ID.nl logo
GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand
© monsitj - stock.adobe.com
Huis

GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand

Als je aan een softwareproject wilt bijdragen, dien je vaak eerst een volledige ontwikkelomgeving op te zetten op je computer. GitHub Codespaces neemt je dat uit handen: je zet eenvoudig een ontwikkelomgeving in de cloud op, met toegang vanaf elke computer. Zo weet je zeker dat je overal dezelfde configuratie hebt en onmiddellijk aan de slag kunt.

Na het lezen van dit artikel weet jij hoe je zelf met GitHub Codespaces een ontwikkelomgeving op kunt zetten:

  • Codespace aanmaken en beheren voor een GitHub-repository
  • Codespace beheren via webinterface en GitHub CLI
  • Microsoft Visual Studio Code gebruiken
  • Devcontainers configureren voor aangepaste ontwikkelomgevingen

Ook interessant: Python: zo bouw je er webapplicaties mee

Als je meehelpt met de ontwikkeling van een of meer softwareprojecten, dan herken je zeker de uitdaging van altijd de juiste ontwikkeltools voorhanden te hebben. Het ene project werkt bijvoorbeeld met Python 3.12, terwijl het andere nog niet compatibel is met Python 3.12. En dan hebben we het nog niet over verschillen in versies van allerlei softwarebibliotheken. Bovendien vragen sommige projecten een nogal omslachtige of complexe installatie van de nodige ontwikkeltools.

Nu kun je als oplossing voor dit probleem deze hele ontwikkelomgeving per project waaraan je meewerkt met Docker in een container draaien. Die container draai je dan lokaal op je computer of in de cloud, waarmee je een consistente ontwikkelomgeving hebt. Je hoeft daardoor zelf niets meer te installeren of up-to-date te houden. Dit principe is uitgewerkt in een specificatie met instellingen voor zogenoemde ontwikkelcontainers, Development Containers, of kortweg devcontainers.

1 GitHub Codespaces

Voor projecten die hun broncode in een repository op GitHub publiceren, is het heel eenvoudig om een devcontainer in de cloud te gebruiken. GitHub biedt deze functionaliteit aan onder de naam GitHub Codespaces. Je start een devcontainer op de servers van GitHub en betaalt per uur dat je die draait en per gigabyte opslag die je gebruikt.

Standaard krijg je 15 GB opslag per maand gratis. Voor een dualcoresysteem geeft GitHub 60 uur gratis per maand weg, wat voor niet-professioneel gebruik zeker moet volstaan.

Verbinden met de codespace doe je of in je browser of in een code-editor, zoals Visual Studio Code. Je stopt een codespace eenvoudig wanneer je 'm niet meer nodig hebt en GitHub stopt ze ook automatisch na een half uur inactiviteit. Je data hierin blijven overigens behouden. Pas na dertig dagen inactiviteit verwijdert GitHub je codespace.

GitHub is vrijgevig met de gratis versie van Codespaces.

2 Codespace voor een repository

Als je een repository op GitHub in je browser bezoekt, zie je rechts boven de middelste kolom een groene knop Code. Klik je daarop, dan krijg je standaard in het eerste tabblad Local de url’s te zien om de code te ‘klonen’ met Git via https of ssh en de opdracht om hetzelfde te doen met het opdrachtregelprogramma GitHub CLI. Onderaan heb je ook een klassieke downloadlink naar een zip-bestand van de code. Zodra je de code op een van deze manieren op je computer hebt gedownload, sta je dus voor de taak om de ontwikkelomgeving hiervoor te installeren en te configureren.

Maar als je op het tweede tabblad onder Code klikt, met de naam Codespaces, kun je een nieuwe codespace voor de repository aanmaken. Je moet hiervoor wel een (gratis) GitHub-account hebben en ingelogd zijn. We laten in dit artikel zien hoe je een codespace aanmaakt en ermee werkt voor de repository Home Assistant Core. Open hier dus het tabblad Codespaces en klik op de groene knop Create codespace on dev. Die dev staat voor de standaard Git-branch van de repository.

Maak een codespace voor deze GitHub-repository.

3 Je eerste codespace

GitHub Codespaces maakt nu een codespace voor de repository op basis van de configuratie, doorgaans in de directory .devcontainer. Je krijgt nu een webgebaseerde versie van de code-editor Visual Studio Code in je browser te zien. Helemaal links staat een zijbalk met icoontjes voor de belangrijkste onderdelen van de code-editor, zoals de bestandsverkenner (die standaard open staat), de zoekfunctie en extensies.

Rechts vind je de editor, die standaard het README-bestand van de repository opent. Onderaan zie je de terminal, waarin in het begin een opdracht wordt uitgevoerd om de devcontainer te configureren en alle vereiste ontwikkeltools te installeren. Zodra dat is voltooid, toont de terminal een prompt met je GitHub-gebruikersnaam, de huidige directory en de Git-branch waarin je momenteel werkt, zoals dev. Met een klik op de drie horizontale lijnen linksboven kun je altijd het menu van Visual Studio Code openen.

GitHub Codespaces geeft je toegang tot Visual Studio Code in je browser.

4 Configuratie van de devcontainer

Als je wilt weten wat de devcontainer op de achtergrond precies opstart, open dan de configuratie. Die staat of in het bestand devcontainer.json in de directory .devcontainer, of in het bestand .devcontainer.json in de bovenste directory van het project. Dit is een JSON-bestand volgens de eerder in dit artikel genoemde specificatie.

In de configuratie vind je onder meer een verwijzing naar het Docker-bestand voor de container, en de opdrachten (vaak shellscripts) die worden uitgevoerd na het maken en starten van de container. Er staat ook in welke poorten de applicatie gebruikt.

Verder vind je in het configuratiebestand een lijst van extensies voor Visual Studio Code die automatisch worden geïnstalleerd bij het aanmaken van de codespace, evenals aangepaste instellingen voor de code-editor.

De configuratie van de devcontainer bepaalt hoe Codespaces je ontwikkelomgeving instelt.

5 Werken in een codespace

Hoe werk je nu in zo’n codespace? De meeste projecten zijn zodanig geconfigureerd dat je in de zijbalk op het icoontje van het driehoekje met de kever (Run and Debug) kunt klikken en vervolgens bovenaan op het driehoekje (Run). Het programma start dan, met de wijzigingen die je eventueel in de code hebt aangebracht. In de terminal rechtsonder verschijnt de uitvoer van het programma, met eventuele foutmeldingen. Bovenaan in het midden staat een kleine balk met icoontjes om onder meer het programma te herstarten of te stoppen.

Als het gaat om een programma dat netwerkpoorten opent, krijg je deze te zien als je onderaan in plaats van het tabblad Terminal het tabblad Ports kiest. GitHub Codespaces stuurt deze poorten automatisch door naar een domein waarop je ze kunt bezoeken. Ctrl-klik in de lijst met poorten op een url bij de betreffende poort om ze te bezoeken. Mogelijk moet je de applicatie nog wel configureren om met een reverse proxy te werken.

Ontwikkel software met Visual Studio Code in je browser.

Je verbruik volgen Hoewel GitHub Codespaces automatisch een codespace stopt na een half uur inactiviteit, houd je toch het best in de gaten hoeveel uren per maand je al hebt verbruikt om het aantal gratis uren niet te overschrijden. Dat is helaas niet vanuit de codespace zelf zichtbaar. Klik als je bent ingelogd op GitHub in een willekeurige pagina op je profielfoto rechts bovenaan en dan op Settings. Klik vervolgens in de linkerzijbalk op Billing and plans / Plans and usage. Scrol door naar Codespaces. Daar krijg je te zien hoeveel core-uren van de processor en hoeveel opslag je hebt verbruikt in de afgelopen dertig dagen.

Houd je verbruik van Codespaces in de gaten in de profielinstellingen van GitHub.

6 Visual Studio Code

Voor wie liever niet in een browser werkt, biedt GitHub Codespaces nog andere mogelijkheden. Gebruik je bijvoorbeeld Microsofts code-editor Visual Studio Code op je computer, installeer daarin dan de extensie GitHub Codespaces. Dat doe je door in Visual Studio Code in de linkerzijbalk op het icoontje van de blokjes (Extensions) te klikken, dan te zoeken naar de extensie GitHub Codespaces en daarbij op Install te klikken.

Klik na de installatie in de zijbalk op het icoontje van het beeldscherm (Remote Explorer), klik bovenaan op het uitklapmenu en kies GitHub Codespaces. Klik daarna op de knop Sign in to GitHub en bevestig in de webpagina die in je browser wordt geopend dat je Visual Studio Code toegang tot je GitHub-account wilt geven. Je krijgt nu in de Remote Explorer al je codespaces te zien. Blijf er even met je muiscursor over hangen en klik dan op het icoontje van de stekker dat verschijnt om met de codespace te verbinden. Dit start de codespace ook op indien deze al is gestopt.

Verbind met GitHub Codespaces van in Visual Studio Code.

7 Codespaces in Visual Studio Code

Hoewel het in Visual Studio Code lijkt alsof je lokaal werkt, moet je je er goed van bewust zijn dat alle code die je ziet wanneer je met een codespace bent verbonden zich op GitHub Codespaces bevindt. Ook het uitvoeren van de code gebeurt in de cloud en niet op je eigen computer. Bovendien worden alle opdrachten die je in de terminal van Visual Studio Code intypt in de codespace uitgevoerd en niet op je eigen computer.

Om de verbinding met je codespace te verbreken, klik je links weer op het icoontje Remote Explorer en dan op het icoontje van de twee stekkers. Vanaf dat moment werk je weer op je lokale bestandssysteem met Visual Studio Code. Je kunt overigens in Remote Explorer wanneer je met je muiscursor over je codespace blijft hangen de codespace stoppen met een klik op het stopicoontje. Verwijderen kan ook: klik er met rechts op en kies dan Delete Codespace.

Stop je codespace vanuit Visual Studio Code.

Interessant om ook te lezen: Kasm: experimenteren en veilig werken in een geïsoleerde omgeving

8 Op de opdrachtregel

GitHub heeft ook een opdrachtregelprogramma waarmee je in de terminal met je codespaces kunt werken. Volg de installatie-instructies van GitHub CLI en open een nieuw terminalvenster. Log in op je GitHub-account met de opdracht:

gh auth login

Volg de instructies en bevestig in je browser dat je GitHub CLI toegang wilt geven tot je GitHub-account.

Je kunt een lijst opvragen van je huidige codespaces met de opdracht:

gh codespace list

Dit toont voor al je codespaces de naam, de repository, de branch en de toestand (actief of gestopt). Je kunt ook met ssh (Secure SHell) op een codespace inloggen. Voer daarvoor deze opdracht uit en selecteer de gewenste codespace uit de lijst:

gh codespace ssh

Indien de codespace niet actief is, wordt deze eerst gestart. Dit werkt alleen als de codespace een ssh-server draait. Je kunt ook een codespace stoppen met deze opdracht (waarbij je achter de optie -c de naam van de codespace opneemt):

gh codespace stop -c redesigned-space-system-w95xvgv9gcwpr
Beheer je codespaces in de terminal met GitHub CLI.

9 Standaard devcontainer

Ook voor repository’s die geen configuratie voor een devcontainer hebben, kun je een codespace starten. We illustreren dit met de repository Bluetooth Numbers Database van Nordic Semiconductor. Maak op dezelfde manier als in stap 2 een codespace met een klik op Create codespace on master. De standaardbranch is hier namelijk master.

Omdat de repository geen devcontainer heeft geconfigureerd, start GitHub Codespaces een virtuele machine op met een standaardimage van het besturingssysteem. Daarin zijn de nodige ontwikkeltools voor Python, Node.js, JavaScript, TypeScript, C++, Java, C#, F#, .NET Core, PHP, Go, Ruby en Conda geïnstalleerd. Voor de meeste repository’s kun je dus direct aan de slag om eraan te werken in de cloud.

De standaard devcontainer is uitgerust met ontwikkeltools voor talloze programmeertalen.

10 Je eigen devcontainer definiëren

Voor je eigen projecten kun je ook zelf een devcontainer definiëren, waarmee je dan een codespace aanmaakt. De eenvoudigste manier daarvoor is dat je je repository in Visual Studio Code opent, lokaal of terwijl je in een codespace werkt. Doe je dat lokaal, dan moet je eerst de extensie Dev Containers in Visual Studio Code installeren.

Open het opdrachtpalet met Ctrl+Shift+P (of F1 in de browser) en zoek op dev container. Als je lokaal werkt, klik je op Dev Containers: Add Dev Container Configuration Files. Als je in een codespace werkt, klik je op Codespaces: Add Dev Container Configuration Files. Klik op Create a new configuration, waarna je een lijst met enkele voorgedefinieerde devcontainers krijgt. Klik op Show All Definitions om ze allemaal te bekijken. Nu kun je beginnen met typen om te filteren op de gewenste container. Voor een Python-project typ je bijvoorbeeld python, waarna je een van de Python-containers uit de lijst kiest of op het icoontje met de i klikt voor documentatie over de betreffende container.

Kies de gewenste devcontainer in Visual Studio Code.

11 Devcontainer aanmaken

We kiezen hier voor de devcontainer Python 3 devcontainers van het devcontainers-project. Als je erop klikt, kun je nog de versie kiezen. De standaardversie 3.12-bullseye draait Debian 11 (codenaam bullseye) met Python 3.12. Nadat je een keuze hebt gemaakt, kun je nog extra pakketten aanvinken om te installeren. Klik op OK, waarna Visual Studio Code een bestand devcontainer.json in de map .devcontainer aanmaakt.

Als je de repository lokaal in Visual Studio Code hebt geopend, krijg je de vraag om het project opnieuw te openen om het te ontwikkelen in een container. Daarvoor heb je Docker op je computer nodig. Heb je de repository in een codespace geopend, dan zal Visual Studio Code vragen om je container opnieuw te bouwen met de nieuwe configuratie. Klik dan op Rebuild now. Daarna draait je codespace niet meer het standaardimage, maar jouw gekozen image.

Bouw je devcontainer opnieuw met de nieuwe configuratie voor de devcontainer.

12 Aangepaste configuratie

Je kunt het configuratiebestand devcontainer.json nog uitgebreid aanpassen. Voor de documentatie van de mogelijkheden bezoek je het best de specificatie van Development Containers. Met forwardPorts kun je poorten waarop je programma luistert, forwarden naar lokale poorten op je computer. En met postCreateCommand definieer je welke opdrachten er na het aanmaken van de devcontainer moeten worden uitgevoerd. Hierin handel je bijvoorbeeld de installatie van Python-pakketten af die je project nodig heeft.

In customizations kun je instellingen voor een code-editor aanpassen. Voor Visual Studio Code stel je hier bijvoorbeeld in welke extensies je in de codespace wilt installeren. Maar ook instellingen voor de editor zelf zijn hier mogelijk, zoals welke formatter er voor code gebruikt wordt en of die automatisch wordt opgeroepen wanneer je bestanden opslaat.

De specificatie van devcontainers laat toe om een codespace uitgebreid in te stellen.

Codespaces beheren Op de webpagina Your codespaces van GitHub krijg je een overzicht van alle codespaces die je hebt aangemaakt. Je ziet er welke codespaces bij welke repository horen, of ze nog actief zijn en of er nog wijzigingen in de code staan die je nog niet hebt ‘gecommit’ met Git. Met een klik op de drie puntjes naast een codespace open je een menu. Hiermee kun je het type machine aanpassen als je meer processorkracht nodig hebt, de codespace stoppen of je nog niet gecommitte (niet-vastgelegde) wijzigingen naar een fork van de repository exporteren. Je kunt hier ook eenvoudig de codespace openen in je browser of in Visual Studio Code. Overigens kun je je codespaces ook op de opdrachtregel beheren met GitHub CLI, zoals in stap 8 staat.

Beheer je codespaces van in je browser.
Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen