ID.nl logo
Het dampscherm, een must bij de isolatie van je huis
© Sabrewolf - stock.adobe.com
Energie

Het dampscherm, een must bij de isolatie van je huis

Niet alleen de keuze van het juiste isolatiemateriaal bepaalt een hoge en duurzame isolatiewaarde, maar ook de afwerking. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je de isolatie aan de binnenkant luchtdicht afdekt met een dampscherm. Deze bescherming zorgt dat de isolatie niet aan kwaliteit verliest en voorkomt vervelende problemen door condensatie.

We beschermen onze woningen goed tegen vocht van buiten, maar er bevindt zich binnen vaak ook veel waterdamp. Dat vocht kan op vervelende plaatsen condenseren, tenzij je een dampscherm plaatst.

Ook interessant: Huis isoleren? Vergeet je voordeur niet!

Een dampscherm is een zorgvuldig aangebrachte waterdichte laag die het vocht tegenhoudt dat binnenshuis in de lucht aanwezig is. Dankzij dit scherm kan het vocht van binnen niet in de isolatie dringen. Op die manier voorkom je dat waterdamp de muren, plafonds, zolders, kruipruimtes of daken van het gebouw bereikt. Op deze plaatsen zou de vochtige lucht kunnen condenseren en ervoor zorgen dat bouwmaterialen vlekken krijgen, gaan rotten of schimmelen. Schade door condensatie van waterdamp kan zelfs de stevigste bouwwerken aantasten en bedreigt de effectiviteit van isolatie. 

Waterdamp condenseert

We willen onze woningen in de eerste plaats beschermen tegen vocht van buitenaf: regen, nevel of sneeuw. Maar ook in de woning zelf wordt het vochtgehalte sterk verhoogd door de bewoners en hun gedragingen, zoals het koken, wassen, douchen en ook ademen. Waterdamp is water in gasvorm en is volledig onzichtbaar. Het verplaatst zich voortdurend door de bouwmaterialen vanaf het warme, vochtige interieur van een huis naar de koude, droge buitenkant.

Deze lucht met een hoog vochtgehalte probeert door middel van diffusie op natuurlijke wijze een uitweg te vinden via muren en plafonds. Wanneer deze waterdamp op die manier in contact komt met een koud oppervlak dat een temperatuur heeft onder het dauwpunt (de temperatuur waarop waterdamp in druppels neerslaat), ontstaat er condensatie. Die afkoeling vindt het snelst plaats aan de koude oppervlakken, zoals muren, het dak en de koepels. En aanhoudende condens geeft problemen...  

©Gustavo

Condensatie veroorzaakt schimmels. 

Soorten dampscherm

De meest voorkomende oplossing is folie of polyethyleen. Deze folie is minimaal 0,2 millimeter dik en kun je gemakkelijk vastnieten aan de spanten of het gebinte van het dak. Bij folie is het ook gemakkelijk om de verschillende banen af te dichten. 

Vaak wordt ook aluminium of papier voorzien van een laagje aluminium gebruikt bij isolatiematerialen. Deze aluminiumfolies zie je bijvoorbeeld bij flensdekens of isolatieplaten. Een bijkomend voordeel van aluminium dampfolie is dat het ook nog de stralingswarmte reflecteert. Door die reflectie zal het 's zomers de warmte buitenhouden en 's winters de stralingswarmte naar binnen reflecteren. 

Soms wordt ook een bitumineuze laag gebruikt. Deze bitumineuze dampschermen worden meestal gebruikt bij platte daken. De isolatie komt dan boven op de dampdichte laag.

Aandacht voor slecht geventileerde vochtige ruimtes

Een dampscherm is vooral aan te raden bij daken die door hun constructie weinig waterdamp doorlaten. Dat geldt voor de meeste onderdaken van zowel platte als hellende daken. Daarnaast is een dergelijk scherm nuttig boven slecht geventileerde vochtige ruimtes, zoals keukens en badkamers. Dampfolie wordt altijd aangebracht aan de warme zijde. Wanneer je het dak of de muren isoleert, breng je de dampwerende laag als laatste aan. Als je de zoldervloer gaat isoleren, plaats je eerst de dampfolie omdat deze in contact staat met de warmere ruimte eronder. Zo voorkom je dat de warme binnenlucht in de isolatie erboven kan doordringen.

Luchtdicht aanbrengen

Voor het plaatsen van een dampscherm is in principe geen vakman nodig. Zorg dat alle aansluitingen met andere gebouwdelen (zoals muren) zorgvuldig worden afgekit. Plak alle naden en zelfs de minuscule gaatjes van nietjes zorgvuldig dicht met speciale tape, zodat ook via die weg geen waterdamp in de isolatie kan doordringen.

Let extra op wanneer je het dampscherm toch moet doorboren om bijvoorbeeld leidingen of buizen door te voeren. Hiervoor bestaan aangepaste manchetten die zorgen voor een perfect luchtdichte doorvoer. Zorg bij de plaatsing van het dampscherm vooral dat de banen van het folie elkaar minimaal 15 centimeter overlappen. Het is bovendien belangrijk om deze overlappingen daarna zorgvuldig af te tapen. De meeste fabrikanten hebben hiervoor waterdichte strips of afdichtingstape afgestemd op hun product. 

©Sabrewolf

Zorg dat er voldoende overlap is en tape de overlapping af. 

Verwar een dampscherm niet met een damp-open folie Een damp-open folie wordt in tegenstelling tot een dampscherm aan de buitenzijden van de constructie toegepast. Dit soort folie beschermt de constructie vanaf de buitenkant tegen sneeuw, regen, wind en het vocht van mist. Zo'n damp-open folie laat de damp naar buiten ontsnappen, maar houdt het vocht van de neerslag buiten.

Zelfs bij een voorzetwand

Zelfs als je een voorzetwand plaatst en op die manier muren langs de binnenzijde isoleert en afwerkt met gipsplaten, is het verstandig om een dampscherm te gebruiken. Plaats dan een dampscherm tussen de isolatie en de gipsplaten. Vaak worden gipsplaten op OSB (Oriented Strand Board) geschroefd. OSB-delen zijn houten platen die gemaakt zijn van onder druk geperste houtschilfers met een bindmiddel, waarbij de houtschilfers nog duidelijk zichtbaar zijn. Ook in dit geval raden we een dampremmende laag aan, die je aanbrengt tussen de OSB-delen en de isolatie.

©studioworkstock

Zelfs bij een voorzetwand plaats je best een dampscherm. 

Geen extra dampscherm nodig, maar toch aftapen…

Sommige isolatiematerialen zijn al aan één kant afgewerkt met een dampremmende laag. De meeste spijkerflensdekens hebben bijvoorbeeld een dampscherm aan één kant. Als je deze isolatie gebruikt, hoef je natuurlijk geen extra dampscherm meer aan te brengen. Dat zou dubbelop zijn.

Ook heb je geen dampremmende laag nodig bij PIR-platen (polyisocyanuraat). PIR-platen hebben namelijk aan beide kanten al een dampdichte laag. PIR-isolatieplaten zijn harde schuimstofplaten die lijken op hun oudere neefje PUR (polyurethaan). Vanuit brandtechnisch standpunt is PIR veiliger dan PUR, omdat er bij verhitting minder schadelijke rookgassen vrijkomen.

Zowel bij spijkerflensdekens met een dampscherm als bij PIR-platen blijft het niettemin belangrijk dat je de naden zorgvuldig afdekt met tape. Ook bij gespoten isolatieschuim is een dampscherm niet nodig, omdat het isolatieschuim voldoende dampremmend en perfect luchtdicht is.

©dima_pics

Ook PIR-platen zijn voorzien van een dampwerende laag, maar je moet de naden wel aftapen.

Bij twijfel: toch doen

Vraag bij de leverancier waar je de isolatie koopt of een extra dampremmende laag nodig is. Twijfel je of er in jouw situatie een dampscherm nodig is? Neem dan het zekere voor het onzekere. Voor de prijs hoef je het niet te laten, want de prijs van een rol polyethyleen is bijna te verwaarlozen. Over het algemeen ligt de gemiddelde dampschermprijs rond de 4 euro per vierkante meter. Toch kan deze kleine investering voorkomen dat je achteraf met serieuze kosten wordt geconfronteerd.

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: