ID.nl logo
Terugverdientijd warmtepomp: investering groter, uiteindelijk voordeliger
© Nefit Bosch
Energie

Terugverdientijd warmtepomp: investering groter, uiteindelijk voordeliger

Zowel een cv-ketel als een warmtepomp kan zorgen voor een warm huis en warm douchewater wanneer jij dat wilt. Een warmtepomp is vaak aanzienlijk duurder in aanschaf. Waarom zou je dan toch voor deze duurdere optie kiezen? Het antwoord: na aankoop zijn je energiekosten (flink) lager.

Partnerbijdrage - In samenwerking met Nefit Bosch

Hoe groot moeten die besparingen zijn om een duurdere aanschaf te rechtvaardigen? Veel mensen zullen voor het antwoord uitgaan van de terugverdientijd. We vertellen je in dit artikel wat er bedoeld wordt met terugverdientijd en hoelang de terugverdientijd van een warmtepomp is.

Wat is terugverdientijd?

Laten we beginnen met een simpel rekenvoorbeeld om terugverdientijd uit te leggen. Stel dat een warmtepomp 9000 euro kost en een nieuwe cv-ketel 1500 euro. Het prijsverschil is in dit geval 7500 dus.

Laten we vervolgens aannemen dat deze warmtepomp ieder jaar 1000 euro aan besparingen op de energierekening oplevert, vergeleken met de cv-ketel. In dit voorbeeld heb je de warmepomp in 7,5 jaar terugverdiend. Na die 7,5 jaar zijn de opties ‘warmtepomp’ en ‘cv-ketel’ financieel aan elkaar gelijk.

Als de levensduur van de warmtepomp langer is dan die 7,5 jaar, dan houd je in dit voorbeeld na 7,5 jaar ieder jaar geld over, in vergelijking met de situatie waarin je een cv-ketel had gekocht.

Of dat voldoende snel en daarmee interessant is, beoordelen veel mensen niet alleen door te kijken naar de levensduur van de warmtepomp, maar ook naar mogelijke (duurzame) alternatieven. Want als je die 9000 euro maar één keer kunt uitgeven en je weet dat zonnepanelen een terugverdientijd hebben van maar vijf jaar, dan kiezen veel mensen voor de panelen. Vanuit een financieel perspectief is daar weinig op aan te merken, omdat je al 2,5 jaar eerder geld overhoudt.

©Nefit Bosch

De terugverdientijd van een warmtepomp

Laten we aannemen dat 7,5 jaar voor jou een redelijke terugverdientijd is. Haalt een warmtepomp dat dan qua levensduur? Is het redelijk om aan te nemen dat een warmtepomp zich daadwerkelijk binnen die periode gaat terugverdienen? Een exact antwoord is niet te geven, omdat dit afhangt van veel onzekere factoren, zoals je stookgedrag, de buitentemperatuur in die periode, en de ontwikkeling van gas- en elektriciteitsprijzen. We weten wel dat de energieprijzen de grootste impact hebben. Ook hier een voorbeeld om dit uit te leggen.

Laten we een twee-onder-een-kapwoning van 150 vierkante meter woonoppervlak uit 2016 onderzoeken. Je kunt berekenen hoeveel energie ongeveer nodig is om dit huis gedurende het jaar warm te houden. Een gangbaar getal is ongeveer 9000 kWh (kilowattuur) aan benodigde warmte-energie per jaar.*

Stroomverbruik warmtepomp

Wanneer een cv-ketel deze 9000 kWh aan warmte-energie levert, leidt dat tot een geschat gasverbruik van circa 1000 kuub per jaar.** Via de zogeheten SCOP van een warmtepomp (Seasonal Coefficient of Performance) kunnen we ook bepalen hoeveel stroom een warmtepomp in dit geval gebruikt. De SCOP verschilt per warmtepomp, maar een SCOP van 4 is realistisch. Hierbij maakt de warmtepomp 4 kWh aan warmte van iedere kilowattuur aan stroom. Dat betekent dat een warmtepomp voor dezelfde 9.000 kWh aan warmte ongeveer 2250 kWh (9000 / 4) aan stroom nodig heeft.

In dit voorbeeld bespaart een warmtepomp je ongeveer 1000 kuub aardgas tegen een extra stroomrekening van 2250 kWh. Deze gasbesparing levert je bij een gasprijs van 2 euro per kuub en een stroomprijs van 40 cent per kWh circa 1100 euro per jaar op (2000 - 900 euro).

Wanneer de gasprijzen echter naar 1 euro per kuub en de stroomprijzen naar 20 cent per kWh zouden dalen, dan bespaar je nog maar 550 euro per jaar (1000 - 450 euro). Bij een gelijkblijvende investering van 9000 euro voor de warmtepomp bedraagt de terugverdientijd in deze scenario’s respectievelijk acht en zestien jaar. Bij oplopende gasprijzen is het eerste scenario het waarschijnlijkst (zoals in het najaar van 2022), maar dat kan niemand met zekerheid zeggen. Bovendien is ook ieder huis anders. Niettemin geeft dit rekenvoorbeeld hopelijk handvatten voor de impact van energieprijzen.

©Nefit Bosch

Andere overwegingen

Ten slotte, hoewel terugverdientijd zeker belangrijk is, is het afwegen van een investering in een warmtepomp langs enkel deze meetlat niet het hele verhaal. Je kunt je keuze voor een warmtepomp ook op andere doelen baseren. Investeer je in een warmtepomp, dan levert je dat vrijwel altijd direct een lagere energierekening op. Zeker als je ook zonnepanelen hebt en weet dat de salderingsregeling wordt afgebouwd. Gezien de lage rentestanden is het dus hoe dan ook een interessante optie. Want een warmtepomp ís geen cv-ketel. Naast de milieu-impact kan een warmtepomp de woning bijvoorbeeld ook koelen, terwijl een cv-ketel dat niet kan. Deze aspecten worden niet meegenomen in de terugverdientijd. Toch hebben deze voordelen natuurlijk ook meerwaarde.

Zoomen we nóg iets verder uit, dan spelen ook wettelijke kaders en de invloed op de woningwaarde een rol bij de aanschaf van een warmtepomp. Vanuit de overheid wordt regelgeving voorbereid om vanaf 2026 minimaal een hybride warmtepomp voor te schrijven bij de vervanging van de cv-ketel. Deze voorgenomen verplichting is echter nog niet vastgesteld en zou dus nog kunnen wijzigen.

Ook de stijging van de marktwaarde van een woning door een beter energielabel vanwege de warmtepomp laat zich moeilijk uitdrukken in een waarde. Toch kan dit financiële effect groot zijn. Als banken hun financieringsruimte koppelen aan het energielabel (Je kunt meer lenen bij een duurzamere woning), dan wordt dit effect bij woningen in de toekomst alleen maar groter.

Feiten en fabels over warmtepompen: terugverdientijd

Terugverdientijd: op basis van wat wij weten zijn wij van mening dat voor de meeste huiseigenaren een warmtepomp wel binnen zeven jaar terug te verdienen is. Ook hierover was de afgelopen tijd veel te doen: Vereniging Eigen Huis zegt dat de terugverdientijd voor 2,5 miljoen woningen te lang is op basis van de huidige energieprijzen.


* De term kilowattuur (kWh) wordt in het dagelijks leven meestal gebruikt als maat voor elektrische energie (stroom), maar je kunt iedere vorm van energie uitdrukken in kilowatturen, ook warmte(-energie). Bron: warmtepompvergelijker.nl

** De energiewaarde van aardgas kun je bovendien ook uitdrukken in kilowattuur: een moderne cv-ketel haalt circa 9 kWh aan energie uit één kubieke meter (m3) aardgas.

▼ Volgende artikel
Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen
© Gemeente Den Haag
Huis

Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

Parkeerautomaten en laadpalen voor elektrische auto's zijn steeds vaker doelwit van fraudeurs. Ze plakken een sticker met een valse QR-code op het scherm of naast het betaalgedeelte. Wie de code scant, komt terecht op een nagemaakte website die vraagt om bankgegevens of een betaling. In werkelijkheid belandt het geld niet bij de gemeente of de exploitant, maar bij criminelen.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je nep-QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen herkent. Je ontdekt wat quishing is, hoe je verdachte codes spot en hoe je veilig blijft voor deze vorm van oplichting. Lees ook: Goed alternatief voor EasyPark? Zo werkt de Q-Park-app

Van Amsterdam tot Maastricht, van Alphen aan den Rijn en Rotterdam tot Den Haag: valse QR-codes duiken steeds vaker op. Quishing, zoals deze relatief nieuwe vorm van oplichting wordt genoemd, kan je behoorlijk wat geld kosten. Met de tips in dit artikel voorkom je dat jij slachtoffer wordt.

Hoe fraudeurs te werk gaan

Een valse QR-code is vaak simpelweg een sticker die over de originele code of op een lege plek is geplakt. Op het eerste gezicht lijkt de code onderdeel van de automaat. Zodra je de code scant, opent er een website die qua logo en opmaak sterk lijkt op die van een parkeer- of laadpaalexploitant. Het verschil zit in de details: de url wijkt af, de site vraagt direct om bankinloggegevens of je wordt doorgestuurd naar een betaalpagina die niets met de gemeente of betreffende exploitant te maken heeft.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn al meerdere meldingen gedaan. Sommige slachtoffers verloren tientallen euro's aan parkeergeld, anderen werden geconfronteerd met grotere bedragen die van hun rekening verdwenen.

Zo herken je een valse QR-code

Let altijd goed op de fysieke code. Ziet het eruit als een losse sticker, scheef geplakt of met een afwijkende kleur? Dan is de kans groot dat het om fraude gaat. Controleer daarnaast de link die verschijnt zodra je scant. Een betrouwbare url verwijst naar een bekende aanbieder, zoals de website van de gemeente of een erkende parkeerapp. Zie je rare domeinnamen of spelfouten, ga dan niet verder maar klik de pagina meteen weg. Belangrijk om te weten: dat een link met https:// begint is tegenwoordig geen garantie meer dat het om een veilige site gaat. Wij hebben als test de valse QR-code op de foto gescand (don't try this at home!) en de link begint met https://...

Nog beter is het om QR-codes helemaal te vermijden bij dit soort betalingen. Gemeenten en aanbieders van laadpalen en parkeerautomaten adviseren om te betalen via de automaat zelf of via een officiële app, zoals EasyPark of ParkMobile. Zo weet je zeker dat je geld op de juiste plek terechtkomt.

Wat kun je zelf doen?

Betaal je via een app of met pin, dan loop je geen risico op quishing. Zie je toch een verdachte QR-code, meld dit dan bij de gemeente of politie, zodat de sticker snel verwijderd kan worden. Twijfel je aan een website, gebruik dan een controletool zoals 'Check je linkje' waarmee je vooraf kunt zien waar een QR-code naartoe leidt.

Soms heb je genoeg

🅿️ Aan zo'n blauwe parkeerschijf
▼ Volgende artikel
Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR
Huis

Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR

Nog niet zo lang geleden was miniled-technologie voorbehouden aan de luxere midrange-modellen en hoger. Maar zoals dat nu eenmaal gaat is ook deze technologie na een aantal jaren beschikbaar op goedkopere modellen. Hoe zit het dan met de kwaliteit?

Uitstekend
Energy label
Conclusie

TCL’s 55C6K is een heel interessante instapper. De adviesprijs ligt te hoog, zeker naast de betere C7K, maar gelukkig is de tv her en der al voor veel minder te krijgen. Met 180 zones schieten de piekhelderheid en het contrast iets tekort, en HDR blijft ook een beetje achter. Toch levert de tv in SDR mooie kleuren en prima kalibratie in Filmmaker- en Movie-modus. Het toestel maakt daarnaast gebruik van Google TV en levert goede gaming-features.

Plus- en minpunten
  • Achtergrondverlichting met 180 zones en degelijk contrast
  • Voldoende piekhelderheid en degelijk kleurbereik
  • Ondersteuning voor Dolby Vision IQ en HDR10+
  • Twee HDMI 2.1-aansluitingen met gaming-features
  • Filmmaker Mode en Movie Mode met goede kalibratie
  • Google TV en AirPlay 2
  • HDR-dynamische tonemapping vermindert het contrast
  • eARC/ARC neemt een 48-Gbps HDMI-poort in
  • Beperkte kijkhoek
TCL 55C6K

Adviesprijs: 899 euro Wat: Ultra-HD 4K, 144Hz, Full Array miniled-tv met lokale dimming (18x10 segmenten) Schermformaat: 55 inch (139 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 (48 Gbps), 2x v2.0 (18 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 1x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.4 Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1229 x 776 x 297 mm (incl. voet) Gewicht: 12,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 70 kWh (F) / HDR 150 kWh (G)

Een eenvoudig ontwerp hoeft niet lelijk te zijn, iets wat de C6K goed laat zien. De vleugelvoeten links en rechts onder deze televisie zijn licht naar buiten gedraaid en dat zorgt ervoor dat hij erg stabiel staat. Aan de voorzijde heeft het scherm nauwelijks een kader; de focus ligt op het beeld. Van opzij gemeten is hij 56 mm diep. Door de licht afgeschuinde zijkanten en de smalle zilverkleurige rand oogt hij zelfs nog slanker. De rug is mooi vlak en afgewerkt met een vierkantpatroon.

Aansluitingen

TCL kiest voor een minimale set aan aansluitingen, een eigenschap die we bij al hun miniled-modellen zien. Er zijn vier HDMI-poorten, waarvan twee voorzien zijn van de maximale 48Gbit/s-bandbreedte die noodzakelijk is voor gamen in 4K120 op je favoriete high-end console. Voor pc-gamers is er nog wat extra mogelijk. Zij kunnen in 4K144Hz gamen, of als je framerate belangrijker vindt dan resolutie kunnen ze zelfs tot 2K288Hz gaan. Met een input-lag van 16,8 ms (bij 4K60) en 8,4 ms (bij 2K120), ondersteuning voor ALLM en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync Compatible) is een responsieve en uiterst vloeiende game-ervaring gegarandeerd.

Heb je thuis meerdere high-end gamebronnen én een soundbar, dan moet je er wel rekening mee houden dat ARC/eARC slechts op één van de 48Gbit/s-poorten is ingeschakeld, en je dus maar één dergelijke poort overhoudt voor je game-apparaten. Behalve de HDMI-poorten zijn er nog een usb-poort voor media, een digitaal optische audio-uitgang, twee antenne-aansluitingen, wifi 5, ethernet en bluetooth (voor de afstandsbediening en draadloze hoofdtelefoons). 

De aansluitingen op de TCL 55C6K.

Voorzien van Google TV

Zijn er bepaalde apps die je absoluut niet wilt missen op je smart-tv? Dan is Google TV een uitstekende keuze. Het systeem heeft het ruimste app-aanbod en je vindt er bijna alle internationale, maar ook lokale streamingdiensten terug. Google Cast en Apple AirPlay 2 maken het supermakkelijk om content van je smartphone naar de tv te sturen. Aanbevelingen krijg je eveneens in overvloed. Ze zijn geordend per genre, niet per streamingdienst. De genres die Google je toont, zijn gebaseerd op je kijkgedrag. Meer over Google TV lees je in dit artikel.

De TCL 55C6K is voorzien van Google TV.

TCL biedt verder een energiedashboard waarin je alle instellingen terugvindt die het energieverbruik van je tv kunnen beïnvloeden. Wil je de tv gebruiken als kunstkader, dan open je T-exhibition; daar vind je niet alleen een ruim aanbod kunst, je kunt er ook AI-kunst genereren. TCL Channels biedt gratis streaming-content, mét advertenties uiteraard. De Google TV-interface werkt vlot en de gebruikservaring is prima. Ook als je even in de instellingen wilt duiken of een andere input wilt selecteren heeft TCL voor een handige interface gezorgd.

De zwarte rechthoekige afstandsbediening wint geen prijs voor innovatie, maar werkt wel prima. De toetsen voelen zacht aan en hebben een zuivere aanslag. De lay-out is redelijk klassiek en er is nog een numeriek toetsenbord aanwezig. De ingebouwde microfoon is handig voor zoekopdrachten. Onderaan de afstandsbediening zijn zes sneltoetsen te vinden: voor Netflix, Prime Video, YouTube, de mediaspeler, TCL Channels en Disney+. 

De eenvoudige afstandsbediening.

Prima beeldverwerking

De AiPQ Pro-processor die je in de C6K vindt, gebruikt TCL ook in zijn hoger geplaatste modellen. Dat is goed nieuws, want je hoeft dus niets in te leveren op dit vlak en de resultaten zijn erg goed. Wat ons vooral opvalt, is dat HDR-content met zachte kleurgradiënten nu quasi-foutloos en zonder kleurstroken op het scherm verschijnt. Je hoeft daarvoor zelfs geen ruisonderdrukking te activeren. In SDR-content kan dat verschijnsel wel nog zichtbaar zijn, maar met wat lichte ruisonderdrukking worden de meeste hinderlijke kleurstroken weggewerkt. Alleen heel lastige gevallen blijven licht zichtbaar. De processor scoort ook erg goed op deinterlacing van live-tv (1080i) en heeft prima upscaling. Een klein beetje extra scherpte (tot maximaal 5) kan het beeld wel gebruiken.

Voor sport en games is bewegingsscherpte erg belangrijk, en die is prima. De randen van bewegende voorwerpen hebben een heel licht vage rand. Oledmodellen blijven wel uitgesproken beter op dit vlak. Wie dat wil verbeteren, kan overschakelen naar een 240Hz-verversingssnelheid. Bij 4K-beeldmateriaal gaat dat ten koste van wat verticale resolutie, maar het verlies is erg klein. Gamers kunnen in Full-HD zelfs tot 288 Hz gaan. Voor film zien we weinig meerwaarde. Wil je de judder van films wat intomen, dan activeer je de motion interpolation; stel de sterkte in naar eigen smaak. 

©TCL

Zijn 180 dimmingzones voldoende?

Het grote voordeel van miniled-achtergrondverlichtingen is dat ze een groot aantal dimmingzones kunnen bieden. Die zijn essentieel om het contrast van de televisie naar een hoger niveau te tillen. De 55C6K moet het echter stellen met 180 zones (18 x 10). Dat is een flinke downgrade ten opzichte van de 55C7K, die kan uitpakken met 720 zones (36 x 20). Het lcd-paneel zelf heeft een eigen contrast van ongeveer 4600:1, en dat is weliswaar iets lager dan wat we bij andere TCL-modellen zagen, maar zeker niet slecht. Met local dimming geactiveerd stijgt het contrast naar 8400:1, een bescheiden verbetering.

Op een eenvoudiger test scoort hij nog 27.800:1. Die cijfers laten zien dat dat 180 zones wel verbetering leveren, ook al is die aan de kleine kant. Maar het echte verschil zien we in allerlei testfragmenten. Is het beeld donker en zijn er veel kleinere lichtpunten, dan is er meer schaduwdetail zichtbaar dan wenselijk omdat de grote zones het contrast niet fijn genoeg kunnen controleren. Een snel bewegend voorwerp kan dan ook een kleine zone-overgang tonen.

We moeten daar wel bij vermelden dat de aansturing erg goed is; echte zonegrenzen zijn onzichtbaar, maar een incidentele halo is uiteraard niet te vermijden. Al die zaken zijn vooral van belang bij donkere beelden. Bij heldere beelden zien we dan weer een omgekeerd effect. Een donkere partij met scherp detail in een verder helder beeld is iets te helder en verliest zo wat detail. Dat effect is duidelijker in HDR. Al met al nog steeds een behoorlijk resultaat, maar van 180 zones mag je geen oledkwaliteit contrast verwachten. 

Bescheiden piekhelderheid

Ook op het gebied van piekhelderheid kan de C6K maar nauwelijks overtuigen. Op het 10%-venster in HDR Filmmaker Mode meten we 688 nits, op het volledig witte scherm 547 nits. TCL heeft de tv zo getuned dat hij op het 50%-venster nog naar 844 nits gaat. Dat zijn voor HDR eerder bescheiden resultaten, zeker aangezien de Filmmaker Mode de middentinten en helderste tinten te donker toont. Het kleurbereik haalt 88,5% P3. De C6K claimt een QLED-model te zijn, maar onze meting duidt eerder op een KSF-fosfor-achtergrondverlichting waarbij vermoedelijk erg weinig of geen quantum dots aanwezig zijn. Die QLED-vermelding zou TCL dan ook beter achterwege laten. Vergelijk die resultaten met de C7K (die wél echte quantum dots gebruikt) waar we 95% P3 halen en een piekhelderheid van 1850 nits op het 10%-venster, en je ziet dat het verschil groot is.

De C6K ondersteunt Dolby Vision IQ en HDR10+, naast HDR10 en HLG. In HDR Filmmaker Mode zijn niet alleen de helderste tinten te donker, de tv clipt ook wat witdetail weg, waardoor nuance in de helderste tinten kan verdwijnen. We activeerden dynamische tonemapping om dat tegen te gaan, maar dat maakt het beeld over het algemeen te helder, waardoor je minder contrastrijk beeld ziet. In SDR is het resultaat erg goed: de Filmmaker Mode levert een goede kalibratie, dus daar zie je de C6K op zijn best. Zowel in HDR als SDR was het schaduwdetail goed zichtbaar. 

Matige audio

De 40 watt sterke 2.1-audioconfiguratie met het label van Onkyo mag dan wel iets krachtiger zijn dan de gemiddelde lagere-middenklasser, toch laat het geen diepe indruk achter. Er is ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X, maar onze filmsoundtracks geven maar een matig tot erg beperkt surroundgevoel. Echte diepe bassen ontbreken, en zodra je het volume echt hoog zet, verdwijnt een deel van de bas en hoor je redelijk wat vervorming. De klank is goed genoeg voor doorsnee dagelijks gebruik, maar muziek- en filmliefhebbers kunnen beter een soundbar bij deze televisie gebruiken.

Conclusie

TCL pakt erg graag uit met zijn miniled-modellen, maar deze instapper maakt toch een aantal belangrijke compromissen. Dat leidt onmiddellijk tot zijn belangrijkste minpunt: de adviesprijs. Die is te hoog, zeker wanneer je die vergelijkt met de TCL C7K die nauwelijks duurder, maar wel aanmerkelijk beter is. De dynamische tonemapping van TCL kan beter, zeker gezien de basisprestaties. Met 180 zones kan hij immers geen hoge piekhelderheid leveren en ook geen indrukwekkend contrast. In HDR blijft hij daardoor wat achter, en de dynamische tonemapping maakt niet genoeg goed. Als we erg streng zijn, komt dat vooral omdat de andere miniled-modellen van TCL juist wél zo goed scoren. Maar eerlijk is eerlijk: deze TCL 55C6K levert nog prima prestaties, met mooie kleuren en voldoende piekhelderheid en contrast. De Filmmaker en Movie Mode zijn goed gekalibreerd en zeker in SDR is dat een mooie prestatie. Google TV zorgt voor een ruim entertainmentaanbod en er zijn aardig wat gaming-features. Kun je deze televisie met een mooie korting vinden, dan is hij zeker het overwegen waard!