ID.nl logo
Energiemeter kopen, aansluiten en aflezen
© Reshift Digital
Huis

Energiemeter kopen, aansluiten en aflezen

Via je energieleverancier weet je wat je totaalverbruik is. Dat is een goed uitgangspunt, maar je wilt natuurlijk weten wat in huis de grootverbruikers zijn. Op die manier kun je juist daar beginnen met besparen. Het is tijd om de afzonderlijke apparaten eens onder de loep te nemen. Wil je een energiemeter kopen, aansluiten en aflezen? Lees dan verder.

Energiemeters, ook bekend als energiekostenmeters, zijn er in verschillende uitvoeringen. De simpelste vorm is de stekkeradapter: een apparaatje dat je in het stopcontact steekt. De stekker van het apparaat dat je wilt meten, steek je vervolgens in de adapter. De meeste stekkeradapters hebben een display waarop je het actuele verbruik in watt kunt aflezen; een momentopname dus. Ook het totaalverbruik in kilowattuur (kWh), dus over de periode dat je hebt gemeten, wordt altijd weergegeven.

Afhankelijk van je meetstekker kun je andere waarden uitlezen, zoals de netspanning en de stroomsterkte. In een enkel geval heeft de adapter geen display. Je moet hem dan via bluetooth met je smartphone verbinden. Daarna kun je de waarden via een app bekijken.

©PXimport

Energiemeter kiezen

Bij de meeste (online) elektronicawinkels vind je een ruim aanbod. Bekende merken zijn onder andere Basetech, Brennenstuhl, ELV en Voltcraft. De prijzen lopen uiteen van een 10 tot 60 euro. Kijk behalve naar de prijs ook naar het meetbereik. Doorgaans loopt dat van iets meer dan 0 tot ongeveer 3600 watt.

Er zijn ook energiemeters die bijvoorbeeld beginnen bij 4 of meer watt. Dat betekent dat je daarmee apparaten die heel weinig verbruiken niet kunt doormeten. Ook het sluipverbruik (zie kader) kun je dan niet in kaart brengen. Kijk in de specificaties van de meter verder naar de nauwkeurigheid. Dat staat aangegeven in procenten. Hoe lager het percentage, hoe beter. Kijk ook of de meter een geïntegreerde batterij heeft. Als dat niet zo is, kun je hem vaak alleen aflezen als hij in het stopcontact zit en dat is nogal onhandig.

Sluipverbruik

Ook op de momenten dat je apparaten niet gebruikt, kunnen deze stroom verbruiken. Denk aan een televisie die je in stand-by zet en dus niet uitschakelt. Door nieuwe ecodesignrichtlijnen is het sluipverbruik van nieuwe apparaten wel heel klein. Winst behaal je dus vooral op oude apparaten (ongeveer van voor 2010), zoals een oude magnetron, televisie, cv-ketel of wasmachine.

Met een goede energiemeter kun je dit sluipverbruik meten en aan de hand van de cijfers maatregelen nemen. Gebruik een stekkerdoos met een aan-uitknop voor apparatuur die bij elkaar hoort, zoals je computer en printer, of je televisie en mediabox met harddiskrecorder en dvd-speler. Je kunt alles dan in één keer uitzetten. Ook kun je een tijdklok gebruiken om apparaten tijdelijk uit te zetten.

Extra functies

Soms kan de adapter ook de kosten van de verbruikte stroom berekenen. Hiervoor moet je zelf wel eerst de stroomprijs hebben ingevoerd. Sommige meters bieden zelfs de mogelijkheid om zowel dag- als nachttarief te gebruiken. Ook logging is een functie die van pas kan komen. Beschikt je meter hierover, dan worden de gemeten data opgeslagen in het intern geheugen of op een geheugenkaartje. Je kunt de data dan overhevelen naar je pc en zo makkelijk(er) analyseren.

Energiemeter gebruiken

Hoe gebruik je nu zo’n energiemeter? Steek de adapter in het stopcontact en de stekker van het te meten apparaat in de adapter. Daarbij is het wel belangrijk dat je de handleiding volgt. Daarin kan bijvoorbeeld staan dat je het apparaat dat je wilt meten, eerst moet uitzetten voordat je dat aansluit. Ook staat in de handleiding beschreven welke instellingen er allemaal mogelijk zijn, hoe je de data afleest en hoe de data worden bewaard.

Apparaten met hoog verbruik

Met een energiemeter kom je apparaten op het spoor die veel energie verbruiken. Denk aan een wifi-router, wifi-versterker of decoder. Maar ook energieslurpers als een aquarium, waterbed, elektrische kachel, elektrische boiler of oude koelkast. Of, minder voor de hand liggend, een deurbel, de cv-ketel of pomp voor vloerverwarming.

Op www.milieucentraal.nl vind je nog meer grootverbruikers van stroom. Sommige apparaten met een hoog verbruik kun je niet met een standaardmeter doormeten, omdat deze niet met een standaardstekker zijn aangesloten. Dat geldt bijvoorbeeld voor een grote elektrische boiler, ventilatiesysteem, inductiekooplaat of elektrische vloerverwarming.

Duur van de meting

Sommige apparaten zijn afgebakend wat betreft gebruikstijd. Wil je bijvoorbeeld meten wat je waterkoker eigenlijk verbruikt, dan ben je snel klaar. Je meet dan gedurende de tijd die het duurt tot het water kookt en het apparaat afslaat. Bij een wasmachine voer je de meting uit tijdens een door jou gekozen wasprogramma. Wil je een nog beter beeld, dan zou je verschillende wasprogramma’s kunnen meten en bijvoorbeeld het ecoprogramma kunnen vergelijken met standaardprogramma’s. Bij moderne wasmachines hangt de hoeveelheid verbruikte stroom overigens ook af van hoe vuil je wasgoed is. Ga je meten, doe dat dan met een lading wasgoed die voor jou gebruikelijk is.

Er zijn ook apparaten die niet constant dezelfde hoeveelheid stroom verbruiken. Denk aan een koelkast waarvan de compressor af en toe aanslaat of een computer waarvan tijdens zware belasting de ventilatoren gaan draaien. Kies dan voor een langere meetperiode, bijvoorbeeld een paar uur of zelfs een paar dagen. Na afloop deel je het totaalverbruik dan door het aantal uur om te zien wat het gemiddelde gebruik is.

Bij je koelkast en vriezer hangt het trouwens wel af van het seizoen waarin je meet: in de zomer, als de omgevingstemperatuur hoger is, verbruiken deze apparaten meer stroom. Idealiter zou je daarom in meerdere seizoenen een meting moeten uitvoeren.

Wil je sluipverbruik meten? Kies dan ook een langere periode, bijvoorbeeld een nacht lang. Zorg dan wel dat je het apparaat in kwestie niet gebruikt. Je zou bijvoorbeeld je televisie een paar uur kunnen doormeten, terwijl je aan het kijken bent, om daarna, als je naar bed gaat, een nachtje het sluipverbruik te meten. Noteer per apparaat de exacte tijdsperiode en het aantal kilowattuur dat in die tijd is gemeten.

©PXimport

Cijfers begrijpen

Nu je de cijfers van je afzonderlijke apparaten hebt achterhaald, wordt het tijd om die eens nader te bekijken. Wat zeggen ze over je verbruik? Hoe kunnen ze je helpen om energiezuiniger te worden?

We beginnen met je totaalverbruik. Of dat hoog of juist laag is, is lastig te zeggen. Dat hangt vooral af van het soort huis waarin je woont (hoe groter, hoe meer gas), en het aantal mensen in je huishouden (hoe meer mensen, hoe meer elektriciteit). Volgens Milieu Centraal verbruikt een Nederlands huishouden per jaar gemiddeld 2.741 kilowattuur elektriciteit en 1.239 kubieke meter gas.

Wil je weten of je energieverbruik hoger of lager is dan vergelijkbare huishoudens? Dan kun je bij Milieu Centraal een online-advies op maat krijgen. Je vult een aantal vragen in en ziet meteen hoe je scoort ten opzichte van andere huishoudens.

Cijfers CBS

Je kunt ook kijken naar de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de tabel zie je wat in 2020 het gemiddelde verbruik voor een aantal verschillende huishoudens en woningen was. Wil je deze cijfers kunnen gebruiken, dan moet je wel in een door aardgas verwarmd huis wonen. In Nederland geldt dat voor ruim 88 procent van de woningen.

©PXimport

©PXimport

Landelijk gemiddelde

Elke situatie is anders; daarom zullen jouw verbruikscijfers hoogstwaarschijnlijk wel wat afwijken van de landelijke gemiddelden. Zo maakt het nogal wat uit of je met z’n tweeën woont of dat je een gezin hebt met drie kinderen. Verbruik je minder, dan ben je al goed bezig, maar het kan natuurlijk altijd beter. Verbruik je meer, dan is het belangrijk om uit te zoeken hoe dat komt. Zie je dat vooral je gasverbruik (veel) hoger is, dan kan dat bijvoorbeeld komen doordat je huis niet goed is geïsoleerd. Zo’n 80 procent van het gas dat je gebruikt, gaat namelijk op aan verwarming.

Is juist je stroomverbruik aanzienlijk hoger, dan moet je uitzoeken waar dat door komt. Heb je notoire grootverbruikers in huis, zoals een waterbed, een airconditioner of een oude tweede koelkast? Dan kan het lonen om die te vervangen door apparaten die zuiniger zijn of door je gebruik aan te passen.

Historisch verbruik

Als je een slimme meter hebt, kun je in de webportal van je energieleverancier (of in het energierapport dat je periodiek krijgt) goed zien hoeveel energie je bijvoorbeeld een jaar geleden verbruikte. Heb je geen slimme meter, dan heb je hier uiteraard de eindafrekeningen van je leverancier voor.

Ook hier geldt: minder is altijd goed. Is je verbruik hoger, kijk dan eerst naar wat er in je omstandigheden is veranderd. Verbruik je meer gas dan in voorgaande jaren, dan kan dat komen door een koude winter of doordat je meer bent gaan thuiswerken en de kachel dus vaker aan staat. Ook kan het zijn dat de cv-ketel onderhoud kan gebruiken.

Een hoger stroomverbruik kan een aantal aanwijsbare redenen hebben. Het eerdergenoemde thuiswerken bijvoorbeeld. Of misschien heb je wel nieuwe elektrische apparatuur in gebruik genomen, of laad je een elektrische auto thuis op.

©PXimport

Meter ijken

Als je geen logische verklaring kunt vinden voor het toegenomen verbruik, dan zou het eventueel kunnen dat je meter defect is. Je kunt dan aan je netbeheerder vragen of die een metercontrole wil uitvoeren. Als er inderdaad iets met de meter mis is, wordt deze vervangen en hoef je niets te betalen.

Is de meter niet defect, dan draai jij op voor de ijkingskosten. Die lopen al snel op tot honderden euro’s. Sluit dus eerst alle mogelijke andere oorzaken uit. Je kunt daar onder andere de wizard van netbeheerder Liander voor gebruiken.

Afzonderlijke apparaten

Wanneer je een energiemeter hebt gebruikt of een schatting hebt gemaakt aan de hand van het energielabel, weet je ongeveer wat een apparaat per dag of per keer aan energie verbruikt. Die getallen zelf kunnen vaak best abstract lijken. Je moet ze dus omrekenen naar iets waarmee je verbruik voor jezelf duidelijker wordt.

We geven je een aantal rekenvoorbeelden. We gebruiken daarbij een fictief tarief van 24 cent per kilowattuur. Fictief, omdat die kosten afhangen van je provider en van het soort contract dat je hebt (vast of variabel).

Apparaten: altijd aan

Je koelkast, vriezer of elektrische boiler zijn voorbeelden van apparaten die altijd aan staan. Belangrijk dus om te weten wat die aan stroom verbruiken. Heb je een energiemeter gebruikt en heb je die 24 uur laten draaien, dan weet je het verbruik per etmaal.

Stel dat je koelkast 0,8 kilowattuur per etmaal verbruikt. Op jaarbasis is dat dan 365 × 0,8 = 292 kWh × € 0,24 = € 70,08 per jaar. Eventuele seizoensinvloeden, die we al eerder hebben genoemd, laten we hier even buiten beschouwing.

Je kunt ook naar het energielabel kijken. Heb je een apparaat dat altijd aan staat, dan is daarvoor zowel het oude als het nieuwe energielabel bruikbaar; je ziet daar het verbruik per jaar staan. Vermenigvuldig dat met € 0,24 om op het jaarbedrag uit te komen.

Heb je het energielabel niet meer? Kijk dan of je online kunt terugvinden wat de specificaties zijn. Je zult daar een wattage zien staan, bijvoorbeeld 200 watt. Dat betekent dat dit apparaat na vijf uur draaien 1 kWh heeft verbruikt (5 × 200 = 1000). Weet wel dat deze manier van berekenen niet erg nauwkeurig is: de wattage geeft aan wat een toestel maximaal verbruikt, bijvoorbeeld een koelkast waarvan de thermostaat nooit afslaat. Dat zal in de praktijk dus altijd lager zijn.

©PXimport

Apparaten: niet altijd aan

Bij apparaten die niet altijd aan staan, is werken met een energiemeter de meest betrouwbare manier, vooral bij oudere apparaten. Dat zit zo: op het nieuwe energielabel van wasmachines, vaatwassers, was-droogcombinaties en televisies staat tegenwoordig aangegeven wat het verbruik is na honderd draaibeurten of (bij televisies) duizend uur. Op de oude labels werd een verbruik per jaar aangegeven. Terwijl jij misschien twee keer zo veel wast als je buurman, of veel minder naar de televisie kijkt. Heb je dus een ouder apparaat, dan is de energiemeter de beste optie. Je berekening maak je dan zoals uitgelegd bij de paragraaf ‘Apparaten: altijd aan’.

Heb je een nieuw apparaat met een nieuw energielabel, dan is het makkelijk. Je weet het verbruik per honderd wasbeurten of per duizend uur televisiekijken. Als je weet hoe vaak je per jaar wast of hoe vaak je naar de televisie kijkt, kun je dat omrekenen. Stel dat op een nieuw wasmachinelabel staat dat het verbruik bij honderd wasbeurten 130 kWh is, dan is dat per wasbeurt dus 1,3 kWh. Was jij één per week, dan is jouw jaarverbruik dus 52 × 1,3 = 67,6 kWh. Per jaar kost je dat 67,6 × € 0,24 = € 16,22.

Ook hier: denk om sluipverbruik!

Houd wel rekening met sluipverbruik. Voor een wasmachine gaat dat niet op, maar voor een televisie die je nooit echt uitzet waarschijnlijk wel. We hebben al eerder uitgelegd hoe je dat sluipverbruik meet. Als het goed is, heb je na het meten twee verschillende waarden. Die moet je met elkaar combineren.

Een fictief voorbeeld: in stand-by verbruikt je televisie 0,0005 kWh per uur. Tijdens het televisiekijken loopt dat op naar 0,11 kWh. Je televisie staat vier uur aan en verbruikt dan dus 0,44 kWh. De overige twintig uur verbruikt de stand-bystand 0,01 kWh (20 x 0,0005 kWh). Per etmaal kom je dan uit op 0,45 kWh. Met dat getal kun je het verbruik per jaar en de kosten per jaar berekenen: 365 × 0,45 × € 0,24 = € 39,42.

Meer weten over de kosten drukken van je hoge energierekening? We raden de Cursusbundel Automatisch energie besparen aan. Hierin leer je onder meer hoe je met slimme apparaten de energiekosten binnen de perken houd, zodat je er zelf minder op hoeft te letten!

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.