ID.nl logo
Welke Raspberry Pi kun je het beste kopen?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Welke Raspberry Pi kun je het beste kopen?

Tussen het eerste model van de Raspberry Pi en de meest recente zit een heel verschil. Maar wil je zo'n knutselcomputer in huis halen, dan is de nieuwste Pi niet per se de beste. Het hangt er maar net vanaf wat je ermee wil doen. Vraag je je af welke Raspberry Pi je nodig hebt? We staan stil bij de verschillen en overeenkomsten.

In acht jaar tijd zijn er al heel wat modellen van de Raspberry Pi verschenen, en zelfs de originele Raspberry Pi Model B is voor sommige toepassingen nog bruikbaar. Maar in dit artikel geven we een overzicht van de meer recente modellen en waarvoor je deze kunt inzetten.

Voor we de verschillen bespreken, is het nuttig om nog even aan te stippen wat ze gemeenschappelijk hebben. Alle modellen van de Raspberry Pi hebben een 40pin-gpio-header (behalve het eerste model uit 2012, dat 26 pinnen telt), waarop je uitbreidingsbordjes (HAT’s) kunt aansluiten of zelf elektronische onderdelen kunt solderen of met jumperwires kunt aansluiten. Dat maakt elk model geschikt om met elektronica te experimenteren.

©PXimport

Elk model heeft ook een cameraconnector en een micro-sd-kaart (behalve weer het eerste model, dat gebruikt een grotere sd-kaart).

Aan de softwarekant is vooral Raspberry Pi OS interessant, het officiële besturingssysteem voor de Raspberry Pi. Vroeger heette het besturingssysteem Raspbian. Opvallend is dat de makers achterwaartse compatibiliteit garanderen: de nieuwste versie van Raspberry Pi OS ondersteunt nog altijd het eerste model van de Raspberry Pi.

Dat gezegd hebbende, laten we de individuele Pi's erbij pakken.

Raspberry Pi 4 Model B

©PXimport

De Raspberry Pi 4 Model B, het nieuwste model uit de familie van de minicomputer, is het vlaggenschip. Het processorbordje heeft een krachtige Cortex-A72-processor (ARMv8, quadcore en 64 bit) met een kloksnelheid van 1,5 GHz. Door die processorkracht en hoeveelheid geheugen is het bordje nu eindelijk zelfs comfortabel als desktopcomputer te gebruiken, ook dankzij de twee micro-hdmi-aansluitingen.

De twee usb3.0-poorten en de gigabit-ethernetinterface maken de Raspberry Pi 4B met een externe harde schijf geschikt als nas. Ook als mediacenter, bijvoorbeeld met Kodi op het besturingssysteem LibreELEC, staat dit model zijn mannetje.

Wel is de warmteafvoer een aandachtspunt: de Raspberry Pi 4B wordt aanmerkelijk warmer dan zijn voorgangers en heeft dan ook goede ventilatie of een koelblok nodig. Er zijn ook aluminiumbehuizingen die nauw aansluiten op de processor, zoals de Argon Neo, en daardoor de warmte goed afvoeren.

Raspberry Pi 4-versies

©PXimport

Er zijn versies met drie hoeveelheden intern geheugen in omloop: 2 GB, 4 GB en 8 GB. In het begin was er nog geen versie met 8 GB, maar wel een met 1 GB. Die laatste is inmiddels uit de handel genomen.

Welke versie heb je nodig? Het model met 2 GB volstaat voor de meeste gebruikers: dat is al twee keer zoveel als in zijn voorganger. Een hoeveelheid van 4 GB is handig als je de Raspberry Pi als desktopmachine wilt gebruiken of er veel servertoepassingen op wilt draaien.

Het topmodel met 8 GB is vooral bedoeld voor veeleisende toepassingen zoals kunstmatige intelligentie en videobewerking. Om de volledige 8 GB te kunnen gebruiken, heb je wel de 64bit-versie van Raspberry Pi OS nodig, die momenteel nog een bètaversie is.

Raspberry Pi 3 Model B+

©PXimport

De Raspberry Pi 3 Model B+ is nog steeds een prima bruikbare minicomputer. Hij is voorzien van een Cortex-A53-processor (ARMv8, quadcore en 64 bit) op 1,4 GHz, 1 GB intern geheugen, 4 usb2.0-poorten, een gigabit-netwerkaansluiting (wel via usb 2.0, dus de volle gigabit-snelheid is niet haalbaar), 2,4- en 5GHz-wifi en bluetooth.

Doordat het 2GB-model van de Pi 4 Model B vrijwel gelijk is geprijsd, heeft het weinig zin om nog een Pi 3 Model B+ nieuw te kopen. Tenzij je minder rekenkracht nodig hebt en juist iets energiezuinigers zoekt met minder warmteontwikkeling.

Raspberry Pi 3 Model A+

©PXimport

De Raspberry Pi 3 Model A+ is een wat vreemde eend in de bijt. Enerzijds zijn er de processorbordjes op de standaardgrootte en anderzijds de Zero-modellen die veel kleiner zijn. De A-modellen (waarvan de Raspberry Pi 3 Model A+ de tweede versie is) zitten daar qua grootte tussen.

Ook wat prestaties betreft zit dit model in de middenmoot. Er zit dezelfde processor op als in de Raspberry Pi 3 Model B+, maar dan met slechts 512 MB geheugen. Dat maakt het bordje minder krachtig dan de Raspberry Pi 3 en 4, maar wel stukken sneller dan de Raspberry Pi Zero.

Door de kleinere afmetingen zijn er connectoren weggevallen: er is geen ethernet en er is maar één usb2.0-poort. Dat maakt het model vooral geschikt voor (talloze) toepassingen die weinig interfaces, weinig geheugen maar wel wat rekenkracht vereisen. Denk aan een ip-camera of een computerbordje voor een multiroom-audiosysteem.

Ook als domoticacontroller zou de Raspberry Pi 3 Model A+ geschikt kunnen zijn, als je hoogstens één adapter via usb gaat aansluiten en tevreden bent met wifi. De processor is krachtig genoeg om een flinke hoeveelheid gegevens te verwerken en de 512 MB geheugen is voor veel domotica-opstellingen voldoende. Dat kan bijvoorbeeld met Home Assistant.

Raspberry Pi Zero W(H)

©PXimport

De Raspberry Pi Zero W is de kleinste telg van de familie, fysiek de helft van de Raspberry Pi 3 Model A+. De processor is identiek aan de eerste generatie van de Raspberry Pi, maar dan met een kloksnelheid van 1 GHz in plaats van 700 MHz. Ook de hoeveelheid geheugen is identiek: 512 MB. Dit is dan ook geen model om zware taken op uit te voeren.

Het kleine processorbordje heeft een mini-hdmi-connector. Als je hierop een scherm aansluit, zou je de Raspberry Pi Zero W als een informatiescherm kunnen inzetten. Verder is er één micro-usb-aansluiting die usb on-the-go ondersteunt. Uiteraard heb je ook de camera-interface en de gpio-header, al is die laatste in de standaarduitvoering niet op het bordje gesoldeerd.

Heb je de gpio-pinnen nodig, dan dien je de hele 40pin-header nog zelf te solderen of koop je een kant-en-klare Raspberry Pi Zero WH met vooraf gesoldeerde header. Het bordje heeft ook wifi en bluetooth, en in combinatie met zijn kleine afmetingen en lage stroomverbruik is het daardoor ideaal voor allerlei sensortoepassingen.

Je zou het als bluetoothbeacon kunnen inzetten om je aanwezigheid te detecteren aan de hand van het bluetoothsignaal van je telefoon. Of je sluit er met jumperwires of gesoldeerde draden sensoren op aan, die je door de Raspberry Pi Zero WH laat uitlezen en via wifi laat doorsturen.

Dat kan zelfs buiten, als je er een voedingsschakeling met zonnepaneel en batterij op aansluit. Je plaatst het kleine bordje dan in een waterdichte behuizing.

Raspberry Pi Zero

©PXimport

De goedkoopste Pi is de Raspberry Pi Zero. Die is nagenoeg identiek aan de Raspberry Pi Zero W, maar dan zonder wifi en bluetooth. Dat lijkt het bordje nogal te beperken, maar toch zijn er veel toepassingen mogelijk, ook zonder netwerkconnectiviteit.

Je kunt er bijvoorbeeld een sensorbordje van maken dat gegevens via een ander draadloos protocol stuurt, met een transceiver die op 433,92 MHz uitzendt. Voor een paar euro koop je zo’n transceiver die je op de Raspberry Pi Zero soldeert. Of je kunt een infraroodontvanger op de Raspberry Pi Zero aansluiten, zodat je het bordje met de afstandsbediening van je tv aanstuurt.

Er bestaan allerlei uitbreidingsbordjes op het formaat van een Raspberry Pi Zero: pHAT’s. Deze prik je eenvoudigweg op de gpio-header van de Raspberry Pi Zero en breiden die dan uit met een schermpje, audio, leds, extra aansluitmogelijkheden enzovoort.

Met de usb-otg-aansluiting gebruik je de Raspberry Pi Zero in gadgetmodus. Als je dan via die usb-poort het bordje op je computer aansluit, kan het zich voordoen als een seriële poort, een netwerkkaart, een opslagapparaat, een midi-apparaat, een toetsenbord, een audioapparaat enzovoort.

Raspberry Pi Compute Module 3+

©PXimport

De Raspberry Pi wordt ook in industriële omgevingen ingezet. Maar daar is het vaak de Compute Module 3+, een versie die je als thuisgebruiker normaal nooit zult tegenkomen. Het processorbordje heeft de vorm van een geheugenmodule en past zelfs in een ddr2-sodimm-connector.

Het is dan ook de bedoeling dat je de Compute Module 3+ in een aangepast moederbord steekt, specifiek ontworpen voor een toepassing. Voor wie wil experimenteren, heeft de Raspberry Pi Foundation een ontwikkelbordje gemaakt, de Compute Module Development Kit.

De Compute Module 3+ is gebaseerd op de Raspberry Pi 3 Model B+, de vorige generatie van de Raspberry Pi. De specificaties komen dan ook overeen. Een belangrijk verschil is dat je geen micro-sd-kaartslot hebt voor je besturingssysteem, maar ingebouwde emmc-flash-opslag (8, 16 of 32 GB). De Compute Module 3+ Lite is een variant zonder emmc. Die gebruik je dan in combinatie met een opslagapparaat op het moederbord.

De Compute Module 3+ heeft toegang tot alle functionaliteit van de BCM2837-chip, en dat betekent dan ook dat er meer gpio-pennen en andere interfaces beschikbaar zijn dan in de standaard Raspberry Pi-modellen. Naast de officiële ontwikkelkit zijn er ook andere moederborden, zoals de balenaFin, die een mini-pcie-slot en simkaartslot toevoegt en twee camera’s ondersteunt.

Wat ga je ermee doen?

Uit deze vergelijking zou duidelijk moeten zijn in welke omstandigheden je het best welk model gebruikt. Maar de software en zelfs de meeste hardware-uitbreidingen zijn doorgaans volledig uitwisselbaar tussen de verschillende modellen. Dat is dan ook de grote kracht van het Raspberry Pi-ecosysteem.

Voor een project dat je met één model hebt uitgewerkt, kun je heel snel en met slechts minimale (vaak zelfs geen) aanpassingen overschakelen naar een ander model. Ook tijdens het experimenteren is dat handig. Als je bijvoorbeeld een robot bouwt die een Raspberry Pi Zero W als hart moet hebben, kun je de software beginnen te programmeren op een Raspberry Pi 4.

Je profiteert dan van de hogere snelheid (handig als je software dient te compileren) en van ethernet zodat je tijdens het ontwikkelen nog geen wifi hoeft op te zetten. Voor de uiteindelijke implementatie van je project steek je dan gewoon het micro-sd-kaartje in een Raspberry Pi Zero W, die je op de robotonderdelen aansluit.

Als je tenslotte nog op zoek bent naar inspiratie voor leuke knutselprojecten, raden we je de Cursus Hardware Programmeren aan.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé BBQ-trends voor 2025: van oervuur tot slimme grills
© Halfpoint
Huis

Dit zijn dé BBQ-trends voor 2025: van oervuur tot slimme grills

Natuurlijk, een kipsateetje of hamburger blijft het goed doen op de barbecue. Maar wie meer wil, kan zich vast helemaal vinden in de barbecue-trends die dit jaar populair zijn. Van koken op open vuur tot wereldsmaken: de barbecue verandert mee met de tijd – en dat proef je.

Barbecue-trends 2025 in het kort: ♨️ Koken op open vuur ♨️ Technologie op de grill ♨️ Wereldsmaken op het rooster ♨️ Duurzamer barbecueën ♨️ Meer plantaardig op de grill ♨️ Zoete afsluiters

Lees ook: Houtskool, elektrisch, gas of kamado: welke barbecue past bij jou?

Koken op open vuur

Barbecueën zonder poespas wint terrein. Terug naar het vuur, letterlijk. Steeds meer mensen kiezen voor koken op hout of houtskool, zonder gas of stekkers. Het vraagt wat oefening, maar geeft een intense smaak en een ambachtelijke sfeer. Denk aan gietijzeren pannen boven smeulende kolen of een stuk vis in een zelfgebouwde vuurplaats. Oergezellig én smaakvol.

Technologie op de grill

Aan de andere kant zie je ook het tegenovergestelde: hightech barbecues met wifi, apps en automatische temperatuurregeling. Vooral pellet grills zijn in trek. Die gebruiken houtpellets als brandstof en houden de temperatuur constant, zodat je rustig achterover kunt leunen. Ideaal voor wie wil grillen zonder stress, maar wel met smaak.

De skillet doet volop mee Een skillet is een zware gietijzeren pan met een steel, zonder antiaanbaklaag. Je gebruikt 'm rechtstreeks op het rooster van je barbecue of in het vuur. Door het dikke materiaal blijft de hitte lang hangen en gaart alles gelijkmatig. Deze pan is inmiddels vaste prik bij veel buitenkoks. In 2025 zie je 'm vaker, juist omdat hij zo goed past bij de trend van vuurkoken en gevarieerder grillen. Groenten, kazen, eieren of desserts? In een skillet lukt het allemaal, zonder dat je iets tussen het rooster verliest. Hij houdt de warmte lang vast, kan direct in het vuur en gaat jarenlang mee. Functioneel én duurzaam.

©Aleksei Isachenko

Wereldsmaken op het rooster

De barbecue wordt steeds internationaler. Klassiekers als saté en hamburgers maken ruimte voor gerechten met een twist. Spareribs met gochujang, geroosterde aubergine met tahin, of kip met ras el hanout. Deze mix van keukens levert verrassende combinaties op – ga vooral lekker experimenteren!

Duurzamer barbecueën

Ook bij de barbecue zie je dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt. Houtskool uit verantwoord bosbeheer, minder wegwerpartikelen en vaker lokaal en seizoensgebonden inkopen. Herbruikbare accessoires vervangen aluminium bakjes en houten prikkers. En wie kiest voor plantaardige gerechten, verkleint zijn ecologische voetafdruk nog verder.

Skillet nodig?

Bekijk het aanbod

Meer plantaardig op de grill

Barbecueën zonder vlees is allang geen uitzondering meer. Groenten krijgen een hoofdrol: bloemkool, maïskolven, paddenstoelen, paprika, allemaal gaan ze direct op het rooster of in een gietijzeren schaal. Vleesvervangers zijn er in alle soorten en smaken, van burgers tot worstjes. De barbecue wordt daardoor breder inzetbaar – ook als je geen vlees eet.

©sai-chan

Zoete afsluiters

Tot slot: desserts van de barbecue. Gegrilde ananas, gebakken banaan of marshmallows tussen twee biscuitjes (s'mores). Ook cakes of broodpudding in een skillet doen het goed. Daarmee sluit je een barbecue niet alleen warm, maar ook origineel af.

S'mores van de barbecue Leg per persoon twee biscuitjes klaar, een stuk chocolade (bijvoorbeeld melk of puur) en een grote marshmallow.

  1. Rooster de marshmallow boven de barbecue tot hij goudbruin en zacht is.
  2. Leg een stukje chocolade op een biscuitje.
  3. Zet de warme marshmallow erop en dek af met het tweede biscuitje.
  4. Druk licht aan zodat de chocolade smelt.
  5. Even laten afkoelen (voor zover je dat redt), en genieten maar. Je kunt de chocolade ook vervangen door bijvoorbeeld een karamelsnoepje of een lik hazelnootpasta.

Conclusie

In 2025 barbecue je minder op routine en meer met aandacht. Dat kan met een zelfgestookt vuurtje of een slimme grill, zolang het maar draait om smaak, delen en ontdekken!

▼ Volgende artikel
Altijd een frisse vaatwasser: zo houd je 'm schoon, fris en in topvorm!
© Andrey Popov
Huis

Altijd een frisse vaatwasser: zo houd je 'm schoon, fris en in topvorm!

De vaatwasser is je trouwe keukenmaatje. Dag in, dag uit maakt hij pannen, glazen en borden blinkend schoon. Maar wie zorgt er eigenlijk voor hem? Een beetje liefde en onderhoud doet wonderen: je vaat blijft fris, je machine gaat langer mee én je voorkomt nare geurtjes. Met deze simpele tips blijft je afwasmachine in topconditie.

Als je een echt schone vaat wil, moet de vaatwasser zelf natuurlijk ook schoon zijn. In dit artikel lees je:

  • Hoe vaak je de vaatwasser zou moeten schoonmaken
  • Welke middelen je hiervoor kunt gebruiken
  • Waarom je niet altijd voor een verkort programma moet kiezen

Lees ook zeker even: Wat is een slimme vaatwasser en wat kun je ermee?

Elke dag verdwijnt er van alles in de vaatwasser: vet, etensresten, kalk, noem maar op. Vooral het filter en de afvoer krijgen het zwaar te verduren. Draai je vaak korte of lauwe programma's, dan hoopt vuil zich nóg sneller op, met doffe glazen of een vieze geur als gevolg. Daarom is regelmatig schoonmaken bepaald geen overbodige luxe. Zo houd je het bij:

  • Wekelijks: filter schoonmaken onder de warme kraan.

  • Elke twee tot drie maanden: een heet programma draaien zonder vaat.

  • Per kwartaal: rubbers goed schoonboenen.

  • Twee keer per jaar: sproeiarmen loshalen en reinigen.

©Lazy_Bear - stock.adobe.com

Het filter: de stille held van je vaatwasser

Het filter is dé plek waar alle etensresten samenkomen. En net als het zeefje in je gootsteen moet ook dit onderdeel regelmatig worden geleegd. Klik het filter eruit, verwijder alle viezigheid en spoel het ten slotte grondig af onder heet water. Een beetje afwasmiddel erbij kan geen kwaad. Binnen een minuut gefixt, en je voorkomt bovendien verstoppingen en nare luchtjes.

Af en toe flink heet spoelen

Die snelle Eco-stand is handig, maar niet altijd afdoende. Draai daarom om de paar maanden een leeg programma op de hoogste temperatuur. Zo los je vetresten op die zich anders aan de wanden hechten. Wil je extra grondig te werk gaan? Giet dan wat schoonmaakazijn op de bodem en leg een paar schijfjes citroen in het bestekmandje. Daarna gewoon de machine zijn werk laten doen.

Liever geen azijn? Dan is baking soda een goed alternatief. Let wel op: een klein theelepeltje in het zeepbakje is genoeg. Te veel soda kan de rubbers aantasten.

©Lazy_Bear - stock.adobe.com

Sproeiarmen schoonmaken: zo gepiept

Zit er plotseling nauwelijks nog kracht achter de waterstralen? Grote kans dat een van de sproeiarmen verstopt zit. Meestal heeft je vaatwasser er twee: eentje onderin en eentje onder het bovenste rek. Je haalt ze los door ze iets in te duwen en naar links te draaien, maar check bij twijfel vooral even de handleiding.

Spoel de sproeiarmen af onder de kraan en prik eventuele verstoppingen open met een satéprikker. Zijn ze erg vies? Laat ze dan een uurtje weken in heet water met wat soda.

Rubbers: vaak vergeten, maar o zo belangrijk

De rubbers rondom de deur zijn een broedplaats voor viezigheid. Tussen de plooien kunnen zich etensresten, schimmels en bacteriën ophopen – en dat ga je op den duur ruiken. Bovendien kunnen versleten of vieze rubbers gaan lekken.

Maak de rubbers schoon met een warm sopje van afwasmiddel en water. Een doekje werkt prima, maar voor de kleine kiertjes is een oude tandenborstel ideaal. Vermijd agressieve middelen: die tasten het rubber aan, en dan ben je nog verder van huis.

©Kislev | Julia - stock.adobe.com

Vergeet de zijkanten van de deur en de rubbers niet schoon te maken.

Mocht je toch op zoek zijn naar een nieuwe vaatwasser, dan kun je uiteraard terecht bij de bekende webwinkels.