ID.nl logo
Help! Mijn partner snurkt
© WavebreakmediaMicro - stock.adobe.com
Gezond leven

Help! Mijn partner snurkt

Moe van nachten vol irritaties? Klaar met wakker liggen? 10 antisnurk-tips voor je partner (of jezelf) waardoor je eindelijk weer door kunt slapen.

In dit artikel: Laten we zien wat je kunt doen tegen snurken | Wanneer het goed is om je (partners) snurkgedrag te laten checken | En we laten zien wat het verschil is tussen snurken en slaapapneu. 

Lees ook: Daáág, slechte nachten! 10 tips om beter te slapen

Snurken, hoe komt dat?

Last van een snurkende partner? Je bent niet de enige. In Nederland snurken 20 van de 100 mannen en 10 van de 100 vrouwen. Wat is snurken eigenlijk? Snurken is het geluid van slijmvliezen in de keelholte die trillen. Als je inademt gaat de lucht door je neus, keel en luchtpijp naar je longen. Als er minder ruimte is in de luchtweg tussen de neusgaten en de stembanden, dan ontstaat bij inademing het zagende of brommende geluid.

Die vernauwing kan komen door een afwijking in je neus of keelholte, zoals een scheef neustussenschot of bijvoorbeeld vergrote amandelen. Maar ook andere oorzaken kunnen een rol spelen zoals overgewicht, hormonale afwijkingen, alcohol, roken en medicatie met spierverslappende effecten. Ook speelt leeftijd een rol. Tot een jaar of 65 neemt het risico's op snurken toe, omdat de spieren in de keel slapper worden. Daarna nemen ze weer af.

©pikselstock - stock.adobe.com

1. Medische check

Last van hevig snurken? Hup, naar de dokter! Ja echt, want snurken is niet alleen vervelend voor de bedpartner, maar ook voor de snurker zelf. Onderzoeken hebben uitgewezen dat er zelfs op de lange termijn meer risico is op hart- en vaatziekten voor de snurker in kwestie. Daarnaast kan hevig snurken ervoor zorgen dat je overdag vaker moe bent en dat je last hebt van concentratieproblemen.

2. Geef je partner een duwtje

Slaapt de snurker op zijn of haar rug? Doordat de tong in de keelholte zakt, kan het zagende geluid ontstaan. De luchtpijp wordt bij een rugligging gedeeltelijk geblokkeerd. Geef de snurker een zacht duwtje in de hoop dat hij of zij zichzelf op de zij draait. Verandering van houding kan ervoor zorgen dat de werkplaats naast je eindelijk stopt met cirkelzagen. 

3. Oordopjes

De meeste oordoppen dempen het geluid en sluiten je niet helemaal af voor geluid. Maar dit kan net genoeg zijn om wél te kunnen slapen. Oordoppen zijn er in allerlei soorten. Van weggooi-exemplaren tot kwalitatieve oordoppen die je langdurig kunt gebruiken.

©Maksims_Liene | fotoduets - stock.adobe.com

Verschil tussen snurken en slaapapneu Wanneer de keelholte nog verder vernauwt dan bij snurken het geval is, dan ontstaat er slaapapneu. Tijdens de slaap stop je dan even met ademen. Wel meer dan 10 seconden. Veel mensen die hier last van hebben, schrikken dan even wakker. Dit kan meerdere keren per uur per nacht gebeuren.

Als dit gebeurt, dan is het verstandig om een afspraak te maken met de huisarts. Je kunt namelijk een flink verstoorde slaap hebben, waardoor je overdag moe of suf bent en je slecht kunt concentreren. Bovendien kan slaapapneu op de lange termijn voor allerlei andere klachten zorgen zoals een verhoogde bloeddruk.

4. De tennisbaltruc

Veel snurkers zijn rugslapers. Zoals we al eerder noemden kan het helpen om op je zij te liggen. De oude tennisbaltruc kan hier een oplossing voor bieden. Naai een tennisbal op de rug van de pyjama van je partner. Zo is er een stimulans om niet meer op de rug te gaan liggen. Dit werkt alleen als het snurken ontstaat doordat de snurker op zijn rug ligt.

Een anti-snurkband kan ook helpen, zoals de snorebreaker. Dit is een elastische band met drukknop die je om je lijf bevestigt. De drukknop bevindt zich op je rug. Zodra deze wordt geactiveerd, gaat de band na 30 seconden trillen in verschillende ritmes, net zo lang totdat je je omdraait

5. Een goed hoofdkussen

Er bestaan heuse anti-snurkkussens. Door de ligging op het ergonomische kussen wordt de slaaphouding gecorrigeerd. Er ontstaat meer ruimte tussen de slijmvliezen in de keel. Let bij de aanschaf op of je een rug- of een zijslaper bent. Belangrijk is dat je schouders en nek volledig kunnen ontspannen. Je hebt ook orthopedische kussens die het slapen op de zij stimuleren.

©LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com

Slaap rustiger en stiller met een anti-snurkkussen

Je partner zal je dankbaar zijn!

6. Afvallen

Te zwaar? Overgewicht kan ook snurken veroorzaken. Een gezonde leefstijl is dus niet alleen belangrijk voor je gezondheid en gewicht, maar ook voor een rustige slaap. Kijk eens in ons afvaldossier voor de beste tips en motivatie om wat gewicht te verliezen.

7. Snurkbeugel, neusclip of neusstrip

Er zijn allerlei gadgets die zouden helpen tegen snurken. Een kwestie van uitproberen of het werkt. Een snurkbeugel is een bitje dat je indoet tijdens het slapen. De onderkaak wordt een beetje naar voren geduwd zodat de luchtweg vrij blijft. Hierdoor zou het snurken moeten afnemen. Dan heb je ook nog de neusstrip, bijvoorbeeld van het merk Breathe right. Deze neusstrips spreiden de neusgaten. 

Er zijn neusclips die je tegen het neusschot aanbrengt zodat de zenuwen daar worden gestimuleerd. En de snore stop zou de neusgaten verwijden en meer lucht naar de longen kunnen sturen, waardoor het snurken stopt. Kijk ook eens bij deze producten die het uitproberen waard zijn.

Snurkgeluiden Wil je nu zelf toch wel eens weten wat voor geluiden jij ’s nachts produceert? Deze apps helpen daarbij.

8. Niet drinken en roken

Alcohol en roken zijn niet bevorderend voor stoppen met snurken. Alcohol verslapt de spieren en kan zorgen voor een slappe tong. En de spieren in de keelholte worden slapper. Roken zorgt voor irritatie van de luchtwegen en de slijmvliezen. Stoppen is daarom het beste devies.

9. De tongtrekker

Doe oefeningen tegen snurken. Bijvoorbeeld de tongtrekker. Steek je tong zo ver mogelijk naar voren uit. Breng het puntje van je tong richting je neus en dan omlaag richting je kin. Beweeg dan je tong naar je linker- en je rechtewang. Herhaal dit 10 keer op hoog tempo. Deze oefening komt uit het boek Stop met snurken van KNO-arts Mike Dilkes. Hét boek voor een snurkvrije nacht.

10. Apart slapen

Niet zo gezellig, maar who cares als het bevorderlijk is voor je nachtrust. En voor je relatie. Al die irritaties midden in de nacht en een tekort aan slaap kunnen namelijk van grote invloed zijn op je relatie. Je slaap heb je hard nodig! En dat is wel weer gezelliger aan het ontbijt.

Hopelijk helpen deze tips je om weer uitgerust wakker te worden in de ochtend. En slapen jullie allebei weer als een roosje. Zonder dat er hele bomen worden omgezaagd.

©deagreez - stock.adobe.com

Een zacht muziekje kan je ook afleiden als je partner snurkt!
▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!