ID.nl logo
Bouw een extra router in je thuisnetwerk
© PXimport
Huis

Bouw een extra router in je thuisnetwerk

De kans is groot dat je router afkomstig is van je internetprovider, want heel vaak zitten router en modem in één toestel. Dat is misschien wel makkelijk, maar er hangen best ook wel nadelen aan vast. Je kunt echter een extra router in je netwerk hangen. Waarom en hoe? Je leest het in dit artikel.

Je hebt misschien nog een oude (draadloze) router liggen en anders kun je er vast één voor een prikkie op de kop tikken. Leuk, maar wat doe je daar nou mee? Wij kunnen alvast een boel redenen bedenken waarom een extra router in je netwerk best zinvol kan zijn.

01 Redenen voor een extra router

De modem-router van je provider staat bijvoorbeeld in de meterkast en het draadloze bereik is ondermaats. Dan kan een range-extender of wifi-repeater nog wel uitkomst brengen, maar daarmee halveer je in principe wel de snelheid van je draadloze verbinding. Een andere reden om een tweede router in je netwerk op te nemen is dat je standaardrouter weinig extra opties biedt (en zelf frunniken aan de firmware laat de provider je uiteraard niet toe). En vaak is er geen usb-poort voor een externe schijf, geen vpn-ondersteuning en geen gastnetwerk-mogelijkheid. Of wellicht stellen de uitgebouwde wifi-mogelijkheden teleur: geen simultane dualband, geen ac-wifi enzovoort. Of het handjevol lan-poortjes van de router zit al volgestouwd en je hebt dus behoefte aan extra koppelingsmogelijkheden. Je kunt dan uiteraard een switch kopen, maar een oude router kun je doorgaans ook als switch gebruiken.

Maar je kunt ook een meer ‘geavanceerde’ reden hebben voor zo’n tweede of zelfs derde router: je wilt bijvoorbeeld je netwerk in subnetten opdelen, waarbij gebruikers (of hackers …) van het ene subnet niet bij de apparaten van het andere kunnen. Zo’n afgeschermd subnet kan nuttig zijn voor gebruik door je kinderen of gasten, of wanneer je een server draaien hebt die je van de rest van je netwerk wilt afscheiden. Ook voor onveilige IoT-apparatuur komt een dergelijk gescheiden netwerk van pas.

Een eigen router betekent overigens wel dat je zelf instaat voor de configuratie en upgrades. Even naar de provider bellen voor ondersteuning van je tweede router zit er natuurlijk niet in. Maar dat schrikt een lezer van Computer!Totaal natuurlijk niet af!

©PXimport

02 Routers achter elkaar

Er zijn eigenlijk twee manieren waarop je routers achter elkaar kunt verbinden. Bij het eerste type koppel je een lan-poort van de eerste router via een utp-kabel met een lan-poort van je tweede router. En wel zo dat beide routers zich in hetzelfde lan-ip-segment bevinden, zodat computers en andere netwerkapparaten met beide routers kunnen verbinden. Deze setup is aanbevolen wanneer je bestanden en andere bronnen binnen je hele netwerk wilt kunnen delen, de tweede router dient dan als wifi-accesspoint of switch in je normale netwerk.

Bij het tweede type wordt het wat complexer: hier verbind je een lan-poort van de eerste router met het wan-poort van je tweede router. Beide routers hebben dan verschillende ip-segmenten, zodat apparaten uit het ene segment niet zomaar toestellen uit het andere segment kunnen benaderen. Het omgekeerde is normaliter wel nog mogelijk. Wil je echt twee volledig gescheiden segmenten die elkaar niet kunnen benaderen, dan kun je een Y-opstelling met drie routers overwegen. In dit artikel komen al deze mogelijkheden expliciet aan bod.

©PXimport

©PXimport

02 Lan-lan versus lan-wan: fundamenteel verschillend van opzet.

De eerste methode om twee routers te koppelen, een lan-naar-lan-verbinding, biedt vaak een uitkomst als je extra lan-poorten nodig hebt of wanneer het wifi-bereik van je eerste router ontoereikend is.

03 Basisinformatie verzamelen

Je kunt het gebrek aan wifi-bereik, zoals gezegd, oplossen met een range-extender, repeater of met een powerlinesetje met meerdere adapters (al dan niet met geïntegreerd draadloos toegangspunt), maar dat kost natuurlijk geld. Een extra draadloos toegangspunt kan ook, maar zo’n toestel is doorgaans duurder dan een extra router – zeker als je er nog eentje ergens hebt liggen.

Wij opteren dus voor een extra router, en gaan ervan uit dat je eerste router met het modem is verbonden – voor zover het al niet om één modem-router gaat. Zorg er tevens voor dat een computer met een van de lan-poorten van die eerste router is verbonden. Open vervolgens de opdrachtprompt op die pc en voer het commando ipconfig uit. Noteer het ip-adres van de Standaardgateway (Default Gateway) bij je ethernet-connectie, evenals het Subnetmasker. Dit laatste is normaliter 255.255.255.0.

©PXimport

04 Router-adres

Hang nu je tweede router aan het stroomnet en koppel voorlopig alleen een computer aan een lan-poort van deze router. We gaan er wel van uit dat je het ip-adres en de inloggegevens van die router kent. Ben je die vergeten, dan kun je de router nog resetten zodat die op de standaardconfiguratie terugvalt. Zo’n reset kan gewoonlijk met de 30/30/30-regel: houd het resetknopje met een puntig voorwerp gedurende 30 seconden ingedrukt, schakel de router vervolgens uit en schakel die na 30 seconden weer in waarbij je het knopje nog steeds ingedrukt houdt gedurende een laatste 30 seconden. Raadpleeg ook de (online) handleiding van het apparaat, hier vind je vaak wel het standaard ingestelde ip-adres met gebruikersnaam en wachtwoord.

Start vervolgens je browser op en stem die af op het ip-adres van deze tweede router. Na je aanmelding kun je aan de slag. Allereerst zorg je ervoor dat dit ip-adres binnen hetzelfde ip-segment (subnet) van je eerste router valt. Stel, je eerste router heeft als (lan-)ip-adres 192.168.0.254, dan zou je de tweede router het adres 192.168.0.253 kunnen geven (alleen het laatste cijfer verschilt), met hetzelfde subnetmasker. Om adresconflicten te vermijden, zorg je er wel voor dat dit adres nog niet in gebruik is binnen je netwerk en dat het niet binnen het dhcp-bereik van je eerste router valt. Eventueel moet je dat eerst nog even controleren in de webinterface van je eerste router.

©PXimport

05 Router-configuratie

De eerste stap is gezet, maar gezien er binnen één subnet maar één dhcp-server actief mag zijn, moet je deze service op je tweede router nog deactiveren, zodat het uitdelen van adressen een voorrecht van je eerste router blijft. Verder moet je ook aandacht hebben voor het draadloze gedeelte. Vermoedelijk wil je tussen beide routers kunnen ‘roamen’ en het meest gangbare scenario is in dat geval dat je beide routers dezelfde ssid meegeeft, weliswaar bij voorkeur een andere ssid voor de 2,4 GHz- en de 5 GHz-band (indien beide beschikbaar). Kies op beide routers indien mogelijk voor dezelfde wifi- en encryptiestandaard, met hetzelfde wachtwoord (bijvoorbeeld 802.11n en wpa2-aes). Voor de 2,4GHz-band stel je de tweede router wel op een ander kanaal in, dat idealiter minstens 5 nummers verschilt van dat van je eerste router (bijvoorbeeld kanaal 1 en 6 of kanaal 6 en 11). Positioneer je tweede router optimaal in je woning. Software als het gratis NetSpot kan je bij deze ‘site survey’ helpen, beschikbaar voor Windows en macOS). Verbind beide routers nu met elkaar door middel van een netwerkkabel die je op de lan-poorten aansluit.

©PXimport

Bridge-modus

Sommige routers zijn voorzien van een zogenoemde bridge-modus. Hiermee wordt het nog iets makkelijker om een router als een extra toegangspunt binnen je bestaande netwerk(segment) in te stellen. In de bridge-modus functioneert je router als een accesspoint en worden zaken als de dhcp-server automatisch uitgeschakeld. Ontbeert je router die functionaliteit, dan lukt het misschien wel met een firmware-update of desnoods via een flash met de alternatieve firmware van DD-WRT. Zo’n flash voer je wel geheel op eigen risico uit. We gaan er alvast van uit dat je eerste router geconfigureerd is voor draadloze toegang. Ga vervolgens naar de webinterface van je tweede router en activeer de Bridge Mode of een optie die hierop lijkt. Die vind je wellicht terug in een rubriek als Network Mode, Wireless Mode of Connection Type. Geef deze router een ip-adres mee in hetzelfde ip-segment als de andere router, met hetzelfde subnetmasker. Is je router ingesteld op de bridge-modus, dan kun je de router via de wan-poort met een netwerkkabel aan je netwerk hangen waarna het apparaat functioneert als accesspoint.

©PXimport

Is het je bedoeling om met twee gescheiden subnetten te werken waarbij de computers van het buitenste subnet (verbonden met je eerste router) de toestellen van het binnenste subnet (verbonden met je tweede router) niet kunnen bereiken, dan moet je voor een lan-naar-wan-opstelling gaan. We maken hier de I-opstelling.

06 Wan-gedeelte

Bij een lan-naar-wan-opstelling kun je bijvoorbeeld een of meer servers op het buitenste subnet draaien, of dit subnet inzetten als (draadloze) netwerk voor je kinderen of gasten – eventueel zelfs in combinatie met dns-webfiltering (zie stap 8). Een dergelijke opstelling is bijvoorbeeld ook handig om onveilige IoT-apparatuur te scheiden van je andere netwerkapparaten.

Noteer alvast het ip-adres en het subnetmasker van je eerste router. Ga via de webinterface na of de dhcp-service op deze router wel actief is. Koppel nu een pc aan een lan-poort van je tweede router en ga naar de webinterface van dit toestel (zie stap 4 voor een eventuele router-reset). Ga naar de internetinstellingen van deze tweede router en stel die in op automatische configuratie via dhcp. Dat heeft als gevolg dat het wan-ip-adres van deze router door de dhcp-server van je eerste router wordt toegewezen. Om ervoor te zorgen dat dit ip-adres hetzelfde blijft, kun je je eerste router zo instellen dat je tweede router met dit adres in de lijst met dhcp-reserveringen (oftewel statische leases) wordt opgenomen. Een alternatief is dat je het wan-ip-adres van je tweede router zelf vast instelt, weliswaar buiten het dhcp-bereik van je eerste router. Als standaardgateway van je tweede router vul je in dit geval zelf het lan-ip-adres van je eerste router in.

07 Lan-gedeelte

Over naar het lokale netwerk-gedeelte van je tweede router. Die geef je een lan-ip-adres mee dat in een ander ip-segment ligt dan dat van je eerste router. Je zou je tweede router bijvoorbeeld het adres 192.168.1.1 kunnen meegeven als je eerste router als adres 192.168.0.1 heeft. Wellicht wil je dat ook deze tweede router ip-adressen binnen zijn ip-segment kan uitdelen. Dan moet je op deze router ook de dhcp-service activeren. Je zou die adressen kunnen laten toekennen binnen een bereik van bijvoorbeeld 192.168.1.2 tot 192.168.1.50.

Ben je hiermee klaar en zijn alle instellingen correct doorgevoerd, dan verbind je een lan-poort van je eerste router via een netwerkkabel met de wan-poort van je tweede router. Stel een verschillende ssid in voor elke router en laat het draadloze signaal over een zo uiteenlopend mogelijk kanaal lopen (bijvoorbeeld 1 en 6 of 6 en 11 bij 2,4 GHz, zie ook stap 5).

©PXimport

08 Dns

Zoals gezegd is het voor computers uit het buitenste subnet niet zomaar mogelijk om toestellen uit het binnenste subnet te benaderen, wat maakt dat het buitenste subnet bijvoorbeeld geschikt is voor gebruik door gasten (via wifi) of voor gebruikers die graag experimenteren. Je werkt zelf dan (als je niet aan het knutselen bent) uitsluitend op toestellen in het binnenste subnet. Als je dat verkiest, kun je bijvoorbeeld ook verschillende dns-servers instellen op beide routers. Op de tweede router gebruik je dan de standaard dns-servers van je provider of die van Google (8.8.8.8 en 8.8.4.4), terwijl je op de eerste router eventueel dns-servers met ‘geïntegreerde webfiltering’ instelt, zoals die van OpenDNS (208.67.220.220 en 208.67.222.222). Meer uitleg over deze dns-filtering vind je hier.

©PXimport

09 Port forwarding

Het feit dat je nu met gescheiden subnetten werkt, kan ook onvermoede nadelen opleveren. Wanneer je interne servers (zoals een nas, webcam of een of andere server op een pc) in het binnenste subnet (van je tweede router) plaatst, dan laten die zich niet zomaar benaderen vanaf het internet. Wil je dat toch, dan kun je dat via een dubbele port forwarding oplossen.

Stel, je draait een server op een toestel met lan-ip-adres 192.168.1.148 op poort 8000 en je tweede router heeft als wan-ip-adres 192.168.0.253. Dan stel je eerst port forwarding op je eerste router in, waarbij je aanvragen van buitenaf op poort 8000 naar ip-adres 192.168.0.253 doorstuurt. Vervolgens stel je port forwarding op je tweede router in met aanvragen op poort 8000 naar ip-adres 192.168.1.148. Via het wan-ip-adres van je eerste router is die server op je binnenste subnet nu wel weer bereikbaar vanaf het internet. Weet je niet precies hoe je port forwarding instelt, ga dan hiernaartoe, daar vind je voor talrijke routers de nodige instructies om port forwarding in te stellen.

©PXimport

Je kunt het netwerk nog ‘veiliger’ maken door twee compleet geïsoleerde subnetten te creëren die elkaar niet kunnen bereiken. Daarvoor heb je dan wel drie routers nodig, waarbij je de eerste router rechtstreeks naar de twee andere vertakt – vandaar de naam Y-opstelling. Net als de I-opstelling met twee routers is ook deze oplossing geschikt om onveilige IoT-apparatuur te scheiden van je andere netwerkapparaten.

10 Twee subnetten

Om onze Y-opstelling te maken, hebben we drie routers nodig. De eerste hangt direct aan het internet, met de tweede en derde router creëren we de gescheiden subnetten. Hiervoor ga je op deze twee routers eigenlijk grotendeels op dezelfde manier te werk als hiervoor beschreven bij Manier 2.

Het wan-ip-adres van je eerste router is afkomstig van je internetprovider en als lan-ip-adres heeft die bijvoorbeeld 192.168.0.254. Je zou dan als wan-ip-adres voor je tweede router 192.168.0.253 en voor je derde router 192.168.0.252 kunnen instellen. Dat kan telkens een vast ip-adres zijn of je plaatst beide adressen in de dhcp-reserveringen van je eerste router. Zie hiervoor stap 6. Vervolgens geef je aan je tweede en derde router een lan-ip-adres mee binnen een ip-segment dat zowel van de eerste router als ook van elkaar verschilt. Dat zou bijvoorbeeld 192.168.1.x voor je tweede router en 192.168.2.x voor je derde router kunnen zijn. Zorg ervoor dat op de drie routers de dhcp-service is geactiveerd.

Door deze configuratie krijg je de volgende situatie. Alle verbonden toestellen kunnen internet bereiken. Elke pc kan de andere toestellen benaderen, indien die zich binnen hetzelfde subnet bevinden. De pc’s kunnen ook de drie routers pingen. Heb je servers op je subnet(ten) draaien, dan moet je de nodige port forwarding-regels instellen, zoals beschreven bij stap 9.

Router enkel als switch

Wil je een oude router enkel als switch gebruiken, dan stel en sluit je de router aan op de manier die we in dit artikel als eerste beschrijven (lan-lan). Vervolgens schakel je het wifi-accesspoint van deze tweede router uit. Je kunt de tweede router dan probleemloos als een normale switch gebruiken. Let er wel op dat een wat oudere router misschien niet is voorzien van gigabit-aansluitingen.

▼ Volgende artikel
Review Xiaomi Pad 7 Pro – Voor een brede doelgroep
© Wesley Akkerman
Huis

Review Xiaomi Pad 7 Pro – Voor een brede doelgroep

De Xiaomi Pad 7 Pro is een krachtige en capabele Android-tablet met een prijskaartje vanaf 489 euro. Daar krijg je het model met 8 GB werkgeheugen en 256 GB opslagruimte voor; als je 589 euro betaalt, dan krijg je respectievelijk 12 en 512 GB.

Goed
Conclusie

Het gebrek aan echt unieke AI-functies zal veel mensen een zorg zijn. Als je niets met dat soort functies hebt, dan kan het juist goed zijn om te investeren in de Xiaomi Pad 7 Pro. Andere redenen daarvoor zijn de krachtige processor, de prima accuduur en het sobere doch strakke ontwerp. Het scherm zou beter kunnen, maar als je binnen blijft, hoeven er geen problemen te zijn. Het updatebeleid is overigens wel echt ondermaats. Dat is het grootste struikelblok momenteel: voor de rest is dit een prima tablet voor een brede doelgroep.

Plus- en minpunten
  • Goede processor
  • Redelijke batterijduur
  • Doeltreffend display
  • Snel opladen
  • Fijn formaat
  • Weinig AI-functies
  • Lcd-scherm laat te wensen over
  • Prijzige accessoires
  • Weinig AI-functies
  • Sober ontwerp

Wat je van de Xiaomi Pad 7 Pro mag verwachten, hangt sterk af van wat je ermee wilt doen. Gebruik je 'm vooral om te streamen, scrollen of wat licht werk te verrichten, dan zit je met het basismodel goed. Maar wil je de tablet echt als werkmachine gebruiken? Dan loont het om zo’n honderd euro extra te investeren in accessoires zoals het toetsenbord en de stylus.

Beide zijn nog niet officieel op de Nederlandse Xiaomi-site verschenen, maar de prijzen lijken rond de 80 euro voor het toetsenbord en 70 euro voor de stylus te liggen. Niet goedkoop, maar vergelijkbaar met accessoires voor concurrerende modellen zoals de OnePlus Pad 2.

Er lijken overigens twee toetsenbordvarianten te bestaan: eentje met touchpad en eentje zonder. Wij testten de versie zonder touchpad. Daarmee kun je prima typen, maar de bediening verloopt dan verder via het touchscreen, de stylus of eventueel een externe muis via de usb-c-aansluiting.

Gebruik op schoot is verrassend prettig: het geheel voelt stabiel aan en kantelt niet naar achteren. Ook op tafel of aan een bureau kun je er comfortabel mee werken. Het toetsenbord voegt daarmee echt iets toe – zeker als je de tablet regelmatig productief inzet.

©Wesley Akkerman

Krachtig en courant

De Xiaomi Pad 7 Pro draait op de Qualcomm Snapdragon 8s Gen 3 – een iets lichtere variant van de high-end chip uit 2023 en sinds begin 2024 op de markt. Deze processor levert ruim voldoende kracht voor dagelijkse taken, browsen, tekstverwerken en zelfs de meeste Android-games. Voor zwaardere toepassingen zoals videobewerking is het nét niet de ideale keuze, maar met de juiste apps is het zeker mogelijk. Wel belangrijk om te weten: bij intensief gebruik wordt het apparaat behoorlijk warm.

Het ontwerp is strak, functioneel en onopvallend. Je zou het zakelijk kunnen noemen, al mist het net dat beetje flair waarmee andere merken zich weten te onderscheiden. Op één detail na: de aansluiting voor de toetsenbordhoes zit in een hoek van het toestel, in plaats van in de rand – zoals je bij concurrenten als Samsung, Lenovo of OnePlus vaak ziet. Dat oogt wat minder elegant, al kijk je er zelf zelden tegenaan. Verder doet het ontwerp gewoon wat het moet doen, zonder veel poespas.

©Wesley Akkerman

Goed genoeg voor binnenshuis

Met zijn 11,2 inch lcd-scherm zit de Xiaomi Pad 7 Pro precies op de grens tussen handzaam en serieus werkbaar. Hij is compact genoeg voor op schoot of voor een relaxte sessie op de bank. Het scherm biedt een scherpe resolutie van 3200 bij 2136 pixels, wat zorgt voor een prettige kijkervaring bij films, series en games. De kleuren zijn oké, maar missen wat levendigheid en contrast. Ook de helderheid is niet overweldigend, maar ruim voldoende zolang je binnen blijft. Positieve noot: de verversingssnelheid van 144 Hz maakt het scrollen en gamen heerlijk soepel, en dankzij de 3:2-verhouding heb je lekker veel ruimte om te lezen, typen of multitasken.

Onder de motorkap vind je een accu van 8850 mAh. Dat is niet uitzonderlijk voor een tablet van dit formaat, maar voldoende om een dag door te komen – mits je je bezighoudt met lichte taken zoals tekstverwerken of fotobewerking. Opladen gaat gelukkig razendsnel: met 67 watt zit je in een half uur op zo'n 60 procent, en na een uurtje is de batterij weer vol. Ideaal als je snel nog wat extra sap nodig hebt voor onderweg of een werksessie.

©Wesley Akkerman

Coole software, maar…

De Xiaomi Pad 7 Pro draait op Android 15, met daaroverheen HyperOS – Xiaomi's eigen softwareschil, die je ook terugziet op toestellen als de Xiaomi 15 Ultra. Het systeem is vooral gericht op naadloze samenwerking tussen Xiaomi-apparaten. Heb je bijvoorbeeld ook een Xiaomi-telefoon, dan kun je eenvoudig meldingen synchroniseren, het klembord delen, apps heen en weer gebruiken en zelfs de camera's van beide apparaten combineren voor een extra camerahoek tijdens het livestreamen.

Qua gebruikservaring biedt HyperOS op de tablet wat je inmiddels mag verwachten. Je kunt werken met meerdere vensters (tot vier tegelijk), onderaan staat een dock met veelgebruikte apps, en multitasking verloopt soepel. Allemaal prima, maar niet bijzonder.

Wat wel opvalt: de softwareondersteuning is aan de magere kant. De Pad 7 Pro krijgt slechts twee Android-upgrades en drie jaar beveiligingsupdates. Voor een Pro-model is dat ronduit karig – zeker aangezien het reguliere model vier Android-versies en zes jaar beveiligingspatches krijgt. Ook staan er standaard enkele Xiaomi-apps op die je misschien niet direct nodig hebt, al is dat inmiddels bij vrijwel elk Android-merk gangbaar.

©Wesley Akkerman

Beperkingen in AI en kleine ergernissen

Op het gebied van AI-mogelijkheden stelt de Xiaomi Pad 7 Pro enigszins teleur. Je kunt aan de slag met Google Gemini en Circle to Search, wat basisfunctionaliteit biedt, maar daar houdt het grotendeels op. Voor andere AI-functies binnen Xiaomi's eigen apps ben je aangewezen op plug-ins die alleen werken als je ook een Xiaomi-account hebt. Fotobewerking werkt redelijk, al gaat het – net als bij de Xiaomi 15 Ultra – niet altijd vlekkeloos. Zo zie je soms duidelijk sporen van een opvulfunctie, en ondersteuning voor Nederlandse taal ontbreekt volledig.

Ook zijn er wat kleinere details die in de praktijk kunnen storen. Het hoesje dat wij meekregen blokkeert deels de vingerafdrukscanner, waardoor je je vinger schuin moet houden om goed contact te maken. Het uit de behuizing stekende camera-eiland zorgt er bovendien voor dat de tablet wiebelt wanneer je hem plat op tafel legt. En met een gewicht van 500 gram is hij niet bijzonder zwaar, maar bij langdurig gebruik – zeker op schoot of als je hem gewoon vasthoudt – voel je het gewicht wel degelijk.

©Wesley Akkerman

Xiaomi Pad 7 Pro kopen?

Het gebrek aan echt unieke AI-functies zal veel mensen een zorg zijn. Als je niets met dat soort functies hebt, dan kan het juist goed zijn om te investeren in de Xiaomi Pad 7 Pro. Andere redenen daarvoor zijn de krachtige processor, de prima accuduur en het sobere doch strakke ontwerp. Het scherm zou beter kunnen, maar als je binnen blijft, hoeven er geen problemen te zijn. Het updatebeleid is overigens wel echt ondermaats. Dat is het grootste struikelblok momenteel: voor de rest is dit een prima tablet voor een brede doelgroep.

▼ Volgende artikel
Nieuwe wasdroger? Lees hier of je een condens- of een warmtepompdroger moet hebben!
© stenkovlad
Huis

Nieuwe wasdroger? Lees hier of je een condens- of een warmtepompdroger moet hebben!

Sta jij ook weleens 's ochtends in een mand vol klamme kleding te graaien, op zoek naar iets dat nét droog genoeg is om aan te kunnen? Dan is het hoog tijd voor een droger die wél met je meewerkt. Maar waar kies je voor: een condensdroger of een warmtepompdroger? Of toch die ouderwetse luchtafvoerdroger? We leggen je uit wat de verschillen zijn, zodat jij straks nooit meer hoeft te gokken of je sokken al droog zijn.

Toe aan een nieuwe droger, maar weet je niet zo goed waar je het moet zoeken? Wij helpen je een handje! In dit artikel lees je:

  • De belangrijkste verschillen tussen een condensdroger, luchtafvoerdroger en warmtepompdroger
  • Welke soort droger het snelst je was droogt
  • Waar je op moet letten bij beperkte ruimte
  • Welke droger het meest energiezuinig en duurzaam is
  • Handige tips om de juiste keuze te maken

Ook interessant: Waar voor je geld: 5 energiezuinige warmtepompdrogers

De belangrijkste verschillen op een rij

Er zijn grofweg drie soorten wasdrogers, elk met hun eigen gebruiksgemak en eigenaardigheden:

💨 De luchtafvoerdroger is een echte no-nonsense machine. Hij blaast warme lucht door je kleding en voert de vochtige lucht naar buiten af via een slang. Simpel, snel en effectief. Maar let op: je moet wel een raam of gat in de muur hebben waar die slang doorheen kan. Niet bepaald ideaal in een strak appartement.

💧 De condensdroger is wat flexibeler: hij vangt het vocht uit je was op in een waterreservoir of voert het af via een afvoerslangetje. Geen gedoe met buitenlucht, dus hij past overal. Verwacht wel iets meer droogtijd dan bij de luchtafvoerdroger.

De warmtepompdroger is de energiebesparende kampioen. Hij hergebruikt de warme lucht, waardoor je stroomverbruik flink daalt. Wel even geduld hebben, want deze droger neemt de tijd – maar dat doet hij met beleid én liefde voor je energierekening.

Snel, maar niet meer van deze tijd: de luchtafvoerdroger

Heb jij geen zin om uren te wachten tot je was eindelijk droog is? Dan klinkt de luchtafvoerdroger als een droom: snel, doeltreffend en niet al te duur in aanschaf. De vochtige lucht wordt direct naar buiten geblazen, dus jouw handdoeken liggen in no-time weer fris en droog in de kast. Ideaal voor drukke huishoudens of ongeduldige types die niet van half werk houden.

Maar… er zit een addertje onder het wasrek. Deze drogers zijn tegenwoordig lastig te vinden – en dat is niet voor niets. Ze slurpen namelijk energie en zijn allesbehalve zuinig. Heb je er nog eentje thuis staan? Dan is het misschien tijd om te overwegen over te stappen op een nieuwer, duurzamer model. Je portemonnee (en het milieu) zullen je dankbaar zijn.

©alexlmx

Compact en flexibel: de condensdroger

Weinig ruimte, maar toch geen zin in rondslingerende wasrekken? Dan is de condensdroger jouw redder in nood. Omdat hij het vocht opvangt in een reservoir, hoef je geen afvoerslang naar buiten te leggen. Stekker in het stopcontact en draaien maar, of je nu in een studio woont of in een kast van een huis.

Qua prijs en verbruik zit de condensdroger mooi in het midden. Iets duurder dan de ouderwetse luchtafvoerdroger, maar een stuk vriendelijker voor je energierekening. En hoewel hij je was niet razendsnel droogt, doet hij dat wel netjes, betrouwbaar en zonder ingewikkeld gedoe met installaties of verbouwingen.

Slim, zuinig en toekomstproof: de warmtepompdroger

Wil je je was drogen zónder dat je energiemeter op tilt slaat? Dan zit je goed met een warmtepompdroger. Deze slimme droogtechnologie hergebruikt warme lucht, waardoor je wasmachinevriend net zo efficiënt werkt als een moderne chef met restjes: weinig verspilling, groots resultaat. Het energieverbruik is opvallend laag en dat zie je terug op je energierekening.

Ja, de aanschafprijs ligt wat hoger. Maar daar staat tegenover dat je jarenlang vooruit kunt met deze duurzame krachtpatser. Hij werkt rustiger, slijt minder snel en heeft vaak allerlei handige programma's om je kleding in topvorm te houden.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de planeet. Warmtepompdrogers zijn veruit de meest milieuvriendelijke optie van de drie. Minder CO₂-uitstoot, minder verspilling, meer gemoedsrust. Goed voor je portemonnee én voor de wereld van morgen.

Ook interessant: Het ideale vulgewicht voor jouw wasmachine

🔌 Wat scheelt dat nou, zo'n warmtepompdroger?

Heel wat, blijkt als je naar het stroomverbruik kijkt. Een condensdroger gebruikt gemiddeld zo'n 4 kWh per beurt, terwijl een warmtepompdroger genoeg heeft aan ongeveer 1,5 kWh. Dat scheelt dus al snel meer dan de helft. Reken je even mee? Bij 150 droogbeurten per jaar bespaar je met een warmtepompdroger zo'n 150 tot 200 euro aan stroomkosten. Dat is serieus geld — en dan hebben we het nog niet eens over de besparing op CO₂-uitstoot. Dus ja, hij droogt wat langzamer, maar je portemonnee (en het klimaat) varen er wel bij.

Succes met je beslissing!

Zoals je ziet, heeft elk type droger zo z'n eigen voordelen. Het is dus vooral een kwestie van goed afwegen wat voor jou de beste keuze is. Is je budget wat krapper en heb je niet al te veel ruimte thuis? Dan is een condensdroger waarschijnlijk de beste keuze voor jou. Als je voor duurzaamheid gaat, dan is de warmtepompdroger jouw vriend. Met deze handige tips kun jij in ieder geval een weloverwogen beslissing nemen over de aanschaf van je nieuwe droger. Veel succes en geniet van je sneldrogende was!