ID.nl logo
Intel Core Ultra: een grote stap vooruit of een gemiste kans?
Huis

Intel Core Ultra: een grote stap vooruit of een gemiste kans?

Na veertien generaties Intel Core i-processors zegt Intel vaarwel tegen zijn oude productlijn en naamgeving. Het nieuwste op het gebied van Intels desktopprocessors heet nu Core Ultra. Producten die op praktisch elk vlak vernieuwd zijn: een nieuwe architectuur, nieuw productieprocedés en een nieuw platform waarbij nieuwe moederborden weer onvermijdelijk zijn. Maar wat levert al die vernieuwing ons nu echt op?

In dit artikel beoordelen we de nieuwe Intel Core Ultra-processors:

  • De opbouw van de chips is veranderd
  • Hyperthreading verdwijnt, maar prestaties blijven gelijk
  • De processors zijn energiezuiniger dan hun voorgangers
  • De gamingprestaties vallen tegen

Lees ook: Hoe goed zijn de prestaties van jouw computer? Je test het met deze tools

Intel brengt vijf nieuwe processors op de markt: de Intel Core Ultra 9 285K, Ultra 7 265K, Ultra 5 245K, en van de laatste twee een variant zonder geïntegreerde graphics: de Ultra 7 265KF en de Ultra 5 245KF. Je zou kunnen zeggen dat dit de opvolgers zijn van de Core i9-14900K, Core i7-14700K(F) en Core i5-14600K(F). Intel belooft dat deze nieuwe Arrow Lake-processors sneller en vooral veel energiezuiniger zijn dan de vorige veertiende generatie Raptor Lake-processors.

Alles op de schop

Het is de opbouw van de chips die het meest opvalt. Waar Intels high-end desktop-cpu’s altijd een grote monolithische ‘die’ (siliciumchip) geweest zijn, bestaan deze nieuwe chips uit wat Intel ‘tiles’ noemt. Vergelijkbaar met AMD’s chiplet-design zijn dit eigenlijk verschillende losse, afzonderlijke chipeenheden die elk hun taak hebben.

Opvallend is ook dat Intel deze chips niet volledig zelf in eigen fabrieken heeft gemaakt, maar ook (deels) gebruikmaakt van TSMC, dat ook de chips van AMD, Apple en Qualcomm maakt.

De nieuwe processors zijn opgebouwd uit verschillende tiles of chipeenheden.

Minder threads, meer prestatie

Naast het nieuwe ontwerp is het voor Intel een grote stap dat het afscheid neemt van de hyperthreading-technologie. Daardoor neemt het aantal threads op papier af. De Intel Core i9-14900K had 8 performance-cores, 16 efficiency-cores en totaal 32 threads. De Intel Core Ultra 9 285K heeft 8 performance-cores, 16 efficiency-cores en 24 threads.

Ondanks die afname van het aantal threads zien we alsnog prestatieverbeteringen. Maar die verbeteringen zijn niet spectaculair en zeker niet voldoende om een upgrade te rechtvaardigen als je al een processor van de veertiende generatie hebt. Maar afhankelijk van de workload zien we vijf tot tien procent hogere prestaties (met een incidentele uitzondering tot zo’n twintig procent) wanneer we directe tegenhangers met elkaar vergelijken: dus een Ultra 9 met de Core i9, Ultra 7 met de i7 en Ultra 5 met de i5. Dat maakt de Core Ultra 9 285K doorgaans ook de krachtigste desktop-cpu, net voor de AMD Ryzen 9 9950X.

Veel efficiënter

Intels grootste stap wordt gemaakt op het gebied van stroomverbruik. De twaalfde, dertiende en veertiende generatie Core-processors waren bijna lachwekkend slecht wat betreft stroomverbruik zodra je ze aan het werk zette. Gelukkig scoren de nieuwe Core Ultra-processors juist op dat vlak veel beter. De dagen van high-end-cpu’s met een verbruik van 300 watt zijn geteld, want de Core Ultra 9 285K blijft in al onze tests onder het maximale stroomverbruik van 250 watt en zit in veel tests zelfs onder de 200 watt.

De Core Ultra 7 zit, ondanks de maximale opgave van 250 watt, vaker tussen de 100 en 150 watt wanneer we hem aan het werk zetten. Alleen in uitzonderlijk zware taken zien we deze chip de 200 watt benaderen of passeren. Niet slecht als je daar betere prestaties voor krijgt dan met de i7-14700K, die rustig 250 tot 300 watt verstookt.

AMD is echter nog steeds efficiënter als het om stroomverbruik gaat. En hoewel de Ultra 9 285K technisch gezien de beste multicore-prestaties neerzet, is dat ineens minder indrukwekkend als je bedenkt dat hij toch flink meer energie opslurpt dan AMD’s Ryzen 9 9950X. Maar Intel heeft in elk geval het punt bereikt waarop je niet langer een dikke waterkoeler nodig hebt om zijn krachtigste chips in toom te houden.

Geen AI?

Het afgelopen halfjaar kon je niet om AI heen. Alles lijkt ‘AI’ te moeten zijn en ook Intels eigen marketing draait wat betreft laptops allemaal om AI. Het is daarom opvallend dat AI-prestaties bij deze chips niet de primaire focus hebben. De Core Ultra-chips hebben wel een speciale npu (neurale processor) voor AI-taken, maar die is niet bijster krachtig. Het is niet eens genoeg om Microsofts Copilot PC-label te krijgen. Zo’n unit heeft wel enige meerwaarde, maar als je échte AI-workloads wilt draaien, ontkom je niet aan een losse videokaart, zelfs een instapmodel is vele malen krachtiger voor AI-taken.

Gamen stelt teleur

Waar het helemaal de verkeerde kant op ging, waren de prestaties in games. In onze eerste tests vergeleken we de Core Ultra 7 265K met AMD’s Ryzen 7 7800X3D, in maar liefst veertig games. Daar bleek de nieuwe Core Ultra 7 gemiddeld veertien procent langzamer te zijn bij gamen op 1080p en elf procent langzamer op 1440p. Dat betekent dat we een stap terug gaan qua prestaties en elke vorm van achteruitgang is natuurlijk funest voor nieuwe, prijzige componenten.

Er is op dit moment onduidelijkheid over de oorzaak. Intel lanceerde zijn cpu tegelijkertijd met de grote Windows 11 24H2-update en die blijkt nogal wat impact te hebben op de prestaties. Intel heeft aangegeven dat het een patch zal uitbrengen om de (game)prestaties te verbeteren – waarschijnlijk is die er op het moment dat je dit leest. Op basis van onze huidige data is het gat wel heel erg groot en we vragen ons hardop af of Intel een dergelijk gat wel kan dichten met deze hardware. We zullen het te zijner tijd moeten ervaren, maar op dit moment is het duidelijk: als het spelen van games je belangrijkste doel is, zijn dit niet de juiste processors.

De nieuwe processors maken gebruik van socket LGA 1851.

Kinderziektes?

We vragen ons af waarom twee van de grootste tech-bedrijven (Intel en Microsoft) het niet voor elkaar krijgen om de nieuwste processors én de nieuwste Windows-versie (toch veruit het meest gebruikte besturingssysteem) goed op elkaar af te stemmen.

Los van de tegenvallende gamesprestaties kwamen we in de eerste dagen met deze nieuwe Intel Core Ultra-processors nog wat andere kleine problemen tegen. De installatie van Windows met de geïntegreerde gpu van de Ultra-chip in plaats van een losse videokaart gaf geregeld wat problemen en de prestaties van de processor bleven ver achter met het energieprofiel van Windows op Gebalanceerd in plaats van Hoge prestaties, om maar iets te noemen.

Op zich zijn dat zaken die niet rampzalig zijn, maar het feit dat we voor het eerst in jaren ook maar iets van problemen zien met een nieuwe Intel-processor is opvallend. Gecombineerd met de grotere problemen bij Intel op economisch gebied, wekt dat dan toch de suggestie dat het bedrijf misschien niet helemaal klaar was voor deze lancering of dat Intels ooit onverslaanbare positie nu toch begint te wankelen.

Nieuwe onderdelen

Voor deze nieuwe processors heb je een nieuw moederbord nodig met socket LGA 1851. Op dit moment zijn dat alleen moederborden met de duurdere Z890-chipset, in 2025 zullen goedkopere chipsets volgen.

De nieuwe processors zijn compatibel met bestaand DDR5-geheugen en ondersteunen de nieuwe, snellere CUDIMM-geheugenmodules. Processorkoelers die geschikt zijn voor de bestaande socket LGA 1700 zijn ook nog gewoon compatibel met de nieuwe processors. Het zal alleen even duren voordat alle koelerfabrikanten de nieuwe socket correct erbij vermelden. Omdat het heetste punt van de processor op een iets andere plek zit, zullen sommige koelers met een speciale mounting-kit komen voor iets betere prestaties.

De Intel Core Ultra 200-processors ondersteunen snellere CUDIMM-geheugenmodules.

Voor wie zijn deze processors?

Alles bij elkaar zien we een kleine stap voorwaarts in prestaties, een grote stap voorwaarts in efficiëntie en een stap achteruit wat gamen betreft. De verschillen zijn niet voldoende om je huidige systeem van de laatste maanden of zelfs van de afgelopen twee tot drie jaar aan de kant te schuiven, zeker wanneer je bedenkt dat je ook nog een prijzig (nieuw) moederbord nodig hebt en mogelijk nieuw geheugen. Heb je dus een pc van Intels twaalfde generatie of nieuwer, dan hoef je nog niets te vervangen.

De teleurstellende gameprestaties betekent dat gamers vooralsnog primair naar AMD’s X3D-processors moeten kijken. De doelgroep voor deze Core Ultra-processors zijn vooral lezers die een flink oudere pc willen upgraden, en weinig tot geen games spelen en/of Intel graag trouw blijven. Voor hen is de Core Ultra interessanter dan de oude, energie slurpende Core i-generatie.

Conclusie

Intels nieuwe topmodel vinden we nog wel aantrekkelijk als chip die in de meeste toepassingen de snelste processor op de markt is en daarbij zuiniger is dan voorgaande generaties. Voor de lagere modellen is het echter een stuk lastiger om scenario’s te bedenken waarin ze écht de beste keuze vormen. De Ultra 7 is weliswaar niet veel trager dan de Ultra 9, aanzienlijk goedkoper en beduidend energiezuiniger. Wil je per se een Intel-processor dan is-ie zeker het overwegen waard. Maar AMD’s oudere Ryzen 7 7950X-processor is echter iets sneller én efficiënter voor slechts een paar tientjes meer. En zodra je een beetje fanatieker gaat gamen, scoort AMD nog meer punten.

De Core Ultra 5 is op dit moment het lastigst aan te bevelen. De Core i5 was praktisch synoniem voor dé gameprocessor en op dat vlak is Intels nieuwste generatie gewoon niet competitief genoeg. Als je vooral geeft om rekenprestaties, dan is de keuze voor een Core Ultra 7 of Ryzen 7 of 9 de enige logische stap. Mochten de beloofde updates een grote impact hebben, dan verandert die zaak. Zo niet, dan zal Intel de prijs van de Ultra 5 flink moeten laten zakken om hem aantrekkelijker te maken.

Intel Core Ultra 9 285K

Pluspunten

  • In veel taken de snelste processor

  • Beduidend zuiniger dan Core i9

Minpunten

  • Teleurstellende gameprestaties

  • Minder zuinig dan AMD-alternatieven

Prijs

€ 680,-

Cores/threads

8 Performance, 16 Efficiency, 24 threads

Basis-/boostsnelheid

4,6 GHz / 5,7 GHz

TDP

250 watt

Intel Core Ultra 7 265K

Pluspunten

  • Goede prestaties

  • Beduidend zuiniger dan Core i7 en Core Ultra 9

Minpunten

  • Teleurstellende gameprestaties

  • Minder zuinig dan AMD-alternatieven

Prijs

€ 465,-

Cores/threads

8 Performance, 12 Efficiency, 20 threads

Basis-/boostsnelheid

4,6 GHz / 5,5 GHz

TDP

250 watt

Intel Core Ultra 5 265K

Pluspunten

  • Redelijk goede prestaties

  • Beduidend zuiniger dan Core i5

Minpunten

  • Significant trager dan Core Ultra 7

  • Teleurstellende gameprestaties

  • Minder zuinig dan AMD alternatieven

  • Prijs-prestatieverhouding

Prijs

€ 359,-

Cores/threads

6 Performance, 8 Efficiency, 14 threads

Basis-/boostsnelheid

4,6 GHz / 5,2 GHz

TDP

125 watt

▼ Volgende artikel
Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s
Zekerheid & gemak

Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s

De Tapo Smart HomeBase H500 is een smarthomecontroller voor Tapo-smarthomeproducten. Hij doet voornamelijk dienst als centraal punt voor een beveiligingssysteem bestaande uit camera's en sensors. Wij hebben de H500 getest in combinatie met Tapo-camera's.

Oké
Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

Plus- en minpunten
  • Lokale opslag
  • Tabletstandaard met lader
  • Opslag uit te breiden
  • Configuratie verwarrend
  • HDMI-functie beperkt
  • Nog niet alle Tapo-camera's compatibel

Tapo is het merk waaronder TP-Link smarthomeproducten zoals camera's en robotstofzuigers verkoopt. De Tapo Smart HomeBase H500 is gemaakt van wit kunststof en komt degelijk over. Alle aansluitingen vind je op de achterkant in de vorm van netwerk, HDMI, usb-a, usb-c en een voedingsaansluiting. De netwerkaansluiting kun je gebruiken om de HomeBase met je thuisnetwerk te verbinden, maar dat kan ook via wifi. De HDMI-poort is bedoeld om beelden van je camera's op je televisie te bekijken, terwijl je de usb-c-poort kunt gebruiken om een tablet op te laden. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Op de achterkant vind je onder andere een usb-c- en HDMI-aansluiting.

Extra functies

De H500 is ontworpen om in het zicht in je woonkamer te zetten en heeft wat extra handigheidjes die dan van pas komen, zoals knoppen om te kunnen praten als iemand aanbelt. Ook vind je op de voorkant een klepje dat dienstdoet als tabletstandaard; handig als je een tablet gebruikt om je smarthome mee te bedienen. Je kunt de usb-c-poort, die maximaal 1,5 ampère levert, gebruiken om je tablet via de HomeBase op te laden.

©Jeroen Boer - ID.nl

De HomeBase is voorzien van een tabletstandaard.

De Smart HomeBase H500 is voorzien van 16 GB ingebouwd geheugen. Dat is op zich genoeg voor een bescheiden systeem, omdat er alleen clips worden opgeslagen als er beweging gedetecteerd wordt. Bovendien loopt de opslag nooit echt vol omdat oudere opnames automatisch worden overschreven. Heb je meerdere camera's of wil je opnames langere tijd bewaren, dan kun je de opslag zelf uitbreiden. Op de zijkant vind je een klepje waarachter je een 2,5inch-uitbreidingslot vindt. Uitbreiden kan met een 2,5-inch SATA-schijf; dat kan ook een ssd zijn.

©Jeroen Boer - ID.nl

Je kunt de opslag uitbreiden met een 2,5inch-schijf of ssd.

Verwarrende koppeling

De H500 moet aan je Tapo-camera's worden gekoppeld. Dat is enigszins verwarrend, want dat kan als je al camera's hebt op twee manieren. Onze camera's (de C410 en C460) stonden niet in de lijst die je ziet als je eerst op de H500 klikt, maar wel in de andere lijst. Begin je met de H500, dan speelt dat probleem niet en worden ondersteunde camera's automatisch gekoppeld.

Na koppeling worden video’s op de H500 opgeslagen. De H500 kan daarnaast tot zes camera's AI-herkenning geven voor personen, gezichten, voertuigen en huisdieren. Na het inschakelen hiervan wordt een database met herkende personen opgebouwd. Verwarrend is dat je om opnames op de H500 te bekijken op het pictogram 'microSD' moet klikken. Je kunt beelden downloaden om ze veilig te stellen.

Na de koppeling vormen de Smart HomeBase en je camera's één systeem in de app.

Gebruikte camera's

We hebben de HomeBase getest in combinatie met twee camera’s: de C410 en de C460. We hebben die camera's in verschillende configuraties getest, waarbij we de C460 ook binnen hebben gebruikt. De C460 is eigenlijk bedoeld voor buiten, maar kun je ook binnen gebruiken en wij vonden hem door de meegeleverde magnetische standaard ook binnen handiger om te monteren dan de C410, die je aan de muur moet schroeven of kunt neerzetten.

De Tapo C460 is een buitencamera, maar is dankzij de magnetische bevestiging ook heel handig voor binnengebruik.

Extra AI-functies

Behalve opnemen kan de Smart HomeBase H500 ook AI-functies toevoegen aan Tapo-camera's. De HomeBase kan maximaal zes camera's betere herkenningsmogelijkheden geven op basis van AI, maar dat wordt ook als je minder dan zes camera's hebt niet automatisch ingeschakeld. Je kunt dat zelf doen door in de app op de tegel AI Empowerment te klikken. De camera's kunnen dankzij AI personen, gezichten, voertuigen en huisdieren herkennen. Je kunt zelf bepalen welke herkenningsmogelijkheden actief zijn. Herkende personen verschijnen vervolgens automatisch in de app waarna je eventueel kunt aangeven wie die personen zijn.

Met AI Empowerment krijg je onder andere gezichtsherkenning.

Opnames terugkijken

In de Tapo-app kun je per camera zowel livebeelden bekijken als opgeslagen fragmenten vanaf de Smart HomeBase terugzien. Verwarrend is dat je daarvoor moet kiezen tussen de pictogrammen cloud en microSD. Ook al gebruik je de HomeBase, toch valt die onder het microSD-symbool. Logischer zou zijn als TP-Link een apart pictogram toevoegt voor de HomeBase. De door ons geteste batterijcamera's nemen korte clips op zodra beweging wordt gedetecteerd. Zodra de opslag vol raakt, worden automatisch de oudste opnames overschreven. Clips kun je desgewenst ook downloaden.

Je kunt opnames van je camera's op de Smart HomeBase terugkijken en downloaden in de app.

Beperkt nut HDMI

De Tapo Smart HomeBase H500 is voorzien van een HDMI-uitgang waarmee je de hub kunt aansluiten op een televisie of monitor. Je kunt in de app een dashboard configureren bestaande uit één of vier secties. Zo kun je maximaal vier camera's tegelijkertijd bekijken. Heb je minder dan vier camera's, dan kun je ook kiezen voor een klok. Dat klinkt op zich handig, maar met batterijgevoede camera's zoals wij tijdens de test hebben gebruikt, heb je daar niet zoveel aan. Je ziet in het dashboard alleen beeld als de camera op dat moment beweging detecteert. Het is dus niet mogelijk om naar wens live mee te kijken. Het is ook niet mogelijk om via de televisie oudere opnames te bekijken die op de Smart HomeBase staan. Deze functie heeft kortom alleen enigszins nut als je op netstroom gevoede camera's hebt.

Je kunt dashboarden van vier blokjes maken die op je televisie getoond kunnen worden.

Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

▼ Volgende artikel
Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten
© shadowmoon30 - stock.adobe.com
Huis

Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten

Wanneer je alle internetdiensten opsomt die je zelf gebruikt, van e-mail tot zoekmachines, is de kans groot dat het vrijwel allemaal Amerikaanse platformen zijn. Voor wie zich daar niet helemaal comfortabel bij voelt, zijn er ook (gratis) Europese alternatieven.

In dit artikel

We kijken naar Europese alternatieven voor Amerikaanse diensten: • Zoekmachines • E-mail en agenda • Kantoor • Cloudopslag • Vertaling • Videosharing • Sociale Media • AI-Chat • VPN Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Steeds meer internetgebruikers in Europa stellen zich vragen bij de intensieve dataverzameling en dominante marktpositie van Amerikaanse techbedrijven, zeker in de huidige geopolitieke context. Daardoor groeit de interesse voor Europese alternatieven, die minder afhankelijk zijn van de Amerikaanse bedrijfswereld en overheid, beter aansluiten bij de strengere Europese privacywetgeving, en transparanter zijn over het gebruik van persoonsgegevens.

In dit artikel laten we je kort kennismaken met enkele Europese diensten die een privacyvriendelijker en vaak volwaardig alternatief bieden voor bekende Amerikaanse webdiensten en platformen. Dit gaat breed: van zoekmachines, e-mail en kantoortoepassingen tot cloudopslag, VPN, vertalingen, videosharing, AI-chat en sociale media. Wil je echt de-Amerikaniseren? Gebruik voor deze diensten dan geen Google-, Apple- of Facebook-account.

Zoekmachine

Het zal je niet verbazen dat een browser als Chrome standaard Google gebruikt als zoekmachine, maar je kunt zonder problemen een andere instellen. Open de instellingen van Chrome, ga naar Zoekmachine en klik op Wijzigen. Selecteer het gewenste alternatief. Europese, privacybewuste zoekmachines zijn onder meer het Duitse Ecosia (investeert advertentie-inkomsten in boomaanplant), het Franse Qwant en het Zwitserse SwissCows (dat overigens niet langer gratis is).

Je kunt ook handmatig een extra zoekmachine toevoegen. Neem bijvoorbeeld SwissCows in Chrome. Open opnieuw Zoekmachine en kies Zoekmachine en Site Search beheren. Klik op Toevoegen bij Site Search. Vul SwissCows in als naam, (bijvoorbeeld) sc als snelkoppeling en www.swisscows.com/web?query=%s als url. Bevestig met Toevoegen. Je kunt deze nu instellen als standaard of activeren via sc gevolgd door een druk op Tab in de adresbalk, waarna je de zoekterm ingeeft. Weet wel dat deze drie alternatieve zoekmachines deels gebruikmaken van de zoekindex van het (Amerikaanse) Bing.

Je kunt ook Europese, privacygerichte browsers gebruiken, zoals Ecosia en Ecosia (browser), de Zweedse Mullvad Browser en het Noorse Vivaldi. Hier kun je ook telkens je voorkeurzoekmachine instellen. Houd er wel rekening mee dat deze drie browsers de (Amerikaanse) Chromium- of Firefox-engine gebruiken voor het weergeven van webpagina's.

Chrome heeft van huis uit acht zoekmachines geconfigureerd.

E-mail en agenda

Gmail en Outlook zijn twee zeer populaire webmaildiensten, vooral dankzij hun sterke integratie met respectievelijk het Google- en Microsoft-ecosysteem. Op het vlak van privacy zijn er wel enkele bedenkingen. Bij Gmail wordt de inhoud van je mails gescand voor gepersonaliseerde advertenties, en ook Microsoft toont advertenties. Beide versleutelen weliswaar je berichten, zowel tijdens de overdracht als in rust (op de mailservers), maar de diensten zelf bewaren de encryptiesleutels.

Diensten als het Duitse Tuta en het Zwitserse Proton Mail pakken dit beter aan. Ze zijn grotendeels opensource, ze gebruiken stevige end-to-end-versleuteling en bij Tuta geldt zelfs het zero knowledge-principe: de dienst heeft geen toegang tot je gegevens, wachtwoorden of metadata. Bij Proton Mail blijft beperkte metadata zoals de onderwerpsregel zichtbaar. Beide zijn beschikbaar via web en mobiele apps en bieden in de gratis versie 1 GB opslagruimte; bij Tuta zit daar ook een agenda bij.

We helpen je even op weg met de laatste. Klik op Gratis e-mailaccount aanmaken en daarna op Selecteren bij Free. Kies je e-mailadres (@tutamail.com) en stel een wachtwoord in. Je krijgt een herstelcode waarmee je weer toegang krijgt als je je wachtwoord (of tweede factor) kwijt zou raken. Na goedkeuring kun je meteen mails ontvangen en verzenden. In de webinterface vind je rechtsboven de knoppen Contacten en Agenda.

Zo ziet de webinterface van (een gloednieuw account bij) Tuta eruit.

Kantoor

Als je denkt aan een cloudgebaseerde kantoorsuite, komen Google Documenten (en Workspace) en Microsoft 365 waarschijnlijk als eerste in je op. Toch zitten er vooral bij Google enkele privacyproblemen. Het verdienmodel draait rond advertenties, er is geen sluitende garantie dat je data binnen de EU blijven en in de gratis versie bewaart Google zelf de encryptiesleutels. Microsoft scoort iets beter, maar wie zeker wil zijn dat data de EU niet verlaten, kijkt beter naar het Letse OnlyOffice.

We stellen hier kort de gratis cloudservice voor, bereikbaar vanuit je browser en via mobiele apps. Registreer je via de website van OnlyOffice en bevestig je aanmelding via de ontvangen mail. Je krijgt dan een persoonlijke url (https://<accountnaam>.onlyoffice.com) die als centrale documentenhub fungeert, met 2 GB opslagruimte. Je kunt er 'kamers' aanmaken. Dit zijn virtuele ruimtes of projectmappen waarin je documenten creëert, bewerkt en eventueel deelt met rolgebaseerde toegangsrechten.

De suite bevat een tekstverwerker, spreadsheet, presentatietool en pdf-editor. Omdat de dienst standaard werkt met Microsofts OOXML-bestandsformaten, hoef je bij het importeren of exporteren nauwelijks compatibiliteitsproblemen te verwachten.

De online kantoorsuite van OnlyOffice: Nederlandstalig en mooi overzichtelijk.

Cloudopslag

Bij cloudopslag springen Google Drive (15 GB gratis) en Microsoft OneDrive (5 GB gratis) er qua gebruikersaantallen uit, met Dropbox (2 GB gratis) als derde op het podium. Je data worden telkens op Amerikaanse servers opgeslagen en je hebt geen controle over de encryptiesleutels. Je kunt dit eventueel oplossen met end-to-end-encryptie via een gratis tool als Cryptomator.

Er bestaan gelukkig ook gratis Europese alternatieven die vergelijkbare opslagruimte bieden, je data gegarandeerd binnen de EU bewaren en je zelf de encryptiesleutels laten beheren. Een daarvan is het Zwitserse EdelCloud Basic (2 GB), van de makers van SwissCows. Bekendere opties zijn Proton Drive (5 GB) en pCloud (10 GB), beide eveneens uit Zwitserland.

We kijken naar pCloud. Je meldt je gratis aan via de website. Stel een wachtwoord in en kies bij Gegevensregio voor Europese Unie. Bevestig via de link in de ontvangen e-mail en klik op de website op Ga naar mijn account. Je kunt dan meteen aan de slag. Linksonder zie je dat standaard al 3 GB is ontgrendeld. Door acties uit te voeren zoals een bestand uploaden, pCloud Drive en de mobiele app installeren en enkele vrienden uitnodigen, kun je dit uitbreiden tot 10 GB.

De gratis versie van pCloud: 6 GB ontgrendeld, nog vier te gaan.

Vertaling

Het begint wat eentonig te worden, maar ook voor geautomatiseerde vertalingen kom je al snel uit bij diensten van Google Translate of Microsoft Translator. Toch bestaat er een sterk en populair alternatief: het Duitse DeepL. De gratis versie kent wel enkele beperkingen: je kunt maximaal drie documenten per maand van maximaal 5 MB vertalen (niet bewerkbaar), en je teksten kunnen door DeepL worden gebruikt voor trainingsdoeleinden.

Minder bekend, maar volledig gratis, zijn Lingva Translate (meer dan honderd talen) uit Duitsland en het Spaanse Apertium (meer dan veertig talen, ook als app). Beide zijn opensource. Bij Apertium kun je documenten en webpagina's uploaden, maar de beschikbare doeltalen hangen af van je brontaal. Vanuit Nederlands bijvoorbeeld kun je helaas alleen naar Afrikaans vertalen. Lingva biedt een bredere keuze aan taalparen, al moet je de brontekst hier wel zelf invoeren of plakken. Je kunt de tekst ook laten voorlezen, al is de kwaliteit voor Nederlands voorlopig ondermaats. De vertalingen zijn bij beide diensten niet bewerkbaar op de site.

Lingva: honderd talen, maar alleen voor zelf ingevoerde tekst.

Videosharing

Videosites als Vimeo en vooral Googles YouTube hoeven we niet meer toe te lichten, maar kun je ook enkele Europese alternatieven noemen? Die bestaan wel degelijk, met als bekendste Dailymotion en PeerTube, beide van Franse oorsprong.

Dailymotion heeft dan misschien niet het uitgebreide aanbod van YouTube, maar bereikt wereldwijd toch zo'n 300 miljoen maandelijkse gebruikers. Je kunt er zonder account video's opzoeken via trefwoorden en daarna filteren op onder meer Playlists, Users en Hashtags. Met een account kun je ook video's uploaden en delen via je browser of mobiele apps. Het platform geeft aanbevelingen op basis van je kijkgedrag en is geïntegreerd met sociale media als Facebook en X.

Bij PeerTube draait eveneens alles rond video streaming en delen, maar dan binnen het zogeheten Fediverse (meer daarover verderop in dit artikel). Zoeken naar specifieke video's of kanalen kun je via deze link. Bij een geschikte video klik je op een knop die je naar de bijbehorende server brengt, waar je je eventueel kunt aanmelden om bijvoorbeeld op video's te reageren of zelf te publiceren op je kanaal.

Op zoek naar geschikte video's op het PeerTube-platform.

Sociale media

Met sociale mediaplatformen bevinden we ons bijna volledig op Amerikaans grondgebied. Denk aan Facebook, Instagram, X, LinkedIn, Snapchat, Pinterest, Reddit, Threads en WhatsApp. Er bestaan wel – ook Europese – alternatieven, maar overstappen is vaak lastig. Je wilt immers voldoende aanbod, voldoende medegebruikers en het liefst ook een gebruiksvriendelijke omgeving.

Zo is er het Zwitserse Threema (circa 6 euro), een dienst die zich opwerpt als veilig en privacy-bewust alternatief voor WhatsApp, maar helaas is het niet mogelijk berichten tussen beide netwerken uit te wisselen – ook al ijvert de EU met initiatieven als de Digital Markets Act voor meer interoperabiliteit tussen (onder meer) berichtenapps.

Een andere relatief bekende, maar geheel gratis dienst is Mastodon, van Duitse oorsprong. Dit is een microbloggingdienst met tekstposts, reacties, boosts en volgers, die zich profileert als alternatief voor X. Mastodon maakt deel uit van het zogenaamde Fediverse, een samentrekking van 'FEDerated unIVERSE'. Dit is een gedecentraliseerd netwerk van onafhankelijk beheerde servers (zogeheten instances), die via gemeenschappelijke protocollen als ActivityPub wel met elkaar kunnen communiceren.

Andere Fediverse-diensten van Europese origine zijn het al vermelde PeerTube (videoplatform), het IJslandse Pleroma (microblogging), het Franse Funkwhale (audiosharing) en Lemmy (forum- en discussienetwerk, vergelijkbaar met Reddit).

Zojuist aangemeld bij Mastodon: daarmee zijn we klaar voor onze eerste 'toot', met hashtag natuurlijk.

AI-chat

Sinds de lancering van ChatGPT door het Amerikaanse OpenAI eind 2022 is AI, en in het bijzonder AI-chatbots, niet meer weg te denken uit bedrijven en uit ons dagelijks leven. China volgt als stevige tweede speler – denk aan het veelbesproken DeepSeek – maar ook Europa is bezig aan een fikse inhaalbeweging. Een opvallend initiatief komt van OpenEuroLLM, een alliantie van meer dan 20 Europese bedrijven, universiteiten en supercomputingcentra die een opensource-taalmodel (LLM, Large Language Model) ontwikkelen als alternatief voor Amerikaanse en Chinese AI-assistenten. OpenGPT-X dan weer is een Duits project dat grootschalige AI-taalmodellen bouwt, waaronder het opensource-model Teuken-7B, getraind in alle 24 officiële EU-talen.

Wil je zelf met een Europese AI-chatbot experimenteren, kijk dan eens op de site van het Franse bedrijf Mistral dat eigen taalmodellen ontwikkelde. Wil je ook beelden en code genereren, dan moet je je wel registreren. De bot reageert opvallend snel, maar wie meer functies wil – zoals een onbeperkt aantal prompts per dag en een krachtiger LLM – moet upgraden naar Pro (zo'n 18 euro per maand).

De beeldgenerator van Le Chat: een fraaie afbeelding in een paar seconden.

VPN

Een Virtual Private Network, kortweg VPN, is ideaal voor wie meer online privacy wil (je ip-adres blijft verborgen), veiliger wil surfen op openbare wifi (je data zijn volledig versleuteld) of geoblokkades wil omzeilen (je kiest een VPN-server in een niet-geblokkeerd land).

Veel populaire opties, zoals Hotspot Shield, zijn Amerikaans. Wie liever Europees gaat, vindt sterke alternatieven als het Zweedse Mullvad en het Zwitserse Proton VPN. Beide houden geen logboeken bij, ze bieden een wereldwijde keuze aan VPN-servers en gebruiken opensource-clientapps. Je vindt er ook functies als een killswitch (je verbinding wordt meteen verbroken als de VPN-server wegvalt) en split-tunneling (je kiest zelf welke apps via de VPN lopen). Proton VPN ondersteunt wel beter streamingdiensten als Netflix en Prime Video. Beide kosten zo'n 5 euro per maand.

Proton VPN biedt tevens een beperkte gratis versie, handig om mee te starten. Surf naar de site van Proton VPN, vul je e-mailadres in, klik op Begin met Proton VPN en stel een sterk wachtwoord in (twee keer). Je kunt meteen de client-app downloaden, bijvoorbeeld voor Windows. Installeer die (extra apps hoef je niet mee te nemen) en meld je aan met je Proton-account. Kies een VPN-server in een beschikbaar land (vijf in de gratis versie), klik op Verbinden en test de VPN-verbinding gerust via bijvoorbeeld www.whatismyip.com. Of nog beter (in het kader van dit artikel) www.watismijnip.nl/.

Controleer de VPN-verbinding door te kijken naar wat je ip-adres is.

Nog meer privacy?

Met een screenfilter kan niemand meekijken bij wat jij op je laptop doet