ID.nl logo
Apple iMac 24 inch (2021) – Terug naar de roots
© PXimport
Huis

Apple iMac 24 inch (2021) – Terug naar de roots

Het heeft jaren geduurd, maar eindelijk is er dan écht een nieuwe iMac. Niet alleen heeft de populaire computer een nieuw ontwerp, ook bevat de iMac nu de eigen Apple M1-processor. Een goede match voor een desktop-pc? Wij hebben het getest.

In navolging van de MacBook Air en MacBook Pro heeft Apple nu ook de iMac voorzien van een eigen processor, althans de kleine uitvoering. Het grotere model draait voorlopig nog ‘ouderwets’ op een Intel-processor. Dat de iMac zou worden voorzien van ‘Apple Silicon’ was geen verrassing, het was tot de aankondiging van Apple alleen even de vraag of Apple een snellere chip dan in de MacBook Air, Pro en Mac mini zou gebruiken. Dat bleek niet het geval, het gaat om precies dezelfde Apple M1 die al eerder gebruikt werd. De goedkoopste instapconfiguratie van de iMac 24 inch is zelfs voorzien van de variant die ook in de instapuitvoering van de MacBook Air gebruikt wordt met 7 in plaats van 8 ingeschakelde GPU-cores.

©PXimport

©PXimport

Nieuw ontwerp

Zoals verwacht en wellicht gehoopt is de iMac voor het eerst in jaren van een nieuw ontwerp voorzien. Functioneel zijn de verschillen ook weer niet wereldschokkend en is de computer nog steeds direct herkenbaar als een iMac. Zo bevat de voorkant wat sommigen ‘een kin’ onder het scherm noemen. In die Kin zijn overigens de luidsprekers verwerkt en die klinken echt heel goed. Opvallend is dat het logo van de voorkant verdwenen. Met dit nieuwe ontwerp keert Apple terug naar de ‘roots’ van de iMac. Want net als de eerste iMac G3 is ook deze iMac te koop in verschillende vrolijke kleuren. En net als die eerste iMac (en alle andere modellen totdat Apple overstapte op aluminium) heeft de iMac een witte in plaats van een zwarte rand om het scherm. In verleden gebruikte Apple een witte rand vaak als onderscheid tussen het portfolio voor consumenten en professionals, dus ik vraag me af of we die zwarte rand binnenkort weer gaan zien. Wellicht wordt de opvolger van de grote iMac wel een machine bedoeld voor zakelijk gebruik?

©PXimport

©PXimport

Kekke kleurtjes

De iMac is een stuk dunner dan zijn 21,5inch-voorganger. Het ziet er fraai en modern uit (de iMac is dunner dan veel beeldschermen), maar levert je verder eigenlijk weinig voordeel op. De computer staat immers op een vergelijkbare voet en neemt hierdoor grofweg net zoveel bureauruimte in als voorheen. Qua ontwerp is de voet net anders, maar functioneel is deze wel identiek aan het vorige model. Je kunt alleen de hoek van het scherm verstellen. Het is helaas nog steeds niet mogelijk om de iMac in hoogte te verstellen. De iMac is verkrijgbaar in zeven kleuren: blauw, groen, rood, oranje, geel, paars en zilver. Bij alle kleuren op zilver na gebruikt Apple eigenlijk twee kleuren: een harde kleur op de aluminium achterkant en een zachtere pasteltint op de kunststofdelen en de aluminium voet. Ik ontving de iMac in een blauwe uitvoering. 

©CIDimport

Externe voeding

Hoewel de achterkant van een all-in-one-pc bij mij thuis tegen de muur zou staan, heeft Apple ook de achterkant duidelijk ontworpen om gezien te worden. Sowieso vind ik persoonlijk de harde kleur mooier dan de pasteltint. Niet alleen is het Apple-logo prominent op de achterkant geplaatst, er is ook veel moeite in het ontwerp van de voedingskabel gestoken. De kabel is een stoffen 'strijkijzersnoer' in dezelfde kleur als de iMac. Die voedingskabel is trouwens verbonden met een externe voedingsadapter. Een van de redenen waarom de iMac dunner is dan zijn voorganger is dan ook dat de voeding niet langer ingebouwd is. Een nadeeltje hiervan is dat je die voeding wel ergens kwijt moet kunnen. Zelf heb ik een kabelgoot onder mijn bureau, dus voor mij maakt het niet uit. Een voordeel is dat de netwerkaansluiting ook in de voeding zit en je zo met één kabel zowel voeding als netwerk regelt. Al ontbreekt de netwerkaansluiting op de uitvoering die ik getest heb.

©CIDimport

Weinig aansluitingen

Hoewel de computer een flink stuk dunner is als zijn voorganger, is de uiterste zijkant juist een stukje dikker doordat de achterkant nu volledig vlak is in plaats van gebold. Dat komt met een belangrijk voordeel want de hoofdtelefoonaansluiting heeft nu een plekje op de zijkant gekregen. Een hele vooruitgang met de voorgaande modellen waarbij de hoofdtelefoonaansluiting achterop zat. Nu kun je er bij zonder de computer te moeten verschuiven. De overige poorten zitten aan de achterkant, maar dat zijn er in het geval van de uitvoering die ik getest heb niet veel: deze iMac heeft precies twee Thunderbolt-poorten met USB4-ondersteuning. De duurdere standaardconfiguratie heeft daarnaast ook nog twee USB 3.1 Gen2-poorten. Sowieso krijg je dus op alle uitvoeringen alleen USB-C, zelf vind ik dat geen nadeel. Steeds meer apparatuur werkt via USB-C en anders is een adapter(kabel) eenvoudig geregeld. Op de Thunderbolt-poorten kun je naast allerlei randapparatuur ook een beeldscherm aansluiten, de iMac ondersteunt één extern scherm met maximaal een 6K-resolutie.

©CIDimport

©CIDimport

Voor een desktop-pc zijn vier uitbreidingspoorten weer niet heel veel en zeker op de geteste instapuitvoering krijg je met twee stuks wel heel weinig aansluitingen. Helemaal als je bedenkt dat je het toetsenbord en muis ook via een meegeleverde USB-C-kabel moet opladen. Denk er dus goed na of twee poorten voor jou genoeg zijn. In tegenstelling tot de voorganger ontbreekt een kaartlezer en vind je ook geen netwerkaansluiting op de achterkant. In de duurdere configuraties is die netwerkaansluiting in de voedingsadapter verwerkt, bij de geteste instapuitvoering niet. Wel kun je voor een meerprijs van 26 euro een voedingsadapter met netwerkaansluiting krijgen en dat raad ik je zeker aan. USB-netwerkadapters presteren vaak minder goed en buiten dat is het zonde als je in de toekomst ethernet wil gebruiken en daarvoor één van de heel schaarse USB-poorten moet opofferen. Op draadloos gebied is de iMac voorzien van Wifi 6 en bluetooth 5.0.

Configuraties

Qua configuratie is de iMac beschikbaar in een aantal basisvarianten met optionele upgrades. Eigenlijk kun je een onderscheid maken tussen de goedkoopste basisconfiguratie zoals ik die getest heb en de twee duurdere basisconfiguraties. Het eerste verschil is dat de goedkoopste basisconfiguratie in vier kleuren leverbaar is terwijl de andere twee basisconfiguraties in zeven kleuren beschikbaar zijn. Het goedkoopste model is daarbij voorzien van een M1 met 7 in plaats van 8 ingeschakelde GPU-cores. Daarnaast missen op deze instapconfiguratie zoals eerder geschreven twee extra USB-C-poorten, mist de vingerafdrukscanner op het toetsenbord en is ook de netwerkaansluiting op de voeding afwezig. Je kunt voor 26 euro extra wel kiezen voor de ethernetaansluiting. En als je de vingerafdrukscanner wilt, kan dat ook, dan betaal je 50 euro extra. Hiermee heeft de basisconfiguratie voor 1529 euro op de twee extra USB-poorten en extra GPU-core na dan alle functionaliteit die de basisconfiguratie van 1669 euro ook biedt. Je hebt alleen minder keuze qua kleuren want oranje, geel en paars zijn niet beschikbaar.

Alle basisconfiguraties zijn voorzien van 8 GB RAM. Hoewel de M1 prima presteert in combinatie met 8 GB RAM, is het bijna wel een zekerheidje dat software alleen maar veeleisender wordt. Later uitbreiden kan niet, dus zelf zou ik kiezen voor 16 GB RAM tegen een meerprijs van 230 euro. Ook de opslag van 256 GB heb je vermoedelijk best snel vol, al hangt dat natuurlijk af van wat je met de computer wil doen. De stap van 256 GB naar 512 GB kost je 230 euro en voor ieder verdubbeling betaal je ook 230 euro. Voor een SSD van 1 TB betaal je dus 460 euro extra. Ook de interne opslag kun je later niet uitbreiden, maar dankzij Thunderbolt of USB kun je natuurlijk wel een snelle externe SSD aansluiten.

Toetsenbord en muis

Het toetsenbord heeft nog altijd de naam Magic Keyboard en lijkt veel op dat van de vorige iMac. Toch is het ontwerp licht aangepast, want dit nieuwe Magic Keyboard heeft rondere hoeken waarbij ook de vier toetsen in de hoeken van een scherp afgeronde hoek zijn voorzien. Nieuw is dat het toetsenbord nu ook met geïntegreerde vingerafdrukscanner verkrijgbaar is zodat je snel kunt inloggen. Bij mijn testexemplaar zat echter het toetsenbord zonder vingerafdrukscanner. Qua comfort is het toetsenbord identiek aan de vorige uitvoering en het is een toetsenbord waar je prima op kunt typen. Persoonlijk vind ik een plat toetsenbord dan ook erg comfortabel werken. Een nieuwigheidje is dat de FN-toets nu dubbelt als emoji-toets. Druk je hierop in bijvoorbeeld een tekstverwerker of Berichten, dan krijg je direct een overzicht van alle emojis zodat je ze eenvoudig kunt invoegen. Het pas wel bij de legacy van de iMac, de i staat immers voor internet.

De muis is dezelfde Magic Mouse 2 als bij de vorige iMacs waarbij er wel gebruik wordt gemaakt van aluminium dat qua kleur aansluit bij dat van de gekozen iMac. De bovenkant van de muis is nog steeds wit, dus alleen de nauwelijks zichtbare zijkant en onderkant sluiten qua unieke kleur aan bij de iMac. Over die muis ben ik nog steeds niet heel enthousiast. Hij is naar mijn smaak te plat en ligt niet lekker in de hand. Ook de laadaansluiting onderop de muis blijf ik onhandig vinden. Je kunt de muis niet tegelijkertijd gebruiken en laden en dat kan lastig zijn als de accu leeg is.

©CIDimport

©CIDimport

MagSafe voedingsaansluiting?

Apple heeft bijzonder veel moeite in de voedingsaansluiting gestopt, zo is de ronde stekker magnetisch en het snoer afgewerkt met een strijkijzerkoord in een kleur die bij de gekozen iMac past. Dat doet wellicht denken aan de MagSafe-laadaansluiting die MacBooks vroeger hadden, maar dat is het zeker niet.

In de ronde stekker zijn naast de plus- en minpool 12 extra pinnetjes verwerkt, vermoedelijk gaan daar ethernetsignalen overheen. De stekker is zoals gezegd rond, maar past in slechts twee oriëntaties in de aansluiting. Een vernuftig ontworpen pinnetje zorgt ervoor dat de stekker automatisch goed draait als je hem er in steekt. Dat gaat bovendien erg soepel omdat je door de magneet geholpen wordt. Toch houdt daar de vergelijking met MagSafe op. Het grote voordeel van MagSafe was immers dat de kabel snel loslaat waardoor een laptop niet van tafel valt als je over de kabel struikelt. Dat is bij de magnetische stekker op de iMac zeker niet het geval. De magneet is zo sterk dat je met behoorlijk wat kracht aan de stekker moet trekken om hem los te krijgen. Overigens niet verwonderlijk, het zou bij een desktop zonder ingebouwde accu sowieso niet heel handig zijn om zomaar de stekker los te trekken.

©CIDimport

©CIDimport

De kabel die naar de adapter loopt transporteert naast de voedingspanning ook de signalen die nodig zijn voor ethernet. Bij het instapmodel dat ik getest heb, wordt een voeding zonder netwerkpoort meegeleverd. Toch kan ik er wel iets over zeggen. De ethernetcontroller zelf, een chip van Broadcom, is namelijk ook op dit instapmodel gewoon aanwezig en actief in het verbindingsoverzicht. Je kunt hem bij gebrek aan een fysieke ethernetpoort alleen niet aansluiten. Het lijkt daarom aannemelijk dat het netwerksignaal niet via bijvoorbeeld USB wordt doorgegeven aan de voeding, maar dat er iets van een Cat6-netwerkkabel in de voedingskabel verwerkt is.

Fantastisch scherm

In de loop der jaren hadden iMacs eigenlijk altijd wel één gemene deler en dat was dat het scherm altijd dik in orde was. De nieuwe iMac is gelukkig geen uitzondering en is zelfs voorzien van een uitstekend scherm. Waar de voorganger was voorzien van een 21,5inch-scherm met een resolutie van 4096 x 2304 pixels is deze nieuwe iMac voorzien van een 24inch-scherm met een resolutie van 4480 x 2520 pixels. In een behuizing die nauwelijks groter is dan de voorganger. Qua beeldverhouding blijft het net als zijn voorganger een 16:9-scherm, er wordt dus niet zoals op de laptops overgestapt naar een 16:10-scherm. Het paneel heeft niet alleen een uitstekende kleurweergave, de maximale helderheid is ook erg hoog. Dat laatste is soms (helaas) wel nodig omdat Apple heeft gekozen voor een glanzende afwerking die de kleuren extra van het scherm laat spatten. Overigens is de hele voorkant één geheel, de pastelkleur zit achter dezelfde glanzende afwerklaag als het scherm en schermrand. Dat klink perfect voor aanraken, maar dat kan ondanks dat het ontwerp best wel aan een iPad doet denken nog steeds niet.

Al met al is het scherm een flinke upgrade ten opzichte van de voorganger, als je in de markt was voor de kleine iMac tenminste. Want het 27 inch 5K-scherm in de grote iMac is wat mij betreft toch nog wel een tandje indrukwekkender. Het is wel het scherm dat ervoor zorgt dat deze iMac een interessante keuze is. Vergeleken met een Mac mini voorzien van een M1-chip betaal je 650 euro meer en je zou kunnen zeggen dat je dat betaalt voor het scherm. Uiteraard kun je voor dat geld best een (wellicht nog wat groter) 4K-scherm vinden, maar zo’n scherm heeft alsnog een lagere resolutie en is waarschijnlijk minder mooi. Wel blijft het gezien het uitstekende scherm jammer dat de iMac nog steeds niet in hoogte verstelbaar is.

Het opvallendste aan het scherm zit er misschien nog wel omheen in de vorm van de witte schermrand. Over die rand is veel te doen, zo zou het beeld er met een lichte rand minder goed uitzien volgens sommige gebruikers. Het is deels vast persoonlijk, maar zelf vind ik die lichte schermrand niet vervelend en ooit waren vrijwel alle schermranden in licht kunststof uitgevoerd. Bovendien valt de schermrand hierdoor juist meer weg als je de computer tegen een lichte muur gebruikt.

©CIDimport

Webcam voor thuiswerkers

De webcam is tegenwoordig belangrijker dan ooit en boven het scherm is uiteraard een camera geplaatst. Dat is op deze iMac een uitstekend 1080P-exemplaar. Niet onverwacht, want een dergelijke goede webcam zat ook op de meest recent 27 inch iMac met Intel-processor. Net als op die iMac is deze nieuwe iMac 24 inch voorzien van drie microfoons. Twee microfoons worden gebruikt om het gewenste geluid op te pikken terwijl de derde microfoon wordt gebruikt om storende omgevingsgeluiden weg te werken.

Ik had zoals ik schreef in de review van de meest recente Intel iMac vorig jaar eigenlijk wel verwacht dat de overstap naar een met de iPad vergelijkbare chip ook zou betekenen dat de iMac voorzien zou worden van gezichtsherkenning, maar dat is kennelijk niet het geval. Voor snel inloggen biedt de iMac dus alleen de vingerafdrukscanner op het toetsenbord, maar die mogelijkheid wordt op de goedkoopste configuratie niet standaard meegeleverd.

Uitstekende prestaties

In het dagelijks gebruik voelt de nieuwe iMac vlot aan. Dat is geen verrassing, dat gold ook al voor de MacBooks voorzien van dezelfde M1-processor. De prestaties die de M1 in deze iMac neerzet zijn zoals verwacht ook in benchmarks goed vergelijkbaar met die van de MacBook Air en MacBook Pro. In Geekbench 5 heeft de iMac een Single-Core Score van 1744 punten en een Multi-Core Score van 7726 punten. Dat is grofweg dezelfde score als de chip in de MacBook Air neerzette. Ter vergelijking: dat is beter dan wat de duurdere 27inch-uitvoering van de iMac scoort.

Ook in in Cinebench R23 zet de chip met 7634 punten in de multi-core-test en 1510 punten in de single-core-test vergelijkbare prestaties neer als de eerder geteste MacBook Air. Er is wel veel minder thermal throttling (afname van prestaties omdat de chip zijn warmte niet kwijt kan), want na iets langer dan 10 minuten blijft de de score met 7343 punten in de multi-core-test en 1492 punten in de single-core-test hoger dan wat de M1 in de MacBook Air liet zien. Laten we de benchmark 30 minuten draaien dan worden de scores respectievelijk 7280 en 1501 punten. Er is dus voor multicore-toepassingen wel wat thermal throtteling, maar de chip presteert veel beter dan in de MacBook Air. Dat komt doordat de iMac in tegenstelling tot de MacBook Air is voorzien van actieve koeling. Als je de iMac gewoon voor alledaagse kantoortaken gebruikt, dan hoor je hem niet. Maar als hem aan het werk zet door bijvoorbeeld de eerder genoemde benchmarks te draaien of bijvoorbeeld foto’s of video’s te renderen dan slaat de koeling aan. Die koeler is goed hoorbaar, maar vervelend wordt het gelukkig nooit. Het geluid klinkt voornamelijk als blazen. De SSD is met een leessnelheid van 2837,1 en een schrijfsnelheid van 2303,4 MB/s een lekker vlot exemplaar die wat sneller is dan de SSD in de 27inch-variant van de iMac.

Je kunt de keuze voor de M1 en de prestaties van deze iMac op twee manieren aanvliegen. Aan de ene kant valt het wellicht tegen dat deze desktop grofweg net zo snel is als Apples goedkoopste laptop. Aan de andere kant is deze iMac hiermee alsnog veel sneller dan het Intel-model dat hij vervangt en zelfs partij voor Intel iMacs die een veelvoud van deze machine kosten. Het voor het doel waar deze iMac voor ontworpen is gewoon een razendsnelle chip die verpakt is in een fraaie computer met een uitstekend 4,5K-scherm. Softwarematig is dit ondanks de overstap naar de ARM-architectuur gewoon een Mac. Software gemaakt voor een Intel-processor kun je dankzij Rosetta 2 draaien en werkt vaak zelfs sneller dan op een echte Intel-machine. Een bijkomend voordeel is dat je dankzij de ARM-architectuur nu iPad-apps kunt draaien.

©CIDimport

Conclusie

Met de nieuwe 24 inch iMac keert Apple eigenlijk weer terug naar de roots van de iMac: een vrolijke alles-in-één-pc ontworpen voor thuisgebruik. Dat thuiskarakter wordt nog eens extra benadrukt door de witte schermrand, een kleur die Apple in het verleden gebruikte als onderscheid tussen de machines voor consumenten en zakelijke gebruikers. De behuizing is fraai en stevig gebouwd. Functioneel is er weinig verschil met de vorige iMac, zo kun je nog steeds alleen de hoek van het scherm verstellen. Dat scherm is met 24 inch nu een stukje groter dan zijn voorganger en is letterlijk de blikvanger van de iMac. Het is gewoon uitstekend voor elkaar. De M1-processor biedt geen verrassingen, maar heel erg is dat niet. Dit is gewoon een snelle processor die uitstekend op zijn plaats is in een computer voor thuis.

Het grootste minpunt is dat de iMac voor een desktop-pc weinig aansluitingen heeft, zeker de geteste instapconfiguratie biedt met slechts twee USB-C-poorten wat mij betreft te weinig uitbreidingsmogelijkheden. Het is ook jammer dat de netwerkaansluiting op die instapconfiguratie niet standaard aanwezig is, zeker omdat de netwerkcontroller gewoon aanwezig is. Gelukkig valt de meerprijs voor de fysieke aansluiting met 26 euro mee.

Fantastisch
Conclusie

**Prijs** € 1449,- (met vier usb-poorten vanaf € 1669,-) **Besturingssysteem** macOS Big Sur **Beeldscherm** 24 inch Retina 4,5K-display (4480 x 2520 pixels) **Processor** Apple M1 (8 cores, 4 snel en 4 langzaam) **Geheugen** 8 GB RAM **Grafisch** Apple M1 (7 of 8 GPU-cores) **Opslag** 256 GB ssd **Webcam** 1080p FaceTime HD-camera **Aansluitingen** 2x Thunderbolt 3 (ook DisplayPort en USB 4), 3,5mm-hoofdtelefoonaansluiting. Optioneel: 2x USB-C, gigabit-netwerkaansluiting **Draadloos** Wifi 6, bluetooth 5.0 **Afmetingen** 54,7 x 46,1 x 14,7 cm **Website** [www.apple.com](https://www.apple.com/nl/imac-24/)

Plus- en minpunten
  • Fraai scherm
  • Krachtige processor
  • Stevige behuizing
  • Uitstekende webcam
  • Keuze uit verschillende kleuren
  • Goed geluid
  • Weinig aansluitingen
  • Geen ethernet op instapconfiguratie
  • Nog steeds niet in hoogte verstelbaar
▼ Volgende artikel
Van prompt naar programma: leer programmeren met AI
© monsitj - stock.adobe.com
Huis

Van prompt naar programma: leer programmeren met AI

Niet alleen het saaie en repetitieve werk wordt vervangen door AI. Je bent óók als kenniswerker niet meer zeker van een baan. Software wordt al grotendeels door AI geschreven. Gelukkig kun je daar als hobbyprogrammeur ook enorm van profiteren. Het brengt naast tijdwinst ook veel gemak. We helpen je op weg met drie praktische tools: ChatGPT, Aider en de Windsurf Editor. We maken enkele eenvoudige voorbeelden, zodat je een helder beeld hebt van je potentiële workflow.

In dit artikel laten we zien hoe je met hulp van AI razendsnel leert programmeren en zelfs complete programma’s bouwt:

  • Gebruik ChatGPT als programmeerpartner en laat het een volledig werkend spelletje bouwen met HTML, CSS en JavaScript
  • Installeer Aider en gebruik het in combinatie met Git om projecten via de terminal te ontwikkelen
  • Ontdek Windsurf Editor als grafisch alternatief met AI-assistent Cascade

Lees ook: Leren programmeren? Met deze tools is coderen geen geheimcode meer

Grote taalmodellen zijn al zo goed dat je comfortabel complete programma’s door AI kunt laten maken, zelfs zonder enige programmeerkennis. Afhankelijk van de tools die je gebruikt, voelt dat toch alsof je samen aan code werkt, ook wel pair-programmeren genoemd. Je houdt dus enige controle en kunt er, als je oplet, veel van leren. Ook al wordt het harde werk door AI gedaan.

Een bijkomend voordeel is dat je heel gericht aanpassingen kunt laten doen of vragen kunt stellen over de code, zonder dat je de documentatie of websites als Stack Overflow hoeft door te spitten. Het is geen verrassing dat laatstgenoemde website met fors dalende bezoekersaantallen te maken heeft. Ook andere taken, zoals het schrijven van de documentatie, zijn snel geregeld.

In dit artikel gaan we een eenvoudig programma maken met AI, zodat je een goed beeld hebt van de workflow. We gebruiken drie verschillende tools. We starten met het vertrouwde ChatGPT, al kun je ook bijvoorbeeld voor Claude of Gemini kiezen. Daarna gaan we met Aider in combinatie met Git aan de slag. Daarmee werk je ‘samen’ aan programmacode via de opdrachtprompt, in ons voorbeeld binnen het vertrouwde Visual Studio Code. Tot slot gaan we met de Windsurf Editor aan de slag, een completere grafische ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI-features, die je van begin tot eind ondersteunt bij het maken van je programma. 

Basisbeginselen van het programmeren

Het is handig als je de basisbeginselen van een programmeertaal kent. Ook daar kan AI van nut zijn. Je kunt veel leren van de voorbeelden die worden gegenereerd. Je kunt elk detail uit laten leggen, of om meer voorbeelden vragen. Dat is heel effectief!

Ook om de basisbeginselen te leren is AI nuttig. Pas bijvoorbeeld de Pareto-methode toe. Die methode stelt dat 80 procent van de resultaten voortkomt uit 20 procent van de inspanningen. Vraag de chatbot om een plan te maken dat deze regel toepast op het leren programmeren van bijvoorbeeld Python, door te focussen op 20 procent van de concepten, tools en technieken die 80 procent van de praktische toepassingen en problemen oplossen voor een beginnende programmeur. Vraag om een gestructureerd plan dat in korte tijd resultaat oplevert, inclusief voorbeelden en kleine projecten om vaardigheden direct toe te passen.

Vraag aan ChatGPT om een leerplan op te stellen om je te helpen bij het programmeren.

ChatGPT

Chatbot

Grote taalmodellen (LLM’s) vormen de basis voor chatbots als OpenAI’s ChatGPT en Anthropics Claude, maar óók voor de tools die we hierna behandelen. Feitelijk benaderen we de chatbots in dit eerste deel van het artikel rechtstreeks, via een browser of app. De andere tools gebruiken de API van deze bedrijven. Raadpleeg eventueel voor het starten met ChatGPT deze basiscursus.

De nieuwere modellen (we gebruiken overwegend ChatGPT 4o en Claude 3.5 Sonnet) laten heel goede resultaten zien voor programmeertaken. Ze helpen uiteraard niet alleen om programmacode te schrijven maar kunnen code ook uitleggen, fouten oplossen en de documentatie schrijven. Ook kun je uitstekend brainstormen over een project of ideeën. Het is daarom, óók als je andere tools voor programmeren gebruikt, enorm praktisch om erbij te hebben! Toegang tot ChatGPT is gratis met beperkingen. Een abonnement is minder gelimiteerd en geeft vaak toegang tot nieuwere modellen (zoals o1 of o3-mini). Zo’n abonnement is niet bruikbaar voor de andere tools, die gebruiken namelijk de API waarvoor je aparte credits moet aanschaffen.

Een chatbot biedt goede ondersteuning bij al je programmeervragen.

Eerste stappen

We beginnen met een eenvoudig voorbeeld en vragen aan ChatGPT om een spelletje boter-kaas-en-eieren te maken, ook wel bekend als tic-tac-toe. Hoewel het Engels soms betere resultaten kan geven, werken we voor dit artikel volledig in het Nederlands. We starten met deze prompt: “Maak een volledig functionele boter-kaas-en-eieren voor in een browser. Maak de HTML-structuur, voeg CSS-stijlen toe en implementeer de JavaScript-logica. Maak een scheiding tussen HTML, CSS en JavaScript. Zorg dat het programma responsief is zodat het bij elke schermgrootte werkt.”

ChatGPT genereert de gevraagde code. Je kunt individueel de HTML, CSS en JavaScript kopiëren. Om het te proberen, kun je alles plakken op websites als www.jsfiddle.net en www.codepen.io. Voor dit voorbeeld hebben we bij JSFiddle een projectpagina aangemaakt. We gaan dit voorbeeld in de volgende stappen verder verbeteren, steeds met links naar de verbeterde versie.

De eerste versies van het spel boter-kaas-en-eieren.

Geluiden toevoegen

We vragen ChatGPT om het programma aan te passen, zodat er een geluid wordt afgespeeld bij elke zet. ChatGPT voegt daarop een audio-element toe aan de HTML-code. Het past ook het script aan om dit aan te roepen bij elke zet. Je moet nog wel zelf het mp3-bestand plaatsen in de uiteindelijke programmamap of een volledige link naar het mp3-bestand invullen in de HTML-code:

<audio id="move-sound" src="muisklik.mp3"></audio>

Er zijn overigens veel websites waar je leuke geluidseffecten kunt vinden die je vrij kunt gebruiken, waaronder Pixabay. Op deze pagina zie je onze aangepaste versie.

De aangepaste HTML-code bevat een verwijzing naar een mp3-bestand.

Computertegenstander

We vragen ChatGPT vervolgens om een slimme computertegenstander toe te voegen, waarbij aan het begin van het spel wordt gekozen wie er mag beginnen. Via deze webpagina kun je deze versie zien. De computertegenstander blijkt in eerste instantie overigens helemaal niet zo slim, waardoor je makkelijk je potjes wint. Maar dat is snel opgelost. Na ons verzoek om de computertegenstander slimmer te maken, controleert het programma voortaan eerst op mogelijke winnende zetten en blokkeert het de tegenstander indien nodig. Als er geen direct winnende of blokkerende zetten zijn, kiest het een willekeurige lege cel. Deze slimmere versie kun je hier bekijken.

Het aangepaste script op een canvas in ChatGPT.

Uiterlijk verfraaien

Als laatste hebben we gevraagd het uiterlijk wat mooier te maken. Hierbij wordt voornamelijk de CSS-code aangepast om de visuele stijl van het spel te verbeteren. Het resultaat is geslaagd: ChatGPT geeft de achtergrond een mooi kleurverloop. Ook zijn de stijlen van de knoppen en speelvelden aangepast. Het levert een veel moderner en aantrekkelijker uiterlijk op.

Je kunt ChatGPT uiteraard steeds vragen om het script of een deel daarvan uit te leggen. Ben je het overzicht over de wijzigingen kwijt, dan kun je uiteraard ook vragen om de laatste HTML-code in te zien, of de laatste versie van het script. Eventueel op een canvas. Toch misten wij in ChatGPT soms wat overzicht en is het bovendien lastig om een stapje terug te doen als een aanpassing niet het gewenste resultaat oplevert. Dit zijn zaken die we in het volgende deel gaan aanpakken met Aider.

De gemoderniseerde versie van boter-kaas-en-eieren.

Contextvenster bij een taalmodel

Bij het werken met een groot taalmodel ofwel een Large Language Model (LLM) zijn er enkele technische beperkingen. Een daarvan is het contextvenster. Dat kun je zien als de hoeveelheid tekst die het model kan onthouden, gemeten in tokens. Een token is een deel van een woord en kan ook spaties en leestekens bevatten. Gemiddeld is een token ongeveer 3 tot 4 tekens groot.

Eerdere versies van ChatGPT hadden een relatief klein contextvenster van 4096 tokens. Het kan dan niet altijd alle details onthouden van de gebruikte teksten. Tegenwoordig is het contextvenster veel groter, en onthouden de modellen gemakkelijk 128.000 tokens of meer. Dat is ongeveer een heel boek! Dat is niet alleen nuttig bij het werken met hele lange teksten of artikelen, maar ook bij programmeerwerk, waar je vaak met grote bibliotheken te maken hebt.

Aider

Opdrachtprompt

Voor grotere programmeerprojecten is het werken met een chatbot al snel vervelend en verwarrend. Veel praktischer is een tool die met jouw eigen projectbestanden werkt en zelf of samen de gewenste aanpassingen maakt. Als je geen moeite hebt met het werken met een opdrachtprompt, is Aider een uitstekende optie. Die tool helpt met het schrijven en aanpassen van code.

Aider is opensource en werkt met heel veel LLM’s samen. Hier gebruiken we de API voor Claude 3.5 Sonnet, maar je kunt ook de API van OpenAI gebruiken of een LLM die je zelf lokaal draait of elders, zoals via OpenRouter. De integratie met Git is enorm praktisch. Voor elke aangebrachte wijziging voert het een ‘commit’ uit, voorzien van een duidelijke omschrijving, zodat je achteraf een goed overzicht met alle veranderingen hebt en ook stapjes terug kunt doen. Niet alle alternatieven bieden dit en dat is vooral een gemis als er iets fout gaat en je geen idee meer hebt hoe je dat moet oplossen.

Aider werkt samen met alle gangbare LLM’s.

Voorbereiding

We willen weer laten zien hoe je het spelletje boter-kaas-en-eieren met Aider zou kunnen maken. We gebruiken het voor velen vertrouwde programma Visual Studio Code onder Windows en installeren Aider via een opdrachtprompt binnen die ontwikkelomgeving. Binnen de editor kun je uiteraard alle gegenereerde bestanden bekijken en handmatig aanpassen. Voor de installatie van Aider heb je Python nodig. Zet tijdens de installatie van Python een vinkje bij Add python.exe to PATH, zodat je Python vanuit elke map kunt aanroepen.

Installeer ook Visual Studio Code als je dat nog niet eerder hebt gedaan. Visual Studio Code biedt een mogelijkheid om Copilot als assistent te gebruiken, maar dat slaan we hier over.

Installeer ook Git, zodat versiebeheer mogelijk is. Kies tijdens de installatie van Git voor het gebruik van Visual Studio Code als standaardeditor. Verder kun je alle standaardinstellingen accepteren. Als je Python, Visual Studio Code en Git hebt geïnstalleerd, kun je door met de installatie van Aider.

Installeer Python onder Windows voordat je met Aider aan de slag gaat.

Installatie Aider

We kunnen nu Aider installeren. Open daarvoor Visual Studio Code en kies in het menu de optie Terminal / New Terminal. Verander de terminal, via de optie rechtsboven in het venster, naar Git Bash. Installeer daarna Aider met de volgende twee opdrachten:

python -m pip install aider-install
aider-install

Sluit de terminalvenster via het kruisje rechtsboven. Open dan een nieuwe terminal en wissel weer naar Git Bash. Als je Aider niet kunt aanroepen met aider zul je het PATH moeten uitbreiden met de aangegeven opdracht, zoals in het voorbeeld hieronder:

export PATH="C:\\Users\\gertj\\.local\\bin:$PATH"

Zorg dat je in dit voorbeeld voor Claude 3.5 Sonnet een API-sleutel hebt en voldoende credits om mee te beginnen (zie het kader ‘API-sleutel maken voor Claude’). Exporteer deze API-sleutel zodat Aider deze direct kan gebruiken:

export ANTHROPIC_API_KEY=sk-ant…

Maak nu een nieuwe map voor je toepassing, blader naar die map en maak een Git-repository:

mkdir tictactoe
cd tictactoe
git init .

Je kunt nu beginnen met programmeren, met de ondersteuning van Aider!

We installeren Aider om het binnen Visual Studio Code te gebruiken.

API-sleutel maken voor Claude

Bij Aider werken we zoals aangegeven met Claude 3.5 Sonnet, een populaire optie onder programmeurs. Voor toegang is een API-sleutel nodig. Ga daarvoor naar de console van Anthropic. Vul je e-mailadres in. Via e-mail ontvang je een beveiligde link waarmee je kunt inloggen. Ga dan naar Settings / API keys en klik op Create Key. Vul een naam in, bijvoorbeeld Aider, en klik op Add. Noteer de API-sleutel, deze is later niet meer zichtbaar!

Je hebt ook wat credits nodig. Ga daarvoor naar Billing en voeg credits toe met een creditcard via de optie Add Funds. Begin met een klein bedrag, zoals 10 dollar. Heb je over? Je kunt het altijd nog opmaken door een chatbot als Jan met de API te verbinden.

Via de console van Anthropic kun je een API-sleutel maken.

Programma maken

We gaan ons eerste programma maken. Zorg dat je een terminalvenster hebt geopend en bent gewisseld naar Git Bash. De assistent start je dan met de volgende opdracht:

aider --sonnet

Er wordt de eerste keer gevraagd om .aider* en .env toe te voegen aan .gitignore. Dat raden we aan! Hiermee voorkom je dat deze bestanden, vaak met wachtwoorden en dergelijke, per ongeluk in je Git-repository worden opgenomen en daardoor in potentie online komen, als je de repository via GitHub beschikbaar maakt.

Via de prompt kun je nu je opdrachten afvuren. We vragen zoals eerder om een volledig functionele en responsieve boter-kaas-en-eieren voor in een browser met de vereiste HTML-structuur, CSS-stijlen en JavaScript-logica in aparte bestanden.

Aider gaat direct aan de slag en laat heel overzichtelijk alle aanpassingen zien, met een beschrijving van de uiteindelijke functionaliteit. Het vraagt netjes of het de nieuwe bestanden mag maken (index.html, styles.css en script.js) en daarna of het deze mag openen in een browser. Het spel is in deze eerste versie volledig responsief met een duidelijke gebruikersinterface, houdt de speelstatus bij, detecteert wanneer iemand wint of als het een gelijkspel is, heeft een knop om het spel opnieuw te starten en is helemaal in het Nederlands. Een goed begin!

Aider heeft het programma voor ons uitgewerkt.

Aanpassingen maken

We vragen opnieuw in natuurlijke taal om wijzigingen te maken. De workflow is erg prettig. Aider geeft eerst aan welke bestanden waarschijnlijk moeten worden gewijzigd. Voor het geluid stelt het bijvoorbeeld wijzigingen in index.html en script.js voor. Dan vraagt Aider of het deze bestanden mag toevoegen aan de chat.

Als de radartjes zijn uitgedraaid, na interactie met Claude, geeft Aider heel nauwkeurig aan welke regels in welke bestanden moeten worden gewijzigd. Ook geeft Aider aan dat je een mp3-bestand genaamd move.mp3 in dezelfde map moet plaatsen.

We vragen Aider daarna ook om een slimme computertegenstander toe te voegen. Die is meteen heel slim en probeert direct te winnen als dat kan, blokkeert winnende zetten van de tegenstander, probeert het centrum te veroveren en kiest anders voor hoeken of willekeurige zetten.

Tot slot vragen we Aider om het programma te verfraaien met een moderner uiterlijk. Dat levert een flinke metamorfose op. Bekijk hier het resultaat.

Via een comfortabel proces maakt het alle gewenste aanpassingen.

Kosten voor werken met Aider

We hebben tijdens het werken met Aider continu de credits in de gaten gehouden. We controleerden dit via de console bij Anthropic, maar Aider zelf toont ook bij elke actie welke kosten het heeft gemaakt. Voor de meeste aanpassingen gaat het om zo’n 5 tot 11 dollarcent. In totaal heeft het programma ongeveer 0,23 dollar (circa 0,22 euro) gekost. Het hangt er voornamelijk vanaf hoeveel tokens er nodig zijn, wat weer samenhangt met de omvang van de bestanden die aan de chat worden toegevoegd.

Integratie met Git

De standaard integratie met Git biedt veel voordelen. Als Aider aanpassingen maakt aan een bepaald bestand zal het in Git een heldere beschrijving toevoegen aan de zogeheten commit. In Visual Studio Code kun je deze historische aanpassingen eenvoudig terugzien. Klik daarvoor op een bestand en open in de balk aan de linkerkant Timeline. Zorg dat de filterinstelling is ingesteld op Git History.

Nu zie je de commit-geschiedenis van het geselecteerde bestand. Door op een specifieke commit te klikken, kun je de aangebrachte wijzigingen bekijken. Binnen Aider zijn er ook nog wat trucjes. Zo kun je met /diff zien wat de laatste veranderingen zijn. Met /undo kun je die eenvoudig ongedaan maken.

We hebben de repository op GitHub gezet. Ook hier kun je alle veranderingen bekijken. Open daarvoor een bestand, zoals script.js, en ga dan rechtsboven naar History. Hier zie je de verschillende wijzigingen. Als je op een van de aanpassingen klikt, zie je netjes welke veranderingen in de code zijn gemaakt.

Je kunt handig zien welke historische wijzigingen zijn aangebracht in bestanden.

Git en GitHub

Aider gebruikt een git-repository. Sommige mensen verwarren dit met GitHub. Je kunt met Git prima alleen een lokale repository maken, op het systeem waarop je met Aider werkt. Optioneel kun je deze repository met GitHub verbinden, zodat je in feite een kopie in de cloud hebt. Dat is voor jezelf wel heel praktisch, omdat je veel makkelijker de wijzigingen kunt bijhouden en bestuderen. En je kunt ook met anderen samenwerken aan code.

Ook interessant om te lezen: GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand

We hebben de repository gedeeld met GitHub, zodat je alle veranderingen kunt inzien.

Windsurf Editor

 Complete ontwikkelomgeving

Zoek je een completere ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI, dan zijn Cursor AI en Windsurf Editor twee populaire opties. Cursor AI is een gevestigde speler, maar krijgt steeds meer concurrentie van het nieuwere Windsurf Editor. Beide ontwikkelteams blijven verbeteringen doorvoeren om niet voor elkaar onder te doen.

Beide programma’s zijn bovendien klonen van Visual Studio Code, de bekende editor van Microsoft die we ook voor Aider hebben gebruikt. Daarom lijken ze in veel opzichten op elkaar. Het kan handig zijn om verschillende thema’s te gebruiken als je ze naast elkaar gebruikt, zodat je ze uit elkaar kunt houden.

Windsurf Editor werkt met een ingebouwde assistent genaamd Cascade.

Cascade

We hebben ook in Windsurf geprobeerd om het spelletje boter-kaas-en-eieren uit dit artikel te maken. De assistent in Windsurf Editor heet Cascade; via het Cascade-deelvenster kun je hem direct aan het werk zetten. Een leuk detail is dat niet alleen code wordt gegenereerd, maar dat er ook veel aanvullende acties voor je worden uitgevoerd, zoals het aanmaken van een map voor je project en voor de geluiden, en het maken van een mp3-bestand.

Bij elke stap kun je zien welke bestanden worden aangepast en de voorgestelde wijzigingen controleren en bevestigen. Je hoeft niet, zoals bij Aider, zelf een API-sleutel te regelen voor toegang. Je gebruikt steeds het model van Cascade en de administratieve kant wordt via je account geregeld, op basis van credits (zie volgende paragraaf). Zo’n diepere integratie is heel praktisch. Toch heeft de workflow veel overeenkomsten met Aider.

Via een deelvenster kun je een conversatie met Cascade voeren.

Werken met credits

Windsurf werkt met credits voor verschillende taken. Zo worden User Prompt-credits voor elke interactie met de assistent gebruikt en Flow Action-credits voor alle acties die worden uitgevoerd. Als je de limiet bereikt voor het premiummodel, wordt overgeschakeld naar het basismodel. De proefperiode van 14 dagen geeft je ruim voldoende credits om het voorbeeldprogramma uit dit artikel te maken. Sterker nog, je hebt ongeveer vijftien keer meer credits dan nodig, dus je kunt ook grotere en complexere programma’s proberen te maken.

Buiten die proefperiode is, om het premiummodel te gebruiken, een upgrade naar de Pro-versie bijna onvermijdelijk (ca. 18 euro per maand). Je hebt dan wel elke maand een ruime hoeveelheid credits en kunt vrij voordelig credits bijkopen.

Windsurf Editor werkt met een systeem van credits.

Beste optie voor hobbyprogrammeur?

Over het algemeen werkt het programmeren met een chatbot zoals ChatGPT goed. Voor losse functies of snippets werkt het zelfs uitstekend. Maar het is lastig om het overzicht te behouden over de gegenereerde code en eventuele aanpassingen, zeker als het om wijzigingen in meerdere bestanden gaat.

Aider en Windsurf Editor hebben een fijnere workflow, omdat ze de lokale bestanden direct voor je wijzigen, eventueel meerdere tegelijkertijd. Wat kosten betreft is Aider waarschijnlijk interessanter voor de hobbyprogrammeur die af en toe een project oppakt. Je kunt ad-hoc wat credits bijkopen of eens een ander model proberen, lokaal of via bijvoorbeeld OpenRouter. Het opensource DeepSeek R1 bijvoorbeeld. Je kunt bovendien elke ontwikkelomgeving kiezen, terwijl Windsurf Editor volledig op Visual Studio leunt. De integratie met Git ook een praktisch voordeel van Aider.

▼ Volgende artikel
Zo deel je je keuken handig en logisch in
© Andy Dean Photography
Huis

Zo deel je je keuken handig en logisch in

Of je nu graag uitgebreid kookt of elke avond snel klaar wilt zijn: een slimme keukenindeling maakt het verschil. Alles moet logisch op zijn plek staan, zodat je moeiteloos overal bij kunt en na afloop ook weinig tijd kwijt bent aan opruimen.

Je keuken slim indelen? Wij hebben tips voor:
  • Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak
  • Werkblad en kookplaat
  • Koelkast
  • Neem de keuken-driehoek als uitgangspunt
  • Kies de optimale werkhoogte
  • Opbergruimte

Lees ook: Fornuis op maat: kies het aantal pitten dat bij je past

Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak

Heb je plannen voor een nieuwe keuken? Denk dan nu al na over welke slimme keuzes je kunt maken met de indeling. Plaats bijvoorbeeld de vaatwasser, de spoelbak en de afvalemmer dicht bij elkaar. Je hoeft dan nooit ver te lopen met vieze borden en je kunt ze makkelijk leegschrapen, eventueel afspoelen en direct inruimen. Staat de afvalbak in een kastje direct naast de vaatwasser? Let er dan op dat je het deurtje nog goed kunt openen als de deur van de vaatwasser omlaag staat. Dat werkt makkelijker bij het inruimen. Plaats verder de vaatwasser niet direct tegen een zijmuur. Tijdens het inruimen loop je dan sneller kans op spetters tegen de muur.

Werkblad en kookplaat

Het werkblad is meer dan alleen een plek om iets op te zetten. Je gebruikt het om te snijden, te mixen, spullen neer te leggen en borden op te scheppen. Zorg daarom dat je voldoende vrije werkruimte overhoudt – dus niet alles volbouwen met apparatuur. Plaats de spoelbak of kookplaat liever niet op een hoek. Je hebt aan beide kanten plek nodig, zodat je je handen vrij kunt houden en spetters opvangt. Reken aan weerszijden minimaal veertig centimeter. Dat oogt niet alleen rustiger, het werkt ook prettiger. Handig om te weten: bij je keukenspecialist wordt hiervoor vaak de term aflegruimte gebruikt. En nog even over de kookplaat: plaats die bij voorkeur niet pal naast de koelkast of een hoge kast; dat geeft weinig bewegingsvrijheid en maakt het lastig om met meerdere mensen tegelijk in de keuken te staan.

©Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy

Koelkast

Een koelkast gebruik je vaker dan je denkt – gemiddeld zo'n 35 keer per dag. Zet 'm daarom op een plek waar je er makkelijk bij kunt, ook als je vanuit de woonkamer even snel iets wilt pakken. Zet de koelkast liever niet helemaal achterin of op een plek waar je niet vanzelf langsloopt; dat is al snel onhandig in het dagelijks gebruik. Let ook op de temperatuur rondom de koelkast. Zet hem niet naast een oven, radiator of op een plek waar veel zonlicht komt. Kan het echt niet anders, zorg dan voor een isolerende tussenplaat en houd minstens drie centimeter ruimte vrij tussen warmtebron en koelkast.

Gebruik de keuken-driehoek

In de basis draait een keuken om drie functies: koken, spoelen en koelen. Je fornuis, gootsteen en koelkast vormen samen een denkbeeldige driehoek. Als de afstanden tussen deze drie goed gekozen zijn, werk je prettiger. Staan ze te ver van elkaar, dan loop je onnodig veel. Staan ze te dicht bij elkaar, dan dan wordt het al snel krap en onhandig. Een keukenspecialist kan helpen bij het vinden van een goede verhouding, maar je merkt het zelf vaak ook al als iets net niet lekker werkt.

Optimale werkhoogte

Ook de hoogte van je werkplekken telt mee. Een oven op armhoogte is een stuk prettiger dan op kniehoogte, zeker als je vaak bakt. Het voorkomt bukken. Heb je een kleine keuken? Kies dan voor een compacte oven of voor een fornuis met geïntegreerde oven. Datzelfde geldt voor de vaatwasser: als je die wat hoger plaatst, spaar je je rug en knieën. Voor de kookplaat geldt een andere regel: meet de afstand van je onderarm tot het werkblad. Is die ongeveer twaalf centimeter, dan zit je goed qua houding en belast je je schouders niet onnodig.

Apparatuur wat hoger plaatsen (als dat kan) heeft nog een voordeel. Wanneer je kleine kinderen hebt rondlopen, kunnen die er minder makkelijk bij. Wel zo veilig!

©lev dolgachov

Opbergruimte

Tot slot: denk na over hoe je spullen opbergt. Onderkastjes bieden veel ruimte, maar vragen vaak veel van je rug. Bovenkastjes kunnen juist weer te hoog zijn. Een buffetkast biedt uitkomst: wat je dagelijks gebruikt zet je op ooghoogte, wat minder vaak nodig is kan best wat lager of juist hoger.

Slim indelen = een fijnere keuken!

Een goede keuken draait niet alleen om de juiste apparatuur, maar vooral ook om slimme keuzes die het koken makkelijker maken. Denk na over looproutes, werkhoogtes en voldoende bewegingsruimte. Positioneer alles op logische plekken, zorg voor een werkblad met voldoende vrije ruimte en let op kleine details zoals de draairichting van kastdeurtjes. Daarmee wordt de keuken (nog meer) het hart van je huis!