ID.nl logo
Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?
© https://ethereumcode.io/
Huis

Welke microcontrollers bestaan er en waar zijn ze goed voor?

Ze zitten in je auto, in je magnetron, in je wasmachine, maar ook in je pc, en ze vormen het hart van de Arduino- en ESP32-ontwikkelbordjes: microcontrollers. Onzichtbaar op de achtergrond wordt bijna ons hele leven erdoor draaiende gehouden. Welke microcontrollers bestaan er en hoe werken ze precies?

Als je een maaltijd in je magnetron zet, kies je de juiste tijd en instellingen en zet je hem aan. Aan het einde zegt je magnetron ‘ping!’ en is je maaltijd opgewarmd.

Heb je je al eens afgevraagd hoe dat werkt? Eigenlijk zit er in je magnetron een hele (kleine) computer die een programmaatje afwerkt dat enerzijds reageert op de knoppen en anderzijds, als je dat hebt, op het lcd-scherm. Ook stuurt de computer de elektronenbuis aan die de maaltijd met microgolven verwarmt. Die kleine computer is een microcontroller. Je hebt er waarschijnlijk tientallen in huis.

Een microcontroller is een chip die eigenlijk een hele computer in één pakket behuist. Daarin zitten een processor, geheugen (ram en rom) en allerlei poorten naar de buitenwereld. Terwijl je bij een gemiddelde processor voor je desktopcomputer dus nog een heel moederbord, ram-geheugen en storage nodig hebt om er iets nuttigs mee te doen, heb je bij een microcontroller slechts een beperkt aantal externe componenten nodig. Wat weerstanden en condensatoren zijn doorgaans voldoende voor een werkende microcontroller-opstelling.

Die verregaande integratie in een microcontroller is mogelijk omdat dit geen chip is voor flexibele apparaten, zoals pc’s. Microcontrollers zijn ontworpen om specifieke toepassingen uit te voeren, zoals in een magnetron, een pinautomaat, een wasmachine of een pacemaker. Een laag stroomverbruik en een lage kostprijs zijn voor die toepassingen belangrijk.

Lage prestaties met hoge impact

Low-end microcontrollers hebben dan ook een processorsnelheid van maar enkele MHz en slechts enkele kilobytes ram-geheugen. Kijk bijvoorbeeld naar de Arduino Uno, een populair ontwikkelbordje om mee te experimenteren. De microcontroller op dat bordje is de AVR ATmega328P. Die werkt op een kloksnelheid van 16 MHz, heeft 2 KB sram, 1 KB eeprom en 32 KB flashgeheugen.

Vergeleken met de gigahertzen, gigabytes en terabytes die we op onze pc’s gewend zijn, lijken die specificaties ondermaats. Maar toch kun je hiermee ongelooflijk veel projecten aansturen: muziekinstrumenten, robotautootjes, weerstations, je planten automatisch water geven... Je kunt het zo gek niet bedenken of iemand heeft het al weleens met die kleine ATmega328P gedaan.

Microcontroller of SoC? Waarschijnlijk heb je ook al gehoord van een system-on-a-chip (SoC), wat op het eerste gezicht hetzelfde lijkt: een processor geïntegreerd met andere componenten. De grens tussen wat we als een microcontroller beschouwen en wat als een SoC is nogal vaag. Maar doorgaans is een SoC met een snellere processor uitgerust, heeft die meer ram en bevat hij mogelijk radiochips (wifi en/of mobiel netwerk) of een ingebouwde gpu.  Alle smartphones en tablets zijn dan ook gebouwd rond een SoC, maar ook de Raspberry Pi, apparaten zoals een nas en slimme luidsprekers. Ook de Apple M1 is een SoC: deze integreert een arm-processor, ram, gpu, image-signal-processor, Secure Enclave (een coprocessor voor veilige opslag van sleutels) en controllers voor NVMe en thunderbolt 4.

Pinnetjes

Als je een low-end microcontroller zoals een ATmega328P van een Arduino Uno ziet, is het eerste wat opvalt de pinnetjes die eruit steken. Elk van die pinnetjes heeft een functie. Sommige sluit je aan op een voeding, zodat de chip stroom krijgt, maar de meeste dienen om met de omgeving te communiceren.

Komt de chip in een dip-behuizing, dan kun je die pinnetjes eenvoudigweg in een breadboard prikken. Door dan jumperwires in een gaatje in dezelfde rij als een pin te steken, verbind je het draadje met die pin. Op die manier bouw je eenvoudig elektronische schakelingen op met componenten die met de microcontroller kunnen communiceren.

Een Arduino Uno-bordje is dan eigenlijk gewoon een printplaatje waarop de ATmega328P is geplaatst en alle pinnetjes verbonden zijn met ofwel de headers op het bordje, ofwel met andere componenten van het printplaatje, zoals de spanningsregelaar, statusleds en de resetknop. Je kunt het eigenlijk vergelijken met een moederbord voor een processor: een Arduino Uno maakt een ATmega328P-microcontroller alleen wat handiger om te gebruiken en om andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

De eenvoudigste manier om met een microcontroller te communiceren is wat we GPIO noemen (general-purpose input/output). Elke GPIO-pin kunnen we aansturen door een bit op een specifiek adres in het geheugen van de microcontroller op 1 of 0 te zetten. Schrijven we er 1 naar, dan wordt een spanning van bijvoorbeeld 5 V over de pin gelegd; schrijven we er 0 naar, dan wordt de spanning 0 V.

Als je dan bijvoorbeeld tussen die pin en 0 V een led en een weerstand plaatst, gaat de led aan wanneer je 1 naar de pin schrijft en uit wanneer je er 0 naar schrijft. Bij een 1 vloeit er immers een stroom van 5 V naar 0 V. De weerstand dient om de stroom te beperken tot wat de led aankan.

Ook in de andere richting werkt dat. Als je de GPIO-pin als invoer configureert, zal de microcontroller de spanning die je aan de pin aanlegt (5 V of 0 V) interpreteren als een 1 of 0. Op die manier sluit je een knop aan op de pin. Druk je de knop in, dan maakt die intern een verbinding tussen 5 V en de pin van de microcontroller, waardoor die een 1 registreert. 

Laat je de knop los, dan wordt er doorgaans via een pull-downweerstand voor gezorgd dat de pin verbonden is met 0 V en dus een 0 registreert. Op dezelfde manier sluit je een PIR-sensor voor aanwezigheidsdetectie aan: de pin registreert dan 1 als de sensor iemand waarneemt en anders 0.

Protocols en bussen

Telkens 1 bit in of uit de microcontroller sturen, is voldoende voor eenvoudige toepassingen, maar vaak heb je complexere vormen van communicatie nodig. Daarvoor zijn er allerlei protocollen ontwikkeld. Bijvoorbeeld UART (universal asynchronous receiver-transmitter), een protocol voor seriële communicatie waarbij je bytes in twee richtingen kunt sturen. 

Het protocol beschrijft hoe je de opeenvolgende bits moet sturen. Zo bestaan er UART-modules die je in een usb-poort van je pc kunt steken. Communiceren met de microcontroller doe je dan door de RX-pin van de microcontroller met de TX-pin van de UART-module te verbinden en andersom: RX staat voor receive en TX voor transmit.

Voor communicatie met meerdere componenten, zoals sensoren, externe geheugens en schermen, maak je meestal gebruik van een bus zoals I²C (Inter-Integrated Circuit, uitgevonden door Philips) en SPI (Serial Peripheral Interface). I²C wordt ook wel Two-Wire genoemd, omdat er twee pinnen worden gebruikt: SDA om de seriële data door te sturen en SCL om een kloksignaal te sturen. 

SPI (ook weleens Four-Wire genoemd) heeft vier pinnen: SCLK voor de klok, MOSI voor communicatie van de master (meestal de microcontroller) naar de slave en MISO voor de andere richting, en SS om te selecteren met welke slave de master spreekt. Voor elke slave heb je een extra pin SS nodig. Bij de meeste microcontrollers zijn er specifieke pinnen aanwezig voor UART, I²C en SPI.

©PXimport

Digitaal of analoog

Tot nu toe hebben we het alleen maar over 0 en 1 gehad, digitale gegevens dus. Maar heel wat sensoren geven analoge gegevens door, bijvoorbeeld een temperatuursensor of druksensor waarvan de weerstand varieert met de gemeten waarde. Met een spanningsdeler haal je uit die variabele weerstand een variabele spanning, die dus een analoge voorstelling van de meetwaarde is. 

Gelukkig bestaat er een component die een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning) kan omzetten naar een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal): de ADC (analoog-digitaalomzetter).

ADC’s bestaan als losse componenten (bijvoorbeeld via I²C of SPI aan te sluiten), maar veel microcontrollers hebben ook zelf een of meer ADC’S ingebouwd. Ook in de andere richting bestaat er een component: de DAC (digitaal-analoogomzetter) zet een digitale waarde (bijvoorbeeld een 10bit-getal) om in een analoge waarde (bijvoorbeeld een spanning van 0 tot de voedingsspanning).

Sommige microcontrollers hebben ook een DAC ingebouwd. Al met al zijn microcontrollers dus de perfecte componenten om de digitale en analoge wereld te verenigen. Een Raspberry Pi bijvoorbeeld heeft geen ADC ingebouwd, terwijl een Arduino-bordje er meerdere heeft.

Microcontroller-behuizingen Dezelfde microcontroller kun je vaak in meerdere types behuizingen kopen. Op breadboards zul je vaak DIP-behuizingen tegenkomen: dual in-line package. De chip zit dan in een rechthoekig blokje met aan twee tegenovergelegen zijden pinnetjes die naar onderen uitsteken. Standaard liggen de pinnetjes 2,54 mm (een tiende inch) van elkaar, waardoor ze op een breadboard passen.  In massaproductie vind je eerder varianten van QFP (quad flat package), waarbij een vierkante behuizing aan elke zijde een rij pinnetjes heeft, met een afstand van 0,4 tot 1 mm, die op de printplaat worden gesoldeerd. Een soortgelijke behuizing is QFN (quad-flat no-leads), waarbij er geen pinnetjes uitsteken maar er onderaan de chip aan de vier zijden rijen kopersporen zijn die rechtstreeks op de banen van de printplaat aansluiten. Deze zijn moeilijk met de hand te solderen.

Microcontrollerfamilies

Net zoals er voor pc’s allerlei processorfamilies bestaan, heb je ook diverse families van microcontrollers. De belangrijkste onderverdeling is op basis van de processorarchitectuur. Populair bij hobbyisten zijn de 8bit-AVR-microcontrollers van Atmel (in 2016 overgenomen door Microchip). Ze zijn onderverdeeld in twee subfamilies: de ATtiny-serie met minder pinnen, geheugen en functies (de basismodellen hebben zelfs geen ram-geheugen, UART, I²C en SPI) en de krachtigere ATmega-serie die in de meeste Arduino-bordjes zit.

Een familie die zowel bij hobbyisten als industriële ontwikkelaars populair is, zijn de PIC-microcontrollers, die al sinds 1976 meegaan. Hun populariteit is te danken aan hun lage kostprijs, brede beschikbaarheid en heel wat bestaande code.

Een andere populaire low-end microcontroller in de industrie is de 8051. Oorspronkelijk werd deze in 1980 door Intel ontwikkeld onder de naam MCS-51. In 2007 is Intel met de productie gestopt, maar tientallen andere chipfabrikanten produceren nog altijd hun eigen klonen van de 8051, vaak met een snellere klok en extra functies. Ze worden gebruikt in auto’s, meetsystemen, transceivers voor bluetooth, Zigbee en andere draadloze protocollen, in usb-sticks enzovoort.

©PXimport

Als je naar de krachtigere microcontrollers gaat, kom je bij 32- en 64bit-families uit. De laatste jaren hebben vooral de Xtensa-processors van Tensilica (in 2013 overgekocht door Cadence) een flinke opmars gemaakt. Het zijn immers de processors in de ESP8266- en ESP32-microcontrollers van het Chinese Espressif. Deze zijn populair bij hobbyisten door hun geïntegreerde wifi en (voor de ESP32) bluetooth, en omdat ze eenvoudig te programmeren zijn in de Arduino IDE of via frameworks als ESPHome. De bordjes gebouwd rond de microcontrollers van Espressif zijn dan ook populair voor doe-het-zelf-domotica.

Tot de krachtigste en flexibelste microcontrollers behoren die gebouwd rond de ARM-architectuur. De high-end versies daarvan vind je in je smartphone en ook in computerbordjes zoals een Raspberry Pi, al spreken we dan meer van een SoC. 

ARM kent veel subfamilies, maar voor de klassieke microcontrollertoepassingen zijn vooral de ARM Cortex-M-processors (32 bit) gebruikt. Die vind je bijvoorbeeld in de AT SAM-serie van Atmel die in de krachtigere Arduino-bordjes zitten, in de populaire STM32-familie van STMicroelectronics, en in de nRF-serie van Nordic Semiconductor voor draadloze toepassingen, zoals bluetooth en thread.

Ontwikkelbordjes

Voor industriële toepassingen wordt een printplaat op maat ontworpen, waarop een microcontroller staat. Maar wie zelf aan de slag wil met een microcontroller, heeft een ontwikkelbordje nodig. Dat geeft eenvoudig toegang tot de pinnen van de microcontroller via standaard pinheaders en voegt zaken zoals een spanningsregelaar en usb-naar-UART-omzetter toe, zodat je het bordje eenvoudig op je pc kunt aansluiten.

Voor elke microcontrollerfamilie bestaan er wel ontwikkelbordjes in allerlei vormen en groottes. Voor de AVR-familie zijn de Arduino-bordjes populair. Sommige daarvan, zoals de Arduino Nano, prik je op een breadboard, maar de meeste komen in een groter formaat met vrouwelijke pinheaders waarin je jumperwires steekt. 

Voor de Espressif-microcontrollers is het kleinere formaat dat je op een breadboard prikt alomtegenwoordig. Voor de nRF-serie heeft Nordic Semicondictor grote ontwikkelborden, maar ook versies in de vorm van een stick die je in de usb-poort van je pc schuift. Ook de BBC micro:bit en micro:bit v2 zijn leuke ontwikkelbordjes voor de nRF-microcontrollers.

©PXimport

Microcontroller programmeren

Kijken we tot slot nog even naar hoe het programmeren van een microcontroller werkt. Als je gewend bent om voor een pc of een computerbordje zoals een Raspberry Pi te programmeren, krijg je zeker een cultuurschok wanneer je voor het eerst een microcontroller programmeert. Doorgaans draait er immers geen besturingssysteem op een microcontroller. Er draait slechts één programma op: wat jij schrijft. 

Dat programma schrijf je in het ingebouwde flash-geheugen. Als je de stroom uitschakelt en weer inschakelt, begint de microcontroller het programma onmiddellijk uit te voeren. Dat maakt een microcontroller betrouwbaarder in werking dan een processorbordje zoals een Raspberry Pi.

De best ondersteunde programmeertalen op microcontrollers zijn C of C++, maar die zijn niet het toegankelijkst. Het Arduino-ecosysteem lost dat op door een standaardbibliotheek en allerlei uitbreidingen aan te bieden. Die vormen een laag bovenop het onderliggende C++. 

Andere oplossingen zijn MicroPython en CircuitPython die een afgeslankte versie van Python op microcontrollers aanbieden, en Espruino dat het mogelijk maakt om JavaScript op een microcontroller te gebruiken. Voor industriële toepassingen gebruik je eerder een realtime besturingssysteem zoals Zephyr, dat je in C programmeert.

Ontwikkelomgevingen

Om het proces van code programmeren en de firmware naar je microcontroller flashen te vereenvoudigen, bestaan er allerlei ontwikkelomgevingen. Die tonen bijvoorbeeld fouten in je code, compileren met één druk op een knop je code tot machinecode in de instructieset van de processor, en flashen de firmware naar je ontwikkelbordje. 

Programmeer je een Arduino-bordje, dan doe je dat doorgaans in de Arduino IDE (wat staat voor integrated development environment). Maar dankzij de ondersteuning van andere bordjes kun je met de Arduino IDE ook ESP8266- of ESP32-bordjes programmeren.

Ook populair is PlatformIO, een opensource-plug-in die van Microsofts ontwikkelomgeving Visual Studio Code een ontwikkelomgeving voor microcontrollers maakt. Het voordeel van PlatformIO is dat je met één ontwikkelomgeving voor diverse platforms en frameworks voor microcontrollers kunt ontwikkelen, inclusief Arduino, Espressifs framework en Zephyr. 

Visual Studio Code is bovendien ook bruikbaar om voor een Raspberry Pi of je pc te programmeren. Op deze manier verenig je dus al je programmeerprojecten in één omgeving.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 Amerikaanse koelkasten met ijsblokjesmachine
© Daniel Krasoń
Huis

Waar voor je geld: 5 Amerikaanse koelkasten met ijsblokjesmachine

Bij ID.nl zijn we gek op apparaten die het dagelijks leven nét een beetje makkelijker maken. En wat is er nu – zeker tijdens warme dagen – makkelijker dan altijd ijsblokjes of ijskoud water binnen handbereik? We zetten vijf modellen op een rij die uitblinken in comfort en gebruiksgemak.

Een koelkast met ingebouwde ijsdispenser is niet alleen handig, maar ook hygiënisch. Je hebt altijd direct toegang tot ijsblokjes, crushed ice of koud water, zonder dat je de vrieslade of een waterfles hoeft te openen. Sommige modellen werken met een vaste wateraansluiting, andere met een hervulbaar reservoir – handig als er geen waterleiding in de buurt is. Daarnaast zijn veel dispensers voorzien van filters die ongewenste smaakjes of deeltjes uit het water halen. Een slimme toevoeging voor wie gemak, hygiëne en een frisse smaak belangrijk vindt.

Samsung RS6HA8880B1 (Family Hub)

Ben je op zoek naar een koelkast die meer doet dan alleen koelen? De Samsung RS6HA8880B1 is een slimme Amerikaanse koelkast met een indrukwekkende inhoud van 614 liter. Dankzij SpaceMax-technologie blijft de buitenmaat compact, terwijl de binnenkant verrassend ruim is. Het geïntegreerde Family Hub-scherm doet dienst als digitaal prikbord, kookassistent en entertainmenthub. Met camera's binnenin zie je zelfs onderweg wat er nog in de koelkast ligt. De ijs- en waterdispenser is aangesloten op de waterleiding en bevat een UV-nanofilter voor optimale hygiëne. Twin Cooling Plus zorgt voor aparte luchtstromen in het koel- en het vriesgedeelte, wat de versheid van jouw voedsel ten goede komt.

Toepassingen: Gezinnen die smartfuncties en ruimte willen combineren Bijzonderheden: Family Hub-display, Twin Cooling, UV-filter, 36 dB geluidsniveau

Hisense RS694N4TFE

Zoek je een ruime en betaalbare koelkast met ijsdispenser? Dan zit je goed met de Hisense RS694N4TFE. Deze stijlvolle zwarte side-by-side heeft een inhoud van 562 liter, verdeeld over een koel- en een vriesgedeelte. Het apparaat beschikt over Total No Frost, wat handmatig ontdooien overbodig maakt. De Multi Air Flow-technologie zorgt voor een gelijkmatige temperatuurverdeling, wat bederf tegengaat. Handig: de ijs- en waterdispenser werkt met een intern waterreservoir van 4,5 liter, zodat een vaste aansluiting niet nodig is.

Toepassingen: Grote huishoudens, zonder vaste wateraansluiting Bijzonderheden: Intern reservoir, Total No Frost, strak zwart design

LG GSXE90EVDD

Deze ruime Amerikaanse koelkast van LG biedt met 628 liter voldoende plek voor alles wat je gekoeld wilt bewaren. Het model combineert een fraai zwart design met slimme technologie zoals LinearCooling, waarmee temperatuurschommelingen worden geminimaliseerd. Dankzij No Frost en de water- en ijsdispenser met waterleidingaansluiting geniet je van optimaal gemak. De inverter-compressor maakt het apparaat stil en energiezuinig. Dit model is bovendien voorzien van de InstaView-functie, waarbij je door twee keer kloppen de inhoud kunt bekijken zonder de deur te openen.

Toepassingen: Moderne huishoudens met focus op comfort en design Bijzonderheden: InstaView-deur, LinearCooling, 35 dB, wateraansluiting

Bosch KAD93AIDP (Serie 6)

De Bosch KAD93AIDP is een solide en stijlvolle keuze met een netto-inhoud van 533 liter. Dankzij de anti-fingerprint RVS-look blijft hij er netjes uitzien, ook bij intensief gebruik. De VarioZone-indeling biedt flexibiliteit, met uitneembare plateaus en lades. De ijs- en waterdispenser levert zowel ijsblokjes als crushed ice, en is aangesloten op een vaste waterleiding. Total No Frost voorkomt ijsvorming, en met functies als superkoelen en supervriezen ben je altijd voorbereid op grotere hoeveelheden boodschappen.

Toepassingen: Gezinnen die functionaliteit en duurzaamheid zoeken Bijzonderheden: Crushed ice, anti-fingerprint RVS, VarioZone

Siemens KF96DAXEA (iQ500)

Met zijn French-door ontwerp en een inhoud van 574 liter biedt de Siemens KF96DAXEA een moderne uitstraling en veel gebruiksgemak. Deze koelkast beschikt over een hyperFresh-lade op 0 °C voor vlees en vis, en houdt dankzij multiAirflow een constante temperatuur. De water- en ijsdispenser werkt via een vaste aansluiting, en levert naast ijsblokjes ook crushed ice. Het model is voorzien van ledverlichting, een digitaal display en een deur-alarm. Met een geluidsniveau van 39 dB is hij bovendien opvallend stil.

Toepassingen: Designliefhebbers en versfanaten Bijzonderheden: HyperFresh-lade, crushed ice, 39 dB, French-door design

▼ Volgende artikel
11 ergernissen in Windows 11 en hoe je ze uit de weg ruimt
© MehmetDinler
Huis

11 ergernissen in Windows 11 en hoe je ze uit de weg ruimt

Wanneer je naar Windows 11 overstapt, zijn er ongetwijfeld zaken waaraan je moet wennen. Maar soms kunnen die dingen ronduit irritant zijn. Daarom bekijken we de grootste ergernissen van Windows 11 én de manieren om ze te verhelpen.

In dit artikel laten we zien hoe je de grootste ergernissen in Windows 11 aanpakt en het systeem naar je hand zet:

  • Schakel onnodige opstart-apps en achtergrondprocessen uit
  • Zet hinderlijke widgets, badges en meldingen uit
  • Beperk of verwijder OneDrive-synchronisatie en koppeling
  • Verwijder de Microsoft Edge-browser en andere bloatware
  • Zet de Game Bar en Game Mode uit als je geen gamer bent
  • Herstel het klassieke startmenu met Open-Shell
  • Beperk reclame en tracking via de privacy-instellingen
  • Maak Windows stiller en overzichtelijker met Niet storen
  • Ruim je systeem op door handmatig ongewenste vooraf geïnstalleerde apps te verwijderen

Lees ook: Geen fan van Windows Verkenner? Dit zijn je alternatieven

Wat voor de een ergernis is, kan voor de ander simpelweg een verrassende functie zijn. Alles draait om persoonlijke perceptie. We zijn in de fora van Windows 11-gebruikers gedoken om de pijnpunten te vinden. De belangrijkste klachten zijn: de dagelijkse prestatieproblemen die worden veroorzaakt door te veel achtergrondprocessen, Microsoft stuurt je voortdurend richting haar betaalde diensten en overdreven bemoeizucht bij meldingen, badges en reclame. In plaats van te klagen, zorgen wij voor een oplossing. 

Opstartvertraging

Onnodige opstartapps zijn altijd al een bron van ergernis geweest in Windows. Ze belasten de pc doordat ze waardevolle cpu-bronnen aanspreken en zorgen voor een opstartvertraging. Windows 11 bevat zelfs meer bloatware dan Windows 10. Bloatware is een term voor toepassingen die je niet nodig hebt en die het systeem afremmen. Deze toepassingen worden vaak voor de aankoop op nieuwe apparaten geïnstalleerd of ze sluipen op je pc via downloads waarin ze gebundeld zitten. Hoe meer programma’s je hebt, hoe meer achtergrondprocessen die het opstarten kunnen vertragen.

Je kunt ze te slim af zijn door ze te beëindigen in Taakbeheer. Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk en kies voor Taakbeheer. Klik met de rechtermuisknop op alle processen die zijn gekoppeld aan ongebruikte applicaties en gebruik de opdracht Beëindigen. Daarna schakel je de onnodige opstartapps definitief uit. Druk op Windows-toets+I om de Instellingen te openen. Ga naar Apps / Opstarten en zet de apps uit waarvan je niet wilt dat ze samen met het systeem automatisch opstarten.

Wees terughoudend wat betreft toepassingen die automatisch opstarten.

Nieuwsfeeds uitschakelen

Widgets zijn een soort mini-apps. Ze tonen bijvoorbeeld de weersverwachting, een overzicht van je agenda-afspraken of de voetbalresultaten. Standaard toont Microsoft ook zijn nieuwsfeed van het MSN-netwerk, wat doorgaans geen toegevoegde waarde heeft. Oorspronkelijk waren widgets bedoeld om nieuwsfeeds en sociale media in het besturingssysteem te integreren.

Sommige gebruikers houden ervan, anderen haten de widgets hartgrondig, omdat er toch al van alle kanten steeds meer nieuws en sociale info op ons afkomen. Wie zit te wachten op de volgende vondst die meer van hetzelfde levert? Als je tot deze laatste groep behoort, dan kun je de functie uitschakelen. Ga naar Instellingen / Persoonlijke instellingen / Taakbalk / Taakbalkitems en schakel daar Widgets uit.

Gebruik je de widgets zelden of nooit, zet ze dan uit.

OneDrive beperken

Microsoft heeft er een handje van om je met zachte hand naar haar online opslagdienst OneDrive te dirigeren. Bij de eerste set-up krijg je de vraag om OneDrive te gebruiken en daarna maakt OneDrive automatisch en zonder waarschuwing verschillende back-upmappen op OneDrive aan. Dat lijkt op een assertieve dienstverlening, maar de waarheid is dat je als gebruiker op die manier sneller tegen de limiet van 5 gigabyte gratis OneDrive-opslagruimte aanbotst. Het is een marketingtactiek van Microsoft waardoor je gedwongen wordt om te upgraden. Hierdoor ga je sneller overwegen om een betaald abonnement te nemen. Met een Personal Microsoft 365-account krijg je 1 TB aan opslag en 6 TB met een Microsoft Family-abonnement.

Je kunt je overigens afvragen in hoeverre hier een loopje wordt genomen met je privacy. Online back-ups zijn handig, maar ben je ermee gediend dat je gegevens op de servers van Microsoft worden opgeslagen? Misschien wil je liever gebruikmaken van een andere online back-updienst? Nu wordt de indruk gewekt dat de concurrentie tweede keuze is. Ben je het niet eens met deze overijverige OneDrive-synchronisatie, dan klik je met rechts op het pictogram van OneDrive in het systeemvak. Vervolgens selecteer je het tandwieltje rechtsboven om de Instellingen van OneDrive te openen om naar het tabblad Synchroniseren en back-up maken te gaan. Dan klik je op Back-up beheren. Daar kun je aangeven om documenten, afbeeldingen of je bureaublad niet online te bewaren.

Bepaal zelf de mappen waarvan OneDrive een back-up moet maken.

OneDrive ontkoppelen

Wanneer je OneDrive niet vaak gebruikt, kun je deze dienst op je Windows-apparaat ontkoppelen en zelfs verwijderen. Door de koppeling met je Microsoft-account zijn de persoonlijke bestanden in OneDrive beschikbaar op elk apparaat waarop je bent ingelogd met hetzelfde Microsoft-account. Je bent dus niet meer aan een vaste werkplek gebonden. Door te ontkoppelen weet je zeker dat de lokale map niet meer kan synchroniseren met de online opslag.

Klik met rechts in het systeemvak op het pictogram van OneDrive (het wolkje). Kun je dit pictogram niet zien? Klik dan eerst op het PijltjeOmhoog van het systeemvak. Daarna open je het instellingenvenster van OneDrive en ga je naar het tabblad Account. Onder je account selecteer je Deze pc ontkoppelen / Account ontkoppelen. De gegevens die al in OneDrive staan, blijven hierdoor onaangeroerd en de speciale OneDrive-map op de computer verandert in een normale map. Je kunt er bestanden in plaatsen, verwijderen en verplaatsen, maar ze worden niet langer automatisch gesynchroniseerd in de cloud.

Ook al ontkoppel of verwijder je OneDrive, de virtuele map blijft staan in het navigatievenster van Windows Verkenner.

Weg met OneDrive en Edge

Ben je OneDrive echt helemaal beu? Weet dan dat je OneDrive zelfs kunt verwijderen. Het zal je Windows-pc niet beschadigen. Ga naar Instellingen / Apps en open het lijstje met Geïnstalleerde apps. Daar vind je Microsoft OneDrive. Klik op de drie puntjes achter de naam van deze app en selecteer Verwijderen net zoals je dat met elk ander programma zou doen. Het duurt een paar seconden voor de app is verwijderd. Ondertussen heeft Microsoft er ook voor gezorgd dat je op dezelfde manier de browser Edge kunt verwijderen. In het begin van Windows 11 was deze functie nog lichtgrijs gemarkeerd.

Dankzij de nieuwe antimonopoliewet kun je sinds maart 2024 ook de browser van Microsoft verwijderen.

Game Bar voor niet-gamers

De instellingen van Windows 11 bevatten een speciaal onderdeel bedoeld voor gaming. Wanneer je de toetscombinatie Windows-toets+G gebruikt, open je de Windows Game Bar. Daarmee kun je schermafdrukken en clips vastleggen van games die door Microsoft zijn geverifieerd. Eigenlijk is deze functie bedoeld voor het vastleggen van Xbox-games, maar je kunt hem ook gebruiken voor schermopnames van gewone programma’s.

Geen kwaad woord over de Windows Game Bar. Maar als je geen of zelden games speelt, heeft het geen zin om de Game Bar en Game Mode op de computer in te schakelen. Bovendien kan deze applicatie veel cpu en geheugen gebruiken. Om de Game Bar uit te schakelen, ga je weer naar het instellingenvenster van Windows. Daar kies je Gaming / Game Bar. Vervolgens schakel je bovenaan de optie uit bij Je controller mag Game Bar openen. Daarna ga je terug naar het venster Gaming en je kiest het tabblad Gamemodus om ook hier de optie Gamemodus uit te zetten.

Ben je geen gamer, schakel dan de Game Bar uit.

Badges in de kiem smoren

Windows 11 toont voortdurend meldingen op de taakbalk die je waarschuwen voor onder meer updates en nieuwe e-mail. Deze zogenaamde badges staan standaard ingeschakeld. Ze blijven eindeloos opduiken. Bankwebsites sturen je constant badges, maar ook browserextensies doen dat. Het wordt snel te veel van het goede. Nogal wat gebruikers ergeren zich hieraan, wat heel begrijpelijk is.

Je kunt de badges uitschakelen door met rechts op de taakbalk te klikken en dan te kiezen voor Taakbalkinstellingen. Scrol aan de rechterkant naar beneden en klik op Taakbalk. Vervolgens scrol je nog wat verder naar beneden tot je bij Gedrag van taakbalk bent. Hier kun je de optie uitschakelen bij Badges weergeven in taakbalk-apps. Dit is trouwens ook de plaats waar je de uitlijning van de taakbalk wijzigt. Standaard staan de pictogrammen gecentreerd op de taakbalk. Hier kun je aangeven dat die links moeten worden uitgelijnd. Hierdoor wordt het Startmenu aan de linkerkant weergegeven zoals vroeger.

In de taakbalk kun je de badges verbergen.

Terug naar bekend startmenu

Mis je het startmenu van Windows 10? Er is een interessante tweak waarbij je het Windows 11-startmenu vervangt door het type uit Windows 10. Download Open-Shell van de GitHub-website. De laatste versie op het moment van schrijven is OpenshellSetup 4.4.195. Je hebt de keuze tussen een zelfuitvoerbaar exe-bestand of een gecomprimeerd 7Z-bestand. Wij gaan voor het exe-bestand.

In de set-upwizard schakel je de opties Classic Explorer en Classic IE uit. De optie Create a start menu folder moet aangevinkt blijven. Zodra het installatieproces voltooid is, open je via Windows Zoeken de Open-Shell Menu Settings. Daarna kun je kiezen tussen de Classic Style, Classic with two columns of Windows 7 style.

Misschien wil je ook de knop naar het startmenu aanpassen zodat deze op die van Windows 10 lijkt. Hiervoor vink je de optie Replace start button aan. Vervolgens kies je een van de drie voorstellen uit, of je klikt op Pick Image. Zoek op het web naar een afbeelding van het Windows 10-startmenu en selecteer die. Wil je op je schreden terugkeren en Open-Shell verwijderen? Dat doe je via Instellingen / Apps / Geïnstalleerde apps. Selecteer Open-Shell en gebruik de optie Verwijderen.

Geef het startmenu zijn oude look terug.

Advertenties uitschakelen

Windows 11 genereert een unieke identifier, een zogenaamde reclame-ID, om je activiteiten te volgen. Hiervoor gebruikt Microsoft je zoekopdrachten, eerdere aankopen van Microsoft-producten en online activiteiten die gekoppeld zijn aan je Microsoft-account. Adverteerders kunnen die gebruiken om jou gerichte advertenties te sturen wanneer je apps gebruikt. Ben je gevoelig voor je privacy, dan zet je hier ook het mes in.

Open Instellingen en ga naar Privacy en beveiliging. Klik rechts op het onderdeel Algemeen. Zet de schakelaar uit bij Laat apps me persoonlijke advertenties zien door mijn reclame-id te gebruiken. Doe hetzelfde bij Websites hebben toegang tot mijn lijst met talen zodat er inhoud kan worden weergegeven die relevant is voor mijn locatie. Optioneel schakel je ook de optie daaronder uit: Start en zoekresultaten door Windows laten verbeteren door app-lanceringen bij te houden. Tot slot zet je ook de vierde optie uit: Suggesties voor inhoud in de app Instellingen weergeven.

Draag zorg voor je privacy en schakel reclamemeldingen uit.

Meldingen uitschakelen

In het Berichtencentrum komen ook systeemwaarschuwingen, ongelezen berichten, nieuwe artikelen van je favoriete websites en meer meldingen binnen. Deze kunnen nuttig zijn om je op de hoogte te houden van wat er gebeurt, maar het is best mogelijk dat de hoeveelheid meldingen en geluiden overweldigend is en op je zenuwen gaat werken. Daarom kun je meldingen uitschakelen om afleiding te minimaliseren. Open de Instellingen en klik op Systeem. Aan de rechterkant klik je op de pagina Meldingen. Hier kun je de schakelaar Meldingen uitschakelen omzetten. Wil je nog verder gaan, dan zet je de schakelaar Niet storen aan.

Zo, dat scheelt een hoop afleiding.

Snoeien in bloatware

Een nieuwe pc komt met een hoop bloatware en bij Windows 11 is dat niet anders. Het gaat om software waar je niet om hebt gevraagd. Bloatware neemt niet alleen geheugenruimte in beslag, hij verslechtert ook de prestaties van het systeem. Meestal gaat het om spelletjes, testversies van beveiligingssuites en virusscanners, cloudservices en zelfs fotoboeken.

Er zijn freewaretools die scannen naar bloatware, ook wel crapware genoemd, om die automatisch te verwijderen. Maar als je er niet goed in thuis bent, kun je hiermee meer kwaad dan goed doen. Sommige applicaties zijn immers noodzakelijk voor de goede werking van het systeem. De website Should I Remove It is gespecialiseerd in het vinden en verwijderen van bloatware. Hier vind je uitgebreide overzichten van bloatware bij alle belangrijke computermerken. Neem bijvoorbeeld Toshiba, die heeft meer dan dertig applicaties die als testversie worden geïnstalleerd. Snoei de bloatware dus handmatig. Dat doe je via Instellingen / Apps / Geïnstalleerde apps. Daar zie je alle programma’s die op de machine zijn geïnstalleerd. Blader door de lijst en controleer welke programma’s je kunt verwijderen.

Volgens de website Should I Remove It bevat een Toshiba de meeste bloatware.

Watch on YouTube