ID.nl logo
10 tips voor MS-DOS in Windows 10
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

10 tips voor MS-DOS in Windows 10

MS-DOS, de voorganger van Windows, is nog altijd springlevend! In Windows 10 is DOS zelfs voor het eerst sinds vele jaren verbeterd. Met DOS gaan dingen vaak nog steeds veel sneller dan met Windows én met DOS kun je dingen die Windows nog steeds niet kan.

Tip 01: DOS starten

Zes klikken zijn er nodig om in Windows 10 het IP-adres van een netwerkverbinding te weten. Of je opent de opdrachtprompt en voert het commando ipconfig uit, dat gaat sneller en geeft betere informatie. Systeembeheerders weten het dus wel, die gebruiken de opdrachtprompt en echt niet alleen om een IP-adres te vinden.

De opdrachtprompt in Windows is een voorbeeld van een command-line-interface (CLI), een manier van computergebruik waarbij je tekstcommando's typt en die laat uitvoeren. Met een commando kun je informatie vragen, maar ook dingen configureren. Ook Linux en OS X hebben zo'n CLI. Windows heeft er zelfs twee, want naast de DOS-prompt is er ook PowerShell, dat krachtiger maar ook lastiger is. Om de Opdrachtprompt te starten, klik je op Start en typ je de zoekterm Opdrachtprompt of cmd (da's immers korter). De Opdrachtprompt wordt gevonden, klik erop of druk op Enter om de Opdrachtprompt te starten. Of nog sneller: klik met de linkermuisknop op Start en kies Opdrachtprompt.

Een korte geschiedenis van DOS

MS-DOS was het besturingssysteem vóór Windows. DOS was niet grafisch en kende geen muis. Had je DOS opgestart, dan was het scherm leeg en donker met slechts een knipperende cursor die uitnodigde om een commando te typen. Je kon dan een programma starten (één tegelijk) of iets aanpassen aan de configuratie van DOS, zoals hoe het geheugen werd gebruikt. Daar waren DOS-gebruikers heel veel tijd aan kwijt. DOS is het programma dat Microsoft heeft groot gemaakt. Het kocht DOS in 1981 van een klein bedrijfje in Seattle en noemde het MS-DOS.

De opmars van MS-DOS begon toen IBM een computer uitbracht voor persoonlijk gebruik en met elke computer MS-DOS meeleverde als besturingssysteem. Het was een revolutie: binnen een paar jaar stond op elk bureau een computer en op elke computer stond MS-DOS. Computers werden krachtiger en de muis deed zijn intrede. Microsoft reageerde hierop door Windows te ontwikkelen, een programma dat je vanaf DOS opstartte en dat de computer een grafische schil gaf. Het duurde tot Windows 95 tot Windows niet meer afhankelijk was van DOS en sindsdien is met elke versie van Windows de rol van DOS kleiner geworden. Nu zit er geen DOS meer 'onder' Windows, maar nog wel een DOS 'in' Windows waar je nog altijd DOS-commando's kunt uitvoeren.

Tip 02: Transparantie

De Opdrachtprompt of de DOS-prompt zoals velen het noemen, is in Windows 10 transparant gemaakt. Dit is handig als je een commando uitvoert dat je bijvoorbeeld in de browser afleest. En ook op computers met een klein beeldscherm zoals een laptop of tablet zou dat praktisch kunnen zijn. De transparantie heeft echter ook een groot nadeel: niet alleen de achtergrond van het venster wordt transparant, ook de tekst. En die wordt echt veel minder goed leesbaar. Het kan zijn dat je deze vernieuwing van de Windows Opdrachtprompt het liefst zo snel mogelijk terugdraait. Klik in dat geval met de rechtermuisknop op de titelbalk van de Opdrachtprompt en kies Eigenschappen / Kleuren. Onderaan dit tabblad staat de optie Matheid. Verplaats de schuif naar rechts voor minder transparantie en klik daarna op OK. Wil je ooit toch even door het venster kijken, dan kun je dat altijd live doen via Ctrl+Shift+Plusteken of Ctrl+Shift+Minteken of door met de Ctrl+Shift ingedrukt het scrollwiel van de muis te draaien.

©PXimport

Tip 02 De transparantie van de opdrachtprompt laat zich volledig aanpassen.

Tip 03: Kleuren aanpassen

Ten behoeve van de duidelijkheid is in de screenshots voor dit artikel de transparantie helemaal uitgezet, je hoeft dat niet per se zelf ook te doen, de transparantie kan heel mooi en handig zijn. Naast de transparantie zijn ook de kleuren van groot belang bij het gemak waarmee je de tekst leest. De standaardkleuren zijn goed, maar kunnen beter, je kunt dan zowel input als output beter lezen.

Ook hiervoor moet je op het tabblad Kleuren zijn. Selecteer bijvoorbeeld Schermtekst en kies daarna in de balk met kleuren eronder paars, groen of rood, of welke kleur je ook maar wilt. De verandering wordt niet direct in het opdrachtvenster getoond, maar er is wel een preview op het tabblad zelf. Je kunt ook nog een andere Schermachtergrond kiezen, dat is de vervanger van dan het zwart, en hetzelfde geldt voor de tekst en achtergrond van geselecteerde tekst via Pop-uptekst en Pop-upachtergrond. Is alles mooi en goed leesbaar, klik dan op OK.

©PXimport

Tip 03 Pas de kleuren aan voor maximale leesbaarheid.

Korte cursus MS-DOS

Wil je DOS gebruiken, maar ben je onbekend met het gebruik van een opdrachtprompt en DOS, begin dan hier. Heb je de opdrachtprompt gestart, dan knippert er een horizontaal streepje. Dat is de cursor en elk commando dat je invoert komt daar te staan. Pas wanneer je op de Enter-toets drukt, wordt het uitgevoerd. Het resultaat van een opdracht verschijnt bijna altijd hier in het venster. Tik het commando ipconfig en voer het uit door op Enter te drukken. Je ziet nu een lijst met de netwerkkaarten ('Ethernet adapter') en bij elke zie je de netwerkgegevens waaronder het IPv4-address. Wil je meer informatie over een commando, gebruik dan achter het commando de optie /?. Dus ipconfig /? geeft informatie over het commando ipconfig plus alle opties die je kunt gebruiken. Meer DOS-commando's leren? Behalve de commando's in dit artikel zijn er nog veel meer en online is er heel veel informatie over te vinden.

©PXimport

Gebruik de command-line reference (die je krijgt door het commando plus /? te tikken) en andere sites om meer DOS-commando's te leren.

Tip 04: Venstergrootte

Afhankelijk van het commando komt er meer of minder output terug. Het is echter haast nooit handig wanneer de output zo breed is dat deze het scherm uitloopt of wanneer je moet gaan scrollen om alles te zien. In Windows 7 en 8(.1)was het daarom beter om op het tabblad Indeling met de opties Breedte en Hoogte het formaat van het venster aan te passen. In Windows 10 hoeft dit niet meer. Je kunt het scherm natuurlijk groter maken, vooral de hoogte is wel handig, maar de breedte wordt nu vervangen door de optie Tekstterugloopuitvoer bij formaat wijzigen. Je kunt gewoon met een smal venster beginnen en als de tekst eens te breed is, maak je gewoon dan met de muis het venster breder. De tekst zal zich dan net als in een tekstverwerker opnieuw ordenen in het venster en wat niet zichtbaar was, wordt zichtbaar. Het commando opnieuw uitvoeren zoals in Windows 7 en 8(.1), wat ook lang niet altijd wenselijk is, is nu ook niet meer nodig.

©PXimport

Tip 04 Verander je de venstergrootte, dan verandert de tekst nu gewoon mee.

Tip 05: Tekst selecteren

Tekst selecteren was een drama in de vorige versies van de Opdrachtprompt. Eerst moest je rechtsklikken en aangeven dat je tekst wilde markeren, om daarna alleen via blokselectie tekst te kunnen selecteren. Blokselectie betekent dat je een vierkant trekt en alles daarbinnen wordt geselecteerd en de rest niet. In Windows 10 is dit aangepast en werkt het selecteren van tekst net zoals we dat gewend zijn van bijvoorbeeld Word. Via de toetscombinatie Ctrl+M schakel je naar de modus Markeren en je ziet dit ook in de titelbalk. Nu kun je met de muis ergens in het venster klikken en daarna met de linkermuisknop ingedrukt precies dat selecteren wat je wilt. Wil je toch nog een blok selecteren (wat zeker handig kan zijn bij commando's als dir en dir /w waarbij je mappen en bestanden in een map opvraagt), druk dan eerst de Alt-toets in en houdt die ingedrukt als je de muis gebruikt om te selecteren.

©PXimport

Tip 05 Ook blokselectie is nog gewoon mogelijk in de nieuwe Opdrachtprompt.

Tip 06: Snel selecteren

Wil je altijd direct tekst kunnen selecteren zonder eerst naar de modus Markeren te schakelen, dan is dat ook mogelijk. Hiervoor open je eerst weer de Eigenschappen van de Opdrachtprompt door op de titelbalk te klikken met de rechtermuisknop. Zet in het tabblad Opties een vinkje bij Modus Snel bewerken en klik dan op OK. Voortaan hoef je nu niet meer naar markeren te schakelen, maar kun je meteen beginnen met selecteren als dat nodig is. Mocht het niet direct werken, dan de Opdrachtprompt sluiten en weer openen.

Tip 07: Kopiëren en plakken

Kopiëren en plakken was ook altijd lastig om uit te voeren in de oude Opdrachtprompt (het resultaat was soms onvoorspelbaar). In Windows 10 kun je nu gewoon de bekende toetscombinaties gebruiken, Ctrl+C om te kopiëren en Ctrl+V om te plakken. Natuurlijk geldt de beperking dat je alleen kunt plakken achter de knipperende cursor, maar verder werkt ook dit net als in een gewone teksteditor. Om te kopiëren moet je eerst dat selecteren wat je wilt kopiëren. De optie om te plakken is vooral handig wanneer je naar een andere map wilt gaan. Voor de cursor zie je in de Opdrachtprompt het volledige pad van de map waar de opdrachtprompt nu is geopend. Commando's met betrekking op mappen en bestanden worden in die map uitgevoerd. Het commando om naar een andere plek in de mappenlijst te gaan is cd gevolgd door het volledige pad van de nieuwe plek. Dat pad kun je nu snel kopiëren in Windows Verkenner of in een documentje waar dat instaat en dan achter cd plakken.

©PXimport

Tip 07 Selecteer en plak daarna lange padnamen in de opdrachtprompt.

Dubbelrol Ctrl+C

Ben je bekend met de oudere versie van de Opdrachtprompt, dan weet je mogelijk dat Ctrl+C al een functie had. Met Ctrl+C kon je een lopende uitvoering van een commando, stoppen. In Windows 10 is dit zo opgelost: heb je geen tekst geselecteerd, dan wordt het break-commando uitgevoerd. Heb je wel tekst geselecteerd, dan wordt de eerste keer dat je Ctrl+C gebruikt de tekst gekopieerd, maar ook de selectie opgeheven, zodat wanneer je dan nog een keer Ctrl+C gebruikt alsnog het break-commando wordt gegeven.

Tip 08: Toetscombinaties

Behalve de al genoemde toetscombinaties zijn er nog veel meer handige toetscombinaties die nu werken binnen de Windows 10 Opdrachtprompt. Helaas is er nog geen Microsoft-documentatie die ze allemaal beschrijft, maar met wat zoeken en proberen kun je er een groot aantal ontdekken. Voor tekstselectie: Shift+PijltjeLinks of Shift+PijltjeRechts vergroot de selectie met één teken; Shift+PijltjeOmhoog of Shift+PijltjeOmlaag vergroot de selectie met één regel; Shift+End of Shift+Home vergroot selectie tot einde of begin van de regel; en tot slot Ctrl+A selecteert alles. Ctrl+A is daarom handig om de output van één of meerdere commando's te bewaren of te delen met anderen. Er zijn ook handige toetscombinaties om door de output te scrollen: Ctrl+PijltjeOmhoog of Ctrl+PijltjeOmlaag bladert regel voor regel door het venster van de Opdrachtprompt. Meer informatie is hier te vinden (Engelstalig): deze gaat over de Opdrachtprompt van Windows Server 2016, maar dit geldt ook voor Windows 10.

©PXimport

Tip 08 Meer info over de toetscombinaties van de Windows 10 Opdrachtprompt vind je op deze Engelstalige pagina.

Alternatieve prompt

De Windows 10 Opdrachtprompt is wel verbeterd, maar nog niet perfect. Van de enorme wensenlijst die Windows Insiders tijdens de ontwikkeling van Windows 10 hadden opgesteld (tabbladen, behouden geschiedenis tussen sessies, syntax-highlighting, autocomplete) zijn maar heel weinig functies uiteindelijk in de definitieve versie meegenomen. Wil je een opdrachtprompt met echt nieuwe mogelijkheden? Ze bestaan, al is het aantal alternatieven zeer beperkt - althans wanneer je de kwaliteit en stabiliteit en betrouwbaarheid zoekt die hierbij zeker nodig zijn. Het enige alternatief dat dan overblijft is het tooltje TCC/LE.

Je kunt het downloaden via www.jpsoft.com en het is gratis. Een vergelijking tussen TCC/LE en de Windows-opdrachtprompt vind je hier. TCC/LE heeft meer opdrachten en variabelen. Echt interessant wordt het wanneer je niet kiest voor TCC/LE, maar voor Take Command, de betaalde uitgebreide versie van TCC/LE. Dan krijg je een volwaardig Windows-programma met een tabblad-weergave zodat je gemakkelijk meerdere prompts gebruikt, een debugger voor batchfiles, ingebouwde ondersteuning voor ftp en http en nog veel meer. Kijk op hun website voor een proefversie van dertig dagen.

©PXimport

Take Command is de überprompt voor Windows met heel veel functionaliteit en opties.

Tip 09: Zoeken

De zoekfunctie van de Windows 10 Opdrachtprompt werkt nu veel beter dan die van de oude. Zoeken is nu daadwerkelijk vinden én de functie is veel gemakkelijker te bedienen. Met Ctrl+F open je op elk moment een zoekvenster, typ de letters of cijfers die je zoekt en druk op Enter. De plek waar de zoekopdracht wordt gevonden, wordt netjes gemarkeerd en met elke volgende druk op Enter wordt weer verder gezocht. Zoek je heel precies, dan kun je gebruikmaken van de optie Identieke hoofdletters/kleine letters. Zoek je specifiek de tekst IPv6 en niet ipv6, dan zul je die vinden.

©PXimport

Tip 09 De zoekfunctie van de Opdrachtprompt werkt veel makkelijker dan voorheen. Je roept hem op via Ctrl+F.

Tip 10: Admin of niet

De Opdrachtprompt kun je gebruiken met de rechten van een administrator en zonder. Zonder administrator-rechten is veiliger, want je kunt dan geen belangrijke systeeminstellingen wijzigen. Dit is ook de standaard. Heb je een keer wel administrator-rechten nodig, start de prompt dan niet door op Enter te drukken maar gebruik de combinatie Ctrl+Shift+Enter. Of rechtsklik op Start en kies Opdrachtprompt (administrator). Wel uitkijken!

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.