uitsteken maar er onderaan de chip aan de vier zijden rijen kopersporen zijn die rechtstreeks op de banen van de printplaat aansluiten. Deze zijn moeilijk met de hand te solderen.

Microcontrollerfamilies

Net zoals er voor pc’s allerlei processorfamilies bestaan, heb je ook diverse families van microcontrollers. De belangrijkste onderverdeling is op basis van de processorarchitectuur. Populair bij hobbyisten zijn de 8bit-AVR-microcontrollers van Atmel (in 2016 overgenomen door Microchip). Ze zijn onderverdeeld in twee subfamilies: de ATtiny-serie met minder pinnen, geheugen en functies (de basismodellen hebben zelfs geen ram-geheugen, UART, I²C en SPI) en de krachtigere ATmega-serie die in de meeste Arduino-bordjes zit.

Een familie die zowel bij hobbyisten als industriële ontwikkelaars populair is, zijn de PIC-microcontrollers, die al sinds 1976 meegaan. Hun populariteit is te danken aan hun lage kostprijs, brede beschikbaarheid en heel wat bestaande code.

Een andere populaire low-end microcontroller in de industrie is de 8051. Oorspronkelijk werd deze in 1980 door Intel ontwikkeld onder de naam MCS-51. In 2007 is Intel met de productie gestopt, maar tientallen andere chipfabrikanten produceren nog altijd hun eigen klonen van de 8051, vaak met een snellere klok en extra functies. Ze worden gebruikt in auto’s, meetsystemen, transceivers voor bluetooth, Zigbee en andere draadloze protocollen, in usb-sticks enzovoort.

©PXimport

Als je naar de krachtigere microcontrollers gaat, kom je bij 32- en 64bit-families uit. De laatste jaren hebben vooral de Xtensa-processors van Tensilica (in 2013 overgekocht door Cadence) een flinke opmars gemaakt. Het zijn immers de processors in de ESP8266- en ESP32-microcontrollers van het Chinese Espressif. Deze zijn populair bij hobbyisten door hun geïntegreerde wifi en (voor de ESP32) bluetooth, en omdat ze eenvoudig te programmeren zijn in de Arduino IDE of via frameworks als ESPHome. De bordjes gebouwd rond de microcontrollers van Espressif zijn dan ook populair voor doe-het-zelf-domotica.

Tot de krachtigste en flexibelste microcontrollers behoren die gebouwd rond de ARM-architectuur. De high-end versies daarvan vind je in je smartphone en ook in computerbordjes zoals een Raspberry Pi, al spreken we dan meer van een SoC. 

ARM kent veel subfamilies, maar voor de klassieke microcontrollertoepassingen zijn vooral de ARM Cortex-M-processors (32 bit) gebruikt. Die vind je bijvoorbeeld in de AT SAM-serie van Atmel die in de krachtigere Arduino-bordjes zitten, in de populaire STM32-familie van STMicroelectronics, en in de nRF-serie van Nordic Semiconductor voor draadloze toepassingen, zoals bluetooth en thread.

Ontwikkelbordjes

Voor industriële toepassingen wordt een printplaat op maat ontworpen, waarop een microcontroller staat. Maar wie zelf aan de slag wil met een microcontroller, heeft een ontwikkelbordje nodig. Dat geeft eenvoudig toegang tot de pinnen van de microcontroller via standaard pinheaders en voegt zaken zoals een spanningsregelaar en usb-naar-UART-omzetter toe, zodat je het bordje eenvoudig op je pc kunt aansluiten.

Voor elke microcontrollerfamilie bestaan er wel ontwikkelbordjes in allerlei vormen en groottes. Voor de AVR-familie zijn de Arduino-bordjes populair. Sommige daarvan, zoals de Arduino Nano, prik je op een breadboard, maar de meeste komen in een groter formaat met vrouwelijke pinheaders waarin je jumperwires steekt. 

Voor de Espressif-microcontrollers is het kleinere formaat dat je op een breadboard prikt alomtegenwoordig. Voor de nRF-serie heeft Nordic Semicondictor grote ontwikkelborden, maar ook versies in de vorm van een stick die je in de usb-poort van je pc schuift. Ook de BBC micro:bit en micro:bit v2 zijn leuke ontwikkelbordjes voor de nRF-microcontrollers.

©PXimport

Microcontroller programmeren

Kijken we tot slot nog even naar hoe het programmeren van een microcontroller werkt. Als je gewend bent om voor een pc of een computerbordje zoals een Raspberry Pi te programmeren, krijg je zeker een cultuurschok wanneer je voor het eerst een microcontroller programmeert. Doorgaans draait er immers geen besturingssysteem op een microcontroller. Er draait slechts één programma op: wat jij schrijft. 

Dat programma schrijf je in het ingebouwde flash-geheugen. Als je de stroom uitschakelt en weer inschakelt, begint de microcontroller het programma onmiddellijk uit te voeren. Dat maakt een microcontroller betrouwbaarder in werking dan een processorbordje zoals een Raspberry Pi.

De best ondersteunde programmeertalen op microcontrollers zijn C of C++, maar die zijn niet het toegankelijkst. Het Arduino-ecosysteem lost dat op door een standaardbibliotheek en allerlei uitbreidingen aan te bieden. Die vormen een laag bovenop het onderliggende C++. 

Andere oplossingen zijn MicroPython en CircuitPython die een afgeslankte versie van Python op microcontrollers aanbieden, en Espruino dat het mogelijk maakt om JavaScript op een microcontroller te gebruiken. Voor industriële toepassingen gebruik je eerder een realtime besturingssysteem zoals Zephyr, dat je in C programmeert.

Ontwikkelomgevingen

Om het proces van code programmeren en de firmware naar je microcontroller flashen te vereenvoudigen, bestaan er allerlei ontwikkelomgevingen. Die tonen bijvoorbeeld fouten in je code, compileren met één druk op een knop je code tot machinecode in de instructieset van de processor, en flashen de firmware naar je ontwikkelbordje. 

Programmeer je een Arduino-bordje, dan doe je dat doorgaans in de Arduino IDE (wat staat voor integrated development environment). Maar dankzij de ondersteuning van andere bordjes kun je met de Arduino IDE ook ESP8266- of ESP32-bordjes programmeren.

Ook populair is PlatformIO, een opensource-plug-in die van Microsofts ontwikkelomgeving Visual Studio Code een ontwikkelomgeving voor microcontrollers maakt. Het voordeel van PlatformIO is dat je met één ontwikkelomgeving voor diverse platforms en frameworks voor microcontrollers kunt ontwikkelen, inclusief Arduino, Espressifs framework en Zephyr. 

Visual Studio Code is bovendien ook bruikbaar om voor een Raspberry Pi of je pc te programmeren. Op deze manier verenig je dus al je programmeerprojecten in één omgeving.

▼ Volgende artikel
Help, de Mail-app op mijn iPhone haalt geen mails meer binnen! En nu?
© Michael J Berlin - stock.adobe.com
Huis

Help, de Mail-app op mijn iPhone haalt geen mails meer binnen! En nu?

Je opent de Mail-app op je iPhone, maar er komen geen nieuwe berichten binnen. Heel vervelend, zeker als je belangrijke mails verwacht. In dit artikel laten we zien wat je kunt doen om dat op te lossen.

Dit kun je doen: Handmatig verversen | iPhone herstarten | Vliegtuigmodus checken | Mail-app opnieuw installeren | Verversen op de achtergrond inschakelen | Meldingen controleren | Netwerkinstellingen resetten | Mobiele data voor Mail inschakelen | Databesparingsmodus uitschakelen
Hóe je dit allemaal precies doet, lees je in het artikel.

Handmatig verversen

Voordat we wat meer gevorderde instellingen en mogelijkheden gaan nalopen, bekijken we eerst een aantal simpele oplossingen die het euvel kunnen verhelpen. Zo kun je de Mail-app openen en kijken of een handmatige refresh helpt. Dat werkt heel simpel: na het openen houd je je duim of vinger op het scherm en trek je het naar beneden totdat je een cirkeltje ziet staan. Zodra het cirkeltje begint te draaien, kun je loslaten. De app maakt dan verbinding met de servers om nieuwe berichten op te halen. Onder in beeld staat ook altijd wanneer de update voor het laatst plaatsvond; daarmee kun je zien of het verversen gelukt is.

iPhone herstarten

Daarnaast kun je de iPhone opnieuw opstarten. Dat verhelpt in de meeste gevallen de problemen. Ontgrendel hiervoor je iPhone en trek het snelmenu vanaf rechtsboven naar beneden (of, als je nog een iPhone met TouchID hebt, van beneden naar boven). Tik nu op het aan/uit-symbool, eveneens rechts bovenin. Zet de schakelaar om naar Uit en zet het toestel daarna aan.

Vliegtuigmodus checken

Helpt dat niet, dan staat de vliegtuigmodus misschien aan. Als dat het geval is, dan worden alle verbindingen met internet- en mobiele netwerken geblokkeerd. Haal opnieuw het snelmenu tevoorschijn en check of het vliegtuigicoontje een kleurtje heeft. Is dat het geval, dan moet je erop tikken om hem uit te schakelen.

Mail-app opnieuw installeren

Verder kun je proberen om de app te verwijderen en opnieuw te installeren. Houd daarvoor je duim of vinger op het appicoon van Mail, zodat het contextuele menu tevoorschijn komt. Selecteer nu Verwijder app (in het rood). Open daarna de App Store om de applicatie te downloaden. Log in met je account en check of de problemen zich nog voordoen.

Verversen op de achtergrond instellen

Helpt dit ook niet, dan wordt het tijd om iets verder de diepte in te gaan. Ga bijvoorbeeld eens naar Instellingen > Algemeen > Ververs op de achtergrond. Selecteer die optie en kies in de (korte) lijst voor Wifi en mobiele data.

Meldingen controleren

Nog steeds geen mail? Dan is de volgende stap het controleren van enkele instellingen. Misschien komen mails wel binnen, maar mis je een notificatie. Check bij Instellingen > Meldingen of Mail wel notificaties mag versturen. Zet naast Sta meldingen toe de regelaar naar rechts.

Netwerkinstellingen resetten

Het kan ook helpen om je netwerkinstellingen te resetten. Ga hiervoor naar Instellingen > Zet over of stel iPhone opnieuw in > Stel opnieuw in > Herstel netwerkinstellingen. Houd er rekening mee dat je daarna handmatig verbinding moet maken met je wifi-netwerk.

Mobiele data voor Mail inschakelen

Als we nog even bij de netwerkinstellingen blijven, kunnen we ook meteen de instellingen voor mobiele data controleren. Het is mogelijk dat je eerder hebt ingesteld dat de Mail-app geen data mag verbruiken via je mobiele netwerk. Ben je onderweg en krijg je geen mails binnen, dan zou dat de oorzaak kunnen zijn. Om dit te controleren ga je naar Instellingen > Mobiel netwerk. Zoek vervolgens de Mail-app op in de lijst met apps die toegang hebben tot je mobiele dataverbinding. Zorg ervoor dat de schuifregelaar naar rechts staat. Alleen dan kan de Mail-app gebruikmaken van je mobiele data wanneer je niet met wifi bent verbonden. Als de schuif naar links staat, werkt de app alleen als er wifi beschikbaar is.

Databesparingsmodus uitschakelen

Tot slot kan de databesparingsmodus roet in het eten gooien. Deze modus kun je geactiveerd hebben voor zowel wifi als het mobiele netwerk. Ga naar Instellingen > Wifi en tik op het informatie-icoon om de Databesparingsmodus te zien staan. Zorg ervoor dat dit uitgeschakeld is (met de regelaar naar links). Dit kun je ook doen voor je mobiele netwerk, via Instellingen > Mobiel netwerk > Opties mobiele data -> Datamodus. Staat daar de Databesparingsmodus aan, dan worden onder automatische updates en achtergrondtaken gepauzeerd – en worden er dus op de achtergrond geen nieuwe mails binnengehaald.

Nog steeds geen e-mail?

Dan zit er maar één ding op ...

▼ Volgende artikel
Samsung tv-nieuws: antireflectie op meer modellen en intrede The Frame Pro
Huis

Samsung tv-nieuws: antireflectie op meer modellen en intrede The Frame Pro

De periode vóór de lente is traditiegetrouw het moment dat veel tv-fabrikanten hun nieuwste modellen lanceren. Welke vernieuwingen kunnen we in 2025 van Samsung verwachten? Een draadloze One Connect Box, meer modellen met anti-reflectie eigenschappen en een verbeterde The Frame staan op stapel.

Samsung introduceerde vorig jaar de Glare Free antireflectielaag op de S95D. En in 2025 zal niet alleen de S95F ermee uitgerust zijn, maar krijgen ook de 8K QN990F en QN900F en de 4K QN90F die antireflectielaag. Glare Free is een mat scherm dat reflecties erg goed tegenhoudt. Vooral scherp afgetekende reflecties zou dan geen hindernis meer moeten zijn. Daar tegenover staat wel dat je wat contrast verliest, maar dat is onvermijdelijk.

Glare Free zorgt voor verdeelde meningen en niet iedereen houdt van deze aanpak. Wij zijn wel overtuigd dat je in een doorsnee woonkamer waar toch vaak lichtinval is, veel voordeel kunt halen uit Glare Free; zeker wanneer de opstelling niet optimaal is.

De One Connect Box, nu draadloos

Met de One Connect Box heeft Samsung al enkele jaren een handige oplossing in huis om kabels uit het zicht te houden. Alle kabels worden aangesloten op een aparte box en en via één kabel breng je niet alleen stroom, maar ook beeld, geluid en data naar de tv. In 2025 brengt Samsung ook een draadloze versie op de markt. Je kunt die tot 10 meter van de televisie plaatsen. Stroom voor de televisie is dan vanzelfsprekend niet draadloos, maar moet je de televisie zelf op het stopcontact aansluiten. Als je alleen via wifi wil streamen dan is de Wireless One Connect Box niet eens nodig.

De Box is alleen beschikbaar op de 8K QN990F en op de Frame Pro, en is dus niet als losse kast voor andere Samsung-tv’s te koop. De bedrade One Connect Box blijft beschikbaar op The Frame en de S95F.

The Frame Pro

The Frame, een tv die eruitziet als een kunst- of schilderijkader, met ingebouwde Art Store, mat scherm en verwisselbare kaders is volgens Samsung erg succesvol. Dit jaar komt er een nieuwe versie die gebruik maakt van een Neo QLED-achtergrondverlichting; dat is een miniled-achtergrondverlichting die gedimd kan worden in verschillende zones.

Daarmee krijgt de beeldkwaliteit een flinke boost, op vlak van contrast, helderheid en kleurbereik. Ook dit model zal voorzien zijn van een mat scherm.  De Art Store is verder uitgebreid en vind je er inmiddels meer dan 3000 kunstwerken. The Frame Pro is beschikbaar in 65, 75 en 85 inch. De ‘oude’ The Frame blijft beschikbaar in 32-, 43-, 50- en 55 inch-formaten.

Andere line-up

In de (Neo) qled-line-up van Samsung zien we twee wijzigingen. De 2025-QN7XF krijgt voor het eerst een Neo qled-achtergrondverlichting en dat is een aanzienlijke upgrade tegenover de 2024 Q70D. De Q60D van dat jaar is niet echt verdwenen, maar kreeg de wat verwarrende naam Q7FX.

In de oled-line-up valt vooral het verdwijnen van een opvolger voor de S85D op. De S95F blijft het topmodel en is beschikbaar in 55, 65, 77 en 83 inch. Het nieuwe qd-oled-paneel moet ongeveer 30% helderder zijn. We moeten daar wel bij opmerken dat de 83inch-versie geen qd-oled-paneel gebruikt maar een w-oled- paneel. De S9XF is 25% helderder dan in 2024 en beschikbaar in 48, 55, 65, 77 en 83 inch, waarbij alleen nog maar het 65inch-model een qd-oled -paneel gebruikt en de andere modellen een w-oled -paneel.

Grote modellen blijven nadrukkelijk aanwezig in de line-up, in verschillende prijscategorieën. Als instapmodel blijft de 98 inch DU9070 beschikbaar. De QN80F, een midrange-model met minileds en local dimming, zal beschikbaar zijn in 100 inch, en het 4K-topmodel QN90F is verkrijgbaar in 98 inch en 115 inch. De 8K QN990F in 98 inch is voor wie echt maximale beeldkwaliteit wenst.

AI, Smart tv updates en gratis content

Ook Samsung biedt nu voor lange tijd smart tv OS-updates. Met zeven jaar is de update-periode bovendien erg lang. We vinden dat een uitstekende ontwikkeling. Het is natuurlijk afwachten of alle features zullen doorstromen naar oudere modellen. In de gevallen waar nieuwe hardware nodig is, is dat niet mogelijk.

Smart tv betekent weinig als er geen content is. Net als vorig jaar heeft Samsung daarom een pakket content voorzien dat bij een aantal tv’s gratis meegeleverd wordt. Het gaat om diensten zoals DAZN, Xbox Game Pass, Rakuten TV en meer. Meer informatie vind je op Made for NL en Made for BE. (Op het moment van schrijven verwezen deze pagina’s nog naar het 2024 aanbod).

Samsung pakt – net als veel fabrikanten - ook graag uit met AI. De oled- en (Neo) qled-modellen zijn dit jaar voorzien van Vision AI. Onder die noemer vallen veel van de features die Samsung al langer aanbiedt. Zoals AI upscalen, AI Game Mode, Q-Symphony enzovoort. De term groepeert alle beeld- en geluidsfuncties die op basis van content en de kijk- en luisteromgeving ingrijpen op de content. Je kunt ook AI-kunst genereren voor je tv, elke dag krijg je tien credits om een beeld te maken op basis van twee sleutelwoorden. Daarnaast kun je nu ook je tv met gebaren besturen als je en Galaxy Watch hebt.

Kantelbare soundbar

Het belangrijkste nieuws bij de soundbars is de introductie van de HW-QS700F en HW-QS750F ‘Convertible Soundbars’. Je kan ze op een tv-meubel zetten, of 90° kantelen en ze aan de muur hangen. Zo hebben ze ook aan de muur een slank profiel. Een sensor detecteert of de soundbar verticaal hangt of horizontaal staat en wisselt de rol van de omhoog en naar voor gerichte luidsprekers zodat je in beide gevallen optimale audiokwaliteit geniet. De HW-QS700F is een 3.1.2-kanaals model en de HW-QS750F is een 5.1.2-kanaals model. Ze ondersteunen allebei Dolby Atmos en DTS:X.