ID.nl logo
Review Sony Linkbuds Open – Blijven niet lekker zitten
© Wesley Akkerman
Huis

Review Sony Linkbuds Open – Blijven niet lekker zitten

De Sony Linkbuds Open is een setje open oordoppen. Dat betekent dat ze de gehoorgang niet volledig afsluiten tijdens het luisteren en je dus goed in verbinding blijft met de omgeving. Het setje is te koop voor 179 euro.

Oké
Conclusie

Meer dan twee jaar na de lancering waarderen we het idee achter de Sony Linkbuds Open nog steeds even veel als het oorspronkelijke model. Je blijft daadwerkelijk meer in contact met je omgeving, en hoeft daarvoor de oordoppen niet uit te doen. Helaas betekent dat wel dat je hiervoor inlevert op draagcomfort en geluidskwaliteit. We stellen niet dat Sony geen enkele verbetering op die vlakken doorgevoerd heeft, maar die zijn wat ons betreft nog niet voldoende om te kunnen zeggen dat we massaal aan de Linkbuds Open moeten gaan. Want op dat niveau zit die set nog niet.

Plus- en minpunten
  • Open ontwerp
  • Verbeteringen
  • App
  • Draagcomfort
  • Geluidskwaliteit
  • Blijven niet zitten

Meer dan twee jaar geleden introduceerde Sony de Linkbuds-oordopjes. Destijds een nieuw concept, maar inmiddels hebben we met de Open een opvolger te pakken. Net zoals bij de eerste generatie is dit een set oordoppen die een open ring combineert met een bolletje aan technologie. Die open ring is voorzien van een speakertje en plaats je in de gehoorgang. In tegenstelling tot het gros van de normale oordoppen sluit die je oor niet af en kun je dus nog steeds goed horen wat er om je heen gebeurt. Dat is in veel situaties een handige optie.

Aan het ringetje zit onder meer een kleine bol vast. Daarin zit alle technologie gehuisvest. Omdat het bolletje wat onpraktisch aan de buitenkant hangt, heeft Sony speciale siliconen vleugeltjes toegevoegd die leunen op de binnenrand van je oor. Dat zou moeten voorkomen dat de oordoppen uitvallen, maar niets is minder waar. Als je een beetje meebeweegt op de muziek, praat of gaapt, bukt of naar beneden kijkt, dan komen de dopjes los en vallen ze uit. Hier zijn ze daarom geregeld onder de kast beland; we hebben het niet aangedurfd ermee te fietsen.

🎵Ook interessant: Review Nothing Ear (open) – Geeft muziek de ruimte

©Wesley Akkerman

Oncomfortabel, ongemakkelijk, ongewoon

Bovendien zitten de Sony Linkbuds Open gewoon niet lekker. We zeggen het maar zoals het is. Oncomfortabel, ongemakkelijk, ongewoon. Je moet ze redelijk strak in de opening van je oor duwen om enigszins het idee te krijgen dat ze vastzitten, en dan nog is het een kwestie van tijd voordat ze uitvallen. Na verloop van tijd begint je gehoorgang pijn te doen, omdat er om de speaker zelf geen zachte rand of siliconen ring zit. We waarderen het idee achter de Linkbuds Open enorm, ook in 2022 al, maar op dit vlak heeft Sony geen verbetering doorgevoerd.

De oortjes zelf zijn bovendien niet officieel waterdicht (maar Sony claimt wel dat ze tegen spatwater kunnen) en het doosje oogt eerder vies dan chic. We testen de witte versie, die een marmerachtig ontwerp heeft. Aanvankelijk dachten we dat het oplaaddoosje vies uit de verpakking kwam. En elke keer dat we het doosje pakken, betrappen we onszelf op de wens het schoon te willen maken. Opladen gebeurt via usb-c (en is geen draadloos opladen) en de accu gaat met slechts acht tot dertien uur niet lang mee. We zijn beter gewend van Sony.

©Wesley Akkerman

Geen Sony-oortjes

Vanwege het open ontwerp moet je er daarnaast rekening mee houden dat de Sony-oortjes niet klinken als Sony-oortjes. Het Japanse elektronicabedrijf, dat ooit begon als producent van audioapparaten, heeft een betere staat van dienst dan de geluidskwaliteit van de Sony Linkbuds Open. Het speelt het setje echt parten dat er geen ondersteuning is voor audiocodecs van betere kwaliteit. Zo is er alleen sbc, aac en lc3, en moeten de oortjes het zonder ldac doen (de Linkbuds Fit beschikken daar wel over). Daardoor klinkt de muziek kwalitatief minder goed.

We voegen eraan toe dat open oordopjes zelden echt uitblinken in audiokwaliteit, maar van Sony mag je meer verwachten. Ze klinken meer als een setje van onder de 100 euro, maar voor de Open betaal je nu toch echt 179 euro. Sony heeft de driver in de ring aangepast en de oordoppen voorzien van de Integrated Processor V2-chip, waardoor ze beter klinken dan de voorganger. Maar als we het setje puur beoordelen op prijs, dan is de ervaring ondermaats. Dit keer ligt er meer nadruk op de baslaag en dat is prima, maar de lat ligt hiervoor niet erg hoog.

©Wesley Akkerman

Maak gebruik van de middelen

Nemen we iets meer afstand van de prijs en houden we wat meer rekening met het open ontwerp, dan valt op dat de Sony Linkbuds Open redelijk gebalanceerd klinken. Niet helemaal, want de Open leunt hevig op de hogere tonen, waardoor die, als je de equalizer niet inzet, de overhand kunnen nemen. De equalizer in de app kan de ervaring echt veel beter maken, dus maak vooral gebruik van de tools binnen de Sound Connect-app. Je hebt toegang tot vooraf ingestelde presets, maar als je wilt kun je ook een persoonlijk profiel aanmaken.

Voor de adviesprijs krijg je verder wel een complete set oordopjes. De Sony Linkbuds Open zijn voorzien van allerlei extra's en handige opties. Denk dan aan multipoint (waarmee je verbinding maakt met twee apparaten) en automatische pauzestand voor wanneer je begint te praten. Je hebt verder toegang tot een spraakassistent en kunt telefoongesprekken aannemen of weigeren met hoofdbewegingen. Tot slot kun je muziek in Sony's eigen 360 Reality Audio beluisteren. Als het gaat om extra opties, dan doet deze set van 200 euro niet onder voor duurdere producten.

©Wesley Akkerman

Sony Linkbuds Open kopen?

Meer dan twee jaar na de lancering waarderen we het idee achter de Sony Linkbuds Open nog steeds even veel als het oorspronkelijke model. Je blijft daadwerkelijk meer in contact met je omgeving, en hoeft daarvoor de oordoppen niet uit te doen. Helaas betekent dat wel dat je hiervoor inlevert op draagcomfort en geluidskwaliteit. We stellen niet dat Sony geen enkele verbetering op die vlakken doorgevoerd heeft, maar die zijn wat ons betreft nog niet voldoende om te kunnen zeggen dat we massaal aan de Linkbuds Open moeten gaan. Want op dat niveau zit die set nog niet.

▼ Volgende artikel
Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers
© Wesley Akkerman
Huis

Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers

Met de Omni E25 wil het Chinese merk Eufy een krachtige midrange robotstofzuiger op de markt brengen, die de concurrentie aangaat met de Roomba's en Dreames van deze wereld. De adviesprijs bedraag 899 euro. Hoe vergaat het de Eufy Omni E25 in de praktijk?

Goed
Conclusie

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met een krachtige zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels automatiseert. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget. Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren vertoont de E25 een soort ‘dronken’ rijgedrag, waarbij hij kleine bochtjes maakt en smalle stroken soms overslaat. De dweilfunctie is degelijk, maar mist standaard een smalle rand door de beperkt draaiende dweilrol. Ook rijdt het systeem soms zó voorzichtig dat delen van de vloer worden gemist. Bovendien ben je gebonden aan Eufy’s eigen zeepsysteem. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost wel minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. Wie iets meer wil investeren, zou de iets duurdere Dreame L50 Pro kunnen overwegen.

Plus- en minpunten
  • Verfijnd ontwerp
  • Uitschuifbare zijborstel
  • Krachtige dweilprestaties
  • Zuigkracht van hoog niveau
  • Basisstation neemt veel werk uit handen
  • Antihaarborstel onderop
  • Midrange prijs voor premium functies
  • Rijdt soms te voorzichtig
  • Komt niet overal met de dweil
  • Af en toe wat navigatieproblemen
  • Verplicht gebruik Eufy's zeepsysteem

Naast de Eufy Omni E25 heeft de fabrikant ook een duurdere variant op de markt gebracht, namelijk de E28. Nog geen jaar eerder lanceerde het merk de S1 Pro, een model dat vooral inzet op dweilprestaties. De drie robotstofzuigers delen bepaalde eigenschappen, maar verschillen op andere punten juist flink. Het is dus de moeite waard om die verschillen en overeenkomsten naast elkaar te zetten. Zeker als je overweegt een van deze autonome, dweilende modellen in huis te halen. Een interessante concurrent is bovendien Dreame L50 Pro Ultra.

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni E28

De Eufy Omni E25 beschikt over een indrukwekkende zuigkracht van 20.000 Pa. Het HydroJet-dweilsysteem reinigt actief met neerwaartse druk en reinigt zichzelf tussendoor. De DuoSpiral-borstels voorkomen dat haren vastdraaien, terwijl de uitschuifbare CornerRover-arm randen en hoeken beter meepakt. Dankzij het AI See-systeem met RGB-camera herkent de robot honderden objecten en rijdt hij daar netjes omheen. Het Omni-basisstation neemt het meeste werk uit handen: het leegt, reinigt, vult en droogt de robot automatisch en voegt schoonmaakmiddel toe. Zo blijft de E25 wekenlang zonder omkijken schoonmaken.

De Eufy Omni E28 is technisch vrijwel identiek aan de E25. Je krijgt dezelfde krachtige zuigfunctie, hetzelfde dweilsysteem, dezelfde slimme arm en obstakelherkenning. Het verschil zit in de toevoeging van een afneembare, draagbare dieptereiniger. Daarmee kun je ook handmatig moeilijk bereikbare plekken reinigen, zoals traptreden of bankkussens. Ook bij de E28 zorgt het uitgebreide Omni-basisstation voor een grotendeels onderhoudsvrij gebruik.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni S1 Pro

Daartegenover staat de Eufy Omni S1 Pro, die zich juist richt op een geavanceerde dweilervaring. Het Always Clean Mop-systeem maakt gebruik van een continu roterende dweilrol die zichzelf schoonhoudt (net als bij de E25 en E28) en die met één kilo neerwaartse druk stevig over de vloer gaat. De zuigkracht ligt met 8.000 Pa wel een stuk lager dan bij die twee modellen. Door het slanke, lage ontwerp komt de S1 Pro makkelijker onder meubels. Dat is mede te danken aan de geïntegreerde 3D MatrixEye--obstakelvermijding, die binoculair infrarood en een camera combineert voor nauwkeurige navigatie zonder LiDAR-toren (zoals op een Dreame).

Alle drie modellen maken gebruik van het Omni-basisstation, dat automatisch leegt, reinigt, vult en droogt. Welke je kiest, hangt af van je prioriteiten: de E25 biedt maximale zuigkracht en pakt randen en hoeken goed mee, de E28 voegt daar een draagbare dieptereiniger aan toe, en de S1 Pro blinkt uit in dweilen en wendbaarheid. Extra hygiëne krijg je bij de S1 Pro bovendien via Eco-Clean: een ozonreinigingssysteem in het basisstation dat het water zuivert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Praktisch ontwerp

Het ontwerp van de Eufy Omni E25 is niet alleen gestroomlijnd, maar ook. Bovenop zitten twee knoppen waarmee je de robotstofzuiger activeert of naar de basis stuurt. Haal je de glanzende plastic kap eraf, dan krijg je toegang tot de uitneembare stofbak en afneembare watercontainer. Aangezien het basisstation deze zelf respectievelijk leegt en vult, heb je er weinig omkijken naar. Maar mocht er iets misgaan, of wil je de bakken even schoonmaken omdat je dat prettig vindt, dan kun je er dus moeiteloos bij.

Voorop zitten de camera en een led-lamp, zodat de robot ook in donker ziet waar hij heen moet. Onderop zit de uitschuifbare robotarm, samen met een antihaarborstel en de dweilrol. Die draait 180 keer per minuut en is 29 centimeter lang. Ook is daar een schraper gepositioneerd die het vuil van de rol haalt. Na controle van de waterbak zien we inderdaad dat er wat vuil in zit, dat helaas niet helemaal door het basisstation opgezogen wordt. Daarom is het handig om die bak zo nu en dan zelf even grondig schoon te maken, om nare geurtjes te voorkomen.

Installeren en go

De installatie van de Eufy Omni E25 is zo gebeurd. Je bent even bezig met uitpakken en alles een plek geven, maar het koppelen aan de – hier en daar wat knullig vertaalde – app verloopt snel. Na de eerste schoonmaakronde verschijnt er een gedetailleerde kaart van je woning. Je kunt meerdere kaarten maken voor verschillende verdiepingen, en wisselen tussen een 2D- en 3D-weergave. Binnen de app stel je no-go-zones in, markeer je zones zoals een vloerkleed, en geef je per kamer of ruimte nauwkeurige instructies.

Zodra de E25 aan het werk gaat, valt één ding op: hij lijkt soms wel dronken. Dit valt vooral op wanneer hij langs een muur rijdt. In plaats van een rechte lijn aan te houden maakt hij constant schijnbewegingen. De robot neemt een korte bocht richting de muur, wil niet botsen, rijdt terug en herhaalt dit gedrag totdat hij de hele muur heeft afgerond met datzelfde wiebelige patroon. Waarom hij dit doet, is onduidelijk. Opvallend is dat dit gedrag alleen optreedt bij muren en meubels. In open ruimtes rijdt de E25 namelijk wél strak in rechte lijnen.

Stofzuigprestaties en navigatie

Met een zuigkracht van 20.000 Pa – gelijk aan die van de veel duurdere Dreame X50 Pro – laat de Eufy Omni E25 nauwelijks iets liggen. Het maakt daarbij niet uit of het een tapijt of harde vloer betreft. Toch merkten we dat hij op een vloerkleed af en toe wat haren mist, maar daar hebben duurdere modellen ook last van. Qua geluidsniveau is de E25 niet storend aanwezig. Je hoort hem duidelijk werken, maar het is prima uit te houden als je thuis bent terwijl hij z'n ronde doet.

Omdat de Eufy Omni E25 geen LiDAR heeft, mist hij wat precisie in het inschatten van zijn omgeving. De camera geeft voldoende overzicht om botsingen grotendeels te voorkomen, maar het navigeren verloopt soms iets te voorzichtig. Daardoor stuurt hij nét te vroeg bij of laat hij een klein randje liggen. Het resultaat is dat je soms ziet waar hij wel geweest is en waar niet – bijvoorbeeld doordat er nog wat vuil ligt of de vloer op een plek droog is gebleven.

Dweilt goed, maar…

Vooral dat laatste is opvallend. Hoewel de Eufy Omni E25 de vloer netjes achterlaat, zie je altijd precies waar hij wel en niet geweest is. Dat komt door de dweilrol onderop. Die doet zijn werk goed, schraapt zichzelf schoon en drukt stevig op de vloer om ook hardnekkigere vlekken aan te pakken. Maar omdat hij niet naar buiten kan draaien – iets wat de Dreame L50 Pro wél kan – mis je altijd een deel van de vloer. We hebben dat met een foto vastgelegd ter illustratie. Het is iets om rekening mee te houden.

Tot slot het basisstation. Dat is compact en oogt modern, maar vraagt wel om een plek die een beetje centraal ligt in huis. De transparante waterbakken geven het station een eigen uitstraling, al zie je daardoor ook duidelijk het verdampte water op de bovenkant zitten. Dat maakt het geheel soms wat rommelig. Jammer is ook dat Eufy een eigen zeepsysteem gebruikt, waardoor je niet je eigen schoonmaakmiddel kunt toevoegen. Verder valt op dat het station zelf snel vies wordt op de plek waar het de stofopvangbak voor je leegt.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 kopen?

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met opvallende specificaties: een zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat het legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels uit handen neemt. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget.

Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren maakt de E25 rare schijnbewegingen, alsof hij constant kleine bochtjes maakt om niet te dicht bij de rand te komen. Dit 'dronken' patroon vertraagt niet alleen het schoonmaken, maar zorgt er ook voor dat smalle stroken langs de wanden soms worden overgeslagen. In open ruimtes rijdt hij wél strak in rechte banen, wat het verschil nog opvallender maakt.

De dweilfunctie is degelijk, maar weet de randen vaak niet goed mee te nemen. Dat heeft alles te maken met de dweilrol onderop: die kan niet naar buiten draaien, waardoor hij standaard een smalle strook langs de rand mist. Ook rijdt het systeem op sommige plekken zó voorzichtig, dat delen van de vloer simpelweg worden overgeslagen. Een ander nadeel is dat je vastzit aan Eufy's eigen zeepsysteem.

Hoewel het basisstation veel onderhoud uit handen neemt, spelen dergelijke minpunten wel mee. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. De Dreame L50 Pro is iets duurder, maar zou zomaar de meerprijs waard kunnen zijn.

▼ Volgende artikel
Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer
© Philips
Zekerheid & gemak

Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Op zoek naar slimme verlichting die méér doet dan alleen een kamer verlichten? De nieuwe Philips Hue Play wall washer projecteert kleurrijke lichteffecten op je muur en tilt sfeer naar een hoger niveau, ideaal voor films, muziek en ontspannen avondjes.

Een lege muur is vaak gewoon… nou ja, leeg. Praktisch misschien, maar niet echt spannend. Daar wil Philips Hue met de nieuwe Play wall washer iets aan veranderen. Deze compacte designlamp projecteert een kleurrijk lichtspel op je wand, waarmee je in één beweging sfeer aan je kamer toevoegt. Van subtiele achtergrondverlichting tot passende effecten tijdens een film of game, de wall washer is verrassend veelzijdig.

©Philips

Lavalamp 2.0: licht dat meer doet dan verlichten

De Philips Play wall washer is ontworpen om je muren tot leven te brengen. Dankzij een nieuwe techniek, ColorCast genaamd, ontstaan vloeiende kleurverlopen die echt iets doen met de ruimte. Het licht voelt rijk en dynamisch aan, alsof je muur zelf begint te ademen. Sluit je de lamp aan op je Hue-entertainmentsysteem, dan reageert het licht bovendien op wat je kijkt of luistert – of dat nu een film is, een game of je favoriete playlist.

Ook lezen: Review Philips Hue Play Gradient Lightstrip - duur, maar wel leuk

Je bepaalt zelf hoe groot het projectiegebied moet zijn: zet je de lamp dichter bij de muur, dan krijg je een strakke lichtbundel; plaats je hem verder weg, dan spreidt het effect zich breder uit. Via de Hue-app stel je alles eenvoudig in, inclusief richting, helderheid en de snelheid waarmee de kleuren worden afgewisseld.

©Philips

Designlamp met een slimme binnenkant

Wat meteen opvalt, is dat de lamp zelf geen aandacht opeist. De behuizing is strak, mat en gemaakt van aluminium – geen plastic spul dus. In zwart of wit past hij moeiteloos in een modern interieur. Het projectievenster is transparant en subtiel, zodat het vooral het licht is dat de show steelt. Daardoor ervaar je de wall washer meer als een designobject dan als tech-gadget.

De lamp werkt naadloos samen met het Hue-ecosysteem. Of je nu gebruikmaakt van een afstandsbediening, je smartphone of je stem via Siri, Alexa of Google Assistant, alles werkt zoals je mag verwachten van Hue. De wall washer is bovendien volledig compatibel met accessoires zoals de Hue HDMI Sync Box en de desktop-apps voor pc en tv.

Een vleugje AI in je verlichting

Tegelijk met de lamp lanceert Philips Hue ook zijn eerste AI-assistent. Die denkt bijvoorbeeld met je mee over de juiste sfeer. Je zegt of typt bijvoorbeeld 'gezellige avond' of 'ochtendenergie' en de assistent kiest automatisch een bijpassende lichtscène, of stelt er zelf eentje samen als er nog geen goede match is.

De AI werkt voorlopig alleen als je de Hue-app op Engels hebt staan en is beschikbaar in Nederland, België en Luxemburg. Andere landen volgen later dit jaar.

Niet goedkoop, wel doordacht

Met een prijs van 199,99 euro (en 349 euro voor een 2-pack) voor een enkele lamp is de wall washer duidelijk bedoeld als luxe toevoeging, niet als basisverlichting. Maar als je van sfeer, detail en controle houdt én je hebt al wat spullen van Philips Hue hangen, dan is dit een opvallend compleet pakket. De combinatie van slim licht, subtiel design en – nou ja, laten we het creatieve vrijheid noemen, maakt deze lamp interessant voor iedereen die meer uit z'n lege muren wil halen.

Meer informatie is te vinden op de site van Philips Hue.