ID.nl logo
Scrum: de do's en don'ts van agile werken
© Reshift Digital
Huis

Scrum: de do's en don'ts van agile werken

Sprints, stand-uppen, scrum master. Het zijn termen die behoren aan een bepaalde tak van sport, namelijk agile werken. Veel grote en kleine bedrijvenhref="https://pcmweb.nl/artikelen/blog/grote-bedrijven-en-startups/" rel="noopener noreferrer" target="_blank"> </a>werken agile en dat is niet zonder reden. Het zorgt ervoor dat grote projecten, vooral IT-projecten, in kleine delen worden gehakt en hierdoor niet alleen behapbaar zijn voor het team, maar ook voor de klant.

Het vergt echter wel enige aanpassing in de manier van werken. Zo zijn er bepaalde ‘tradities’ die tot agilewerken behoren, zoals de stand-up die in de ochtend zorgt dat iedereen weet waar hij aan toe is. Ben je daar als teamlid niet bij, dan mis je belangrijke informatie en weten mensen tegelijkertijd niet waar jij mee bezig bent. Er zijn veel dingen je goed kunt doen, maar ook die verkeerd kunnen lopen. 

©PXimport

Do: mensen de vrijheid laten  

Agile werken kan dubbel voelen: enerzijds zijn er duidelijke afspraken van wat er moet gebeuren en door wie, anderzijds moeten mensen zich ook vrij voelen binnen het team. Vrij om met eigen ideeën te komen of eigen tijd in te delen. Dat is waarom vrijheid een van de belangrijkste do’s is op het gebied van scrum werken, zodat mensen zich comfortabel en gemotiveerd voelen. Een agile team werkt over het algemeen het beste als er niet steeds management komt kijken: zo werken teams veel sneller en efficiënter.

Don’t: de scrum master skippen  

Een scrum master is er niet om bij mensen over hun schouder te kijken. De scrum master is er enerzijds om te luisteren en meetings te sturen, maar ook om verzoeken voor het project te beoordelen. Gebeurt dat niet, dan ontstaat er met gemak een oneindige lijst met wensen die niet meer te overzien is. Een scrum master hoeft niet per se full time aanwezig te zijn en er zijn zelfs bedrijven die één scrum master op meerdere teams zetten. Als hij of zij er maar regelmatig is om alles in goede banen te leiden voor zowel de klant als het team.

©PXimport

Do: gebruikmaken van tools 

Wie een kamer inloopt waar een scrumteam bezig is, ziet vaak een muur met allemaal post-its. Hoewel dit zeker een manier is om voor iedereen visueel te maken wat er speelt, loont het zeker de moeite om ook gebruik te maken van online tools. Juist in een wereld waarin we regelmatig hybride werken is het handig om een soort online prikbord te hebben waarop iedereen te allen tijde weet waar hij of zij aan toe is. Er zijn heel veel geweldige apps om scrum teams daarbij te helpen, dus maak daar gebruik van.

Don’t: je blindstaren op ervaring 

Teams werken het beste als er een grote verscheidenheid aan mensen in het team aanwezig is. Sommige managers denken onterecht dat je allerlei enorm senior medewerkers nodig hebt, terwijl dat totaal niet het geval is. Het is juist de veelheid aan persoonlijkheden, kennis en vaardigheden die teams succesvol maken. Zorg dus ook dat van iedereen input wordt gevraagd over zaken en mensen het woord krijgen, want waar iemand ook vandaan komt: iedereen heeft iets naar het team te brengen, alleen krijgen soms alleen de dominantere en/of meer senior mensen hiertoe de kans. 

Do: uitjes, breaks en verrassingen organiseren

Het is een cliché om in een IT-vacature te spreken over een tafeltennistafel, maar dat wil niet zeggen dat IT’ers dat niet af en toe nodig hebben. Constant geconcentreerd aan het werk zijn, dat bestaat niet. Om af en toe even het werk te breken, kun je een potje Mario Kart spelen, even een wandeling maken buiten of zelfs een uitje plannen om het team even een adempauze te geven en bovendien elkaar beter te leren kennen buiten het werk om.

©PXimport

Don’t: aan het werk gaan zonder kennis over agile werken 

Hoewel de basis van agile werken heel simpel lijkt, is het alsnog belangrijk om mensen goed te trainen op deze manier van werken. Dat voorkomt wrijving en onduidelijkheid onder medewerkers en zorgt voor meer duidelijkheid binnen een team. Wanneer de neuzen dezelfde kant op staat, scheelt dat tijd en bevordert het de samenwerking. Aan het begin investeren in een training kan op de lange termijn vele problemen schelen. 

Do: Retrospectives inbouwen 

Wat als een van de eerste dingen wordt vergeten of geschrapt, dat is de retrospective. Zonde, want hierin wordt er teruggekeken op de afgelopen sprint, zonder daarbij alleen maar te kijken naar wat er is gemaakt (het is immers geen demo), maar vooral te kijken wat er goed ging en wat er beter kon. Hieruit ontstaan vaak nieuwe processen die het team nog beter maken. Een retrospective hoeft niet uren te duren: als er maar aandacht voor is. Zo kunnen namelijk ook eventuele spanningen tussen bepaalde teamleden worden uitgesproken, in plaats van dat die blijven hangen en meegaan in de volgende sprint.

Uiteindelijk is geen enkel team hetzelfde en zal de werkwijze binnen elk scrum-team toch net even anders zijn. Als iedereen zich maar kan vinden in de manier van werken, want hierdoor is iedereen binnen het team gefaciliteerd om succesvol te zijn. Dat is uiteindelijk ook waarom zo’n scrum master zo belangrijk is: die is geen projectmanager, die is vooral projectfaciliteerder en daarin is een goed geolied team essentieel. 

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen