ID.nl logo
Een kleine windturbine voor thuis: is dat rendabel?
© Petair - stock.adobe.com
Energie

Een kleine windturbine voor thuis: is dat rendabel?

Nederlandse daken liggen vol met zonnepanelen, maar in de donkere maanden heb je daar weinig profijt van. Met het opsteken van de wind lijkt een kleine windturbine daarom een logische aanvulling. In theorie profiteer je dan bijna het hele jaar door van zelf opgewekte en duurzame stroom. Maar is het plaatsen van een windturbine wel rendabel? En wat komt erbij kijken als je deze stap wilt zetten?

Heb je zonnepanelen op het dak? Dan kun je wellicht al het hele jaar profiteren van duurzame zelf opgewekte stroom. Het overschot dat je teruglevert aan het net mag je immers met de huidige salderingsregels ‘gratis’ opmaken op momenten dat de zon niet schijnt, zoals in de avond en de donkere maanden.

Heb je geen zonnepanelen of leveren ze niet genoeg op, dan kun je ook kijken naar andere vormen van duurzame energie die je zelf kunt opwekken, zoals windenergie. Dat lijkt een mooie aanvulling, voor alle momenten dat de zon niet schijnt. En hoewel er wat haken en ogen aan de aanschaf en installatie zitten, zijn ook voor de particulier volop windturbines te koop. Maar is en windmolen voor huis ook een zinvolle investering?

©hcast - stock.adobe.com

Een windturbine lijkt een mooie aanvulling op je zonnepanelen.

Wat is een windturbine?

Alle windturbines werken, ongeacht hun vorm of grootte, volgens hetzelfde principe: ze zetten de windenergie om in mechanische energie, wat vervolgens in elektriciteit wordt omgezet. Je kunt ze zien als een soort omgekeerde ventilator of een door de wind aangedreven fietsdynamo. De term windmolen kom je ook vaak tegen, maar strikt genomen wordt de mechanische energie dan benut om bijvoorbeeld water weg te pompen of graan te vermalen, en dat is waarschijnlijk niet jouw doel! De ontwikkelingen rondom windturbines staan uiteraard niet helemaal stil. Maar ondanks vaak mooie marketingtaal mag je geen wonderen verwachten van de nieuwste modellen. Behalve door de ontwerpeigenschappen van windturbines wordt de maximale opbrengst namelijk ook begrensd door de energiewet van Betz. Het gaat te ver om hier uit te leggen hoe dat werkt; op Wikipedia kun je er meer over lezen.

Windturbines met een horizontale of verticale as

Het bekendst en meest voorkomend zijn windturbines waarvan de rotorbladen of ‘wieken’ om een horizontale as draaien. Meestal zijn er twee of drie bladen. Je komt ze in Nederland op talloze plekken tegen. Vooral op zee waar steeds meer windparken zullen verschijnen (zie kader). De grootste exemplaren bieden veruit het beste rendement. De opbrengst neemt namelijk kwadratisch toe met de diameter van de rotor.

Er bestaan ook windturbines met verticale as. Een typisch voorbeeld is een turbine in de vorm van een wokkel, ook wel windwokkel genoemd. Deze windturbines zijn compacter, stiller en robuuster. Ze gaan langer mee en vragen minder onderhoud. Het maakt bij dit type ook niet uit vanaf welke kant de wind komt. Wel hebben ze een veel lager rendement. Je komt ze soms in woonwijken en op bedrijfsgebouwen tegen. Maar windturbines zijn het meest in trek als duurzame generator op plekken waar geen andere energievoorziening is, zoals op boten, de camping, bij evenementen, op bouwplaatsen en off-shore.

WINDPARKEN OP ZEE Windenergie levert nu enkele procenten van het totale energieverbruik in Nederland. De komende periode zal dat flink toenemen. In 2050 moet namelijk álle gebruikte energie in Nederland uit duurzame bronnen komen. Windturbines zullen hier een groeiend aandeel in hebben, met name door de bouw van verschillende nieuwe windparken op zee.

Aanbod voor thuis: miniwindturbines

Bij het aanbod van windturbines voor thuis, we zullen ze miniwindturbines noemen, zie je dezelfde ontwerpen, maar dan uiteraard kleiner. Windturbines met horizontale as vallen meestal al snel af. Ze zijn doorgaans te groot voor in een woonwijk. Ook maken ze relatief veel geluid en leveren ze gevaar op voor vogels. Zelfs de schaduw van de wieken wordt soms als vervelend ervaren. Het geeft een soort stroboscoopeffect.

Windturbines met verticale as, zoals de windwokkel, hebben minder nadelen. Ze zijn stiller (maar niet geluidloos) en ongevaarlijk voor vogels. Door de draairichting kunnen ze niet ‘grijpen’. Wel zijn ze duurder in aanschaf en hebben ze een lager rendement. Ze kunnen op een betonnen dak worden geplaatst, op een paal of als vervanging van een vlaggenmast. Houd er bij plaatsing wel rekening mee dat niet alleen het geluid voor hinder kan zorgen, maar ook de vibraties door je dak heen.

Waar koop je een windturbine voor thuis?

Op onder andere AliExpress, Amazon, eBay en Conrad vind je uiteenlopende windturbines die je in principe zelf kunt plaatsen, in diverse vormen en afmetingen. De kleine turbines produceren zo’n 300 tot 600 watt en kosten vanaf enkele honderden euro’s. Grotere modellen produceren tot zo’n 6 kW maar kosten al snel enkele duizenden euro’s.

Veel windturbines zijn bedoeld voor off-grid gebruik. Ze zorgen dat een accu via de wind kan worden opgeladen. Wil je stroom ook terugleveren of gebruiken voor apparaten die op netstroom werken, dan heb je een omvormer nodig. Die omvormer verbruikt ook stroom waardoor in de praktijk vaak al een relatief groot deel van je opbrengst verloren gaat.

Zelfs op AliExpress kun je windturbines bestellen.

Rendement-claims vaak te optimistisch

Je kunt bij de aanschaf helaas niet altijd afgaan op claims van fabrikanten. De informatie is vaak schaars en claims over het te behalen rendement zijn meestal veel te optimistisch. Uit officiële testen blijkt de productie namelijk tot wel 15 keer lager dan werd vooropgesteld. Waar de producenten zelf de terugverdientijd ruwweg schatten op 20 jaar, zal dat in de praktijk door de veel lagere opbrengst dus ook veel langer zijn. Gelet op de levensduur van ongeveer 20 jaar is de aanschaf daarom doorgaans niet rendabel. Recensies van gebruikers geven eigenlijk hetzelfde beeld: de resultaten van miniwindturbines zijn in de praktijk bedroevend. Dit heeft waarschijnlijk voor een groot deel óók met de locatie te maken.

Wind en locatie

De grootste oorzaak voor tegenvallende resultaten is dat het bij windturbines opgegeven vermogen alleen onder optimale omstandigheden wordt bereikt. Je bent dan sterk afhankelijk van de wind. Er is over het algemeen een gemiddelde windsterkte nodig van meer dan 3 m/s om alleen al te kunnen starten en soms al enige opbrengst te hebben. Liever heb je op de locatie een gemiddelde windsnelheid van 5,5 m/s zodat je er ook nog iets aan hebt. Veel windturbines halen dan evengoed maar een vijfde van het maximale vermogen. Alleen in de roodgekleurde gebieden op de windkaart van het KNMI haal je deze windsnelheid. Dat gaat hoofdzakelijk om de kustprovincies. In de stad zijn gebouwen geschikt die minstens twintig meter hoog zijn of twee keer zo hoog als de gebouwen of bomen in de omgeving. Je hebt namelijk ‘onverstoorde’ wind nodig voor een goed rendement. Dat betekent dat de wind niet mag worden gehinderd door andere obstakels, zoals gebouwen of bomen.

De windkaart van het KNMI laat zien op welke locaties genoeg wind is.

WINDFINDER: BEKIJK DE WINDSNELHEID EN VERWACHTING Als je naar https://nl.windfinder.com/ gaat, zie je een interactieve kaart waarop je voor elke plek in Nederland kunt zien wat de huidige windsnelheid is en wat de verwachtingen zijn. Als je links op de schaal klikt kun je veranderen naar onder andere m/s voor de windsnelheid in meter per seconde.

Op Windfinder kun je per locatie de huidige en verwachte windsnelheid bekijken.

Extra kosten

Met de aanschaf van een windturbine alleen ben je er nog niet. Er is aanvullende apparatuur nodig zoals een controller en laadregelaar met accu en eventueel ook een omvormer. Soms worden zulke extra’s bijgeleverd. Houd er ook rekening mee dat je een omgevingsvergunning nodig hebt voor het plaatsen van een windmolen op het dak of in de tuin. Die kun je aanvragen bij je gemeente. Zulke aanvragen worden soms geweigerd, afhankelijk van het gevoerde beleid.

©Eakrin - stock.adobe.com

Om windstroom in huis te benutten of terug te kunnen leveren zijn aanpassingen in de meterkast nodig.

Weten of een warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Onderhoudskosten

Naar je zonnepanelen hoef je zelden om te kijken. Hooguit zul je een keer de panelen schoon moeten maken. En als je pech hebt moet je na een jaar of tien een keer de omvormer vervangen. Bij windturbines is dat anders. De bewegende onderdelen van een windturbine zijn onderhevig aan slijtage; je moet ze dus onderhouden en af en toe zelfs vervangen. Het mechanisme is gevoelig voor extreme omstandigheden, zoals heel harde wind maar ook hitte en kou. Ook de omvormer en accu hebben een beperkte levensduur.

Bekijk windmolens voor thuis

bij Bol.com

Valt er winst te halen met windturbines voor thuis?

Diverse berekeningen laten zien dat je miniwindturbines zelden binnen de economische levensduur terug kunt verdienen, zelfs bij een optimale opbrengst. Daarvoor zijn ze te duur in aanschaf en onderhoud. En je krijgt er te weinig voor terug, als je naar de opwek kijkt. Waar enorme windturbines stroom voor ongeveer 8,8 cent per kWh kunnen produceren ligt dat bij miniwindturbines eerder rond 25 tot 35 cent per kWh. Als je echter alle kosten en baten meeneemt over de levensduur van de windturbine zou je meestal boven 50 cent per kWh uitkomen.

Natuurlijk zou je uit milieuoverwegingen en niet om economische redenen voor een windturbine kunnen kiezen. Maar een windturbine geeft pas milieuwinst als hij meer uitstoot voorkomt dan er bij de bouw van de windturbine en afvalverwerking ontstaat. Wat dat betreft kun je je waarschijnlijk beter aansluiten bij een lokaal energie-initiatief of mede-eigenaar worden van een windmolenpark. Daar worden wel zeer rendabele windturbines gebruikt. En natuurlijk kun je ondertussen elk plekje op je dak benutten voor zonnepanelen. Dat is óók met een dak op het oosten of westen vaak de moeite waard. Zo zou je ook al de opbrengst wat beter over de dag kunnen spreiden.

🌪Windturbinegenerator nodig? Vraag een offerte aan!

Vraag een offerte aan voor windturbines :

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.