ID.nl logo
Het verbruik van de warmtepomp, zelfs als het buiten vriest
© Verena Matthew
Energie

Het verbruik van de warmtepomp, zelfs als het buiten vriest

Met een warmtepomp heb je minder gas nodig. Het apparaat haalt de energie die nodig is om het huis te verwarmen uit de omgeving. Afhankelijk van het type warmtepomp is de energiebron de bodem, de lucht of het grondwater. Maar wat als het buiten vriest dat het kraakt? Betaal je je dan blauw aan elektriciteit?

In dit artikel willen we je inzicht en handvatten geven, zodat je je afgaande op je eigen situatie een idee kunt vormen van het verbruik, hoe een warmtepomp presteert bij streng winterweer en wat het gevolg is voor je energierekening. Maak je borst nat, want we moeten best wat zaken op een rij zetten.

Je hebt je huis goed geïsoleerd en je overweegt een warmtepomp aan te schaffen. Logisch dat je met vragen zit. Wat mag je van de elektriciteitsfactuur verwachten? En zal de warmtepomp het redden wannneer het buiten vriest? Wil je daarop antwoord zelf berekenen dan moet je het warmteverlies kennen en daarna moet je de prestatiecoëficiënt goed interpreteren,want die fluctueert met de buitentemperatuur. We leggen stapsgewijs uit hoe je dat doet.

Ook interessant: De energierekening in 2024: dit verandert er voor jou

Het nieuwe normaal

Laten we beginnen met een geruststellende boodschap wat betreft comfort. De warmtepomptechnologie komt uit Scandinavië en daar zijn ze 's winters heel wat meer gewend dan in Nederland. Bij Weeronline lezen we dat Nederland slechts 34 dagen heeft met een minimum onder nul. Het aantal vorstdagen is sinds halverwege vorige eeuw afgenomen van 42 naar 34 dagen.

Strenge vorst, waarbij de temperatuur onder de -10°C zakt, komt gemiddeld één keer per winter voor. Daarom hoef je je met een warmtepomp die zelfs een buitentemperatuur van -20° aan kan absoluut geen zorgen te maken. Uiteraard gaan we ervan uit dat de woning fatsoenlijk is geïsoleerd. Bovendien is de technologie van de warmtepompen de afgelopen tien jaar enorm geëvolueerd. 

©Weeronline

Het aantal dagen waarop het vriest in Nederland daalt nog steeds en is nu beperkt tot 34.

Drie belangrijke factoren

Voordat we het verbruik tijdens die 34 dagen onder het vriespunt uitdiepen, moet je rekening houden met de drie factoren waarvan het verbruik afhankelijk is: de eigenschappen van het gebouw, de persoonlijke warmtebehoefte van de bewoners en het type warmtepomp.

De eigenschappen van het gebouw

Om het nodige vermogen van het verwarmingssysteem te kennen, moet je eerst het warmteverlies van de woning berekenen. Dit verlies bestaat uit twee delen. Eerst is er het verlies door de bouwschil (de buitenkant van de woning). Hier is de kwaliteit van de isolatie een belangrijke factor. Daarnaast is er het ventilatieverlies door luchtverversing en tocht.

Heb je een recent energieprestatiecertificaat van een onafhankelijk expert ontvangen, dan heeft die de berekening al gemaakt. Bij Viessmann staat een uitgewerkte online tool om zelf het warmteverlies vrij nauwkeurig te berekenen. Hier geef je de kwaliteit van de isolatie in, de oppervlakte van de ramen, de kwaliteit van de ramen, het ventilatiesysteem en het percentage van de woning dat moet worden verwarmd. Bovendien noteer je de gewenste binnentemperatuur en de koudste buitentemperatuur die het verwarmingssysteem moet kunnen opvangen. 

©Viessmann

Doorloop de verschillende stappen in de berekening en je leest het warmteverlies.

Inschatten op basis van het gemiddelde gasverbruik Er is nog een tweede, ietwat ruwere manier om de warmtebehoefte in kWh te schatten, waarbij je afgaat op het huidige jaarlijkse gasverbruik. Je vermenigvuldigt het gemiddelde gasverbruik in m³ met 10. Daarna corrigeer je dat resultaat door het verbruik van warmwater af te trekken met 100 m³ gas per bewoner.

Stel dat het gemiddelde gasverbruik per jaar 1.400 m³ is. Bestaat je gezin uit vier personen, dan corrigeer je dat door dit getal met 400 m³ te verminderen. Deze 1.000 m³ vermenigvuldig je met 10 om de warmtebehoefte in kWh te bepalen. 1000 m³ x 10 = 10.000 kWh.

Persoonlijke warmtebehoefte

Om het totale verbruik te vergelijken, moet je uiteraard rekening houden met de gewenste kamertemperatuur. Draag je 's winters graag een T-shirt binnen of ga je voor een warme trui? Als je de thermostaat 1°C hoger zet, zul je 6 procent meer verbruiken. Onderschat ook niet hoeveel warmwater je verbruikt. Dat is afhankelijk van het aantal bewoners en hun gewoonten. Gaan ze regelmatig in bad, gebruiken ze de douche met spaarkop of genieten ze graag vorstelijk van een rainshower?

Type warmtepomp

Het verbruik wordt ook bepaald door het type warmtepomp. Hoe hoger het rendement van de warmtepomp, hoe minder hij zal verbruiken – en dat vertaalt zich in de energierekening. Dat rendement wordt uitgedrukt in COP (Coefficient of Performance). Dat is de verhouding tussen opgenomen energie en afgegeven energie. Het gemiddelde van de meeste warmtepompen bedraagt 4.  Dat betekent dat er voor de productie van 4 kWh warmte 1 kWh elektriciteit nodig is. Bij een bodem-waterwarmtepomp ligt het rendement hoger.

SCOP Om warmtepompen met elkaar te kunnen vergelijken, gebruikt men eerder SCOP (Seasonal Coefficient of Performance). Eigenlijk is dat niets meer of minder dan een gemiddelde COP over een jaar, waarbij de seizoenen in een bepaalde regio zijn meegewogen. Dat seizoensrendement weerspiegelt het werkelijke energieverbruik gemeten over een volledig jaar en houdt zelfs rekening met temperatuurschommelingen en stand-by-periodes.

Verbruik warmtepomp inschatten

Om het verbruik van de warmtepomp te kunnen voorspellen, deel je het energieverbruik van de woning in kWh door de COP. Bijvoorbeeld een nieuwbouwwoning, waarin 150 m² wordt verwarmd en vier bewoners leven, heeft een gemiddeld jaarlijks verbruik voor verwarming en warm water van 14.000 kWh. Als je deze 14.000 kWh deelt door de COP van de warmtepomp krijg je een goed idee wat dit verbruik zal kosten met de warmtepomp. 

Bij een lucht-waterwarmtepomp met een COP van 4 bedraagt dat 14.000 : 4 = 3.500 kWh. Met een elektriciteitsprijs van € 0,37 kom je dan uit op ongeveer € 1.295 per jaar voor warm water en verwarming. Pas je dezelfde berekening toe op een bodem-waterwarmtepomp (14.000 : 5) x € 0,37, dan kom je uit op € 1.036 per jaar.

COP daalt bij lage temperatuur

Het rendement van de warmtepomp – de COP – is echter geen constante. Bij een bodemwarmtepomp die zijn energie diep vanuit de ondergrond haalt, is de brontemperatuur redelijk stabiel: ongeveer 7°C. Maar bij een lucht-waterwarmtepomp moet de compressor harder werken wanneer het buiten kouder wordt, en de compressor verbruikt evenens stroom.

Het rendement van een warmtepomp neemt af bij lagere temperaturen, vooral als de buitentemperatuur onder het vriespunt zakt. Hieronder zie je de grafiek van een fictieve warmtepomp (lucht-water). Je ziet drie curves van dezelfde warmtepomp die het rendement tonen wanneer het cv-water wordt ingesteld op 35°C, 45°C en 55°C.

©Dirk Schoofs | ID.nl

De cv-watertemperatuur van 35°C geeft een veel hoger rendement dan 45° of 55°C.

De Temperatuur-lift

De COP is dus afhankelijk van het temperatuurverschil tussen de bron en het afgiftesysteem. Als het buiten 1°C is en de warmtepomp moet deze temperatuur optrekken naar 35°C, dan is het verschil 34°C. Dat verschil noemen we Tlift, of de lift in temperatuur. Die Tlift kan op twee manieren groter worden: doordat de buitentemperatuur daalt en/of doordat de temperatuur van het cv-water stijgt. Op de buitenluchttemperatuur heb je geen invloed.

Wat je wel kunt aanpassen, is de temperatuur van het cv-water bij het afgiftesysteem. Die uitvoertemperatuur wordt ingesteld door de installateur en heeft een belangrijke invloed op het rendement. De blauwe curve toont een veel hoger rendement dan de oranje of grijze curve, en dat bij elke buitentemperatuur. Dat betekent niet dat het binnenskamers kouder wordt wanneer de uitvoer is afgesteld op 35°C in plaats van 45°C. De regeling gebeurt op basis van een buitensonde en kamerthermostaat. Wanneer je de ingestelde binnentemperatuur kunt halen met 35°C watertemperatuur, zal de verwarming zuiniger werken. Dankzij een vuistregel weet je hoeveel de temperatuur-lift kost. 

De 2%-vuistregel Er is een vuistregel bij installateurs die bepaalt dat bij elke graad die je bij de cv-watertemperatuur verhoogt, het rendement van de cv-warmtepomp (de COP dus) met 2 procent daalt. Dat betekent meteen dat de energiekosten met 2 procent zullen stijgen.

Andersom is gelukkig ook waar. Voor elke graad minder van de cv-watertemperatuur zal de warmtepomp 2 procent zuiniger worden. De 2%-regel is een vuistregel die in de praktijk kan afwijken, maar hij toont wel degelijk het effect op het rendement als je de ingestelde watertemperatuur verhoogt of verlaagt.

20% duurder voor hetzelfde comfort 

Een voorbeeld maakt bovenstaande duidelijk. Bij twee identieke woningen (dezelfde isolatie, verwarmingssysteem, kamertemperatuur, aantal bewoners) verschilt slechts één ding: de cv-watertemperatuur. In woning A staat die ingesteld op 35°C, bij woning B staat die op 45°C. De buitentemperatuur is bij beide woningen 10°C. Dat betekent dat bij woning A de Tlift 25°C bedraagt (35 - 10), bij woning B is de Tlift 35°C (45 - 10).

Op basis van onze vuistregel geeft het verschil van 10°C een rendementsverschil van 20 procent. De eigenaar van woning B betaalt dus een vijfde méér voor zijn verwarming dan de eigenaar van woning A. 

Een model

De efficiëntie of de COP van de warmtepomp neemt af naarmate het kouder wordt. In onderstaande tabel gaan we uit van een lucht-waterwarmtepomp in een woning met een jaarlijks energiebehoefte van 13.689 kWh. Dat is een huishouden van vier personen dat voorheen 14.000 m³ gas gebruikte. We hanteren daarbij een gemiddelde elektriciteitsprijs € 0,37/kWh (januari 2024). Bij een buitentemperatuur van 10°C verbruikt de warmtepomp € 2,62 per dag. Wanneer de temperatuur naar 0°C daalt, dan spreken we over een verbruik van € 3,65 per dag. 

Rekening houdend met het feit dat er nauwelijks dagen zijn dat het kwik onder de -10°C zakt en dat er zelfs weinig dagen zijn met een gemiddelde temperatuur van -5°C, lijkt het ons niet zinvol om de energiekosten per maand te tonen. Op een vriesdag kunnen de stookkosten dus wel enkele euro’s per dag stijgen. Op jaarbasis valt dat mee in vergelijking met de cv-ketel. Bovendien kunnen zonnepanelen het verbruik ook nog compenseren.

Buitentemp. (°C) COPEnergieverbruik (kWh/dag) Energiekosten (€/dag)
206,65,7€ 2,10
155,66,7€ 2,48
105,37,1€ 2,62
54,58,3€ 3,08
03,89,9€ 3,65
−53,411,0€ 4,08
−102,813,4€ 4,96
−152,614,4€ 5,34
−202,316,3€ 6,03

Voor de volledigheid tonen we ook de gemiddelde temperaturen in Nederland van de afgelopen drie jaar, waarin je ziet dat er geen enkele maand is geweest met een gemiddelde temperatuur lager dan 3,6°C. Wat niet betekent dat je tijdens de 34 vriesdagen kou moet lijden, maar het helpt wel om een realistisch beeld te krijgen van hetgeen de warmtepomp gemiddeld zal verwerken. 

Jaarjanfebmrtaprmeijunjulaugsepoktnovdec
20235,85,778,713,519,418,117,617,513,27,86,9
20225,36,87,39,31417,118,62014,713,18,73,6
20213,44,36,46,711,218,21816,915,911,67,45,4

Bron: Wintergek.nl

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 randloze smartphones voor minder dan 350 euro
© Paulus N. Rusyanto
Huis

Waar voor je geld: 5 randloze smartphones voor minder dan 350 euro

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom speuren we een paar keer per week binnen een bepaald thema naar zulke deals. Een smartphone met een dunne schermrand was jaren geleden nogal prijzig, tegenwoordig vind je ze voor een schappelijke prijs. Wij hebben vijf randloze telefoons voor minder dan 350 euro voor je weten te vinden.

Ramdloze smartphones, ook wel toestellen met een zogeheten full-screen- of edge-to-edge- display genoemd, winnen de laatste jaren steeds meer aan populariteit – en dat is niet zonder reden. Door het minimaliseren van de schermranden hebben deze telefoons een strak en modern design, waarbij het scherm nagenoeg de volledige voorkant van het toestel beslaat. Dit zorgt voor een luxe uitstraling. Bovendien maken fabrikanten optimaal gebruik van de beschikbare ruimte, waardoor zelfs compacte toestellen een groter schermoppervlak kunnen bieden. Voor gebruikers betekent dit een betere balans tussen draagbaarheid en functionaliteit. Daarnaast zijn veel randloze smartphones uitgerust met moderne technologieën zoals in-display vingerafdrukscanners en geavanceerde gezichtsscanners.

Samsung Galaxy A35 5G

De Galaxy A35 5G is een middenklasse smartphone met een helder 6,6-inch Super AMOLED-scherm, een 50 MP hoofdcamera en een krachtige Exynos 1380-processor. Het toestel biedt 5G-connectiviteit en een batterijduur die gemakkelijk een dag meegaat. Met Samsung's One UI 6.1 en een strakke ontwerp is dit een uitstekende keuze voor gebruikers die op zoek zijn naar een betrouwbare en stijlvolle smartphone.

Motorola Edge 40

De Motorola Edge 40 beschikt over een 6,55-inch pOLED-scherm met een verversingssnelheid van 144 Hz, wat zorgt voor vloeiende beelden. Het toestel is uitgerust met een MediaTek Dimensity 8020-processor en een 50 MP hoofdcamera met optische beeldstabilisatie. Dankzij de 68W TurboPower-snellader is de 4400 mAh-batterij snel opgeladen. Het slanke, randloze ontwerp met afgeronde hoeken maakt dit een toestel met een premium uiterlijk.

Nothing Phone (2a)

De Nothing Phone (2a) valt op door zijn unieke, transparante ontwerp en LED-notificatieverlichting en de mogelijkheid om afzonderlijke onderdelen makkelijk te vervangen. Het toestel heeft een 6,7-inch AMOLED-scherm, een MediaTek Dimensity 7200 Pro-processor en een dubbele 50 MP camera-opstelling. Met een batterijcapaciteit van 5000 mAh en ondersteuning voor 45W snelladen biedt deze smartphone goede preraties.

Xiaomi Redmi Note 13 Pro+ 5G

De Redmi Note 13 Pro+ 5G van Xiaomi is uitgerust met een 6,67-inch AMOLED-scherm met een verversingssnelheid van 120 Hz en een resolutie van 1,5K. Het toestel beschikt over een 200 MP hoofdcamera, een MediaTek Dimensity 7200-Ultra-processor en een 5000 mAh-batterij die 120W snelladen ondersteunt. Door het randloze ontwerp en de krachtige specificaties is deze telefoon een uitstekende keuze voor fotografie-enthousiastelingen.

Google Pixel 7a

De Google Pixel 7a biedt een prettige Android-ervaring met regelmatige updates en een uitstekende camera. Het toestel heeft een 6,1-inch OLED-scherm, een Google Tensor G2-processor en een 64 MP hoofdcamera. Met functies zoals Real Tone en Night Sight levert de Pixel 7a indrukwekkende foto's, zelfs bij weinig licht. De telefoon heeft vooral aan de bovenzijde een smalle rand en de cameralens zit daarbij mooi in het display verwerkt. De compacte vormfactor maakt dit toestel ideaal voor gebruikers die een handzame smartphone zoeken.

▼ Volgende artikel
Nooit meer te veel wasmiddel: zo werkt automatisch doseren in je wasmachine
© AK | ID.nl
Huis

Nooit meer te veel wasmiddel: zo werkt automatisch doseren in je wasmachine

Automatisch wasmiddel doseren is een functie die steeds vaker voorkomt op moderne wasmachines. Handig, want je hoeft niet meer zelf af te meten hoeveel wasmiddel je nodig hebt. Maar hoe werkt het precies, wat zijn de voordelen en waar moet je op letten?

In dit artikel lees je:

  • Wat automatisch wasmiddel doseren is
  • Hoe goed automatisch doseren werkt
  • Wat de voordelen van automatisch doseren zijn
  • Wat de nadelen van automatisch doseren zijn
  • Hoe vaak je de reservoirs moet bijvullen
  • Welk wasmiddel je het best kunt gebruiken
  • Hoe je het doseersysteem schoon en fris houdt
  • Hoe deze functie bij verschillende merken heet

Lees ook: Dit wil je weten over de wasprogramma's van je wasmachine

Wat is automatisch wasmiddel doseren?

Automatisch doseren betekent dat de wasmachine zelf bepaalt hoeveel wasmiddel en wasverzachter nodig is voor elke wasbeurt. Dit gebeurt met behulp van sensoren die onder meer kijken naar het gewicht van de was, de textielsoort en soms ook hoe vuil het wasgoed is. Je vult de reservoirs één keer met vloeibaar wasmiddel en eventueel wasverzachter. De machine gebruikt bij elke wasbeurt precies de hoeveelheid die nodig is. Je hoeft dus niet meer voor elke wasbeurt te meten of te gokken of met wasmiddel te knoeien.

Hoe goed werkt automatisch doseren?

In de praktijk werkt automatische dosering over het algemeen goed. Vooral bij normaal bevuilde was levert het een schone was op zonder overdosering. De sensoren stemmen de hoeveelheid nauwkeurig af op de lading. Wel zijn er verschillen tussen systemen. Bij sommige merken kun je bijvoorbeeld zelf de dosering nog bijstellen als je merkt dat de was niet fris genoeg wordt of dat er juist zeepresten achterblijven. Bij sterk bevuilde was of speciale stoffen (zoals sportkleding of babykleding) kan het zijn dat je alsnog handmatig wilt doseren of een ander type wasmiddel nodig hebt.

©AEG

AutoDose van AEG.

Voordelen van automatische dosering

Het grootste voordeel is gemak: je vult één keer het reservoir en daarna hoef je er wekenlang niet naar om te kijken. Daarnaast helpt automatische dosering bij het besparen van wasmiddel. Veel mensen gebruiken onbewust te veel, wat niet alleen slecht is voor het milieu, maar ook zorgt voor zeepresten in kleding en de machine. Verder voorkom je slijtage aan je kleding. Te veel wasmiddel kan stoffen aantasten en zorgt ervoor dat kleding minder lang mooi blijft.

Nadelen van automatische dosering

Niet alles is positief. Automatisch doseren werkt alleen met vloeibaar wasmiddel. Waspoeder of capsules kun je niet gebruiken. Daarnaast moet je erop letten dat je de juiste soort wasmiddel kiest. Sommige systemen werken niet goed met dikkere of schuimende middelen.

Een ander aandachtspunt is geur: omdat je het reservoir lang gebruikt, kan dat na verloop van tijd een muffe geur afgeven. Regelmatig schoonmaken en niet te lang wachten met bijvullen helpt dat voorkomen.

Bij sommige systemen kun je niet zelf bepalen welk vak je voor welk type wasmiddel gebruikt, of kun je geen speciaal wasmiddel apart instellen (bijvoorbeeld voor witte was of wol). Dat maakt je wat beperkter in je mogelijkheden.

©AEG

Hoe vaak moet je bijvullen?

Dat hangt af van de capaciteit van het reservoir en hoe vaak je wast. Gemiddeld gaat een volle tank tussen de 20 en 40 wasbeurten mee. Sommige machines geven een seintje als het wasmiddel bijna op is, bij andere moet je het zelf in de gaten houden.

Welk wasmiddel werkt het best?

Gebruik altijd vloeibaar wasmiddel. Veel fabrikanten raden hun eigen merk aan (zoals bijvoorbeeld Miele UltraPhase). In de praktijk werken veel gangbare A-merken ook goed, zolang ze niet te dik of sterk schuimend zijn. Vermijd ecologische of geconcentreerde wasmiddelen die speciaal zijn ontwikkeld voor handmatige dosering, tenzij het systeem ze aankan. Bij sommige merken slimme wasmachines (zoals Bosch en Siemens) kun je met de app de barcode op je eigen wasmiddelen scannen. De app stuurt dan informatie over de concentratie van je wasmiddel en de waterhardheid automatisch door naar de wasmachine, zodat echt altijd de juiste dosering wordt gebruikt.

Test een wasmiddel een tijdje en kijk hoe de machine reageert: blijft er schuim achter, wordt de was goed schoon, ruikt het fris? Zo ontdek je wat het beste werkt voor jouw situatie.

©Miele

Miele UltraPhase-flacons.

Het automatische doseersysteem schoonmaken Vloeibaar wasmiddel en wasverzachter bevatten stoffen die na verloop van tijd een laagje kunnen achterlaten in het reservoir en de leidingen. Het is dus belangrijk om het automatische doseersysteem regelmatig schoon te maken. De meeste machines hebben reservoirs die je makkelijk kunt uitnemen. Spoel deze ongeveer eens per maand om met warm water. Gebruik eventueel een klein beetje schoonmaakazijn om opgehoopte zeepresten los te weken. Let erop dat je alles goed naspoelt en laat drogen voordat je de reservoirs terugplaatst. Heeft jouw machine vaste tanks die je niet kunt loshalen? Gebruik dan het schoonmaakprogramma (indien aanwezig) of spoel het systeem door; dit doe je door het reservoir te vullen met warm water zonder wasmiddel. Draai vervolgens een wasprogramma zonder was. Controleer ook regelmatig de dopjes, klepjes en slangetjes rondom het doseersysteem. Een tandenborstel kan helpen om lastige randjes schoon te maken.

Van i-DOS tot SmartDosing

In onderstaande tabel zie je wat de benaming voor het automatisch-doseersysteem is bij de grootste wasmachine-merken.

MerkBenamingUitleg
Boschi-DOS 1Twee reservoirs, een voor wasmiddel en een voor wasverzachter, instelbare dosering, houdt rekening met waterhardheid
Boschi-DOS 2Twee reservoirs, een voor wasmiddel en een voor wasverzachter of een ander soort wasmiddel, instelbare dosering, houdt rekening met waterhardheid
AEGAutoDoseVier reservoirs (automatisch en handmatig), appwaarschuwingen, flexibel
SiemensintelligentDosingVergelijkbaar met i-DOS, instelbaar via display/app, kalkherkenning
MieleTwinDosWerkt met UltraPhase-cartridges of hervulbare reservoirs, zeer precies
SamsungAutoDoseTwee reservoirs, instelbaar via display en app, werkt met veel merken
HisenseAutoDoseEenvoudig systeem met één reservoir, basisinstellingen
LGezDispenseTwee grote reservoirs, appkoppeling, slimme sensoren
BekoAutoDoseEenvoudig systeem, vaak één reservoir, geen appkoppeling
Whirlpool6th Sense AutoDoseTwee reservoirs, gekoppeld aan 6th Sense-sensoren, stabiele werking
HaierSmartDosingAutomatische aanpassing aan belading, vaak één groot reservoir, appinstellingen

Conclusie

Automatische dosering maakt wassen makkelijker en voorkomt verspilling van wasmiddel. Vooral bij regelmatig gebruik is het een handige functie die tijd bespaart en je kleding beschermt. De werking hangt af van het merk en type wasmiddel dat je gebruikt. Kies daarom een machine die bij jouw wasgedrag past (tip: bij (web)winkels die wasmachines verkopen kun je modellen makkelijk met elkaar vergelijken) en experimenteer met verschillende vloeibare wasmiddelen om de beste combinatie te vinden.