ID.nl logo
Energiebewust stoken? Dit moet je weten over warmteoverdracht
© Oleksandr Kondriianenko
Energie

Energiebewust stoken? Dit moet je weten over warmteoverdracht

Wanneer je de thermostaat hoger zet, voel je in de ene woning duidelijk een bron van warme lucht en in de andere wordt het lekker warm zonder dat je enig idee hebt waar de warmte vandaan komt. Wil je echt optimaal kunnen profiteren van de specifieke eigenschappen van je verwarmingssysteem, dan helpt het als je begrijpt hoe warmteoverdracht werkt. ID.nl legt het je uit.

In dit artikel leggen we kort de drie verschillende soorten warmteoverdracht uit: geleiding (conductie), stroming (convectie) en straling (radiatie).

Heb je dit artikel gelezen, dan weet je: 🔥 Waarom het nuttig is om een reflecterende laag aan de achterkant van een radiator te plaatsen 🔥 Waarom de warmte ineens weg is als er iemand voor je haard staat 🔥 Waarom je bij voorkeur geen grote tapijten legt bij vloerverwarming 🔥 Waarom een radiator snel de temperatuur van het water overneemt 🔥 Waarom convectoren geen goede oplossing zijn voor mensen met een allergie

Ook interessant voor jou: Dit is de ideale temperatuur voor in huis.

Veel mensen denken dat de warmte die ze voelen altijd hetzelfde is, of die warmte nu afkomstig is van een radiator, van een convector, van een straalkacheltje of van vloerverwarming. Dat klopt niet. Misschien hebben je opa of oma ooit weleens gezegd dat de warmte van hun oude kolenkachel toch anders aanvoelt dan de warmte van een radiator of vloerverwarming. Onzin? Nee, ze hebben écht gelijk.

Het is een natuurwet dat warmte, of energie, zich altijd verplaatst van een plaats met een hogere temperatuur naar een plaats met een lagere temperatuur. Die warmteverplaatsing kan slechts op drie manieren gebeuren: geleiding (conductie), stroming (convectie) en straling (radiatie). Deze drie manieren van warmteoverdracht hebben ieder hun voor- en nadelen. Het is zo dat de warmte die we voelen meestal een combinatie is van alle drie manieren, maar bij de ene verwarmingstechniek zal bijvoorbeeld straling overheersen en bij de andere convectie.

©ID.nl

De warmteoverdracht gebeurt door geleiding (conductie), stroming (convectie) en straling (radiatie).

Geleiding of conductie

Geleiding is de overdracht van warmte doordat objecten fysiek contact met elkaar maken. Als je met de blote voeten op een koude vloer staat, krijg je het koud. We warmen onze huizen niet op door geleiding, maar binnenin de verschillende verwarmingstoestellen gebeurt wél geleiding. Een plaatstalen radiator neemt zeer snel de temperatuur over van het water dat door de leidingen stroomt. De snelheid waarmee de warmte wordt overgedragen is afhankelijk van de thermische weerstand, of de warmteweerstand. Water en staal zijn goede warmtegeleiders en hebben een lage thermische weerstand. Wanneer er lucht in de radiatoren of in de verwarmingsleidingen komt, zullen ze nauwelijks warm worden, omdat lucht een hoge thermische weerstand heeft. Anders gezegd, lucht isoleert prima. Regelmatig ontluchten dus met behulp van een ontluchtingssleutel. Ook vloerverwarming moet je ieder jaar rond het einde van de herfst even ontluchten.

©TOMASZ MAJCHROWICZ

Lucht in de leidingen verstoort de warmteoverdracht in de leidingen.

Stroming of convectie

Bij convectie wordt de lucht in de kamer verwarmd. De warme lucht stijgt tot het plafond, koelt af en zakt opnieuw. Hierdoor krijg je luchtcirculatie. Dit heeft als gevolg dat je behoorlijke temperatuurverschillen kunt meten tussen de vloer (kouder) en het plafond (warmer). Het verschil in temperatuur kan tot wel 6°C oplopen. In moderne gebouwen met een open traphal en een mezzanine zal men daarom convectoren afraden. De warme lucht zal vooral naar de hoger gelegen ruimtes stijgen.

 Bij een convector stroomt warm water onderaan door een smalle buis die omgeven is door lamellen. De lamellen vergroten het contact met de lucht en doen tegelijk dienst als warmtewisselaar. Een voordeel is dat je convectoren in de vloer kunt inbouwen bij grote raampartijen en schuifpuien. Daar geven ze warme lucht af in de vorm van een luchtsluier. De warme lucht stijgt recht naar boven op uit de convectorput tegen het raam. Wanneer de lucht afkoelt, daalt die meteen weer in de convector om opnieuw te worden opgewarmd. Op die manier blijft de warme luchtsluier circuleren en voorkom je een koude luchtstroom aan de ramen.

 Convectoren warmen sneller op en koelen sneller af. Door de snelle opwarming kun je de verwarming met convectoren sneller regelen. Je moet convectoren wel vaker schoonmaken omdat ze veel stof aantrekken vanwege de luchtstroom. Door de aanhoudende luchtcirculatie is deze verwarming niet ideaal voor wie last heeft van een stofallergie. 

©Afonkin Yuriy

Vaak plaatst men een convectorpunt bij ramen.

Straling of radiatie

Het mooiste voorbeeld van een stralingsverwarmer is de zon. Op een windstille winterdag in de volle zon kan het heerlijk zijn. Hoewel de luchttemperatuur laag blijft, zorgt de straling van de zon dat we het toch lekker warm krijgen en als er ook nog sneeuw ligt, dan versterkt dit de straling door weerkaatsing. Net als bij de zon zal een verwarmingssysteem op straling de lucht niet opwarmen, maar wel de objecten en de mensen in de ruimte – zoals de vloer, de muur en de meubels. Infraroodstraling is een directe verwarming, bij convectie moet eerst de lucht worden verwarmd. Bij straling heb je ook geen luchtcirculatie nodig. Vloerverwarming is gebaseerd op stralingswarmte en ook radiatoren geven voornamelijk straling af. De eerste werkt op lage temperatuur, de tweede op hoge temperatuur.

Alles wat warm is, zendt infraroodstraling uit. Wanneer een vloer wordt opgewarmd door verwarmingsbuizen, of door elektrisch opgewekte warmte, dan zal die vloer infrarode straling produceren. Tot ongeveer 100°C zendt een warmtebron uitsluitend langgolvige infraroodstralen uit. Dat is voor ons interessant, omdat onze huid 98% van de langegolfstralen absorbeert en omzet in warmte.

 Er is wel een nadeel: straling werkt in één richting. Wanneer er een object tussen jou en de stralingsbron staat, dan zorgt dit voor een schaduw waardoor de straling bijna volledig wegvalt. Je merkt dit bijvoorbeeld zelf al wanneer je voor een straalkachel of infraroodstraler gaat staan. Dan is je buik bijvoorbeeld warm, maar je rug koud.

©Dario Sabljak - stock.adobe.com

Vloerverwarming werkt op basis van straling.

Straling en glas? “Wij hebben een woning met grote raampartijen en we verwarmen met vloerverwarming… Gaat er dan geen groot deel van die straling verloren door het glas?” Neen, infraroodstraling kan niet door glas. Er is warmteverlies mogelijk aan de ramen, omdat het buiten kouder is dan binnen en omdat zelfs dubbel glas minder geïsoleerd is dan een buitenmuur. Maar thermische straling ontsnapt niet door het glas.

Sterker nog, stralingswarmte is aangenaam. In een woning die volledig wordt verwarmd door stralingswarmte, kun je de temperatuur rustig instellen op 19°C om toch een comfortabel gevoel te verkrijgen. Dit is één van de redenen waarom stralingswarmte energiezuinig is.

Infraroodmatten

Als uitsmijter willen we verwarring voorkomen. Naast het traditioneel systeem van vloerverwarming met warm water dat door de leidingen in vloer loopt en dat dus infraroodstraling produceert, is er ook ‘infrarood vloerverwarming’ op de markt. Dat zijn verwarmingsmatten of folies die rechtstreeks onder de tegels of laminaat worden aangebracht. Door die matten of folie wordt elektriciteit geleid om infraroodstraling op te wekken. Dit is een dun systeem, met lage opbouwhoogte, dat dus vooral geschikt is voor renovatie. Deze matten produceren snel warmte en zijn zuinig voor oppervlakken kleiner dan 10 m2. Voor grote ruimtes heb je te veel energie nodig en ben je goedkoper uit met een andere manier van verwarming.

©sveta - stock.adobe.com

De infrarood vloerverwarming is geschikt voor kleine ruimtes.

Watch on YouTube

Bekijk de hele ID.nl video-collectie over Verwarming op YouTube.

Heb jij vloerverwarming nodig?

Vraag een offerte aan voor vloerverwarming :

▼ Volgende artikel
Facebook en Instagram gratis blijven gebruiken? Zo houd je grip op wat je ziet
Huis

Facebook en Instagram gratis blijven gebruiken? Zo houd je grip op wat je ziet

Gebruikers die deze week Facebook of Instagram openen, krijgen ineens een keuze voorgeschoteld: wil je betalen om geen advertenties meer te zien, of blijf je het gratis gebruiken mét advertenties? Die keuze is vanaf nu verplicht. Sinds november 2023 bood Meta al de mogelijkheid om een betaald abonnement zonder advertenties te nemen, maar tot nu toe was dat geheel vrijblijvend. Wat betekent die verplichte keuze precies? En kun je, als je niet wilt betalen, nog steeds zelf bepalen wat je te zien krijgt?

Waarom moet je nu ineens kiezen?

Meta voert deze verplichte keuze door vanwege aangescherpte Europese privacyregels. De wetgever stelt strengere eisen aan hoe bedrijven data mogen gebruiken voor advertentiedoeleinden. Een gratis dienst met gepersonaliseerde advertenties mag alleen als de gebruiker daar bewust toestemming voor geeft. Meta zet de gebruiker daarom voor het blok: betalen voor een advertentievrije ervaring, of toestemming geven voor het gebruik van je gegevens.

De betaalde abonnementsvorm: wat houdt het in?

Wie zich abonneert op de advertentievrije versie van Facebook en Instagram betaalt 7,99 euro per maand via de app, of 5,99 euro via een browser. Dit bedrag geldt voor één account in het zogeheten Accountcentrum. Wil je meerdere accounts advertentievrij gebruiken, dan betaal je daar extra voor. Meta belooft dat je gegevens in dat geval niet verwerkt worden voor advertentiedoeleinden. Je gebruikt de platformen dan volledig zonder gepersonaliseerde advertenties.

©Meta

Kritiek op het 'pay or consent'-model

Hoewel Meta stelt dat deze keuze in lijn is met de Europese privacyregels, heeft het 'pay or consent' (betaal of geef toestemming) model veel kritiek gekregen. Tegenstanders noemen het een vorm van privacy blackmail: je betaalt om je privacy te behouden, of je geeft die op in ruil voor gratis gebruik en gepersonaliseerde advertenties. Het is de vraag of een 'keuze' wel echt een keuze is als de alternatieven zo ongelijkwaardig zijn.

Niet betalen? Dit doet Meta dan met je gegevens

Kies je ervoor om Facebook en Instagram gratis te blijven gebruiken, dan geef je Meta toestemming om je gegevens te gebruiken voor advertenties. Het gaat dan om gepersonaliseerde advertenties, gebaseerd op je profiel, gedrag op het platform en je interacties met andere websites en apps. Je huidige ervaring blijft grotendeels hetzelfde, maar de verwerking van je gegevens valt voortaan onder strengere Europese regels.

Je kunt later ook kiezen voor advertenties met minder personalisatie. Deze optie gebruikt minder van je gegevens en is iets privacyvriendelijker, maar laat nog steeds advertenties zien. Meta gebruikt dan geen informatie meer over je gedrag op andere sites of eerdere interacties binnen hun platformen. In plaats daarvan worden alleen basisgegevens gebruikt, zoals je leeftijd, geslacht, locatie en activiteit op dat moment. Deze instelling kun je op elk moment inschakelen via het menu Advertentie-instellingen, onder het kopje dat gaat over personalisatie en gegevensgebruik.

Een bredere trend: betalen voor advertentievrije content

De beslissing van Meta om te kiezen voor een betaalde advertentievrije optie staat niet op zichzelf. Steeds meer bedrijven voegen advertenties toe aan diensten die voorheen gratis of advertentievrij waren, of bieden juist een betaalde versie zonder advertenties. Disney+ heeft bijvoorbeeld de optie Standaard met reclame, Videoland biedt meerdere abonnementen aan met reclames en Netflix heeft in een aantal landen ook een dergelijk abonnement (nog niet in Nederland overigens). Vanaf 26 augustus voegt ook Amazon advertenties toe aan Prime Video in Nederland. En het blijft niet bij videostreaming. Spotify biedt al jaren een gratis versie met advertenties naast zijn Premium-abonnement, net als YouTube. Ook op sociale media zie je dezelfde trend. X, voorheen Twitter, heeft een betaalde variant die minder advertenties belooft, al krijg je zelfs met X Premium nog wel wat advertenties te zijn.

©Videoland

Hoe houd je invloed op wat je te zien krijgt?

Ook als je kiest voor de gratis versie van Facebook of Instagram, kun je nog wel degelijk invloed uitoefenen op de advertenties die je te zien krijgt.

Advertentie-instellingen beheren

Ga naar de instellingen van je Facebook- of Instagram-account en zoek naar Advertentievoorkeuren of Advertentie-instellingen. Hier krijg je een overzicht van de interesses die Meta aan jouw profiel heeft gekoppeld. Je kunt deze interesses bewerken, verwijderen of toevoegen. Door dit te doen, geef je Meta een duidelijker beeld van wat je wel en niet relevant vindt. Je kunt ook instellen dat je geen advertenties meer wilt op basis van je activiteit op andere websites en apps.

Advertenties verbergen, rapporteren of de herkomst begrijpen

Bij elke advertentie verschijnt een menu met de optie Waarom zie ik deze advertentie?. Als je daarop klikt, zie je welke informatie Meta heeft gebruikt om jou die advertentie te tonen. Denk aan je interesses, je leeftijd, locatie of het feit dat je eerder een bepaalde pagina hebt bezocht. Vanuit dat scherm kun je direct instellingen aanpassen of interesses verwijderen die niet (meer) bij je passen. Als je een advertentie ziet die je niet interesseert of ongepast vindt, kun je deze ook verbergen of rapporteren. Klik op de drie puntjes bij de advertentie en kies voor Advertentie verbergen of Deze advertentie rapporteren.

Merken of onderwerpen blokkeren

Daarnaast kun je in je advertentie-instellingen specifieke merken of onderwerpen blokkeren die je liever niet voorbij ziet komen. Dit zorgt er niet voor dat advertenties verdwijnen, maar wel dat ze iets minder willekeurig aanvoelen en beter aansluiten op wat je zelf belangrijk of prettig vindt.

Alternatieven: gratis en advertentievrij?

Als de ontwikkelingen bij Facebook en Instagram je zorgen baren en je liever geen advertenties ziet én niet wilt betalen, zijn er maar weinig alternatieven. Volledig gratis, advertentievrije sociale media zijn zeldzaam. De meeste platformen draaien op advertentie-inkomsten of het gebruik van data. Er zijn wel opties die het anders aanpakken. Mastodon, onderdeel van het Fediverse, werkt bijvoorbeeld met open-sourceprincipes en wordt beheerd door community's. Hier zie je weinig tot geen advertenties, maar het bereik is kleiner en de ervaring anders. Ook kun je specifieke niche-platforms of forums opzoeken die zonder advertenties draaien dankzij donaties of vrijwilligers.

De keuze is aan jou

Betalen, de advertenties voor lief nemen of je account opzeggen: de keuze is aan jou. En dat is geen makkelijke keuze. Blijf je bij de gratis versies van Facebook en Instagram? Met de tips in dit artikel kun je in ieder geval nog een beetje grip op je eigen tijdlijn houden.

Lees ook: Je Facebook-account deactiveren of verwijderen


 

▼ Volgende artikel
Een inbouwoven of -magnetron plaatsen? Zo meet je de nismaten goed op
© RossandHelen
Huis

Een inbouwoven of -magnetron plaatsen? Zo meet je de nismaten goed op

Als je een inbouwoven of magnetron wilt plaatsen, begint alles met het opmeten van de nis, oftewel de uitsparing in je keukenkast waar het apparaat in moet komen. Die afmetingen moeten tot op de millimeter kloppen, anders past je nieuwe oven of magnetron niet. Hoe je dat aanpakt en waar je op moet letten, lees je hier. Geen stress: het is makkelijker dan het lijkt!

In dit artikel lees je:

✔ Wat nismaten zijn en waarom ze belangrijk zijn ✔ Hoe je de hoogte, breedte en diepte van de nis nauwkeurig opmeet ✔ Wat de standaard afmetingen zijn van ovens, magnetrons en combimagnetrons ✔ Welk type inbouwapparaat het best past bij jouw keuken en kookstijl

Wat zijn nismaten eigenlijk?

De nismaten van je keuken zijn de binnenafmetingen van de ruimte waarin je de oven of magnetron wilt inbouwen. Je meet dus niet het apparaat zelf, maar de kast waar hij in moet komen. De nismaten bestaan uit drie onderdelen: hoogte, breedte en diepte. De meeste inbouwapparaten zijn afgestemd op standaardmaten, maar er zijn ook uitzonderingen – vooral als je keuken iets ouder is of als je kiest voor een compact model.

Een oven past meestal in een nis van 60 centimeter breed. De hoogte varieert, afhankelijk van het soort apparaat. Zo zijn inbouwovens meestal 60 centimeter hoog, maar compacte modellen van 45 centimeter komen ook vaak voor. Magnetrons hebben doorgaans een hoogte van 38 of 45 centimeter. Combimagnetrons – de handige alleskunners – vallen meestal in de categorie van 45 centimeter hoog.

Zo meet je de nismaten op

De hoogte van de nis meet je van de bovenkant tot de onderkant van de uitsparing. Gebruik een rolmaat en trek die strak – zo krijg je een nauwkeurige meting. Dit is vooral belangrijk bij het kiezen tussen een compacte oven of een standaardmodel.

De breedte van de nis meet je van de linker- naar de rechterkant. Ook hierbij geldt: strak meten voor een betrouwbaar resultaat. De meeste apparaten hebben een standaardbreedte van 60 centimeter, maar het is altijd slim om te controleren wat jouw keuken precies toelaat.

De diepte van de nis is de afstand van de voorkant van de kast tot de achterwand. Zet je rolmaat dus helemaal achterin de nis en trek hem naar voren toe. De meeste ovens en magnetrons passen met een diepte van zo’n 55 tot 60 centimeter, maar ook hier geldt: meten is weten.

Het opmeten gaat het makkelijkst als de nis leeg is – dus als er geen apparaat meer in zit. Zo weet je zeker dat je met de juiste afmetingen werkt.

©Surachetsh

Wat past het beste bij jou?

Heb je je nismaten eenmaal duidelijk in beeld, dan kun je gericht gaan zoeken. Kook en bak je graag en wil je graag taarten, ovenschotels of braadstukken maken? Dan is een volwaardige inbouwoven precies wat je nodig hebt. Gebruik je de oven vooral voor opwarmen, ontdooien of simpele gerechten, dan is een magnetron waarschijnlijk voldoende.

Wil je het beste van beide werelden in één apparaat? Dan is een combimagnetron een slimme keuze. Die heeft de functies van zowel een oven als een magnetron en bespaart je daarmee ruimte – handig, zeker in kleinere keukens.

Klaar om te kiezen?

Als je de afmetingen van je nis goed hebt gemeten én weet welk type apparaat het best bij jouw kookstijl past, kan het eigenlijk niet meer misgaan. Je bent klaar om een oven of magnetron uit te zoeken die niet alleen perfect in je keuken past, maar ook perfect bij jou.