ID.nl logo
Vliegen, filmen, monteren: zo haal je alles uit lichte cameradrones
© Marek Uliasz | Marek Uliasz | MarekPhotoDesign.com, stock.adobe.com
Huis

Vliegen, filmen, monteren: zo haal je alles uit lichte cameradrones

Cameradrones zijn klein, licht en bieden verrassend veel mogelijkheden. Je stopt ze eenvoudig in je rugtas en toch leveren ze indrukwekkende foto's en video's op. In dit artikel lees je waar je op moet letten bij de keuze van een lichte drone, hoe je ze bedient, welke regels gelden en hoe je het maximale uit je beelden haalt met slimme nabewerking.

Dit artikel in vogelvlucht

Ontdek alles over het gebruik van lichte cameradrones op reis. We bespreken de voor- en nadelen van de populaire Neo en Flip, laten zien hoe je ze bedient en welke extra functies ze hebben. Je leest welke regels gelden in Nederland, de EU en daarbuiten, en hoe je je drone registreert bij het RDW. Verder krijg je praktische tips voor vervoer in het vliegtuig en advies voor het filmen en fotograferen op locatie. Tot slot leggen we uit hoe je je dronebeelden bewerkt in DaVinci Resolve, inclusief kleurcorrectie met LUT-bestanden.

Drones zijn een prachtige aanvulling in je camerakit. Ze worden commercieel gebruikt, bijvoorbeeld om winkels of woningen te presenteren. Maar ook op reis kun je eenvoudig een heel ander perspectief en daarmee extra flair aan je materiaal geven. Het zijn eigenlijk vliegende camera's, die tegenwoordig ook eenvoudig zijn te bedienen. Sterker nog, dankzij intelligente opnamemodi kunnen ze geheel zelfstandig vliegen. Denk aan het volgen of het maken van een creatieve opname.

De drone vertrekt vanaf de palm van je hand, maakt de opname en keert zelf weer terug. Een controller is niet per se nodig. Dat scheelt veel gedoe tijdens een wandeling. Een smartphone blijft handig om extra opties in te stellen of handmatig te vliegen. Een controller óók, voor meer controle en een (veel) groter vliegbereik. Maar ook daarvoor hoef je geen ervaren piloot te zijn. De regels zijn bovendien gunstig voor de lichte drones die we in dit artikel bespreken. Wel is een registratie bij de RDW nodig, die meteen geldig is in heel de EU.

We geven tips voor de handigste drones, leggen uit wat de regels zijn, geven praktische informatie voor het meenemen en gebruiken van een drone op reis, en geven tot slot nog tips voor de nabewerking.

🚁 Hardware

Keuze

We beginnen met enkele aandachtspunten bij het kiezen van een drone. We richten ons op de kleine en lichte exemplaren, die ideaal zijn voor op reis of bij sportieve uitstapjes. Ze wegen alle minder dan 250 gram, wat als bijkomend voordeel heeft dat je in Nederland en de rest van de EU dan geen vliegbewijs nodig hebt. Verderop behandelen we deze regels wat uitvoeriger.

Er is een breed aanbod van lichte drones, al is het gros afkomstig van één fabrikant: het Chinese DJI. Deze fabrikant is al jaren marktleider op het gebied van drones, zowel onder consumenten als in het zakelijke segment. Daarnaast ken je het bedrijf wellicht van actioncamera's zoals de Osmo Action 4 en accessoires zoals gimbals, die zorgen dat je vloeiende en stabiele beelden met je smartphone kunt maken.

Zo'n gimbal vind je ook in de Osmo Pocket 3, een compacte camera van DJI die enorm populair is onder vloggers, maar ook heel praktisch als reiscamera. In dit artikel zoomen we vooral in op de relatief nieuwe drones: de Neo en de Flip. Die neem je makkelijk mee op reis en bieden innovatieve functies, waarmee het bedrijf een nieuwe, bredere doelgroep lijkt aan te spreken.

©DJI

DJI heeft een breed aanbod aan consumentendrones met camera.

Bediening

Vóór de aanschaf van een drone moet je eigenlijk al bedenken hoe je hem gaat bedienen. Ze worden namelijk vaak met een controller gebundeld. De Neo is een vrij zeldzame uitzondering en kun je ook los kopen. Dit heeft te maken met de intelligente opnamemodi, die je overigens ook op de Flip vindt. Hierdoor kun je de drone zonder controller gebruiken (zie kader 'Intelligente modi').

Met een smartphone kun je die opnamemodi eventueel nader instellen en ook handmatig vliegen, al is het bereik beperkt tot ongeveer twintig meter. Een controller is daarom geen overbodige luxe en verhoogt het bereik zelfs in stedelijk gebied gemakkelijk tot meerdere kilometers.

De RC-N3 en RC 2 zijn het meest gangbaar en werken met alle genoemde drones (Neo, Flip en Mini 4 Pro). De RC-N3 gebruik je in combinatie met een smartphone die je er bovenop zet en via een kabel aansluit. Bij de RC 2 hoeft dat niet: dit is een 'smart controller' met ingebouwd scherm met extra hoge helderheid. Er zijn (nog) niet veel smartphones die qua schermhelderheid in de buurt komen.

©DJI

De Flip kan net als de Neo zelfstandig een intelligente opname maken.
Intelligente modi

De Neo en de Flip kunnen dankzij de intelligente modi, ook wel QuickShots genoemd, volledig zelfstandig vliegen. Via een knopje op de drone kies en bevestig je de gewenste optie. Daarna start de drone vanaf de palm van je hand, maakt de gekozen opname, en keert vervolgens ook weer zelfstandig terug. De volgmodus zal jou volgen terwijl je bijvoorbeeld wandelt of fiets.

Ook kun je creatieve shots laten maken. Zoals Dronie, waarbij de drone achteruit en omhoog van een gekozen onderwerp vliegt (meestal jijzelf), terwijl de camera op jou gericht blijft. Bij Rocket stijgt de drone snel op met de camera omlaag gericht. Circle laat de drone cirkelen rondom een onderwerp, zoals een bergtop. Spiral maakt een spiraalvormige opname rond het onderwerp. Bij Boomerang vliegt de drone in een boemerangvormige baan rond het onderwerp. Zo zijn er nog wat handige opties.

Het is handig om ze wat specifieker in te stellen met je smartphone. Het volgen geeft bijvoorbeeld een mooier resultaat op wat grotere afstand.

Neo versus Flip

De Neo (135 gram) is lichter dan de Flip (249 gram) en heeft een kortere vliegtijd op één batterijlading (18 versus 31 minuten). De Neo mist een obstakeldetectie, maar blijkt wel zeer robuust. Een ongelukje blijkt zelden fataal. De Flip biedt wel (enigszins beperkte) obstakeldetectie. De beeldkwaliteit van de Neo is wat minder, al kun je onder goede omstandigheden een mooi resultaat behalen. Het is vooral nuttig om de scherpte iets terug te brengen, al kan dat helaas alleen via een controller.

Dat je de Neo zo makkelijk mee neemt is een pre. De beste camera is uiteindelijk de camera die je altijd bij je hebt. De Flip is met zijn kenmerkende uitklapbare propellers net wat forser, zelfs in vergelijking met de Mini 4 Pro. De camera van de Flip is merkbaar beter, vergelijkbaar met die van de Mini 4 Pro.

©DJI

De Flip heeft een betere camera dan de Neo.

Bundels

Hoewel de Neo zoals gezegd los verkrijgbaar is, koop je een drone vaak als bundel met controller. De Neo is leverbaar met de RC-N3 in een Fly More Combo. Zo'n bundel bevat naast de controller vaak ook handige accessoires, zoals extra batterijen, een oplaadhub en draagtas.

Een leuke meerwaarde van de Neo is de FPV-ondersteuning, wat spannende en zeer dynamische beelden kan opleveren, al is het niet voor iedereen geschikt (zie kader 'First Person View met de Neo'). Voor FPV-vliegen kun je de Motion Fly More Combo overwegen met onder meer de RC Motion 3-afstandsbediening en de DJI Goggles N3.

De Flip is verkrijgbaar als Fly More Combo met de RC-N3-controller of met de RC 2-smartcontroller, maar kun je niet voor FPV-vliegen gebruiken.

First Person View met de Neo

First Person View (FPV) is een bijna futuristische manier van dronevliegen waarbij je door de 'ogen' van de drone kijkt, meestal via een bril, zoals de Goggles N3. Hierdoor kun je bijvoorbeeld door smalle steegjes vliegen, onder bruggen door, of zweven rond rotsformaties, terwijl je de drone met een speciale controller bestuurt.

De DJI Avata 2 heeft de norm gezet, maar de Neo kan aantrekkelijker zijn, door de lagere prijs en het feit dat geen drone-vliegbewijs nodig is. Het FPV-vliegen zelf is echter niet zo geschikt voor beginners. De kans op crashes is groter en dat risico neemt toe in een onbekende omgeving of met obstakels in de buurt. Bovendien heb je extra spullen nodig, waar je op reis niet altijd plek voor hebt.

Opslag

Je zult niet al je apparatuur meenemen op reis, waardoor toegang tot de gemaakte beelden lastiger kan zijn. De Neo heeft 22 GB intern geheugen, genoeg voor ongeveer veertig minuten filmen in 4K-resolutie, maar je kunt het niet uitbreiden.

In de Flip past een microSD-geheugenkaart. Zeker op reis is een extra kaartje heel praktisch, vooral als je beelden niet direct kunt veiligstellen. Dat moet voor 4K-beelden wel een snel exemplaar zijn, zoals een SanDisk Extreme Pro of Samsung Pro Plus. Eventueel kun je beelden van de Neo of Flip met de DJI Fly-app overzetten naar je smartphone om direct ruimte te maken voor nieuwe creaties.

©SanDisk

De SanDisk Extreme Pro is een populaire SD-kaart voor dronevideo's.

Praktisch

Lichte drones zoals de Neo en de Flip zijn gevoelig voor wind. Tot ongeveer 8 m/s (windkracht 4) lukt het vliegen met de Neo nog, terwijl de Flip tot 10,7 m/s (windkracht 5) werkt, daarboven zijn ze lastiger te besturen en minder stabiel. De Neo heeft het al snel lastiger dan de Flip. Bij veel wind krijg je een waarschuwing om lager te vliegen of zelfs te landen.

Belangrijk om te weten is dat de Neo geen obstakeldetectie heeft. Er zijn wel sensors aan de onderkant, maar die helpen (in combinatie met gps) alleen bij de verticale positionering. Sommige QuickShot-modi hebben relatief veel ruimte rondom nodig. Pas daar dus op, zeker als je de Neo gebruikt. Het wordt daarnaast afgeraden om boven water te vliegen met de Neo. Water is een reflecterend oppervlak waardoor de sensors verkeerde metingen kunnen doen. Vlieg dan wat hoger en controleer of er genoeg gps-satellieten zijn gevonden (zestien of meer). De Flip heeft wel een obstakeldetectie, maar wat beperkt, dus je kunt er niet volledig op vertrouwen. Controleer ook altijd of deze wel actief is. In de snelle sportieve modus worden de sensors bijvoorbeeld standaard uitgeschakeld.

©DJI

De Flip kan veel obstakels van voren detecteren en ontwijken.

Ook leuk: Drones, actiecamera's en meer: slimme gadgets voor buitenliefhebbers

👮 Regels

Dronewetgeving

Sinds 2021 zijn er nieuwe regels voor het vliegen met drones die in alle EU-lidstaten gelden. Die zijn, na enkele overgangsregelingen, sinds januari 2024 volledig van kracht. Er gelden dezelfde regels voor alle EU-lidstaten, in plaats van een aparte dronewetgeving per land. De regels zijn eenvoudig, maar geven soms toch verwarring. Omdat de besproken drones minder dan 250 gram zwaar zijn, heb je om te beginnen geen vliegbewijs nodig. Voor drones onder 250 gram is geen registratie nodig, tenzij ze over een camera beschikken. Voor speelgoed geldt een uitzondering, maar deze drones vallen daar niet onder.

Buiten de EU gelden andere regels. Controleer deze altijd voordat je op reis gaat. Registratie is voor drones tot 250 gram vaak niet nodig, maar er zijn uitzonderingen zoals in sommige Aziatische landen (zoals Thailand en Indonesië) en Zuid-Amerika. In die landen kan registratie of een melding wel verplicht kan zijn.

Landen als Cuba, India, Egypte en Marokko zijn heel streng, laat je drone thuis als je daar naartoe gaat! Het risico is groot dat je de drone al bij de douane mag inleveren. Voor FPV-vliegen kunnen strengere regels of beperkingen gelden, omdat je strikt genomen niet zelf naar je drone kijkt (line of sight), wat vaak verplicht is. In de EU is het vaak voldoende als je een spotter (waarnemer) naast je hebt die wel zicht op de drone heeft.

©DJI

Controleer altijd de regels per land voor het vliegen met je drone en het maken van beelden.

Registratie

Registratie bij het RDW kun je eenvoudig zelf online doen. Je logt in met DigiD en na het invullen van je naam, e-mailadres en telefoonnummer kun je betalen via iDEAL. Je registreert je hierbij feitelijk als drone-operator en ontvangt een exploitantnummer. Het is daarna niet nodig om je drone(s) apart te registreren. Je betaalt eenmalig 23 euro (prijspeil september 2025) voor de aanvraag van het exploitantnummer, dat één jaar geldig blijft. Daarna kun je het steeds met een jaar verlengen voor 13 euro (prijspeil september 2025), maar alleen als het nog niet is verlopen.

Het eerste deel van het exploitantnummer (vóór het streepje) moet je op je drone(s) aanbrengen, bijvoorbeeld met een label. Het exploitantnummer van RDW of een andere EU-lidstaat is in heel de EU geldig. Als je al in Nederland bent geregistreerd, hoef je dit dus niet opnieuw te doen voor andere EU-landen. Op https://www.rdw.nl/drones vind je alle informatie.

©ID.nl

Via de RDW moet je jezelf als drone-operator registreren.

Beperkingen

Volg altijd de basisregels bij het vliegen en check lokale beperkingen. Zo mag je meestal niet hoger vliegen dan 120 meter. In de praktijk vliegen de meeste dronepiloten veel lager. Je mag boven mensen vliegen, maar niet boven menigtes. Je mag in woonwijken vliegen, zolang het veilig is en je rekening houdt met de privacywetgeving. Er zijn zones die je moet vermijden, zoals vliegvelden, militaire zones en snelwegen. Via de officiële dronekaart kun je dat controleren, bijvoorbeeld voor Nederland op https://www.godrone.nl. Op de kaart zie je verboden zones, zones met beperkingen en zones waar je vrij mag vliegen. Er is ook een mobiele app beschikbaar.

©Screenshot GoDrone.nl

Op de officiële dronekaart zie je in welke zones je niet mag vliegen.
Vliegbewijs voor zwaardere drones

De meeste hobbydrones vallen in de open categorie, die is opgedeeld in A1, A2 en A3. Alleen voor drones zwaarder dan 250 gram is een vliegbewijs nodig. Hiervoor kun je online een kennistest doorlopen. Als je bent geslaagd kun je een vliegbewijs aanvragen bij de RDW. Dit kan allemaal online. De vliegscholen die door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn aangewezen vind je op https://www.kwikr.nl/drles. Er is een basiscertificaat A1/A3. Dit kost ongeveer 40 tot 100 euro. Je kunt aanvullend het certificaat A2 halen. Je mag dan met zwaardere drones vliegen in bebouwde gebieden. Een vliegbewijs is vijf jaar geldig.

Bagage

Je mag een drone meestal meenemen in het vliegtuig, maar controleer de actuele regels bij je vliegmaatschappij. Een kleine drone tot 10 kg zul je veelal als handbagage meenemen, grotere drones gaan in de ruimbagage. De accu's moeten echter altijd mee in je handbagage, veilig verpakt. Je kunt accu's in de originele verpakking opbergen of een hittebestendig hoesje gebruiken. Als alternatief kun je de contactpunten met niet-geleidende tape afplakken. Vaak mag je voor een drone maximaal twee batterijen meenemen. Voor exemplaren tot 100 Wh is geen speciale toestemming nodig. De hier besproken drones blijven daar ver onder (ongeveer 10 tot 25 Wh).

©DJI

Je kunt een compacte drone makkelijk meenemen als handbagage.
📹 Videotips

Camerastandpunten

Een groot voordeel van een drone is dat je deze kunt manoeuvreren naar plekken waar je zelf niet makkelijk komt. Denk aan panoramische shots van bovenaf of op een bergtop. De zwevende drone kan je statief vervangen, bijvoorbeeld voor een spontane groepsfoto. Waar het uitkomt, kun je natuurlijk ook vanuit de hand filmen.

Heel krachtig is ook de 'reveal', waarbij je bijvoorbeeld vanachter een boom of rots omhoog vliegt. Ook volgshots kunnen interessant zijn, zolang je ze afwisselt. Het is handig als je tijdens het filmen al een idee hebt van het resultaat dat je nastreeft of het verhaal dat je wil overbrengen. Zo werkt het soms beter om te beginnen bij het einde van een shot, zoals een mooi uitzichtpunt, waarna je naar achteren of omhoog vliegt. In nabewerking draai je dit vervolgens om, waarbij je eventueel delen versnelt of vertraagt.

Trainingsmateriaal voor DaVinci Resolve

Dronebeelden zijn al snel indrukwekkend dankzij het unieke perspectief. Toch kun je deze in nabewerking pas echt tot leven laten komen, met de juiste shotselectie, mooie overgangen (zoals de wat complexere speedramp), het gebruik van effecten en muziek, en soms noodzakelijke kleurcorrecties. Probeer hier zoveel mogelijk mee te oefenen en experimenteren.

Wil je leren werken met DaVinci Resolve? Blackmagic Design, het bedrijf achter de videobewerkingssoftware, biedt veel gratis trainingsmateriaal aan via https://www.kwikr.nl/dvtrv. Naast gratis video's vind je daar ook een uitgebreide beginnersgids in pdf-formaat onder de naam The Beginner's Guide to DaVinci Resolve 19. Dat is momenteel de nieuwste versie van deze software.

Bewerking

De gratis versie van DaVinci Resolve is erg compleet, en populair voor het bewerken van dronevideo's. Begin met het maken van nieuw project en open de projectinstellingen via het tandwielicoon rechtsonder. Onder het kopje Timeline Format kies je bij Timeline resolution de resolutie, zoals 3840 × 2160 voor 4K, en bij Timeline frame de framerate, zoals 30 frames per seconde (fps). Ga naar de tab Media, zoek je dronebeelden op en voeg ze toe aan je media-pool. Hebben de beelden een andere framerate, zoals 60 fps, dan krijg je de vraag of de framerate van de tijdlijn moet worden aangepast. Meestal doen we dit niet. Als je opneemt in 60 fps en afspeelt op 30 fps, kun je het beeld namelijk tot 50% van de originele snelheid vertragen zonder dat het gaat haperen of schokkerig wordt. Bewerk je video onder Edit.

©ID.nl

Zorg dat je de resolutie correct hebt ingesteld in de projectinstellingen.

Kleurprofielen

Met geavanceerdere drones als de Flip en de Mini 4 Pro kun je in D-Log M opnemen, een logaritmisch kleurprofiel. Hiermee wordt een groter dynamisch bereik vastgelegd, waardoor je in nabewerking flexibeler kleur, contrast en helderheid kunt aanpassen, bijvoorbeeld om de beelden een creatieve stijl te geven. De aanpassingen vallen onder de zogenoemde color grading. Dit is bij D-Log M noodzakelijk: de beelden zien er standaard vlak en grauw uit. Minimaal is een basisconversie naar een standaard kleurprofiel zoals Rec.709 nodig. Hiervoor kun je een LUT (LookUp Table) gebruiken, een bestand (vaak in .cube-formaat) dat een soort opzoektabel bevat die helpt bij het omzetten van kleurwaarden. Zo'n LUT kun je toevoegen en gebruiken in de meeste moderne video-editors.

We zullen kort laten zien hoe je dat gebruikt in DaVinci Resolve. Haal eerst een standaard LUT voor Rec.709 op. Hiervoor ga je naar https://www.dji.com/downloads. Zoek je je drone op onder Products en download onder het kopje Transcoders het .cube-bestand. Open DaVinci Resolve, klik op het tandwielpictogram rechtsonder. Ga naar Color Management. Klik op Open LUT Folder en zet het .cube-bestand in deze of een andere map. Ga terug naar DaVinci Resolve en klik op Update Lists. Je kunt het bestand nu gebruiken voor kleurcorrectie.

©ID.nl

Je kunt vooraf de gewenste LUT-bestanden toevoegen.

Kleurprofiel toepassen

Om een kleurprofiel toe te passen, ga je naar het tabje Color. Rechts zie je dat een zogenoemde node is toegevoegd. Klik op de node en dan op Alt+S om een tweede node daarachter toe te voegen. Je kunt er nog meer toevoegen en dan in elke node een specifieke correctie toepassen, zoals helderheid en contrast.

Voor de technische correctie klik je op een node. Kies dan LUT en blader naar het hiervoor toegevoegde bestand. Je ziet nu het resultaat van de correctie. Met Alt+D kun je snel wisselen tussen het beeld met en zonder alle correcties. Na deze technische correctie zul je vaak nog creatieve aanpassingen willen maken via de extra nodes, met behulp van een extra LUT of handmatig, in specifieke delen van het beeld. Dat is tijdsintensief en maakt je workflow een stuk trager, wat het minder geschikt maakt voor hobbyprojecten of snelle posts op social media.

©ID.nl

Via een node kun je een LookUp Table (LUT) toepassen om de kleuren te corrigeren.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.