ID.nl logo
GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand
© monsitj - stock.adobe.com
Huis

GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand

Als je aan een softwareproject wilt bijdragen, dien je vaak eerst een volledige ontwikkelomgeving op te zetten op je computer. GitHub Codespaces neemt je dat uit handen: je zet eenvoudig een ontwikkelomgeving in de cloud op, met toegang vanaf elke computer. Zo weet je zeker dat je overal dezelfde configuratie hebt en onmiddellijk aan de slag kunt.

Na het lezen van dit artikel weet jij hoe je zelf met GitHub Codespaces een ontwikkelomgeving op kunt zetten:

  • Codespace aanmaken en beheren voor een GitHub-repository
  • Codespace beheren via webinterface en GitHub CLI
  • Microsoft Visual Studio Code gebruiken
  • Devcontainers configureren voor aangepaste ontwikkelomgevingen

Ook interessant: Python: zo bouw je er webapplicaties mee

Als je meehelpt met de ontwikkeling van een of meer softwareprojecten, dan herken je zeker de uitdaging van altijd de juiste ontwikkeltools voorhanden te hebben. Het ene project werkt bijvoorbeeld met Python 3.12, terwijl het andere nog niet compatibel is met Python 3.12. En dan hebben we het nog niet over verschillen in versies van allerlei softwarebibliotheken. Bovendien vragen sommige projecten een nogal omslachtige of complexe installatie van de nodige ontwikkeltools.

Nu kun je als oplossing voor dit probleem deze hele ontwikkelomgeving per project waaraan je meewerkt met Docker in een container draaien. Die container draai je dan lokaal op je computer of in de cloud, waarmee je een consistente ontwikkelomgeving hebt. Je hoeft daardoor zelf niets meer te installeren of up-to-date te houden. Dit principe is uitgewerkt in een specificatie met instellingen voor zogenoemde ontwikkelcontainers, Development Containers, of kortweg devcontainers.

1 GitHub Codespaces

Voor projecten die hun broncode in een repository op GitHub publiceren, is het heel eenvoudig om een devcontainer in de cloud te gebruiken. GitHub biedt deze functionaliteit aan onder de naam GitHub Codespaces. Je start een devcontainer op de servers van GitHub en betaalt per uur dat je die draait en per gigabyte opslag die je gebruikt.

Standaard krijg je 15 GB opslag per maand gratis. Voor een dualcoresysteem geeft GitHub 60 uur gratis per maand weg, wat voor niet-professioneel gebruik zeker moet volstaan.

Verbinden met de codespace doe je of in je browser of in een code-editor, zoals Visual Studio Code. Je stopt een codespace eenvoudig wanneer je 'm niet meer nodig hebt en GitHub stopt ze ook automatisch na een half uur inactiviteit. Je data hierin blijven overigens behouden. Pas na dertig dagen inactiviteit verwijdert GitHub je codespace.

GitHub is vrijgevig met de gratis versie van Codespaces.

2 Codespace voor een repository

Als je een repository op GitHub in je browser bezoekt, zie je rechts boven de middelste kolom een groene knop Code. Klik je daarop, dan krijg je standaard in het eerste tabblad Local de url’s te zien om de code te ‘klonen’ met Git via https of ssh en de opdracht om hetzelfde te doen met het opdrachtregelprogramma GitHub CLI. Onderaan heb je ook een klassieke downloadlink naar een zip-bestand van de code. Zodra je de code op een van deze manieren op je computer hebt gedownload, sta je dus voor de taak om de ontwikkelomgeving hiervoor te installeren en te configureren.

Maar als je op het tweede tabblad onder Code klikt, met de naam Codespaces, kun je een nieuwe codespace voor de repository aanmaken. Je moet hiervoor wel een (gratis) GitHub-account hebben en ingelogd zijn. We laten in dit artikel zien hoe je een codespace aanmaakt en ermee werkt voor de repository Home Assistant Core. Open hier dus het tabblad Codespaces en klik op de groene knop Create codespace on dev. Die dev staat voor de standaard Git-branch van de repository.

Maak een codespace voor deze GitHub-repository.

3 Je eerste codespace

GitHub Codespaces maakt nu een codespace voor de repository op basis van de configuratie, doorgaans in de directory .devcontainer. Je krijgt nu een webgebaseerde versie van de code-editor Visual Studio Code in je browser te zien. Helemaal links staat een zijbalk met icoontjes voor de belangrijkste onderdelen van de code-editor, zoals de bestandsverkenner (die standaard open staat), de zoekfunctie en extensies.

Rechts vind je de editor, die standaard het README-bestand van de repository opent. Onderaan zie je de terminal, waarin in het begin een opdracht wordt uitgevoerd om de devcontainer te configureren en alle vereiste ontwikkeltools te installeren. Zodra dat is voltooid, toont de terminal een prompt met je GitHub-gebruikersnaam, de huidige directory en de Git-branch waarin je momenteel werkt, zoals dev. Met een klik op de drie horizontale lijnen linksboven kun je altijd het menu van Visual Studio Code openen.

GitHub Codespaces geeft je toegang tot Visual Studio Code in je browser.

4 Configuratie van de devcontainer

Als je wilt weten wat de devcontainer op de achtergrond precies opstart, open dan de configuratie. Die staat of in het bestand devcontainer.json in de directory .devcontainer, of in het bestand .devcontainer.json in de bovenste directory van het project. Dit is een JSON-bestand volgens de eerder in dit artikel genoemde specificatie.

In de configuratie vind je onder meer een verwijzing naar het Docker-bestand voor de container, en de opdrachten (vaak shellscripts) die worden uitgevoerd na het maken en starten van de container. Er staat ook in welke poorten de applicatie gebruikt.

Verder vind je in het configuratiebestand een lijst van extensies voor Visual Studio Code die automatisch worden geïnstalleerd bij het aanmaken van de codespace, evenals aangepaste instellingen voor de code-editor.

De configuratie van de devcontainer bepaalt hoe Codespaces je ontwikkelomgeving instelt.

5 Werken in een codespace

Hoe werk je nu in zo’n codespace? De meeste projecten zijn zodanig geconfigureerd dat je in de zijbalk op het icoontje van het driehoekje met de kever (Run and Debug) kunt klikken en vervolgens bovenaan op het driehoekje (Run). Het programma start dan, met de wijzigingen die je eventueel in de code hebt aangebracht. In de terminal rechtsonder verschijnt de uitvoer van het programma, met eventuele foutmeldingen. Bovenaan in het midden staat een kleine balk met icoontjes om onder meer het programma te herstarten of te stoppen.

Als het gaat om een programma dat netwerkpoorten opent, krijg je deze te zien als je onderaan in plaats van het tabblad Terminal het tabblad Ports kiest. GitHub Codespaces stuurt deze poorten automatisch door naar een domein waarop je ze kunt bezoeken. Ctrl-klik in de lijst met poorten op een url bij de betreffende poort om ze te bezoeken. Mogelijk moet je de applicatie nog wel configureren om met een reverse proxy te werken.

Ontwikkel software met Visual Studio Code in je browser.

Je verbruik volgen Hoewel GitHub Codespaces automatisch een codespace stopt na een half uur inactiviteit, houd je toch het best in de gaten hoeveel uren per maand je al hebt verbruikt om het aantal gratis uren niet te overschrijden. Dat is helaas niet vanuit de codespace zelf zichtbaar. Klik als je bent ingelogd op GitHub in een willekeurige pagina op je profielfoto rechts bovenaan en dan op Settings. Klik vervolgens in de linkerzijbalk op Billing and plans / Plans and usage. Scrol door naar Codespaces. Daar krijg je te zien hoeveel core-uren van de processor en hoeveel opslag je hebt verbruikt in de afgelopen dertig dagen.

Houd je verbruik van Codespaces in de gaten in de profielinstellingen van GitHub.

6 Visual Studio Code

Voor wie liever niet in een browser werkt, biedt GitHub Codespaces nog andere mogelijkheden. Gebruik je bijvoorbeeld Microsofts code-editor Visual Studio Code op je computer, installeer daarin dan de extensie GitHub Codespaces. Dat doe je door in Visual Studio Code in de linkerzijbalk op het icoontje van de blokjes (Extensions) te klikken, dan te zoeken naar de extensie GitHub Codespaces en daarbij op Install te klikken.

Klik na de installatie in de zijbalk op het icoontje van het beeldscherm (Remote Explorer), klik bovenaan op het uitklapmenu en kies GitHub Codespaces. Klik daarna op de knop Sign in to GitHub en bevestig in de webpagina die in je browser wordt geopend dat je Visual Studio Code toegang tot je GitHub-account wilt geven. Je krijgt nu in de Remote Explorer al je codespaces te zien. Blijf er even met je muiscursor over hangen en klik dan op het icoontje van de stekker dat verschijnt om met de codespace te verbinden. Dit start de codespace ook op indien deze al is gestopt.

Verbind met GitHub Codespaces van in Visual Studio Code.

7 Codespaces in Visual Studio Code

Hoewel het in Visual Studio Code lijkt alsof je lokaal werkt, moet je je er goed van bewust zijn dat alle code die je ziet wanneer je met een codespace bent verbonden zich op GitHub Codespaces bevindt. Ook het uitvoeren van de code gebeurt in de cloud en niet op je eigen computer. Bovendien worden alle opdrachten die je in de terminal van Visual Studio Code intypt in de codespace uitgevoerd en niet op je eigen computer.

Om de verbinding met je codespace te verbreken, klik je links weer op het icoontje Remote Explorer en dan op het icoontje van de twee stekkers. Vanaf dat moment werk je weer op je lokale bestandssysteem met Visual Studio Code. Je kunt overigens in Remote Explorer wanneer je met je muiscursor over je codespace blijft hangen de codespace stoppen met een klik op het stopicoontje. Verwijderen kan ook: klik er met rechts op en kies dan Delete Codespace.

Stop je codespace vanuit Visual Studio Code.

Interessant om ook te lezen: Kasm: experimenteren en veilig werken in een geïsoleerde omgeving

8 Op de opdrachtregel

GitHub heeft ook een opdrachtregelprogramma waarmee je in de terminal met je codespaces kunt werken. Volg de installatie-instructies van GitHub CLI en open een nieuw terminalvenster. Log in op je GitHub-account met de opdracht:

gh auth login

Volg de instructies en bevestig in je browser dat je GitHub CLI toegang wilt geven tot je GitHub-account.

Je kunt een lijst opvragen van je huidige codespaces met de opdracht:

gh codespace list

Dit toont voor al je codespaces de naam, de repository, de branch en de toestand (actief of gestopt). Je kunt ook met ssh (Secure SHell) op een codespace inloggen. Voer daarvoor deze opdracht uit en selecteer de gewenste codespace uit de lijst:

gh codespace ssh

Indien de codespace niet actief is, wordt deze eerst gestart. Dit werkt alleen als de codespace een ssh-server draait. Je kunt ook een codespace stoppen met deze opdracht (waarbij je achter de optie -c de naam van de codespace opneemt):

gh codespace stop -c redesigned-space-system-w95xvgv9gcwpr

Beheer je codespaces in de terminal met GitHub CLI.

9 Standaard devcontainer

Ook voor repository’s die geen configuratie voor een devcontainer hebben, kun je een codespace starten. We illustreren dit met de repository Bluetooth Numbers Database van Nordic Semiconductor. Maak op dezelfde manier als in stap 2 een codespace met een klik op Create codespace on master. De standaardbranch is hier namelijk master.

Omdat de repository geen devcontainer heeft geconfigureerd, start GitHub Codespaces een virtuele machine op met een standaardimage van het besturingssysteem. Daarin zijn de nodige ontwikkeltools voor Python, Node.js, JavaScript, TypeScript, C++, Java, C#, F#, .NET Core, PHP, Go, Ruby en Conda geïnstalleerd. Voor de meeste repository’s kun je dus direct aan de slag om eraan te werken in de cloud.

De standaard devcontainer is uitgerust met ontwikkeltools voor talloze programmeertalen.

10 Je eigen devcontainer definiëren

Voor je eigen projecten kun je ook zelf een devcontainer definiëren, waarmee je dan een codespace aanmaakt. De eenvoudigste manier daarvoor is dat je je repository in Visual Studio Code opent, lokaal of terwijl je in een codespace werkt. Doe je dat lokaal, dan moet je eerst de extensie Dev Containers in Visual Studio Code installeren.

Open het opdrachtpalet met Ctrl+Shift+P (of F1 in de browser) en zoek op dev container. Als je lokaal werkt, klik je op Dev Containers: Add Dev Container Configuration Files. Als je in een codespace werkt, klik je op Codespaces: Add Dev Container Configuration Files. Klik op Create a new configuration, waarna je een lijst met enkele voorgedefinieerde devcontainers krijgt. Klik op Show All Definitions om ze allemaal te bekijken. Nu kun je beginnen met typen om te filteren op de gewenste container. Voor een Python-project typ je bijvoorbeeld python, waarna je een van de Python-containers uit de lijst kiest of op het icoontje met de i klikt voor documentatie over de betreffende container.

Kies de gewenste devcontainer in Visual Studio Code.

11 Devcontainer aanmaken

We kiezen hier voor de devcontainer Python 3 devcontainers van het devcontainers-project. Als je erop klikt, kun je nog de versie kiezen. De standaardversie 3.12-bullseye draait Debian 11 (codenaam bullseye) met Python 3.12. Nadat je een keuze hebt gemaakt, kun je nog extra pakketten aanvinken om te installeren. Klik op OK, waarna Visual Studio Code een bestand devcontainer.json in de map .devcontainer aanmaakt.

Als je de repository lokaal in Visual Studio Code hebt geopend, krijg je de vraag om het project opnieuw te openen om het te ontwikkelen in een container. Daarvoor heb je Docker op je computer nodig. Heb je de repository in een codespace geopend, dan zal Visual Studio Code vragen om je container opnieuw te bouwen met de nieuwe configuratie. Klik dan op Rebuild now. Daarna draait je codespace niet meer het standaardimage, maar jouw gekozen image.

Bouw je devcontainer opnieuw met de nieuwe configuratie voor de devcontainer.

12 Aangepaste configuratie

Je kunt het configuratiebestand devcontainer.json nog uitgebreid aanpassen. Voor de documentatie van de mogelijkheden bezoek je het best de specificatie van Development Containers. Met forwardPorts kun je poorten waarop je programma luistert, forwarden naar lokale poorten op je computer. En met postCreateCommand definieer je welke opdrachten er na het aanmaken van de devcontainer moeten worden uitgevoerd. Hierin handel je bijvoorbeeld de installatie van Python-pakketten af die je project nodig heeft.

In customizations kun je instellingen voor een code-editor aanpassen. Voor Visual Studio Code stel je hier bijvoorbeeld in welke extensies je in de codespace wilt installeren. Maar ook instellingen voor de editor zelf zijn hier mogelijk, zoals welke formatter er voor code gebruikt wordt en of die automatisch wordt opgeroepen wanneer je bestanden opslaat.

De specificatie van devcontainers laat toe om een codespace uitgebreid in te stellen.

Codespaces beheren Op de webpagina Your codespaces van GitHub krijg je een overzicht van alle codespaces die je hebt aangemaakt. Je ziet er welke codespaces bij welke repository horen, of ze nog actief zijn en of er nog wijzigingen in de code staan die je nog niet hebt ‘gecommit’ met Git. Met een klik op de drie puntjes naast een codespace open je een menu. Hiermee kun je het type machine aanpassen als je meer processorkracht nodig hebt, de codespace stoppen of je nog niet gecommitte (niet-vastgelegde) wijzigingen naar een fork van de repository exporteren. Je kunt hier ook eenvoudig de codespace openen in je browser of in Visual Studio Code. Overigens kun je je codespaces ook op de opdrachtregel beheren met GitHub CLI, zoals in stap 8 staat.

Beheer je codespaces van in je browser.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 compacte elektrische barbecues voor in de tuin
© Milan Gucic milangucic@gmail.com
Huis

Waar voor je geld: 5 compacte elektrische barbecues voor in de tuin

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Als de zon weer een aantal dagen schijnt, is het moment aangebroken om de barbecue tevoorschijn te halen. Ben je op zoek naar een nieuwe? Wellicht is een elektrische dan iets voor je? Geen last meer van rook, gecontroleerder bakken en beter voor het milieu!

Een elektrische barbecue biedt best wat voordelen ten opzichte van een gewone barbecue. Je hebt bijvoorbeeld geen gedoe met houtskool, een lange opwarmtijd of problemen met wind(richtingen). Je plugt ‘m gewoon in en hij is snel warm, ideaal ook voor spontaan barbecueën. Een ander voordeel is dat de temperatuur nauwkeuriger te regelen is, zodat je eten beter kan worden klaargemaakt en je niet snel bang hoeft te zijn dat de boel verbrandt.

Weber Q 1400

De Weber Q 1400 is een elektrische tafelbarbecue met een robuuste uitstraling en een gietijzeren rooster. Hij warmt snel op en houdt de warmte goed vast, waardoor je eten gelijkmatig gaart en lekker sappig blijft. Met een grilloppervlak van 43 bij 32 cm is er ruimte genoeg om voor 4 tot 6 personen tegelijk te grillen. Schoonmaken gaat makkelijk dankzij de handige vetopvangbak. Het snoer van 1,8 meter geeft wat speelruimte voor gebruik in de tuin of op het balkon. Deze Weber Q 1400 heeft een traploos instelbare temperatuurregeling en de maximale temperatuur ligt rond de 260–290°C.

WMF Lono Master Grill

De WMF Lono Master Grill is een elektrische tafelgrill met twee aparte grillplaten, elk met hun eigen temperatuurregeling. Handig wanneer je bijvoorbeeld vlees en groenten tegelijk wilt klaarmaken, zonder dat de smaken door elkaar lopen. Het grilloppervlak is 50 bij 28 cm, ruim genoeg voor een gezellig etentje met een klein gezelschap. De platen hebben een antiaanbaklaag, waardoor schoonmaken een fluitje van een cent is. De grill ziet er modern uit, met een roestvrijstalen afwerking die stevig en duurzaam aanvoelt. De WMF Lono Master Grill beschikt over vijf temperatuurstanden, waarmee je de warmte per grillplaat kunt instellen.

Outdoorchef CITY Electro 420

De Outdoorchef CITY Electro 420 is een ronde, elektrische barbecue met een stevige driepoot. Hij heeft een grillrooster van bijna 40 cm doorsnee, waardoor je prima kunt koken voor 2 tot 4 personen. De temperatuur kun je instellen in zeven standen, wat fijn is als je nauwkeuriger wilt grillen. Het apparaat heeft een vetopvangschaal die het schoonmaken makkelijker maakt. Hij is niet al te groot en neemt dus weinig plek in, wat ideaal is als je een kleiner terras of balkon hebt. Bovendien voelt de barbecue degelijk aan en kan hij tegen een stootje. De Outdoorchef CITY Electro 420 heeft zeven temperatuurstanden, met een maximale temperatuur tot 300°C.

Gardalux elektrische barbecue 

Deze elektrische barbecue van Gardalux is een eenvoudig model met een grilloppervlak van 37 bij 21 cm. Hij is vooral geschikt voor wie af en toe wil grillen en geen groot apparaat nodig heeft. Met 2000 watt vermogen is hij snel op temperatuur en de vetopvangbak maakt het schoonmaken wat makkelijker. Het is geen uitgesproken luxe model, maar voor deze prijs is het een prima instapmodel voor eenvoudige barbecue-avondjes.

Cadac E-BRAAI

De Cadac E-BRAAI is een moderne, elektrische barbecue met een keramisch gecoat rooster van 38 cm doorsnee. Hij is uitgerust met een digitaal display en kan automatisch de temperatuur regelen tussen 70 en 270 graden. Dat is handig voor wie precies wil weten hoe warm de barbecue is en niet graag gokt. Hij is in ongeveer 4 minuten op temperatuur, zodat je snel kunt beginnen met grillen. Ook het schoonmaken gaat makkelijk door de keramische laag. De Cadac E-BRAAI heeft een digitale temperatuurregeling waarmee je de temperatuur kunt instellen tussen 70°C en 270°C.

▼ Volgende artikel
De juiste geheugenkaart kiezen: zo schiet je nooit meer mis
© DragonImages
Huis

De juiste geheugenkaart kiezen: zo schiet je nooit meer mis

Je staat klaar om een foto te maken. Alles klopt: het licht, het moment, je onderwerp. En dan... kaart vol. Of erger: je camera herkent 'm niet eens. Het kiezen van de juiste geheugenkaart is dus heel belangrijk. Maar met al die formaten en capaciteiten kan dat nog best ingewikkeld zijn. In dit artikel lees je hoe je de juiste kaart kiest – eentje die past bij je camera én bij hoe jij fotografeert.

Om de juiste kaart voor jouw camera te vinden, zijn er een aantal zaken waar je op moet letten. In dit artikel kijken we naar: 📸 Kaartformaat 📸 Snelheid 📸 Merk 📸 Capaciteit 📸 Formatteren 📸 Veelvoorkomende fouten 📸 Onderhoud

Lees ook: 20 tips om de mooiste foto's te maken met je compactcamera

Welk type past bij jouw camera?

Niet elke kaart past bij elke camera. Het formaat moet kloppen, de snelheid moet aansluiten op wat je ermee doet, en het merk kan het verschil maken tussen probleemloos werken en verlies van data. En dan is er natuurlijk ook nog de capaciteit. Hieronder lees je daar meer over.

Kaartformaat

De ene geheugenkaart is de andere niet. Wat je precies nodig hebt, hangt af van je camera. De meest voorkomende kaartformaten zijn SD (Secure Digital), CompactFlash (CF), XQD en de nieuwere CFexpress-kaarten.

Voor compactcamera's en instapmodel systeemcamera's is SD het meest gebruikte formaat, waarbij je onderscheid maakt tussen SDHC (tot 32GB) en SDXC (boven 32GB). Welke je nodig hebt, check je eenvoudig in je handleiding of via Menu > Instellingen > Geheugenkaart.

Voor professionele systeemcamera's en spiegelreflexen heb je vaak snellere kaarten zoals UHS-II SD-kaarten, XQD of CFexpress nodig, zeker als je 4K-video opneemt of in burst-modus fotografeert.

Snelheid

De snelheidsklasse van een kaart is minstens zo belangrijk als het formaat. Op SD-kaarten vind je aanduiding zoals Class 10, UHS-I of UHS-II, en een getal met een 'U' (bijvoorbeeld U3) of een 'V' (bijvoorbeeld V60). Hoe hoger het getal, hoe sneller de kaart. Voor 4K-video heb je minimaal V30 nodig, terwijl voor 8K-video V60 of V90 wordt aangeraden. Voor het controleren van de compatibiliteit kun je op je camera naar Bestandsinfo gaan en op de INFO-knop drukken terwijl je een foto bekijkt. Hier zie je welke schrijfsnelheid jouw camera gebruikt.

Supersnelle USH-II-kaart nodig?

Dan supersnel even naar

Merk

Merken maken ook verschil. SanDisk, Lexar, Kingston, Sony en Transcend staan goed bekend. Minder bekende kaartjes zijn goedkoper, maar je loopt meer risico op fouten. En een gemiste foto kun je niet terughalen.

Hoeveel opslag heb je nodig?

Dat hangt af van je camera en je manier van fotograferen. Een RAW-bestand van 24 megapixel neemt gemiddeld 30MB in beslag. Een JPEG van dezelfde camera rond de 8MB. En video? Reken voor 4K op zo'n 350MB per minuut. Even rekenen dus: hoeveel foto's of minuten video maak je op een gemiddelde dag? Tel die bij elkaar op en neem daar nog eens de helft extra als veiligheidsmarge.

Wie af en toe foto's maakt met een compactcamera, heeft aan 32GB of 64GB meestal genoeg. Gebruik je een systeemcamera en schiet je in RAW, dan is 128GB een logische keuze. Ga je voor reportages of video-opnames, dan kom je al snel uit op 256GB of meer. Maar: één grote kaart is niet altijd beter dan meerdere kleinere. Mocht er iets misgaan, dan ben je niet meteen álles kwijt.

©Jimmyi23

Je kaart formatteren Zodra je een kaart in gebruik neemt, formatteer je die in de camera zelf, Druk op de Menu-knop van je camera en navigeer daarvoor naar Formatteren. Dit doe je bij voorkeur na elke shoot, uiteraard nadat je de beelden veilig hebt opgeslagen. Belangrijk: formatteren wist alles, dus maak altijd eerst een back-up via Bestandsoverdracht naar je computer of externe schijf.

Dit kan er misgaan – en zo voorkom je dan

Een fout die vaak gemaakt wordt: de kaart verwijderen terwijl de camera nog bezig is met schrijven. Dat kun je zien aan het knipperende lampje. Wacht altijd tot dat uit is voordat je de kaart verwijdert of de camera uitschakelt.

Ga er ook niet vanuit dat geheugenkaarten eindeloos meegaan. Ze hebben een beperkt aantal schrijfcycli. Gebruik je je kaart intensief, dan is vervangen om de twee tot drie jaar verstandig.

Onderhoud verlengt de levensduur. Formatteer je kaart eens per maand via het menu van de camera – niet op je computer. Camera's gebruiken een specifieke bestandsstructuur, en die raakt snel in de war als je via een computer formatteert.

Bewaar je kaarten op een droge plek, bij voorkeur in een beschermend doosje. Houd ze uit de buurt van magnetische velden van bijvoorbeeld speakers of telefoons. Werkt een kaart niet goed? Maak de contactpunten dan schoon met een droge, zachte doek.

©PheelingsMedia

Zekerheid zit in de voorbereiding

Een goede geheugenkaart maakt het verschil tussen zorgeloos fotograferen en frustratie achteraf. Kijk verder dan alleen de opslagcapaciteit. Snelheid, betrouwbaarheid en compatibiliteit met je camera zijn minstens zo belangrijk. Kies voor kwaliteit, stem af op je manier van werken en verzorg je kaart goed. Dan kun je blijven focussen op wat er echt toe doet: het vastleggen van het juiste moment.