ID.nl logo
Ben jij klaar voor VR?
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Ben jij klaar voor VR?

Oculus Rift en HTC Vive zijn de eerste echt goede VR-systemen voor consumenten om met je computer te gebruiken. Maar wat heb je precies nodig, en is het verstandig om nu al in te stappen? Dit artikel geeft je alle informatie om te beslissen.

Tip 01: Pc klaar voor VR?

Voor VR heb je een krachtige pc nodig. Zowel Oculus als HTC heeft een lijst met aangeraden specificaties gepubliceerd. Je hebt minstens een i5 6400-processor met NVIDIA 970- of AMD R9 290-videokaart nodig. HTC stelt dat de pc minstens 4 GB RAM nodig heeft. Voor de Oculus Rift is dat 8 GB. Daarnaast is het voor de Oculus Rift noodzakelijk dat de pc minstens twee usb 3.0 poorten heeft. Usb 2.0 is echt niet voldoende omdat de sensor en de headset anders te weinig stroom en bandbreedte hebben. Oculus raadt tegenwoordig zelfs drie keer usb 3.0 plus een usb2.0-poort aan, om alvast klaar te zijn voor Oculus Touch (zie tip 3). De HTC Vive heeft voldoende aan twee usb 2.0 poorten. Lees ook: Je eigen virtual-reality-bril in 7 stappen.

Beide headsets vereisen een vrije HDMI-poort op de videokaart. Als je daar nu je monitor op hebt zitten, moet je die dus ompluggen naar een andere uitgang en wellicht heb je dan een andere kabel of adapter nodig. De VR-headsets werken niet op andere poorten dan HDMI, ook niet met adapter. Deze specificaties zijn volgens beide bedrijven goed genoeg voor een optimale ervaring. Oculus belooft bovendien dat deze specs de komende twee jaar geldig blijven. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je over een half jaar alweer een nieuwe videokaart aan moet schaffen.

©PXimport

Een nieuwe VR-ready-pc kost minstens duizend euro.

Tip 02: Room-scale VR

Room-scale is de term voor VR waarbij je vrij door je kamer kunt lopen met je headset op. Hiervoor moet je eerst met de controllers een veilige zone afbakenen in je kamer. Een veiligheidssysteem met de naam 'Chaperone' waarschuwt via een virtueel grid als je buiten deze afbakening dreigt te komen. Dit voorkomt dat je tegen muren of andere obstakels botst. Om de hele ruimte te kunnen gebruiken, moet je twee apparaten aan de muur bevestigen in twee tegenovergestelde hoeken van de kamer. Deze 'lighthouse'-kastjes zijn nodig om jouw locatie in de kamer vast te stellen. Room-scale vereist logischerwijs flink wat vrije ruimte. Ideaal is minstens 2 bij 2,5 meter.

Op dit moment is de HTC Vive helemaal klaar voor 'room-scale VR'. Oculus Rift is daar nog niet geschikt voor, omdat de daarvoor benodigde Touch-controllers nog niet te koop zijn. De HTC Lighthouses die je in de hoeken van de kamer hangt, hoef je niet met de pc te verbinden maar ze hebben wel stroom nodig.

©PXimport

Met Vive kun je vrij door de kamer lopen in je virtuele wereld, en dus ook op deze manier spellen spelen.

Tip 03: Tracked controllers

Een 'tracked controller' is een controller die door het VR-systeem in de ruimte wordt gevolgd, zodat je ze in virtual reality op de juiste plek kunt zien. De HTC Vive wordt geleverd met twee van deze controllers: één voor elke hand. Hiermee kun je in VR voorwerpen manipuleren, of je kunt ze als wapen gebruiken om op vijanden te schieten in spelletjes. Het doet een beetje denken aan de aloude Wii-controllers, maar dan vele malen nauwkeuriger en flexibeler.

Oculus Rift wordt op dit moment geleverd met een 'ouderwetse' Xbox One-gamepad. De Oculus Touch, de evenknie van de Vive-controller, is nog niet verkrijgbaar en komt naar verwachting pas aan het eind van het jaar op de markt. Wel lijkt het er nu op dat de Touch geavanceerder is. Oculus Touch kan namelijk vaststellen wat je met je vingers doet, zodat je preciezere interacties uit kan voeren. Ook kun je handgebaren maken door je duim omhoog te steken of te wijzen. Dit is bedoeld voor 'sociale VR', waarbij je met anderen in een gedeelde virtuele wereld communiceert.

Het voordeel van tracked controllers voor beide systemen is dat VR er een stuk realistischer door wordt. Je kunt namelijk op een veel intuïtievere manier invloed uitoefenen op je omgeving. Daar staat tegenover dat er op dit moment nog meer goede VR-spellen zijn die gebruikmaken van een traditionele controller. Games als EVE Valkyrie en Lucky's Tale voor Oculus Rift werken prima met controller, en het is zeker geen slechte ervaring. Toch is een tracked controller voor de Oculus Rift straks een haast verplichte aanschaf om alle ondersteunde spellen te spelen. De prijs van Touch is nog niet bekend.

©PXimport

De Touch-controllers voor Oculus Rift komen pas eind 2016 op de markt.

Tip 04: Welke spellen?

Zowel voor Oculus Rift als HTC Vive is nu al een aardig aantal games en 'ervaringen' verkrijgbaar. Rift-spellen richten zich allemaal op een staande of zittende ervaring, HTC Vive-games kunnen naast staand en zittend dus ook room-scale-ervaringen zijn. Op dit moment zijn vooral de zittende ervaringen het diepst en het best uitgewerkt. Denk hierbij aan games zoals Project Cars en Elite Dangerous (beide te spelen op Rift en Vive). Zowel Project Cars als Elite Dangerous zijn eigenlijk traditionele monitor-games die veel meer tot hun recht komen in virtual reality. Het is immers veel leuker om 'in' de auto of de cockpit van een ruimteschip te zitten. De kracht van VR mag je hier niet onderschatten.

Voor Oculus Rift is ook een aantal exclusieve games, die alleen te koop zijn in de Oculus Home-store. Wie een Vive heeft, kan op dit moment geen spellen kopen in Oculus Home. Wie een Rift heeft kan wel alle voor Rift geschikte spellen kopen bij Steam.

Het is belangrijk om te beseffen dat de software voor VR op dit moment nog in de kinderschoenen staat. Dit is vergelijkbaar met de eerste spellen voor een nieuwe spelcomputer: de ontwikkelaars moeten nog leren hoe ze het optimale resultaat uit de hardware kunnen halen. De grote golf VR-games wordt aan het eind van dit jaar verwacht.

©PXimport

Lucky's Tale is een gratis platformspel wat iets weg heeft van Mario, voor iedereen met een Rift.

Tip 05: Kun je ertegen?

Je kunt flink misselijk worden van virtual reality. Dit heet 'simulatieziekte' en werkt hetzelfde als zee- of wagenziekte. Je ogen zien beweging, maar je evenwichtsorgaan in het oor voelt geen beweging. Deze discrepantie stuurt alarmsignalen naar het brein, en de reactie is misselijkheid. Gelukkig zijn ontwikkelaars steeds beter in het ontwerpen van games en ervaringen waar je niet of nauwelijks misselijk van wordt. Het zijn vooral 'ouderwetse' spellen zoals first person shooters die gewoon heel slecht werken.

Het lopen zoals in bijvoorbeeld Call of Duty voelt in VR heel onnatuurlijk en misselijkmakend aan. Dit is ook een reden dat de meeste VR spellen zijn ontworpen rond stilstaan, teleportatie (zodat je meteen naar een nieuwe plek flitst) of met een cockpit. Dat laatste helpt heel goed tegen simulatieziekte omdat juist bewegingen in je ooghoeken voor ongemak zorgen. De virtuele cockpit dekt dat perifere zicht af, zodat je zelfs wilde luchtgevechten kunt hebben zonder onderuit te gaan.

Het is een misverstand dat je door simulatieziekte 'heen kunt breken' door maar vol te houden. Het wordt alleen maar erger en als je niet naar je lichaam luistert kun je er dagen naar van zijn. De beste manier om je lichaam te leren met VR om te gaan, is stoppen als je ongemak voelt en later weer starten. Je merkt dan dat je steeds langer in de virtuele wereld kunt blijven zonder ziek te worden.

©PXimport

Wie lang achter elkaar VR gebruikt, kan simulatieziekte krijgen. Neem onmiddellijk een pauze als je ongemak ervaart.

Tip 06: Comfort

De Oculus Rift is de meest comfortabele headset. Het apparaat is licht, goed gebalanceerd en omdat het een speciaal soort textiel gebruikt voor de behuizing, word je ook niet snel zweterig van het gebruik. Het is mogelijk om urenlang een Rift te dragen zonder dat je er last van krijgt. Er is helaas één maar: als je een bril draagt, zul je merken dat de Rift oncomfortabel op de pootjes drukt, wat na een tijdje vervelend wordt.

De Vive is iets zwaarder en wat slechter gebalanceerd. Omdat de behuizing van hard plastic is, word je sneller warm waardoor de lenzen kunnen beslaan. Dit alles is overigens relatief, want de Vive is absoluut niet vervelend om te dragen. Het is pas als je een Rift op hebt gehad dat je het verschil echt merkt. Daar komt bij dat de Vive veel comfortabeler is voor brildragers. Er zit een speciale opening aan beide zijkanten om ruimte te geven aan de pootjes.

©PXimport

De Vive is zwaarder en minder comfortabel dan Rift, maar het verschil tussen de twee is klein.

Tip 07: Kinderziektes

VR staat na al die jaren nog steeds in de kinderschoenen. De headsets van HTC en Oculus die nu te koop zijn, zijn eerste versies van de hardware. Vergelijk het met de allereerste iPhone, die kon veel, maar latere modellen zijn veel geavanceerder. Het houdt in dat geen van beide een perfecte ervaring geeft. Ze hebben bijvoorbeeld een relatief lage resolutie vergeleken met een gewone monitor. Hoewel de beeldkwaliteit indrukwekkend genoeg is, kun je als je goed kijkt de pixels zien.

Ook hebben beide headsets fresnellenzen. Deze hebben kleine ribbels om ervoor te zorgen dat een zo groot mogelijk gebied in focus is. Het nadeel van fresnel is dat er soms lens-flares kunnen optreden. Dit zijn schitteringen op de lens die lijken op een veeg op het glas.

Beide systemen maken ook gebruik van een eerste versie van hun driversoftware. Vive maakt gebruik van SteamVR, wat meer functies heeft dan Oculus Home. SteamVR geeft bovendien de mogelijkheid om gewone pc-games op een virtuele grote monitor te spelen. Het startscherm van de Rift, 'Oculus Home' is vooral een winkel met maar weinig andere functies. Je kunt een spel kopen en opstarten en je kunt films kijken in een virtuele bioscoop. Maar Rift-bezitters hoeven zich niet buitengesloten te voelen: ze kunnen ook gebruikmaken van SteamVR. Vive bezitters kunnen andersom geen gebruikmaken van Oculus Home.

Hoe dan ook zijn beide interfaces en systemen nog erg pril en kun je rekenen op kleine en grote problemen die horen bij een eerste-generatie-product.

©PXimport

Oculus Home is het eerste wat je ziet als je de Rift opzet. De functionaliteit is nog erg beperkt.

Tip 08: Geluid

Om een perfect virtualreality-gevoel op te wekken is het niet genoeg dat de hardware je ogen overtuigt. Geluid is minstens zo belangrijk. Rift heeft daarom een ingebouwde koptelefoon die verrassend goed klinkt. Het geluid is 3D, wat betekent dat je echt geluiden boven of achter je kunt ervaren. Het gaat dus verder dan gewone stereo, vergelijk het met surround-sound in een home-theatre.

Mocht je niet tevreden zijn over Rifts koptelefoon dan kun je hem verwijderen en een andere gebruiken.

Vive heeft geen ingebouwde koptelefoon, er zit wel een gewone in-ear-oortelefoon bij. Deze is oké, maar niet meer dan dat. Het is daarom bij de Vive zeker aan te raden om er een goede koptelefoon bij aan te schaffen voor de meest overtuigende ervaring.

©PXimport

Rift heeft een goede ingebouwde koptelefoon met surround-sound.

Tip 09: Playstation VR

Als je geen geschikte pc hebt maar wel via je pc VR wilt gebruiken, is instappen in VR erg duur. Wil je een nieuwe pc kopen die VR aankan, dan ben je al snel duizend euro kwijt, als je hem zelf bouwt. Uiteraard ben je al een stuk goedkoper uit als je al een prima systeem hebt en maar een paar onderdelen hoeft te upgraden. Mocht je overigens een laptop hebben, dan kun je pc VR op dit moment gewoon niet gebruiken. Hetzelfde geldt voor Mac-bezitters. Zelfs de duurste Apple-computer heeft niet de benodigde videokaart.

Wil je geen nieuwe pc voor VR kopen, dan kan het een idee zijn om voor PlayStation VR te kiezen. Deze headset van Sony kost zo'n vierhonderd euro en komt in oktober op de markt. Hij werkt met de Playstation 4. Zelfs als je de spelcomputer nog niet hebt, kost een complete VR-setup (PS4, headset en Playstation Camera) samen nog steeds minder dan de HTC Vive zonder pc.

Hoewel het beeldscherm van Playstation VR een wat lagere resolutie heeft, is het VR-effect nog steeds heel indrukwekkend. De headset is bijzonder comfortabel en je kunt hem net als Rift lange tijd dragen zonder er last van te krijgen. Daarnaast is Sony gespecialiseerd in games en ervaringen voor consumenten. Er komen heel wat mooie games voor Playstation VR van grote uitgevers zoals Capcom, Square-Enix en EA. Ook komen veel spellen die ontwikkeld zijn voor Rift en Vive naar Playstation VR. Je zult dus niet snel een titel tegenkomen die alleen op de pc te spelen is.

©PXimport

Playstation VR is relatief goedkoop en geeft toch een fantastische VR-ervaring.

Tip 10: Koop geen prototype

Vóór de Oculus Rift op de markt kwam, verkocht Oculus al prototypes van zijn headset: de DK1 en DK2. Deze headsets waren bedoeld om het concept te bewijzen en voor ontwikkelaars om alvast spellen te ontwikkelen voor de consumentenversie. Nu de echte Rift verkrijgbaar is, verkopen veel hobbyisten hun DK1 en DK2. Hoewel zeker de DK2 op het moment van verschijnen een indrukwekkende ervaring gaf, is het zonde van het geld om er nu een in huis te halen.

De gangbare tweedehands prijs is nog steeds enkele honderden euro's en je weet dat je niet de allerbeste ervaring in huis haalt. De resolutie van DK2 is veel lager dan van de consumentenversie. Daar komt bij dat Oculus langzaam maar zeker stopt met het ondersteunen van de prototypes. Dus hoewel je nu best een aardig aantal VR-games op de DK2 kunt spelen, is deze periode van 'backwards compatibility' maar van korte duur. De DK1 is helemaal niet geschikt voor de nieuwste VR-games, omdat DK1 niet in staat is om je bewegingen in de ruimte te volgen. Het apparaat kan alleen vaststellen of je je hoofd draait. Hierdoor zijn de meeste games onspeelbaar.

©PXimport

Een tweedehands DK2 is goedkoper dan een consumenteneditie, maar de kwaliteit is dan ook een stuk minder.

Tip 11: Keuze maken

Virtual reality is een ontzettend nieuwe technologie. Dat heeft een aantal grote nadelen. Om te beginnen is het nog erg duur. Het is zeker dat de prijs van VR-headsets de komende jaren zal zakken. Ook weten we nu al dat Oculus en HTC over twee of drie jaar met opvolgers komen die beter en waarschijnlijk goedkoper zijn dan wat je nu kan kopen. En er komen ook andere merken met producten waardoor de concurrentie groter wordt.

Oculus zegt overigens zelf dat de upgradecyclus 'tussen een telefoon en een spelcomputer ligt'. Je hoeft dus niet bang te zijn dat de tweede versie van de Rift volgend jaar al te koop is en je huidige apparaat dan waardeloos is.

Heb je voor jezelf de knoop doorgehakt en wil je nu een Oculus Rift of Vive bestellen, dan is er een wachtlijst. Het is dus zeker niet zo dat als je vandaag bestelt, je morgen al aan de gang kunt. Rift heeft op het moment van schrijven een wachtlijst van drie maanden. De levertijd van Vive is op het moment van schrijven wel korter, maar ook daar moet je zeker een maand op wachten.

Zoals gezegd is de software voor zowel Vive als Rift nog niet heel indrukwekkend. Als je dus een completere en diepere ervaring wilt, is wachten de beste optie. Eind 2016 komt de tweede golf VR-software uit. Ook is dan de Oculus Touch op de markt, waardoor je een betere vergelijking tussen Vive en Rift kunt maken.

Tot slot is het over een paar maanden veel makkelijker om zelf de Rift of Vive uit te proberen, als de apparaten eindelijk in de winkels liggen. Zelf VR ervaren is de beste manier om erachter te komen of je het echt wilt hebben. Video's en artikelen kunnen namelijk niet overdragen hoe geweldig Rift en Vive nu al zijn.

©PXimport

Vive kost bijna duizend euro. Rift kost bijna achthonderd euro. Wacht dus nog even, de prijzen gaan uiteindelijk zakken.

De beste VR-ervaring

Normaal gesproken geven we aan het einde van de checklist drie aanraders. In dit geval doen we dat niet. Er zijn nog zo weinig producten, en de 'beste VR-ervaring' is er domweg nog niet. Oculus Rift, HTC Vive en Playstation VR zijn alle drie in staat om een overtuigende virtuele wereld te tonen. Het lijkt alsof je midden in het beeld staat en die ervaring is met niets anders te vergelijken. Dit is de toekomst van computeramusement. Als dit je super-enthousiast maakt, kun je met geen van de headsets een echt verkeerde keuze maken. Houd er echter rekening mee dat je een eerste-generatie-product koopt met een boel bekende en onbekende problemen.

Wie de allerbeste VR-ervaring wil, kan beter nog minstens een half jaar wachten, tot er betere software is. Hoe goed Rift en Vive ook zijn, ze vallen of staan bij de games die je erop kunt spelen.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.