ID.nl logo
Zonnepanelen en de salderingsregeling: nu en straks
© Alphaspirit
Energie

Zonnepanelen en de salderingsregeling: nu en straks

Stroom van je zonnepanelen die je niet direct gebruikt lever je aan het elektriciteitsnet. Op de jaarafrekening wordt het weggestreept tegen de stroom die je hebt afgenomen. Dat noemen we salderen. Leveren de zonnepanelen meer op dan je verbruikt? Dan krijg je over het deel dat je teruglevert een vergoeding.

De stroom die je opwekt met je zonnepanelen gebruik je deels direct zelf. Wat je niet gebruikt, lever je terug aan het openbare net. We noemen dat terugleveren. Na elk contractjaar trekt de leverancier de stroom die je hebt teruggeleverd af van de stroom die je hebt afgenomen. Dit heet salderen. Als je meer hebt teruggeleverd dan verbruikt kom je op een negatief verbruik en krijg je zelfs geld terug per kilowattuur, de zogeheten terugleververgoeding.

De salderingsregeling maakt het heel gunstig om terug te leveren als je zonnepanelen bezit. Je mag de geleverde stroom immers wegstrepen tegen de stroom die je afneemt van het energiebedrijf, en dan ook nog tegen hetzelfde tarief inclusief alle belastingen.

TERUGLEVERVERGOEDING STAAT ONDER DRUK De terugleververgoeding is de kilowattuurvergoeding die je krijgt als je over een heel jaar meer stroom hebt teruggeleverd dan verbruikt. Wettelijk is je energieleverancier verplicht om je een ‘redelijke’ vergoeding te geven. Er is echter niet vastgelegd hoe hoog die vergoeding minimaal moet zijn. De afgelopen periode verlaagden veel energieleveranciers zoals Eneco de terugleververgoeding. Heb je een contract met een variabel tarief? Dan kan de energieleverancier naast de energietarieven ook de terugleververgoeding aanpassen. Zeker als je meer stroom teruglevert dan verbruikt is het bij de keuze van een energieleverancier belangrijk om op de terugleververgoeding te letten. Op termijn zal overigens een wettelijk minimum aan de terugleververgoeding worden gesteld.

Hoe regel je het salderen?

Het salderen gaat automatisch. Als je zonnepanelen hebt gekocht en ze zijn geinstalleerd, moet je deze registreren op energieleveren.nl. Dan weten de energieleverancier en je netbeheerder dat je elektriciteit zult gaan terugleveren en ook (ongeveer) hoeveel.

Salderen: hoe zat het ook al weer?

Veelgestelde vragen beantwoord

Het kan ook dat de installateur dit voor jou doet. Na elk contractjaar zal de energieleverancier de teruggeleverde stroom verrekenen. De energieleverancier zal de gegevens in veel gevallen ook vooraf gebruiken om je termijnbedrag te bepalen. We raden je aan hierop toe te zien zodat je niet te veel of te weinig betaalt, waardoor je naderhand veel moet bijbetalen of terugkrijgt.

Verbruiksmoment onbelangrijk

Een groot voordeel van de huidige regels is dat het niet uitmaakt op welk moment je elektriciteit precies verbruikt. De teruggeleverde stroom is immers net zo veel waard als de kilowattuurprijs (inclusief belastingen) die je voor de op een ander moment afgenomen stroom betaalt. Dat je vooral wasjes zou moeten draaien als de zon schijnt klopt dus (nog) niet.

Al biedt het wel enkele voordelen om je eigen stroom toch direct te gebruiken. Het maakt je bijvoorbeeld minder afhankelijk van het moment dat je energieleverancier gaat salderen. Dat doen leveranciers ze in de regel pas na je contractjaar. Ook helpt het direct gebruiken van je eigen stroom om de belasting van het net te verminderen. De regels voor salderen en de terugleververgoeding zullen de komende jaren veranderen. We leggen uit wat er op dit moment bekend is en wat dat voor jou betekent.

©Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio

Bij een aangepaste salderingsregeling wordt niet alle teruggeleverde stroom weggestreept.

Wat verandert er straks bij salderen?

De salderingsregeling zal op termijn worden aangepast. Oorspronkelijk zou dit al in 2022 gebeuren, daarna was 2025 de volgende haalbare datum. Inmiddels is de afschaffing van de salderingsregeling voorlopig helemaal van de baan. Vanaf 2025 zou je nog maar een percentage van de teruggeleverde elektriciteit van je verbruik mogen aftrekken. En dat percentage zou dan elk jaar dalen.

De eerste stap die in 2025 genomen zou worden, zou een grote zijn. Nog maar 64 procent van de stroom die je hebt teruggeleverd zou je dan nog mogen salderen. Daarna zou dit in stappen terug gaan naar nul.

Voor de teruggeleverde stroom die je niet mag salderen, krijg je overigens wel een relatief hoge terugleververgoeding. Wettelijk zal dit tarief waarschijnlijk op ten minste 80 procent van het leveringstarief exclusief belastingen worden gesteld. Dit is overigens nog een voorstel dat in eind september/begin oktober in de Tweede Kamer moet worden besproken; er kan dus nog wat wijzigen.

Zonnestroom zelf gebruiken

Uiteindelijk mag je zoals je in de tabel kunt zien per 2031 helemaal niets meer salderen. Met andere woorden: je betaalt dan voor elke kilowattuur die je afneemt van het elektriciteitsnet de volle kilowattuurprijs. De zonnestroom die je zelf meteen gebruikt blijft gratis. Het teveel aan zonnestroom wordt teruggeleverd en hier krijg je een vergoeding voor, die waarschijnlijk wordt vastgesteld op minimaal 80 procent van het leveringstarief. Het wordt met het in werking treden van de nieuwe regels dus ook steeds gunstiger om zo veel mogelijk van je opgewekte stroom direct zelf te gebruiken of indien mogelijk op te slaan. In het artikel Zonnestroom optimaal benutten lees je daar meer over.

Terugverdientijd

De terugverdientijd voor zonnepanelen komt volgens de overheid gemiddeld op zeven jaar uit. Uit onderzoek van TNO blijkt dat de terugverdientijd door de aanpassing van de salderingsregels iets zal oplopen tot gemiddeld negen jaar. De voorbeeldberekeningen gaan echter uit van een kilowattuurprijs rond 0,20 euro. Met de huidige hoge elektriciteitsprijzen is de jaarlijkse besparing veel hoger. En daardoor is de terugverdientijd ook veel lager. Maar reken je niet meteen rijk: het is natuurlijk onzeker hoelang de stroomprijs op dit hoge niveau blijft.

Investering blijft gunstig

Het mag duidelijk zijn dat het nog steeds heel gunstig is om zonnepanelen te kopen. Je profiteert van de huidige hoge elektriciteitsprijzen, waardoor de terugverdientijd relatief kort is, en je kunt bovendien nog een paar jaar profiteren van de huidige regels rondom saldering. Als je niet meer kunt salderen, krijg je in ieder geval een eerlijkere prijs voor de teruggeleverde stroom.

Daarnaast mag je nu ook nog steeds de btw op de aankoop én installatie van zonnepanelen terugvragen. Dit scheelt bijna 21 procent op de kosten. Ook hier kan een installateur je soms bij helpen tegen een kleine vergoeding.

Bedenk ten slotte ook dat de zonnepanelen een verwachte levensduur van gemiddeld 25 jaar hebben. De enige kink in de kabel is mogelijk de beperkte beschikbaarheid van zonnepanelen en installateurs, want er is heel veel vraag.

©Anna Czapnik

Investeren in zonnepanelen blijft ook zonder salderingsregeling heel gunstig.

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.