ID.nl logo
Ben jij klaar voor VR?
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Ben jij klaar voor VR?

Oculus Rift en HTC Vive zijn de eerste echt goede VR-systemen voor consumenten om met je computer te gebruiken. Maar wat heb je precies nodig, en is het verstandig om nu al in te stappen? Dit artikel geeft je alle informatie om te beslissen.

Tip 01: Pc klaar voor VR?

Voor VR heb je een krachtige pc nodig. Zowel Oculus als HTC heeft een lijst met aangeraden specificaties gepubliceerd. Je hebt minstens een i5 6400-processor met NVIDIA 970- of AMD R9 290-videokaart nodig. HTC stelt dat de pc minstens 4 GB RAM nodig heeft. Voor de Oculus Rift is dat 8 GB. Daarnaast is het voor de Oculus Rift noodzakelijk dat de pc minstens twee usb 3.0 poorten heeft. Usb 2.0 is echt niet voldoende omdat de sensor en de headset anders te weinig stroom en bandbreedte hebben. Oculus raadt tegenwoordig zelfs drie keer usb 3.0 plus een usb2.0-poort aan, om alvast klaar te zijn voor Oculus Touch (zie tip 3). De HTC Vive heeft voldoende aan twee usb 2.0 poorten. Lees ook: Je eigen virtual-reality-bril in 7 stappen.

Beide headsets vereisen een vrije HDMI-poort op de videokaart. Als je daar nu je monitor op hebt zitten, moet je die dus ompluggen naar een andere uitgang en wellicht heb je dan een andere kabel of adapter nodig. De VR-headsets werken niet op andere poorten dan HDMI, ook niet met adapter. Deze specificaties zijn volgens beide bedrijven goed genoeg voor een optimale ervaring. Oculus belooft bovendien dat deze specs de komende twee jaar geldig blijven. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je over een half jaar alweer een nieuwe videokaart aan moet schaffen.

©PXimport

Een nieuwe VR-ready-pc kost minstens duizend euro.

Tip 02: Room-scale VR

Room-scale is de term voor VR waarbij je vrij door je kamer kunt lopen met je headset op. Hiervoor moet je eerst met de controllers een veilige zone afbakenen in je kamer. Een veiligheidssysteem met de naam 'Chaperone' waarschuwt via een virtueel grid als je buiten deze afbakening dreigt te komen. Dit voorkomt dat je tegen muren of andere obstakels botst. Om de hele ruimte te kunnen gebruiken, moet je twee apparaten aan de muur bevestigen in twee tegenovergestelde hoeken van de kamer. Deze 'lighthouse'-kastjes zijn nodig om jouw locatie in de kamer vast te stellen. Room-scale vereist logischerwijs flink wat vrije ruimte. Ideaal is minstens 2 bij 2,5 meter.

Op dit moment is de HTC Vive helemaal klaar voor 'room-scale VR'. Oculus Rift is daar nog niet geschikt voor, omdat de daarvoor benodigde Touch-controllers nog niet te koop zijn. De HTC Lighthouses die je in de hoeken van de kamer hangt, hoef je niet met de pc te verbinden maar ze hebben wel stroom nodig.

©PXimport

Met Vive kun je vrij door de kamer lopen in je virtuele wereld, en dus ook op deze manier spellen spelen.

Tip 03: Tracked controllers

Een 'tracked controller' is een controller die door het VR-systeem in de ruimte wordt gevolgd, zodat je ze in virtual reality op de juiste plek kunt zien. De HTC Vive wordt geleverd met twee van deze controllers: één voor elke hand. Hiermee kun je in VR voorwerpen manipuleren, of je kunt ze als wapen gebruiken om op vijanden te schieten in spelletjes. Het doet een beetje denken aan de aloude Wii-controllers, maar dan vele malen nauwkeuriger en flexibeler.

Oculus Rift wordt op dit moment geleverd met een 'ouderwetse' Xbox One-gamepad. De Oculus Touch, de evenknie van de Vive-controller, is nog niet verkrijgbaar en komt naar verwachting pas aan het eind van het jaar op de markt. Wel lijkt het er nu op dat de Touch geavanceerder is. Oculus Touch kan namelijk vaststellen wat je met je vingers doet, zodat je preciezere interacties uit kan voeren. Ook kun je handgebaren maken door je duim omhoog te steken of te wijzen. Dit is bedoeld voor 'sociale VR', waarbij je met anderen in een gedeelde virtuele wereld communiceert.

Het voordeel van tracked controllers voor beide systemen is dat VR er een stuk realistischer door wordt. Je kunt namelijk op een veel intuïtievere manier invloed uitoefenen op je omgeving. Daar staat tegenover dat er op dit moment nog meer goede VR-spellen zijn die gebruikmaken van een traditionele controller. Games als EVE Valkyrie en Lucky's Tale voor Oculus Rift werken prima met controller, en het is zeker geen slechte ervaring. Toch is een tracked controller voor de Oculus Rift straks een haast verplichte aanschaf om alle ondersteunde spellen te spelen. De prijs van Touch is nog niet bekend.

©PXimport

De Touch-controllers voor Oculus Rift komen pas eind 2016 op de markt.

Tip 04: Welke spellen?

Zowel voor Oculus Rift als HTC Vive is nu al een aardig aantal games en 'ervaringen' verkrijgbaar. Rift-spellen richten zich allemaal op een staande of zittende ervaring, HTC Vive-games kunnen naast staand en zittend dus ook room-scale-ervaringen zijn. Op dit moment zijn vooral de zittende ervaringen het diepst en het best uitgewerkt. Denk hierbij aan games zoals Project Cars en Elite Dangerous (beide te spelen op Rift en Vive). Zowel Project Cars als Elite Dangerous zijn eigenlijk traditionele monitor-games die veel meer tot hun recht komen in virtual reality. Het is immers veel leuker om 'in' de auto of de cockpit van een ruimteschip te zitten. De kracht van VR mag je hier niet onderschatten.

Voor Oculus Rift is ook een aantal exclusieve games, die alleen te koop zijn in de Oculus Home-store. Wie een Vive heeft, kan op dit moment geen spellen kopen in Oculus Home. Wie een Rift heeft kan wel alle voor Rift geschikte spellen kopen bij Steam.

Het is belangrijk om te beseffen dat de software voor VR op dit moment nog in de kinderschoenen staat. Dit is vergelijkbaar met de eerste spellen voor een nieuwe spelcomputer: de ontwikkelaars moeten nog leren hoe ze het optimale resultaat uit de hardware kunnen halen. De grote golf VR-games wordt aan het eind van dit jaar verwacht.

©PXimport

Lucky's Tale is een gratis platformspel wat iets weg heeft van Mario, voor iedereen met een Rift.

Tip 05: Kun je ertegen?

Je kunt flink misselijk worden van virtual reality. Dit heet 'simulatieziekte' en werkt hetzelfde als zee- of wagenziekte. Je ogen zien beweging, maar je evenwichtsorgaan in het oor voelt geen beweging. Deze discrepantie stuurt alarmsignalen naar het brein, en de reactie is misselijkheid. Gelukkig zijn ontwikkelaars steeds beter in het ontwerpen van games en ervaringen waar je niet of nauwelijks misselijk van wordt. Het zijn vooral 'ouderwetse' spellen zoals first person shooters die gewoon heel slecht werken.

Het lopen zoals in bijvoorbeeld Call of Duty voelt in VR heel onnatuurlijk en misselijkmakend aan. Dit is ook een reden dat de meeste VR spellen zijn ontworpen rond stilstaan, teleportatie (zodat je meteen naar een nieuwe plek flitst) of met een cockpit. Dat laatste helpt heel goed tegen simulatieziekte omdat juist bewegingen in je ooghoeken voor ongemak zorgen. De virtuele cockpit dekt dat perifere zicht af, zodat je zelfs wilde luchtgevechten kunt hebben zonder onderuit te gaan.

Het is een misverstand dat je door simulatieziekte 'heen kunt breken' door maar vol te houden. Het wordt alleen maar erger en als je niet naar je lichaam luistert kun je er dagen naar van zijn. De beste manier om je lichaam te leren met VR om te gaan, is stoppen als je ongemak voelt en later weer starten. Je merkt dan dat je steeds langer in de virtuele wereld kunt blijven zonder ziek te worden.

©PXimport

Wie lang achter elkaar VR gebruikt, kan simulatieziekte krijgen. Neem onmiddellijk een pauze als je ongemak ervaart.

Tip 06: Comfort

De Oculus Rift is de meest comfortabele headset. Het apparaat is licht, goed gebalanceerd en omdat het een speciaal soort textiel gebruikt voor de behuizing, word je ook niet snel zweterig van het gebruik. Het is mogelijk om urenlang een Rift te dragen zonder dat je er last van krijgt. Er is helaas één maar: als je een bril draagt, zul je merken dat de Rift oncomfortabel op de pootjes drukt, wat na een tijdje vervelend wordt.

De Vive is iets zwaarder en wat slechter gebalanceerd. Omdat de behuizing van hard plastic is, word je sneller warm waardoor de lenzen kunnen beslaan. Dit alles is overigens relatief, want de Vive is absoluut niet vervelend om te dragen. Het is pas als je een Rift op hebt gehad dat je het verschil echt merkt. Daar komt bij dat de Vive veel comfortabeler is voor brildragers. Er zit een speciale opening aan beide zijkanten om ruimte te geven aan de pootjes.

©PXimport

De Vive is zwaarder en minder comfortabel dan Rift, maar het verschil tussen de twee is klein.

Tip 07: Kinderziektes

VR staat na al die jaren nog steeds in de kinderschoenen. De headsets van HTC en Oculus die nu te koop zijn, zijn eerste versies van de hardware. Vergelijk het met de allereerste iPhone, die kon veel, maar latere modellen zijn veel geavanceerder. Het houdt in dat geen van beide een perfecte ervaring geeft. Ze hebben bijvoorbeeld een relatief lage resolutie vergeleken met een gewone monitor. Hoewel de beeldkwaliteit indrukwekkend genoeg is, kun je als je goed kijkt de pixels zien.

Ook hebben beide headsets fresnellenzen. Deze hebben kleine ribbels om ervoor te zorgen dat een zo groot mogelijk gebied in focus is. Het nadeel van fresnel is dat er soms lens-flares kunnen optreden. Dit zijn schitteringen op de lens die lijken op een veeg op het glas.

Beide systemen maken ook gebruik van een eerste versie van hun driversoftware. Vive maakt gebruik van SteamVR, wat meer functies heeft dan Oculus Home. SteamVR geeft bovendien de mogelijkheid om gewone pc-games op een virtuele grote monitor te spelen. Het startscherm van de Rift, 'Oculus Home' is vooral een winkel met maar weinig andere functies. Je kunt een spel kopen en opstarten en je kunt films kijken in een virtuele bioscoop. Maar Rift-bezitters hoeven zich niet buitengesloten te voelen: ze kunnen ook gebruikmaken van SteamVR. Vive bezitters kunnen andersom geen gebruikmaken van Oculus Home.

Hoe dan ook zijn beide interfaces en systemen nog erg pril en kun je rekenen op kleine en grote problemen die horen bij een eerste-generatie-product.

©PXimport

Oculus Home is het eerste wat je ziet als je de Rift opzet. De functionaliteit is nog erg beperkt.

Tip 08: Geluid

Om een perfect virtualreality-gevoel op te wekken is het niet genoeg dat de hardware je ogen overtuigt. Geluid is minstens zo belangrijk. Rift heeft daarom een ingebouwde koptelefoon die verrassend goed klinkt. Het geluid is 3D, wat betekent dat je echt geluiden boven of achter je kunt ervaren. Het gaat dus verder dan gewone stereo, vergelijk het met surround-sound in een home-theatre.

Mocht je niet tevreden zijn over Rifts koptelefoon dan kun je hem verwijderen en een andere gebruiken.

Vive heeft geen ingebouwde koptelefoon, er zit wel een gewone in-ear-oortelefoon bij. Deze is oké, maar niet meer dan dat. Het is daarom bij de Vive zeker aan te raden om er een goede koptelefoon bij aan te schaffen voor de meest overtuigende ervaring.

©PXimport

Rift heeft een goede ingebouwde koptelefoon met surround-sound.

Tip 09: Playstation VR

Als je geen geschikte pc hebt maar wel via je pc VR wilt gebruiken, is instappen in VR erg duur. Wil je een nieuwe pc kopen die VR aankan, dan ben je al snel duizend euro kwijt, als je hem zelf bouwt. Uiteraard ben je al een stuk goedkoper uit als je al een prima systeem hebt en maar een paar onderdelen hoeft te upgraden. Mocht je overigens een laptop hebben, dan kun je pc VR op dit moment gewoon niet gebruiken. Hetzelfde geldt voor Mac-bezitters. Zelfs de duurste Apple-computer heeft niet de benodigde videokaart.

Wil je geen nieuwe pc voor VR kopen, dan kan het een idee zijn om voor PlayStation VR te kiezen. Deze headset van Sony kost zo'n vierhonderd euro en komt in oktober op de markt. Hij werkt met de Playstation 4. Zelfs als je de spelcomputer nog niet hebt, kost een complete VR-setup (PS4, headset en Playstation Camera) samen nog steeds minder dan de HTC Vive zonder pc.

Hoewel het beeldscherm van Playstation VR een wat lagere resolutie heeft, is het VR-effect nog steeds heel indrukwekkend. De headset is bijzonder comfortabel en je kunt hem net als Rift lange tijd dragen zonder er last van te krijgen. Daarnaast is Sony gespecialiseerd in games en ervaringen voor consumenten. Er komen heel wat mooie games voor Playstation VR van grote uitgevers zoals Capcom, Square-Enix en EA. Ook komen veel spellen die ontwikkeld zijn voor Rift en Vive naar Playstation VR. Je zult dus niet snel een titel tegenkomen die alleen op de pc te spelen is.

©PXimport

Playstation VR is relatief goedkoop en geeft toch een fantastische VR-ervaring.

Tip 10: Koop geen prototype

Vóór de Oculus Rift op de markt kwam, verkocht Oculus al prototypes van zijn headset: de DK1 en DK2. Deze headsets waren bedoeld om het concept te bewijzen en voor ontwikkelaars om alvast spellen te ontwikkelen voor de consumentenversie. Nu de echte Rift verkrijgbaar is, verkopen veel hobbyisten hun DK1 en DK2. Hoewel zeker de DK2 op het moment van verschijnen een indrukwekkende ervaring gaf, is het zonde van het geld om er nu een in huis te halen.

De gangbare tweedehands prijs is nog steeds enkele honderden euro's en je weet dat je niet de allerbeste ervaring in huis haalt. De resolutie van DK2 is veel lager dan van de consumentenversie. Daar komt bij dat Oculus langzaam maar zeker stopt met het ondersteunen van de prototypes. Dus hoewel je nu best een aardig aantal VR-games op de DK2 kunt spelen, is deze periode van 'backwards compatibility' maar van korte duur. De DK1 is helemaal niet geschikt voor de nieuwste VR-games, omdat DK1 niet in staat is om je bewegingen in de ruimte te volgen. Het apparaat kan alleen vaststellen of je je hoofd draait. Hierdoor zijn de meeste games onspeelbaar.

©PXimport

Een tweedehands DK2 is goedkoper dan een consumenteneditie, maar de kwaliteit is dan ook een stuk minder.

Tip 11: Keuze maken

Virtual reality is een ontzettend nieuwe technologie. Dat heeft een aantal grote nadelen. Om te beginnen is het nog erg duur. Het is zeker dat de prijs van VR-headsets de komende jaren zal zakken. Ook weten we nu al dat Oculus en HTC over twee of drie jaar met opvolgers komen die beter en waarschijnlijk goedkoper zijn dan wat je nu kan kopen. En er komen ook andere merken met producten waardoor de concurrentie groter wordt.

Oculus zegt overigens zelf dat de upgradecyclus 'tussen een telefoon en een spelcomputer ligt'. Je hoeft dus niet bang te zijn dat de tweede versie van de Rift volgend jaar al te koop is en je huidige apparaat dan waardeloos is.

Heb je voor jezelf de knoop doorgehakt en wil je nu een Oculus Rift of Vive bestellen, dan is er een wachtlijst. Het is dus zeker niet zo dat als je vandaag bestelt, je morgen al aan de gang kunt. Rift heeft op het moment van schrijven een wachtlijst van drie maanden. De levertijd van Vive is op het moment van schrijven wel korter, maar ook daar moet je zeker een maand op wachten.

Zoals gezegd is de software voor zowel Vive als Rift nog niet heel indrukwekkend. Als je dus een completere en diepere ervaring wilt, is wachten de beste optie. Eind 2016 komt de tweede golf VR-software uit. Ook is dan de Oculus Touch op de markt, waardoor je een betere vergelijking tussen Vive en Rift kunt maken.

Tot slot is het over een paar maanden veel makkelijker om zelf de Rift of Vive uit te proberen, als de apparaten eindelijk in de winkels liggen. Zelf VR ervaren is de beste manier om erachter te komen of je het echt wilt hebben. Video's en artikelen kunnen namelijk niet overdragen hoe geweldig Rift en Vive nu al zijn.

©PXimport

Vive kost bijna duizend euro. Rift kost bijna achthonderd euro. Wacht dus nog even, de prijzen gaan uiteindelijk zakken.

De beste VR-ervaring

Normaal gesproken geven we aan het einde van de checklist drie aanraders. In dit geval doen we dat niet. Er zijn nog zo weinig producten, en de 'beste VR-ervaring' is er domweg nog niet. Oculus Rift, HTC Vive en Playstation VR zijn alle drie in staat om een overtuigende virtuele wereld te tonen. Het lijkt alsof je midden in het beeld staat en die ervaring is met niets anders te vergelijken. Dit is de toekomst van computeramusement. Als dit je super-enthousiast maakt, kun je met geen van de headsets een echt verkeerde keuze maken. Houd er echter rekening mee dat je een eerste-generatie-product koopt met een boel bekende en onbekende problemen.

Wie de allerbeste VR-ervaring wil, kan beter nog minstens een half jaar wachten, tot er betere software is. Hoe goed Rift en Vive ook zijn, ze vallen of staan bij de games die je erop kunt spelen.

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.