ID.nl logo
GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand
© monsitj - stock.adobe.com
Huis

GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand

Als je aan een softwareproject wilt bijdragen, dien je vaak eerst een volledige ontwikkelomgeving op te zetten op je computer. GitHub Codespaces neemt je dat uit handen: je zet eenvoudig een ontwikkelomgeving in de cloud op, met toegang vanaf elke computer. Zo weet je zeker dat je overal dezelfde configuratie hebt en onmiddellijk aan de slag kunt.

Na het lezen van dit artikel weet jij hoe je zelf met GitHub Codespaces een ontwikkelomgeving op kunt zetten:

  • Codespace aanmaken en beheren voor een GitHub-repository
  • Codespace beheren via webinterface en GitHub CLI
  • Microsoft Visual Studio Code gebruiken
  • Devcontainers configureren voor aangepaste ontwikkelomgevingen

Ook interessant: Python: zo bouw je er webapplicaties mee

Als je meehelpt met de ontwikkeling van een of meer softwareprojecten, dan herken je zeker de uitdaging van altijd de juiste ontwikkeltools voorhanden te hebben. Het ene project werkt bijvoorbeeld met Python 3.12, terwijl het andere nog niet compatibel is met Python 3.12. En dan hebben we het nog niet over verschillen in versies van allerlei softwarebibliotheken. Bovendien vragen sommige projecten een nogal omslachtige of complexe installatie van de nodige ontwikkeltools.

Nu kun je als oplossing voor dit probleem deze hele ontwikkelomgeving per project waaraan je meewerkt met Docker in een container draaien. Die container draai je dan lokaal op je computer of in de cloud, waarmee je een consistente ontwikkelomgeving hebt. Je hoeft daardoor zelf niets meer te installeren of up-to-date te houden. Dit principe is uitgewerkt in een specificatie met instellingen voor zogenoemde ontwikkelcontainers, Development Containers, of kortweg devcontainers.

1 GitHub Codespaces

Voor projecten die hun broncode in een repository op GitHub publiceren, is het heel eenvoudig om een devcontainer in de cloud te gebruiken. GitHub biedt deze functionaliteit aan onder de naam GitHub Codespaces. Je start een devcontainer op de servers van GitHub en betaalt per uur dat je die draait en per gigabyte opslag die je gebruikt.

Standaard krijg je 15 GB opslag per maand gratis. Voor een dualcoresysteem geeft GitHub 60 uur gratis per maand weg, wat voor niet-professioneel gebruik zeker moet volstaan.

Verbinden met de codespace doe je of in je browser of in een code-editor, zoals Visual Studio Code. Je stopt een codespace eenvoudig wanneer je 'm niet meer nodig hebt en GitHub stopt ze ook automatisch na een half uur inactiviteit. Je data hierin blijven overigens behouden. Pas na dertig dagen inactiviteit verwijdert GitHub je codespace.

GitHub is vrijgevig met de gratis versie van Codespaces.

2 Codespace voor een repository

Als je een repository op GitHub in je browser bezoekt, zie je rechts boven de middelste kolom een groene knop Code. Klik je daarop, dan krijg je standaard in het eerste tabblad Local de url’s te zien om de code te ‘klonen’ met Git via https of ssh en de opdracht om hetzelfde te doen met het opdrachtregelprogramma GitHub CLI. Onderaan heb je ook een klassieke downloadlink naar een zip-bestand van de code. Zodra je de code op een van deze manieren op je computer hebt gedownload, sta je dus voor de taak om de ontwikkelomgeving hiervoor te installeren en te configureren.

Maar als je op het tweede tabblad onder Code klikt, met de naam Codespaces, kun je een nieuwe codespace voor de repository aanmaken. Je moet hiervoor wel een (gratis) GitHub-account hebben en ingelogd zijn. We laten in dit artikel zien hoe je een codespace aanmaakt en ermee werkt voor de repository Home Assistant Core. Open hier dus het tabblad Codespaces en klik op de groene knop Create codespace on dev. Die dev staat voor de standaard Git-branch van de repository.

Maak een codespace voor deze GitHub-repository.

3 Je eerste codespace

GitHub Codespaces maakt nu een codespace voor de repository op basis van de configuratie, doorgaans in de directory .devcontainer. Je krijgt nu een webgebaseerde versie van de code-editor Visual Studio Code in je browser te zien. Helemaal links staat een zijbalk met icoontjes voor de belangrijkste onderdelen van de code-editor, zoals de bestandsverkenner (die standaard open staat), de zoekfunctie en extensies.

Rechts vind je de editor, die standaard het README-bestand van de repository opent. Onderaan zie je de terminal, waarin in het begin een opdracht wordt uitgevoerd om de devcontainer te configureren en alle vereiste ontwikkeltools te installeren. Zodra dat is voltooid, toont de terminal een prompt met je GitHub-gebruikersnaam, de huidige directory en de Git-branch waarin je momenteel werkt, zoals dev. Met een klik op de drie horizontale lijnen linksboven kun je altijd het menu van Visual Studio Code openen.

GitHub Codespaces geeft je toegang tot Visual Studio Code in je browser.

4 Configuratie van de devcontainer

Als je wilt weten wat de devcontainer op de achtergrond precies opstart, open dan de configuratie. Die staat of in het bestand devcontainer.json in de directory .devcontainer, of in het bestand .devcontainer.json in de bovenste directory van het project. Dit is een JSON-bestand volgens de eerder in dit artikel genoemde specificatie.

In de configuratie vind je onder meer een verwijzing naar het Docker-bestand voor de container, en de opdrachten (vaak shellscripts) die worden uitgevoerd na het maken en starten van de container. Er staat ook in welke poorten de applicatie gebruikt.

Verder vind je in het configuratiebestand een lijst van extensies voor Visual Studio Code die automatisch worden geïnstalleerd bij het aanmaken van de codespace, evenals aangepaste instellingen voor de code-editor.

De configuratie van de devcontainer bepaalt hoe Codespaces je ontwikkelomgeving instelt.

5 Werken in een codespace

Hoe werk je nu in zo’n codespace? De meeste projecten zijn zodanig geconfigureerd dat je in de zijbalk op het icoontje van het driehoekje met de kever (Run and Debug) kunt klikken en vervolgens bovenaan op het driehoekje (Run). Het programma start dan, met de wijzigingen die je eventueel in de code hebt aangebracht. In de terminal rechtsonder verschijnt de uitvoer van het programma, met eventuele foutmeldingen. Bovenaan in het midden staat een kleine balk met icoontjes om onder meer het programma te herstarten of te stoppen.

Als het gaat om een programma dat netwerkpoorten opent, krijg je deze te zien als je onderaan in plaats van het tabblad Terminal het tabblad Ports kiest. GitHub Codespaces stuurt deze poorten automatisch door naar een domein waarop je ze kunt bezoeken. Ctrl-klik in de lijst met poorten op een url bij de betreffende poort om ze te bezoeken. Mogelijk moet je de applicatie nog wel configureren om met een reverse proxy te werken.

Ontwikkel software met Visual Studio Code in je browser.

Je verbruik volgen Hoewel GitHub Codespaces automatisch een codespace stopt na een half uur inactiviteit, houd je toch het best in de gaten hoeveel uren per maand je al hebt verbruikt om het aantal gratis uren niet te overschrijden. Dat is helaas niet vanuit de codespace zelf zichtbaar. Klik als je bent ingelogd op GitHub in een willekeurige pagina op je profielfoto rechts bovenaan en dan op Settings. Klik vervolgens in de linkerzijbalk op Billing and plans / Plans and usage. Scrol door naar Codespaces. Daar krijg je te zien hoeveel core-uren van de processor en hoeveel opslag je hebt verbruikt in de afgelopen dertig dagen.

Houd je verbruik van Codespaces in de gaten in de profielinstellingen van GitHub.

6 Visual Studio Code

Voor wie liever niet in een browser werkt, biedt GitHub Codespaces nog andere mogelijkheden. Gebruik je bijvoorbeeld Microsofts code-editor Visual Studio Code op je computer, installeer daarin dan de extensie GitHub Codespaces. Dat doe je door in Visual Studio Code in de linkerzijbalk op het icoontje van de blokjes (Extensions) te klikken, dan te zoeken naar de extensie GitHub Codespaces en daarbij op Install te klikken.

Klik na de installatie in de zijbalk op het icoontje van het beeldscherm (Remote Explorer), klik bovenaan op het uitklapmenu en kies GitHub Codespaces. Klik daarna op de knop Sign in to GitHub en bevestig in de webpagina die in je browser wordt geopend dat je Visual Studio Code toegang tot je GitHub-account wilt geven. Je krijgt nu in de Remote Explorer al je codespaces te zien. Blijf er even met je muiscursor over hangen en klik dan op het icoontje van de stekker dat verschijnt om met de codespace te verbinden. Dit start de codespace ook op indien deze al is gestopt.

Verbind met GitHub Codespaces van in Visual Studio Code.

7 Codespaces in Visual Studio Code

Hoewel het in Visual Studio Code lijkt alsof je lokaal werkt, moet je je er goed van bewust zijn dat alle code die je ziet wanneer je met een codespace bent verbonden zich op GitHub Codespaces bevindt. Ook het uitvoeren van de code gebeurt in de cloud en niet op je eigen computer. Bovendien worden alle opdrachten die je in de terminal van Visual Studio Code intypt in de codespace uitgevoerd en niet op je eigen computer.

Om de verbinding met je codespace te verbreken, klik je links weer op het icoontje Remote Explorer en dan op het icoontje van de twee stekkers. Vanaf dat moment werk je weer op je lokale bestandssysteem met Visual Studio Code. Je kunt overigens in Remote Explorer wanneer je met je muiscursor over je codespace blijft hangen de codespace stoppen met een klik op het stopicoontje. Verwijderen kan ook: klik er met rechts op en kies dan Delete Codespace.

Stop je codespace vanuit Visual Studio Code.

Interessant om ook te lezen: Kasm: experimenteren en veilig werken in een geïsoleerde omgeving

8 Op de opdrachtregel

GitHub heeft ook een opdrachtregelprogramma waarmee je in de terminal met je codespaces kunt werken. Volg de installatie-instructies van GitHub CLI en open een nieuw terminalvenster. Log in op je GitHub-account met de opdracht:

gh auth login

Volg de instructies en bevestig in je browser dat je GitHub CLI toegang wilt geven tot je GitHub-account.

Je kunt een lijst opvragen van je huidige codespaces met de opdracht:

gh codespace list

Dit toont voor al je codespaces de naam, de repository, de branch en de toestand (actief of gestopt). Je kunt ook met ssh (Secure SHell) op een codespace inloggen. Voer daarvoor deze opdracht uit en selecteer de gewenste codespace uit de lijst:

gh codespace ssh

Indien de codespace niet actief is, wordt deze eerst gestart. Dit werkt alleen als de codespace een ssh-server draait. Je kunt ook een codespace stoppen met deze opdracht (waarbij je achter de optie -c de naam van de codespace opneemt):

gh codespace stop -c redesigned-space-system-w95xvgv9gcwpr

Beheer je codespaces in de terminal met GitHub CLI.

9 Standaard devcontainer

Ook voor repository’s die geen configuratie voor een devcontainer hebben, kun je een codespace starten. We illustreren dit met de repository Bluetooth Numbers Database van Nordic Semiconductor. Maak op dezelfde manier als in stap 2 een codespace met een klik op Create codespace on master. De standaardbranch is hier namelijk master.

Omdat de repository geen devcontainer heeft geconfigureerd, start GitHub Codespaces een virtuele machine op met een standaardimage van het besturingssysteem. Daarin zijn de nodige ontwikkeltools voor Python, Node.js, JavaScript, TypeScript, C++, Java, C#, F#, .NET Core, PHP, Go, Ruby en Conda geïnstalleerd. Voor de meeste repository’s kun je dus direct aan de slag om eraan te werken in de cloud.

De standaard devcontainer is uitgerust met ontwikkeltools voor talloze programmeertalen.

10 Je eigen devcontainer definiëren

Voor je eigen projecten kun je ook zelf een devcontainer definiëren, waarmee je dan een codespace aanmaakt. De eenvoudigste manier daarvoor is dat je je repository in Visual Studio Code opent, lokaal of terwijl je in een codespace werkt. Doe je dat lokaal, dan moet je eerst de extensie Dev Containers in Visual Studio Code installeren.

Open het opdrachtpalet met Ctrl+Shift+P (of F1 in de browser) en zoek op dev container. Als je lokaal werkt, klik je op Dev Containers: Add Dev Container Configuration Files. Als je in een codespace werkt, klik je op Codespaces: Add Dev Container Configuration Files. Klik op Create a new configuration, waarna je een lijst met enkele voorgedefinieerde devcontainers krijgt. Klik op Show All Definitions om ze allemaal te bekijken. Nu kun je beginnen met typen om te filteren op de gewenste container. Voor een Python-project typ je bijvoorbeeld python, waarna je een van de Python-containers uit de lijst kiest of op het icoontje met de i klikt voor documentatie over de betreffende container.

Kies de gewenste devcontainer in Visual Studio Code.

11 Devcontainer aanmaken

We kiezen hier voor de devcontainer Python 3 devcontainers van het devcontainers-project. Als je erop klikt, kun je nog de versie kiezen. De standaardversie 3.12-bullseye draait Debian 11 (codenaam bullseye) met Python 3.12. Nadat je een keuze hebt gemaakt, kun je nog extra pakketten aanvinken om te installeren. Klik op OK, waarna Visual Studio Code een bestand devcontainer.json in de map .devcontainer aanmaakt.

Als je de repository lokaal in Visual Studio Code hebt geopend, krijg je de vraag om het project opnieuw te openen om het te ontwikkelen in een container. Daarvoor heb je Docker op je computer nodig. Heb je de repository in een codespace geopend, dan zal Visual Studio Code vragen om je container opnieuw te bouwen met de nieuwe configuratie. Klik dan op Rebuild now. Daarna draait je codespace niet meer het standaardimage, maar jouw gekozen image.

Bouw je devcontainer opnieuw met de nieuwe configuratie voor de devcontainer.

12 Aangepaste configuratie

Je kunt het configuratiebestand devcontainer.json nog uitgebreid aanpassen. Voor de documentatie van de mogelijkheden bezoek je het best de specificatie van Development Containers. Met forwardPorts kun je poorten waarop je programma luistert, forwarden naar lokale poorten op je computer. En met postCreateCommand definieer je welke opdrachten er na het aanmaken van de devcontainer moeten worden uitgevoerd. Hierin handel je bijvoorbeeld de installatie van Python-pakketten af die je project nodig heeft.

In customizations kun je instellingen voor een code-editor aanpassen. Voor Visual Studio Code stel je hier bijvoorbeeld in welke extensies je in de codespace wilt installeren. Maar ook instellingen voor de editor zelf zijn hier mogelijk, zoals welke formatter er voor code gebruikt wordt en of die automatisch wordt opgeroepen wanneer je bestanden opslaat.

De specificatie van devcontainers laat toe om een codespace uitgebreid in te stellen.

Codespaces beheren Op de webpagina Your codespaces van GitHub krijg je een overzicht van alle codespaces die je hebt aangemaakt. Je ziet er welke codespaces bij welke repository horen, of ze nog actief zijn en of er nog wijzigingen in de code staan die je nog niet hebt ‘gecommit’ met Git. Met een klik op de drie puntjes naast een codespace open je een menu. Hiermee kun je het type machine aanpassen als je meer processorkracht nodig hebt, de codespace stoppen of je nog niet gecommitte (niet-vastgelegde) wijzigingen naar een fork van de repository exporteren. Je kunt hier ook eenvoudig de codespace openen in je browser of in Visual Studio Code. Overigens kun je je codespaces ook op de opdrachtregel beheren met GitHub CLI, zoals in stap 8 staat.

Beheer je codespaces van in je browser.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.