ID.nl logo
Energiemeter kopen, aansluiten en aflezen
© Reshift Digital
Huis

Energiemeter kopen, aansluiten en aflezen

Via je energieleverancier weet je wat je totaalverbruik is. Dat is een goed uitgangspunt, maar je wilt natuurlijk weten wat in huis de grootverbruikers zijn. Op die manier kun je juist daar beginnen met besparen. Het is tijd om de afzonderlijke apparaten eens onder de loep te nemen. Wil je een energiemeter kopen, aansluiten en aflezen? Lees dan verder.

Energiemeters, ook bekend als energiekostenmeters, zijn er in verschillende uitvoeringen. De simpelste vorm is de stekkeradapter: een apparaatje dat je in het stopcontact steekt. De stekker van het apparaat dat je wilt meten, steek je vervolgens in de adapter. De meeste stekkeradapters hebben een display waarop je het actuele verbruik in watt kunt aflezen; een momentopname dus. Ook het totaalverbruik in kilowattuur (kWh), dus over de periode dat je hebt gemeten, wordt altijd weergegeven.

Afhankelijk van je meetstekker kun je andere waarden uitlezen, zoals de netspanning en de stroomsterkte. In een enkel geval heeft de adapter geen display. Je moet hem dan via bluetooth met je smartphone verbinden. Daarna kun je de waarden via een app bekijken.

©PXimport

Energiemeter kiezen

Bij de meeste (online) elektronicawinkels vind je een ruim aanbod. Bekende merken zijn onder andere Basetech, Brennenstuhl, ELV en Voltcraft. De prijzen lopen uiteen van een 10 tot 60 euro. Kijk behalve naar de prijs ook naar het meetbereik. Doorgaans loopt dat van iets meer dan 0 tot ongeveer 3600 watt.

Er zijn ook energiemeters die bijvoorbeeld beginnen bij 4 of meer watt. Dat betekent dat je daarmee apparaten die heel weinig verbruiken niet kunt doormeten. Ook het sluipverbruik (zie kader) kun je dan niet in kaart brengen. Kijk in de specificaties van de meter verder naar de nauwkeurigheid. Dat staat aangegeven in procenten. Hoe lager het percentage, hoe beter. Kijk ook of de meter een geïntegreerde batterij heeft. Als dat niet zo is, kun je hem vaak alleen aflezen als hij in het stopcontact zit en dat is nogal onhandig.

Sluipverbruik

Ook op de momenten dat je apparaten niet gebruikt, kunnen deze stroom verbruiken. Denk aan een televisie die je in stand-by zet en dus niet uitschakelt. Door nieuwe ecodesignrichtlijnen is het sluipverbruik van nieuwe apparaten wel heel klein. Winst behaal je dus vooral op oude apparaten (ongeveer van voor 2010), zoals een oude magnetron, televisie, cv-ketel of wasmachine.

Met een goede energiemeter kun je dit sluipverbruik meten en aan de hand van de cijfers maatregelen nemen. Gebruik een stekkerdoos met een aan-uitknop voor apparatuur die bij elkaar hoort, zoals je computer en printer, of je televisie en mediabox met harddiskrecorder en dvd-speler. Je kunt alles dan in één keer uitzetten. Ook kun je een tijdklok gebruiken om apparaten tijdelijk uit te zetten.

Extra functies

Soms kan de adapter ook de kosten van de verbruikte stroom berekenen. Hiervoor moet je zelf wel eerst de stroomprijs hebben ingevoerd. Sommige meters bieden zelfs de mogelijkheid om zowel dag- als nachttarief te gebruiken. Ook logging is een functie die van pas kan komen. Beschikt je meter hierover, dan worden de gemeten data opgeslagen in het intern geheugen of op een geheugenkaartje. Je kunt de data dan overhevelen naar je pc en zo makkelijk(er) analyseren.

Energiemeter gebruiken

Hoe gebruik je nu zo’n energiemeter? Steek de adapter in het stopcontact en de stekker van het te meten apparaat in de adapter. Daarbij is het wel belangrijk dat je de handleiding volgt. Daarin kan bijvoorbeeld staan dat je het apparaat dat je wilt meten, eerst moet uitzetten voordat je dat aansluit. Ook staat in de handleiding beschreven welke instellingen er allemaal mogelijk zijn, hoe je de data afleest en hoe de data worden bewaard.

Apparaten met hoog verbruik

Met een energiemeter kom je apparaten op het spoor die veel energie verbruiken. Denk aan een wifi-router, wifi-versterker of decoder. Maar ook energieslurpers als een aquarium, waterbed, elektrische kachel, elektrische boiler of oude koelkast. Of, minder voor de hand liggend, een deurbel, de cv-ketel of pomp voor vloerverwarming.

Op www.milieucentraal.nl vind je nog meer grootverbruikers van stroom. Sommige apparaten met een hoog verbruik kun je niet met een standaardmeter doormeten, omdat deze niet met een standaardstekker zijn aangesloten. Dat geldt bijvoorbeeld voor een grote elektrische boiler, ventilatiesysteem, inductiekooplaat of elektrische vloerverwarming.

Duur van de meting

Sommige apparaten zijn afgebakend wat betreft gebruikstijd. Wil je bijvoorbeeld meten wat je waterkoker eigenlijk verbruikt, dan ben je snel klaar. Je meet dan gedurende de tijd die het duurt tot het water kookt en het apparaat afslaat. Bij een wasmachine voer je de meting uit tijdens een door jou gekozen wasprogramma. Wil je een nog beter beeld, dan zou je verschillende wasprogramma’s kunnen meten en bijvoorbeeld het ecoprogramma kunnen vergelijken met standaardprogramma’s. Bij moderne wasmachines hangt de hoeveelheid verbruikte stroom overigens ook af van hoe vuil je wasgoed is. Ga je meten, doe dat dan met een lading wasgoed die voor jou gebruikelijk is.

Er zijn ook apparaten die niet constant dezelfde hoeveelheid stroom verbruiken. Denk aan een koelkast waarvan de compressor af en toe aanslaat of een computer waarvan tijdens zware belasting de ventilatoren gaan draaien. Kies dan voor een langere meetperiode, bijvoorbeeld een paar uur of zelfs een paar dagen. Na afloop deel je het totaalverbruik dan door het aantal uur om te zien wat het gemiddelde gebruik is.

Bij je koelkast en vriezer hangt het trouwens wel af van het seizoen waarin je meet: in de zomer, als de omgevingstemperatuur hoger is, verbruiken deze apparaten meer stroom. Idealiter zou je daarom in meerdere seizoenen een meting moeten uitvoeren.

Wil je sluipverbruik meten? Kies dan ook een langere periode, bijvoorbeeld een nacht lang. Zorg dan wel dat je het apparaat in kwestie niet gebruikt. Je zou bijvoorbeeld je televisie een paar uur kunnen doormeten, terwijl je aan het kijken bent, om daarna, als je naar bed gaat, een nachtje het sluipverbruik te meten. Noteer per apparaat de exacte tijdsperiode en het aantal kilowattuur dat in die tijd is gemeten.

©PXimport

Cijfers begrijpen

Nu je de cijfers van je afzonderlijke apparaten hebt achterhaald, wordt het tijd om die eens nader te bekijken. Wat zeggen ze over je verbruik? Hoe kunnen ze je helpen om energiezuiniger te worden?

We beginnen met je totaalverbruik. Of dat hoog of juist laag is, is lastig te zeggen. Dat hangt vooral af van het soort huis waarin je woont (hoe groter, hoe meer gas), en het aantal mensen in je huishouden (hoe meer mensen, hoe meer elektriciteit). Volgens Milieu Centraal verbruikt een Nederlands huishouden per jaar gemiddeld 2.741 kilowattuur elektriciteit en 1.239 kubieke meter gas.

Wil je weten of je energieverbruik hoger of lager is dan vergelijkbare huishoudens? Dan kun je bij Milieu Centraal een online-advies op maat krijgen. Je vult een aantal vragen in en ziet meteen hoe je scoort ten opzichte van andere huishoudens.

Cijfers CBS

Je kunt ook kijken naar de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de tabel zie je wat in 2020 het gemiddelde verbruik voor een aantal verschillende huishoudens en woningen was. Wil je deze cijfers kunnen gebruiken, dan moet je wel in een door aardgas verwarmd huis wonen. In Nederland geldt dat voor ruim 88 procent van de woningen.

©PXimport

©PXimport

Landelijk gemiddelde

Elke situatie is anders; daarom zullen jouw verbruikscijfers hoogstwaarschijnlijk wel wat afwijken van de landelijke gemiddelden. Zo maakt het nogal wat uit of je met z’n tweeën woont of dat je een gezin hebt met drie kinderen. Verbruik je minder, dan ben je al goed bezig, maar het kan natuurlijk altijd beter. Verbruik je meer, dan is het belangrijk om uit te zoeken hoe dat komt. Zie je dat vooral je gasverbruik (veel) hoger is, dan kan dat bijvoorbeeld komen doordat je huis niet goed is geïsoleerd. Zo’n 80 procent van het gas dat je gebruikt, gaat namelijk op aan verwarming.

Is juist je stroomverbruik aanzienlijk hoger, dan moet je uitzoeken waar dat door komt. Heb je notoire grootverbruikers in huis, zoals een waterbed, een airconditioner of een oude tweede koelkast? Dan kan het lonen om die te vervangen door apparaten die zuiniger zijn of door je gebruik aan te passen.

Historisch verbruik

Als je een slimme meter hebt, kun je in de webportal van je energieleverancier (of in het energierapport dat je periodiek krijgt) goed zien hoeveel energie je bijvoorbeeld een jaar geleden verbruikte. Heb je geen slimme meter, dan heb je hier uiteraard de eindafrekeningen van je leverancier voor.

Ook hier geldt: minder is altijd goed. Is je verbruik hoger, kijk dan eerst naar wat er in je omstandigheden is veranderd. Verbruik je meer gas dan in voorgaande jaren, dan kan dat komen door een koude winter of doordat je meer bent gaan thuiswerken en de kachel dus vaker aan staat. Ook kan het zijn dat de cv-ketel onderhoud kan gebruiken.

Een hoger stroomverbruik kan een aantal aanwijsbare redenen hebben. Het eerdergenoemde thuiswerken bijvoorbeeld. Of misschien heb je wel nieuwe elektrische apparatuur in gebruik genomen, of laad je een elektrische auto thuis op.

©PXimport

Meter ijken

Als je geen logische verklaring kunt vinden voor het toegenomen verbruik, dan zou het eventueel kunnen dat je meter defect is. Je kunt dan aan je netbeheerder vragen of die een metercontrole wil uitvoeren. Als er inderdaad iets met de meter mis is, wordt deze vervangen en hoef je niets te betalen.

Is de meter niet defect, dan draai jij op voor de ijkingskosten. Die lopen al snel op tot honderden euro’s. Sluit dus eerst alle mogelijke andere oorzaken uit. Je kunt daar onder andere de wizard van netbeheerder Liander voor gebruiken.

Afzonderlijke apparaten

Wanneer je een energiemeter hebt gebruikt of een schatting hebt gemaakt aan de hand van het energielabel, weet je ongeveer wat een apparaat per dag of per keer aan energie verbruikt. Die getallen zelf kunnen vaak best abstract lijken. Je moet ze dus omrekenen naar iets waarmee je verbruik voor jezelf duidelijker wordt.

We geven je een aantal rekenvoorbeelden. We gebruiken daarbij een fictief tarief van 24 cent per kilowattuur. Fictief, omdat die kosten afhangen van je provider en van het soort contract dat je hebt (vast of variabel).

Apparaten: altijd aan

Je koelkast, vriezer of elektrische boiler zijn voorbeelden van apparaten die altijd aan staan. Belangrijk dus om te weten wat die aan stroom verbruiken. Heb je een energiemeter gebruikt en heb je die 24 uur laten draaien, dan weet je het verbruik per etmaal.

Stel dat je koelkast 0,8 kilowattuur per etmaal verbruikt. Op jaarbasis is dat dan 365 × 0,8 = 292 kWh × € 0,24 = € 70,08 per jaar. Eventuele seizoensinvloeden, die we al eerder hebben genoemd, laten we hier even buiten beschouwing.

Je kunt ook naar het energielabel kijken. Heb je een apparaat dat altijd aan staat, dan is daarvoor zowel het oude als het nieuwe energielabel bruikbaar; je ziet daar het verbruik per jaar staan. Vermenigvuldig dat met € 0,24 om op het jaarbedrag uit te komen.

Heb je het energielabel niet meer? Kijk dan of je online kunt terugvinden wat de specificaties zijn. Je zult daar een wattage zien staan, bijvoorbeeld 200 watt. Dat betekent dat dit apparaat na vijf uur draaien 1 kWh heeft verbruikt (5 × 200 = 1000). Weet wel dat deze manier van berekenen niet erg nauwkeurig is: de wattage geeft aan wat een toestel maximaal verbruikt, bijvoorbeeld een koelkast waarvan de thermostaat nooit afslaat. Dat zal in de praktijk dus altijd lager zijn.

©PXimport

Apparaten: niet altijd aan

Bij apparaten die niet altijd aan staan, is werken met een energiemeter de meest betrouwbare manier, vooral bij oudere apparaten. Dat zit zo: op het nieuwe energielabel van wasmachines, vaatwassers, was-droogcombinaties en televisies staat tegenwoordig aangegeven wat het verbruik is na honderd draaibeurten of (bij televisies) duizend uur. Op de oude labels werd een verbruik per jaar aangegeven. Terwijl jij misschien twee keer zo veel wast als je buurman, of veel minder naar de televisie kijkt. Heb je dus een ouder apparaat, dan is de energiemeter de beste optie. Je berekening maak je dan zoals uitgelegd bij de paragraaf ‘Apparaten: altijd aan’.

Heb je een nieuw apparaat met een nieuw energielabel, dan is het makkelijk. Je weet het verbruik per honderd wasbeurten of per duizend uur televisiekijken. Als je weet hoe vaak je per jaar wast of hoe vaak je naar de televisie kijkt, kun je dat omrekenen. Stel dat op een nieuw wasmachinelabel staat dat het verbruik bij honderd wasbeurten 130 kWh is, dan is dat per wasbeurt dus 1,3 kWh. Was jij één per week, dan is jouw jaarverbruik dus 52 × 1,3 = 67,6 kWh. Per jaar kost je dat 67,6 × € 0,24 = € 16,22.

Ook hier: denk om sluipverbruik!

Houd wel rekening met sluipverbruik. Voor een wasmachine gaat dat niet op, maar voor een televisie die je nooit echt uitzet waarschijnlijk wel. We hebben al eerder uitgelegd hoe je dat sluipverbruik meet. Als het goed is, heb je na het meten twee verschillende waarden. Die moet je met elkaar combineren.

Een fictief voorbeeld: in stand-by verbruikt je televisie 0,0005 kWh per uur. Tijdens het televisiekijken loopt dat op naar 0,11 kWh. Je televisie staat vier uur aan en verbruikt dan dus 0,44 kWh. De overige twintig uur verbruikt de stand-bystand 0,01 kWh (20 x 0,0005 kWh). Per etmaal kom je dan uit op 0,45 kWh. Met dat getal kun je het verbruik per jaar en de kosten per jaar berekenen: 365 × 0,45 × € 0,24 = € 39,42.

Meer weten over de kosten drukken van je hoge energierekening? We raden de Cursusbundel Automatisch energie besparen aan. Hierin leer je onder meer hoe je met slimme apparaten de energiekosten binnen de perken houd, zodat je er zelf minder op hoeft te letten!

▼ Volgende artikel
Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat?
© sara_winter - stock.adobe.com
Huis

Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat?

De geur van versgebakken oliebollen hoort bij december. Toch ziet niet iedereen het zitten om met een pan heet vet aan de slag te gaan. Oliebakken in de airfryer lijkt dan een aantrekkelijk alternatief: minder luchtjes en ook nog eens minder vet. Maar levert bakken in een airfryer dezelfde oliebol op, of moet je toch de frituurpan uit het vet halen?

In dit artikel

Je leest waarom je geen klassieke oliebollen kunt bakken in een airfryer en wat daar technisch misgaat. Ook leggen we uit wat je wel voor oudjaarsalternatief kunt maken met de airfryer én hoe je de airfryer slim gebruikt om gekochte oliebollen weer knapperig en warm te maken.

Lees ook: Ontdek de minder bekende functies van je airfryer

Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat? Het korte antwoord is duidelijk: nee, een traditionele oliebol bak je niet in een airfryer. Klassiek oliebollenbeslag is vloeibaar en heeft direct contact met hete olie nodig om zijn vorm en structuur te krijgen. Een airfryer is in de basis een compacte heteluchtoven. Zonder een bad van hete olie kan het beslag niet snel genoeg stollen. Wie het toch probeert, ziet het deeg door het mandje zakken of uitlopen tot een platte, taaie schijf. Dat ligt niet aan het recept, maar aan de techniek.

Waarom hete olie onmisbaar is

Zodra je het beslag van de oliebol in de hete olie van de frituurpan schept, ontstaat er vrijwel direct een korstje om de buitenkant. Binnen in de bol ontstaat stoom, waardoor de bol uitzet en luchtig wordt. Die combinatie van afsluiten en opblazen zorgt voor de typische oliebolstructuur. In een airfryer ontbreekt die directe warmteoverdracht. Hete lucht is simpelweg minder krachtig dan hete olie. Zonder direct contact met heet vet kan het beslag niet snel genoeg stollen. Daardoor blijft een echte oliebol uit de airfryer onmogelijk.

©Gegenereerd door AI

Wat wel kan: kwarkbollen uit de airfryer

Wie toch iets zelf wil maken in de airfryer, moet het klassieke oliebollenbeslag loslaten. Met een steviger beslag, bijvoorbeeld op basis van kwark, kun je ballen vormen die hun vorm behouden. Deze bollen garen prima in de hete lucht en krijgen een mooie bruine buitenkant. De uitkomst lijkt qua vorm op een oliebol, maar de structuur is compacter en de smaak meer broodachtig. Denk aan iets tussen een zoet broodje en een scone. Lekker, lichter en prima als alternatief, maar: het is geen oliebol zoals je die van de kraam kent.

Kwarkbollen uit de airfryer

Meng 250 gram volle kwark met 1 ei en 50 gram suiker tot een glad mengsel. Voeg vervolgens 300 gram zelfrijzend bakmeel toe, samen met een snuf zout. Meng alles kort tot een samenhangend deeg. Het deeg moet stevig zijn en nauwelijks plakken. Is het te nat, voeg dan een beetje extra bakmeel toe. Wie wil, kan rozijnen, stukjes appel of wat citroenrasp door het deeg mengen.

Bestuif je handen licht met bloem en draai ballen ter grootte van een kleine mandarijn. Leg ze met wat ruimte ertussen in het mandje van de airfryer, eventueel op een stukje bakpapier. Bak de bollen in ongeveer 12 tot 15 minuten op 180 graden. Halverwege kun je ze voorzichtig keren zodat ze gelijkmatig bruin worden.

Laat de bollen kort afkoelen en bestuif ze eventueel met poedersuiker. Vers zijn ze het lekkerst, maar ook lauw blijven ze prima eetbaar.

Wat ook goed kan: oliebollen opwarmen in de airfryer

Waar de airfryer wel echt tot zijn recht komt, is bij het opwarmen van gekochte oliebollen. In de magnetron worden ze snel slap en taai. In de airfryer gebeurt het tegenovergestelde. Door de bollen een paar minuten op ongeveer 180 graden te verwarmen, wordt de korst weer knapperig en warmt de binnenkant gelijkmatig op. Je oliebollen smaken weer alsof je ze net gebakken (of gehaald) hebt!

Samenvatting

Wil je de échte oliebol, dan heb je twee opties: zelf bakken in een frituurpan of halen bij de kraam. Bakken in de airfryer kan niet, omdat vloeibaar beslag niet geschikt is voor hete lucht. Je kunt bijvoorbeeld wel kwarkbollen maken, maar dat is toch anders. De grootste winst zit in het opwarmen van kant-en-klare oliebollen: in de airfryer gaat dat snel, ze worden heerlijk knapperig en je hebt geen last van frituurlucht in huis.


Nog even niet aan denken...

...maar voor 1 januari, je goede voornemens

🎆 Vuurwerk op je Galaxy Smartphone? 👇

View post on TikTok
▼ Volgende artikel
Zo krijg je oude randapparatuur weer werkend onder Windows 10 en 11
© ID.nl
Huis

Zo krijg je oude randapparatuur weer werkend onder Windows 10 en 11

Het spreekwoord 'krakende wagens lopen het langst' gaat helaas vaak niet op in de computerwereld. Moderne systemen reageren soms allergisch op oudere hardware. Toch zijn er methoden en slimme trucs om zulke apparaten te laten werken onder Windows 10 of 11.

Dit gaan we doen

Je hebt nog een oudere printer, scanner of ander randapparaat in de kast liggen. Weggooien kan, maar het is duurzamer en goedkoper als je het toestel weer aan de praat krijgt op je moderne Windows-systeem. Zulke apparatuur wordt helaas niet altijd meteen herkend. Fabrikanten bieden namelijk vaak geen ondersteuning meer en Windows bevat lang niet alle stuurprogramma's (drivers) voor oudere apparaten.

Toch is er meer mogelijk dan je denkt. We laten stap voor stap zien wat je kunt doen als Windows het apparaat niet herkent, als de juiste driver ontbreekt of niet compatibel is, en als Windows de installatie weigert. We gaan ook kort in op alternatieve methoden, zoals compatibiliteitsmodi, universele drivers en virtualisatie. Sommige technieken zijn eenvoudig, andere vragen iets meer inspanning en technische kennis. Het loont in elk geval de moeite om het apparaat weer aan de praat te krijgen.

Apparaat niet herkend

Wanneer je een oud apparaat aansluit, kan het gebeuren dat Windows het niet herkent.. Daardoor verschijnt het niet in de lijst met apparaten. Je controleert dit door via een klik met rechts op de Windows-knop Apparaatbeheer te openen. Verschijnt hier iets als 'Onbekend apparaat' of zie je een geel driehoekje of vraagteken, dan heeft Windows het apparaat wel fysiek herkend, maar geen juiste driver gevonden. Je leest hier meer over bij de passage Driverprobleem. Mogelijke oorzaken zijn het ontbreken van een plug-and-playdriver of een verouderd aansluitingstype.

Je kunt dan verschillende dingen proberen. Controleer eerst de aansluiting en de stroomvoorziening. Zorg dat het apparaat juist is aangesloten en ingeschakeld. Bij usb-apparaten helpt het soms een andere poort te proberen. Oudere usb1.1-apparaten werken vaak beter via een usb2.0-poort of een usb-hub met eigen voeding dan via een usb3.0-poort. Heeft je pc nog een parallelle of seriële poort? Controleer dan in het systeem-BIOS of deze is ingeschakeld. Heeft je toestel zo'n poort niet, dan ben je meestal aangewezen op een adapter (zie de passage Aansluitingen).

Een apparaat dat niet wordt herkend, is niet te vinden in Apparaatbeheer.

Handmatige installatie

Je kunt het apparaat ook handmatig proberen te installeren. Misschien heb je nog een cd-rom met de installatiebestanden, zodat het zo lukt. Heeft je pc geen cd-station meer, dan sluit je een extern cd-station aan of kopieer je de bestanden op een andere pc met cd-station naar een usb-stick. Je kunt er ook een iso-bestand van maken en dit met een dubbelklik als virtuele schijf koppelen op je pc. Je kunt dit doen met bijvoorbeeld Burnaware Free. Ga naar www.burnaware.com en kies voor ISO-bestand aanmaken.

Heb je geen cd-rom? Start dan Apparaatbeheer, open het menu Actie en kies Oudere hardware toevoegen. Kies De hardware opsporen en automatisch installeren, geef het hardwaretype aan, zoals Beeldapparaten of Draagbare apparaten, en selecteer het juiste product en model. Heb je zelf een geschikte driver gevonden (bijvoorbeeld op de site van de producent), klik dan op Bladeren en verwijs naar het installatiebestand (inf).

Voor printers open je Instellingen in Windows en kies je Bluetooth en apparaten / Printers en scanners. Klik op Apparaat toevoegen en kies bij De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst voor Handmatig een nieuw apparaat toevoegen. In het dialoogvenster laat je Mijn printer is iets ouder. Help mij met zoeken geselecteerd. Werkt dat niet, probeer dan Een lokale printer of een netwerkprinter toevoegen met handmatige instellingen, waarna je de juiste poort en het stuurprogramma kiest. Klik hier ook op Windows Update: zo is de kans groter dat Windows alsnog de juiste driver ophaalt. Je kunt ook een vergelijkbaar model uit de lijst proberen.

De wizard Hardware toevoegen laat je eerst uit een productcategorie kiezen.

Soorten aansluitingen

Gaat het om oudere apparaten, dan hebben die vaak een interface die je op moderne pc's niet meer vindt, zoals een parallelle of seriële aansluiting of firewire. Voor parallel gebruik je een usb-naar-parallel-adapter (meestal usb-A naar 36-pins Sub-D). De printer verschijnt dan als 'USB Printing Support' en werkt vaak met generieke drivers. Sommige oude drivers verwachten een echte LPT-poort met een logische naam als LPT1. Je kunt dan de gedeelde usb-printerpoort mappen naar LPT1 met het opdrachtprompt-commando

net use LPT1: "\\localhost\<printershare>" /persistent:yes

(met net use LPT1: /delete verwijder je deze koppeling). <printershare> is de gedeelde printernaam, zoals ingesteld via Instellingen in Windows: klik op de printernaam, kies Printereigenschappen en open het tabblad Delen. Zo kun je vaak nog printen vanuit oude DOS- of Windows-apps.

Voor een seriële poort (met een DB9 RS232-kabel) gebruik je eveneens een usb-adapter, liefst met FTDI-chip en aangesloten op een usb2.0-poort. Mogelijk moet je eerst de adapterdriver installeren voordat deze in Apparaatbeheer verschijnt (onder een naam als '[…] COMx'). Om het juiste poortnummer (zoals COM1) in te stellen, klik je met rechts op het apparaat, open je Poortinstellingen en klik je op Geavanceerd.

Koop altijd adapters van goede kwaliteit (en van een bekend merk), aangezien goedkopere exemplaren zich niet altijd aan de specificaties houden.

Voor firewire kun je de installatie van een PCIe-naar-firewire (IEEE 1394) adapterkaart overwegen. Met de Microsoft 1394 OHCI Legacy Driver activeer je deze vervolgens in Windows 10/11 en kun je bijvoorbeeld een oude DV-camera of audio-interface aansluiten. Klik hier voor een downloadlink met instructies.

De LPT-poort wordt semipermanent aan de gedeelde usb-printerpoort gekoppeld.

Driverprobleem

Wanneer Windows het apparaat herkent via een van bovenstaande stappen, blijft het afwachten of er een geschikte driver voor Windows 10/11 beschikbaar is. Je kunt eerst een generieke driver proberen, die vaak via de Windows-updatefunctie beschikbaar is. Klik in Apparaatbeheer met rechts op het apparaat, kies Stuurprogramma bijwerken en klik vervolgens op Automatisch zoeken naar stuurprogramma's / In Windows Update zoeken naar bijgewerkte stuurprogramma's.

Soms vind je geschikte drivers bij de optionele updates. Ga hiervoor naar Instellingen, kies Windows Update / Geavanceerde opties / Optionele updates en open Stuurprogramma-updates. Je kunt ook zoeken naar een basisdriver, add-onmodule of universele driver van de fabrikant, zoals de (Smart) Universal Printer Driver van HP.

Vind je geen driver op de site van de fabrikant, dan kun je er ook zelf naar googelen op basis van het hardware-ID. Start Apparaatbeheer, klik met rechts op het apparaat (eventueel bij Andere apparaten of Onbekend apparaat), kies Eigenschappen en open het tabblad Details. Stel Eigenschap in op Hardware-id's. Klik met rechts op een gevonden ID, kies Kopiëren en plak dit met Ctrl+V in een zoekmachine als Google. Mogelijk levert dit een geschikte driver op.

Heb je nog een driver voor Windows 7 of ouder, probeer dan de installatie in compatibiliteitsmodus. Klik met rechts op het installatieprogramma, kies Eigenschappen en ga naar het tabblad Compatibiliteit. Zet een vinkje bij Dit programma uitvoeren in compatibiliteitsmodus voor en kies de laatst ondersteunde versie, zoals Windows 7 of Windows XP (Service Pack 2). Door ook Dit programma als administrator uitvoeren te selecteren, vergroot je de kans dat Windows de oudere driver alsnog aanvaardt, zeker als het geen 'kernel-driver' met volledige systeemrechten betreft (zie ook de passage Driverblokkade). Dit is ons bijvoorbeeld al gelukt voor een Canon Pixma iP4200-printer.

Lees ook: De perfecte printer kiezen? Hier moet je op letten

Soms zitten driverupdates wat verstopt bij de optionele updates.

Alternatieve drivers

Je kunt ook op zoek gaan naar alternatieve, niet-officiële stuurprogramma's. Er zijn verschillende community's en fora die voor populaire oudere apparaten aangepaste drivers aanbieden of INF-bestanden hebben aangepast om ze onder nieuwere Windows-versies te laten werken.

Voor scanners is de alternatieve software van VueScan populair. Deze ondersteunt bijna achtduizend oude scanner-modellen en werkt vaak prima, al is de software niet gratis (vanaf circa 19 euro per jaar). Een proefversie is wel beschikbaar (je kunt eventueel een wegwerpadres gebruiken), zodat je kunt nagaan of je scanner werkt onder Windows 10/11.

Voor printers is het Gutenprint-driverpakket bekend, voorheen bekend als Gimp-print, al is dit alleen beschikbaar voor Linux en macOS. We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan, maar je kunt een al dan niet virtuele Linux-machine op je netwerk opzetten (ook op een Raspberry Pi) en hierop Gutenprint installeren. Vervolgens deel je de printer zodat je deze ook op je Windows-pc kunt gebruiken. Voor scanners bestaat een vergelijkbaar project: Scanner Access Now Easy, eveneens voor Linux.

De kans is groot dat je met VueScan je oude scanner nog prima aan de praat krijgt.

Driverblokkade

Het kan gebeuren dat er wel een driver beschikbaar is, maar dat Windows 10/11 de installatie blokkeert. Mogelijk is de driver technisch incompatibel, bijvoorbeeld een 32bit-driver op een 64bit-systeem (Windows 11 is altijd 64 bit), of een kerneldriver die noodzakelijke kernelfuncties mist doordat deze niet meer worden ondersteund door het geüpdatete besturingssysteem. In dit geval kun je nog de compatibiliteitsmodus proberen (zie de passage Driverprobleem), maar het resultaat blijft onzeker. Je maakt dan meer kans via een virtuele machine met een oudere Windows-versie, zoals Windows 10 voor 32bit-drivers.

Soms blokkeert Windows 10/11 de installatie omdat de (kernel)driver niet digitaal is ondertekend. Ben je zeker dat het om een betrouwbare driver gaat, dan kun je deze controle tijdelijk uitschakelen. Open Instellingen, kies Systeem / Systeemherstel en klik tweemaal op Nu opnieuw opstarten. Kies vervolgens Problemen oplossen / Geavanceerde opties / Opstartinstellingen en klik op Opnieuw opstarten. In het menu dat verschijnt, kies je optie 7: Afdwingen van stuurprogrammahandtekening uitschakelen. Windows start nu zonder handtekeningcontrole, zodat je de driver kunt installeren. Bij de volgende herstart is de controle weer actief, maar de driver blijft werken.

Ga je liever voor een iets doortastender aanpak? Voer dan de Opdrachtprompt uit als administrator, voer het commando bcdedit /set TESTSIGNING ON in en herstart je pc. Deze draait dan in testmodus, zie de indicatie rechtsonder. Installeer de driver en voer daarna meteen bcdedit /set TESTSIGNING OFF uit, gevolgd door een herstart om terug normaal te werken.

Deze Windows draait tijdelijk in een (minder veilige) testmodus.

Virtueel alternatief

Lukt het niet om je oude apparaat met een van de bovenstaande workarounds aan de praat te krijgen binnen Windows 10/11, dan zit er weinig anders op dan een ouder of ander besturingssysteem te gebruiken. Het handigst is om dit als virtuele machine (VM) bovenop je huidige Windows te draaien. Binnen deze VM installeer je dan de originele driver en software voor het apparaat.

Geschikte gratis tools zijn Oracle VirtualBox en VMware Workstation Pro (na registratie op https://support.broadcom.com). Via bijvoorbeeld https://archive.org kun je naar schijfkopiebestanden zoeken en downloaden. Wij vonden er onder meer diverse Windows XP-iso-bestanden en installeerden een exemplaar in VirtualBox.

Dit kan als volgt. Start VirtualBox, klik op Nieuw en vul de gegevens in, zoals Microsoft Windows XP (32-bit). Bij ISO-image verwijs je naar je download. Vink Overslaan zonder toezicht aan, klik op Afmaken en vervolgens op Starten. Volg de installatie-instructies. Je bezit of vindt wellicht een geldige licentie voor deze oude Windows.

Koppel het apparaat aan een fysieke poort op je pc en geef deze vervolgens door aan de VM, zodat de virtuele Windows het apparaat herkent. Dit kan vanuit het menu Apparaten in het venster met een opgestarte VM.

Bij printers kun je ook delen via het VM-netwerk, zodat je vanuit je gewone Windows via het netwerk kunt printen naar de VM. Selecteer de (uitgeschakelde) VM in VirtualBox, kies Instellingen, open Netwerk en vink Netwerkadapter inschakelen aan. Stel eventueel Gekoppeld aan in op Bridged Adapter zodat de VM een ip-adres krijgt binnen hetzelfde netwerk als je host-pc.

Een oude HP-printer werd succesvol op een virtuele Windows XP geïnstalleerd.

Extra tips

Soms brengen fabrikanten firmware-updates uit die de compatibiliteit met een nieuwer besturingssysteem verbeteren. Het kan dus lonen om de firmware van het apparaat te controleren en eventueel te updaten. Raadpleeg hiervoor de bijbehorende instructies. Het is ook mogelijk dat sommige apparaten, zoals printers, een legacy- of compatibiliteitsmodus hebben, waardoor ze wel ondersteund worden door Windows of een generieke driver. Raadpleeg ook hiervoor de handleiding.

Tot slot nog een tip die we met enige terughoudendheid geven. Vind je geen geschikte driver op de website van de fabrikant, probeer dan eventueel een gratis tool als IObit Driver Booster of Snappy Driver (Lite). Soms halen deze nog een oude driver uit de online Microsoft Update Catalog die werkt. Dit kan helaas ook zomaar fout gaan, dus maak vooraf zeker een herstelpunt. Let ook op dat je geen ongewenste extra's mee installeert.

Driver-installers: als het echt niet anders kan, en nadat je een herstelpunt hebt gemaakt.

 Nieuwe printer nodig? Kijk op Kieskeurig.nl/prijsdalers om voor de beste deal!

Inkt en cartridges

Voor je printer