ID.nl logo
De 17 beste wifi-repeaters van dit moment
© PXimport
Zekerheid & gemak

De 17 beste wifi-repeaters van dit moment

Je kunt bijna nooit genoeg wifi-dekking hebben en vaak geldt dat de dekking niet overal in huis goed genoeg is. Een wifi-repeater is op het eerste gezicht een elegante manier om het draadloze netwerk alle uithoeken van je huis te laten bereiken. Wij zijn hier eens wat dieper ingedoken en hebben er zeventien getest.

Er zullen vast mensen zijn die hele dagen met een grote glimlach rondlopen vanwege de kwaliteit van het draadloze netwerk bij hen thuis. Dat is waarschijnlijk wel een grote minderheid. Het merendeel van de bevolking zal af en toe behoorlijk foeteren op het bereik en/of de doorvoersnelheid van de wifi. Draadloze routers worden weliswaar steeds krachtiger op het gebied van wifi, dat geldt dan echter met name voor de 5GHz-band. De bandbreedte daarvan mag dan fors vergroot zijn sinds de komst van 802.11ac, het bereik blijft relatief gezien povertjes. Voor bereik moet je nog steeds bij 2,4 GHz zijn, maar ook die frequentie schiet vaak tekort. Als je op een lastig te bereiken plaats al bereik hebt, dan kun je er vaak niets mee omdat het signaal veel te zwak is. Lees ook: 10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk.

Om bovenstaand probleem het hoofd te bieden, kun je drie routes bewandelen: kabels trekken, een netwerkje van powerline-adapters (met wifi) aanleggen of een repeater kopen. In dit artikel gaan we ons bezighouden met die laatste optie.

Een repeater is een op het eerste gezicht elegante oplossing als je problemen hebt met het bereik van je draadloze netwerk. Hij doet namelijk alles draadloos: het signaal komt draadloos bij de repeater aan en wordt draadloos doorgezet naar de aangesloten apparaten. Aangezien verreweg de meeste repeaters op de markt rechtstreeks in het stopcontact gestopt kunnen worden, kunnen ze ook betrekkelijk onopvallend hun werk doen. Voor dit artikel hebben we maar liefst zeventien repeaters getest. De verschillen onderling zijn niet van dien aard dat we ze allemaal los bespreken, we richten ons op enkele algemene trends die zichtbaar zijn. We kijken hierbij naar prestaties, maar uiteraard ook naar de mogelijkheden.

Halvering van de bandbreedte

Als er iets typerend is voor repeaters vergeleken met andere netwerkapparatuur, dan is het wel dat er geen gebruikgemaakt wordt van kabels. Alles gaat dus draadloos.

Repeaters in het consumentensegment maken gebruik van één enkele radio per frequentie. Dat wil zeggen dat op zowel 2,4 GHz als 5 GHz (bij dual-bandmodellen) zowel de ontvangst als het verzenden geschiedt door één enkele chip (waarbij de twee frequentiebanden wel elk hun eigen radiochip hebben overigens). Een logisch gevolg is dat de beschikbare bandbreedte die overblijft voor het versterkt doorgestuurde signaal een stuk lager is dan die van het binnenkomende signaal. In de praktijk zwakt het doorgestuurde signaal uiteraard ook nog wat af voor het bij een client is, waardoor er nog wat minder bandbreedte daadwerkelijk aankomt bij de client. In het algemeen moet je er rekening mee houden dat je soms niet veel meer dan dertig procent van de originele bandbreedte overhoudt, waarmee we het signaal bedoelen zoals het bij de repeater arriveert. Dat betekent dus ook dat het bronsignaal (het draadloze signaal van de router) ook van een goede kwaliteit moet zijn. Met een goede repeater kun je een zwakke router niet helpen.

Om het signaal voor de meeste toepassingen een beetje bruikbaar te houden, moet er via de 2,4GHz-band een signaal bij de repeater arriveren dat ruim meer dan 50 Mbit/s aan bandbreedte biedt. Dat kan een behoorlijke uitdaging zijn, maar is wel erg belangrijk, want van die bandbreedte blijft op basis van onze tests in de meeste gevallen maximaal 20-25 Mbit/s over. Zak je (ver) onder deze bandbreedte, dan heb je wellicht nog altijd een zeer krachtig signaal over, maar heb je er vrijwel niets aan. Zeker niet als je er met meerdere apparaten verbinding mee wilt maken.

Plaatsing

Voor een repeater is de juiste plaatsing van cruciaal belang. Stop je hem te dicht bij het bronsignaal in een stopcontact, dan heb je weliswaar een uitstekend inkomend signaal maar is de kans groot dat je alsnog niet overal afdoende bereik hebt. Kies je een stopcontact dat te ver weg is van de bron, dan is het signaal dat bij de repeater binnenkomt niet meer goed genoeg. Je hebt dan weliswaar een uitstekend bereik in de uithoeken van je huis, maar een zeer beperkte bandbreedte. Uiteraard ben je bij het plaatsen afhankelijk van de beschikbaarheid van stopcontacten. Hij kan nog zo goed tot zijn recht komen op een bepaalde plaats, als er geen stopcontact in de buurt is, moet je toch verder gaan kijken. Om er zeker van te zijn dat je de repeater op de juiste locatie in huis plaatst, kun je een app zoals WiFi Analyzer (alleen Android) gebruiken of aan de slag gaan met de inSSIDer-software van Metageek. Uiteraard helpt ook de op de repeater aanwezige verlichting hierbij. In het algemeen geldt dat je de repeater daar moet plaatsen waar je nog een goede tot zeer goede signaalsterkte meet. Er mag bij de led-indicatoren op de repeaters best een streepje van de maximale sterkte af zijn, maar meer zouden we niet aanraden. Baseer je de plaatsing op gegevens uit software van derden, dan raden we aan om ervoor te zorgen dat je signaal maximaal zo tussen de -50 en -60 dBm zit. In de praktijk zal je bij het plaatsen van een dualband-repeater vrijwel altijd iets moeten schipperen en meerdere locaties proberen. Wat optimaal is voor 2,4 GHz, kan voor 5 GHz al te ver weg zijn. Andersom geldt uiteraard hetzelfde.

©PXimport

Simultaan dualband

Heb je een dualband-router, dan heb je tegenwoordig de keuze uit legio dualband-repeaters, inmiddels ook al grotendeels met 802.11ac-ondersteuning. Varianten die we zijn tegengekomen tijdens onze tests zijn AC750, AC1200, AC1750 en AC1900. AC750 maakt gebruik van één enkele datastroom op 802.11ac (5 GHz), AC1200 van twee en AC1750 en AC1900 van drie. De laatste variant kom je eigenlijk alleen maar tegen in desktopmodellen ter grootte van een router. Die hebben we voor dit artikel niet getest. AC1750 wordt wel in stopcontactmodellen gestopt, maar zorgt ervoor dat dit behoorlijk forse apparaten zijn. De term ‘onopvallend’ is hierop in ieder geval niet van toepassing. Er is verder nog een onderscheid tussen apparaten die gelijktijdig (in het Engels: concurrent of simultaneous) dualband zijn en apparaten waarbij je de verbinding met de router via 2,4 óf via 5 GHz kunt leggen (beide verbindingen tegelijkertijd is dan niet mogelijk). De D-Link DAP-1620 en Eminent EM4596 behoren tot deze laatste categorie, alle andere dualband-modellen kunnen tegelijkertijd via 2,4 en 5GHz verbinding met de router maken.

©CIDimport

Cross-Band, Express Way en FastLane

Ook voor het 5GHz-signaal geldt dat dit voldoende bandbreedte moet hebben bij aankomst bij de repeater. Wil je ook echt beide frequenties gaan gebruiken, dan kan de plaatsing van de repeater voor de nodige hoofdpijn zorgen (zie kader ‘Plaatsing’). Om dualband-repeaters een in theorie wat zinvollere invulling te geven, hebben verschillende fabrikanten een list bedacht. Althans, ze hebben een technologie hun eigen naam gegeven. Linksys heeft het over Cross-Band, ASUS over Express Way en NETGEAR over FastLane. Hiermee wordt bedoeld dat je zelf kan instellen welke frequentie de repeater gebruikt voor de link tussen router en repeater en welke hij gebruikt voor de verbinding met clients. Dit heeft ook als gevolg dat de halvering van de bandbreedte niet meer vanzelfsprekend is, omdat je nu niet dezelfde frequentie gebruikt voor beide signalen.

©CIDimport

Let wel, je hebt nu aan beide ‘kanten’ van de repeater maar één enkele frequentie tot je beschikking. Heb je nog veel apparatuur die alleen via 2,4 GHz verbinding kan maken, dan is dit iets om rekening mee te houden. Standaard staat het overigens bij ASUS en NETGEAR uitgeschakeld. Bij Linksys staat het standaard aan, maar daar bepaalt de repeater zelf welke frequenties er gebruikt worden en zou je dus ook met alleen 2,4GHz-apparaten altijd verbinding moeten kunnen maken. In de praktijk is het echter nog maar de vraag wat je aan deze technologieën hebt. Je loopt hier namelijk ook weer tegen het probleem aan dat de optimale plaatsing voor de ene frequentie, niet per se leidt tot de beste prestaties voor de andere. Voor 5 GHz moet je relatief dichtbij de router zijn, maar dan is het mogelijk dat je nog altijd niet overal bereik hebt. Sluit je de repeater middels 2,4 GHz aan op de router, dan kan het zijn dat het 5GHz-signaal dat de repeater uitzendt nog altijd niet in alle uithoeken van je huis komt.

Installeren

Alle repeaters in deze test kunnen met een router verbonden worden via WPS. Wij zijn daar nooit zo’n voorstander van, omdat de repeater dan een zwarte doos blijft en je er zelf geen invloed op hebt wat er allemaal gebeurt. Gelukkig zijn alle apparaten ook via een webinterface te installeren. Dan heb je veel beter een vinger aan de pols met betrekking tot wat er wel en niet gebeurt. Je kunt er dan bijvoorbeeld meteen voor kiezen om het signaal van de repeater wel of niet dezelfde netwerknaam (SSID) te geven als het bronsignaal. Niet iedere repeater denkt hier standaard namelijk hetzelfde over, al zie je wel duidelijk dat nieuwere modellen onderscheid maken tussen het bronsignaal en het signaal van de repeater. Dat heeft overigens ook onze voorkeur, al was het maar omdat je dan zeker weet dat je nooit te lang blijft hangen op het zwakke bronsignaal. Je kunt dan immers handmatig naar het signaal van de repeater overschakelen. Tijdens het installeren van een repeater moet je er tot slot niet van staan te kijken als iets af en toe gewoon niet blijkt te werken. We hebben bij meerdere modellen meerdere keren de installatieprocedure moeten doorlopen om een en ander werkend te krijgen en soms duurt het ook even voor de verbinding tussen repeater en router daadwerkelijk functioneert. Opvallend is in dit opzicht overigens wel dat de ‘grote’ namen (ASUS, AVM, Linksys, NETGEAR, TP-Link) duidelijk minder problemen geven dan de andere merken.

©PXimport

Extra’s

Een repeater is in essentie geen bijster spannend apparaat. Om hem toch wat op te laten vallen, hebben vrijwel alle fabrikanten hun best gedaan om er net dat beetje extra in te stoppen. Dat begint met de verlichting, die dus ook aangeeft wat de kwaliteit van het signaal is. Op de ASUS RP-N14 is dit het vernuftigst gedaan. Daar geeft de blauwe ledstrip aan of de repeater op een bruikbare locatie staat, een beetje zoals dat met een statusbalkje gaat in Windows. De ZyXEL WRE2206 doet ook iets bijzonders met verlichting. Die verlichting geeft niet alleen informatie over de kwaliteit van de verbinding, maar ook over het aantal aangesloten clients. Bij zowel ASUS als ZyXEL, waar de verlichting het meest prominent aanwezig is, kan dit naar wens ook uitgeschakeld worden. Verder is dat ook bij AVM en bij TP-Link mogelijk. Bij de andere deelnemers hebben we deze mogelijkheid niet kunnen vinden.

Een tweede extra is zichtbaar bij de modellen van ASUS en Linksys, namelijk een 3,5mm-aansluiting waarop je actieve speakers aan kunt sluiten. Je kunt dan bijvoorbeeld vanuit Windows Media Player rechtstreeks op die speakers afspelen, maar ook andere apps en software met DLNA-ondersteuning kan gebruikt worden. ASUS voegt hier nog ondersteuning voor internetradio aan toe. Een trend die een beetje over lijkt te waaien uit de wereld van de powerline-adapters, is het integreren van een stopcontact in repeaters. In ons testveld beschikken de Linksys RE6700 en de Sitecom WLX-2007 hierover. Op zich handig, omdat je nu geen stopcontact verliest. Echt cruciaal is het wat ons betreft niet en het maakt die apparaten ook weer wat groter. De WLX-2007 – een singleband-repeater – krijgt hierdoor een veel forsere omvang dan andere producten in zijn klasse.

©PXimport

Testmethode

We hebben alle repeaters in deze test in een thuisomgeving getest. Als router hebben we voor de Linksys EA7500 gekozen, een goed presterende en niet overdreven dure router. Deze router staat op de begane grond in de hoek van de woonkamer. De dekking op de eerste verdieping is vrijwel overal goed, aangezien we hier te maken hebben met een huis uit 1928, met houten vloeren. Op 2,4 GHz halen we met een Samsung Galaxy S7 edge scores die tot boven de 60 Mbit/s oplopen, op 5 GHz komen we makkelijk op 120 Mbit/s uit. De metingen zijn gedaan met Speedtest.net. Op de tweede verdieping blijft er echter niet meer dan zo’n 3 Mbit/s over van het signaal. Dit heeft te maken met de vloer tussen de eerste en de tweede verdieping, waar glaswol tussen zit met een aluminium toplaag. Op de plek op de eerste verdieping waar we de te testen repeaters één voor één in het stopcontact steken, halen we 56 Mbit/s op 2,4 GHz en 120 Mbit/s op 5 GHz. Voor de volledigheid hebben we ook op alle plaatsen waar we getest hebben, de signaalsterkte gemeten met behulp van WiFi Analyzer. In de tabel ‘Waarden zonder repeater’ kun je de verschillende scores bekijken. De aanduiding ‘locatie repeater’ is op de eerste verdieping waar het netwerk nog dekking heeft, terwijl de tweede verdieping de locatie is waar we de prestaties van de repeaters hebben gemeten.

Welke moet ik nu hebben?

Allerlei extra’s zijn uiteraard mooi meegenomen, maar de grote vraag is natuurlijk welke repeaters er op de shortlist van kooptips terecht moeten komen. Naast de hierboven besproken eigenschappen, zijn de prestaties uiteraard van cruciaal belang. Gebaseerd op de resultaten bij onze tests zouden we singleband-repeaters links laten liggen. Op zich zijn de prestaties op 2,4 GHz in het algemeen zeker niet enorm beroerd, maar 15-25 Mbit/s is wel op het randje wat ons betreft. Voor wat surfen voor het slapen gaan geen probleem, met drie personen ieder een Netflix-stream kijken is te veel gevraagd. Het valt overigens op dat meerdere singleband-modellen het op deze frequentie beduidend beter doen dan de duurdere dualband-repeaters op dezelfde frequentie. Neem je toch genoegen met deze bandbreedte, dan is de extreem kleine en goed presterende ZyXEL WRE2206 absoluut een optie. De ASUS RP-N14 is ook lekker klein en iets veelzijdiger, maar presteert duidelijk minder in onze tests. De Sitecom WLX-2007 doet het dan een stuk beter, al hadden we daar wel de nodige problemen tijdens de installatie. De TP-Link TL-WA855RE is ten slotte ook nog een optie.

©PXimport

Al met al kun je wat ons betreft beter een dualband-repeater kopen. Op 5 GHz komen er bij onze tests her en der uitstekende resultaten uitrollen, met snelheden tot bijna 90 Mbit/s. Uiteraard is dit afhankelijk van je specifieke situatie, maar je hebt er zelf ook zeker de nodige invloed op tijdens het plaatsen. Je kunt er uiteraard ook voor kiezen om de verbinding met de router op de ene frequentie en die met de clients via de andere frequentie te laten lopen. In onze testopstelling had dit weinig tot geen effect, maar dat kan in een andere situatie natuurlijk weer anders zijn. Wij waren in ieder geval het meest te spreken over de ASUS RP-AC56, AVM Fritz!WLAN Repeater 1750E, NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450. De Linksys RE4100W (een dualband-N600-model) is een interessante dualband-repeater als je wat minder wilt uitgeven. Ook de Eminent EM4596 (een AC1200-model) valt in die klasse.

Een AC750-model zouden we niet meteen aanraden, met name omdat je voor hetzelfde geld meerdere betere AC1200-modellen kan kopen. Een nadeel van AC750 is dat er op 5 GHz gebruikgemaakt wordt van één enkele antenne-aansluiting. Dat is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het signaal. Maak je daarnaast verbinding met een 802.11n 5GHz-apparaat met een dergelijke repeater, dan valt de bandbreedte terug tot maximaal 150 Mbit/s. Dat is anno 2016 wat ons betreft niet meer de bedoeling.

©PXimport

Conclusie

Als je ervoor kiest om de problemen met de dekking van je draadloze netwerk op te lossen met behulp van een repeater, dan is het goed om je vooraf te realiseren wat je exact in huis haalt. Dat voorkomt teleurstellingen en dan ga je ook niet meteen voor de goedkoopste optie. Een duurder dualband-model is in de meeste gevallen te verkiezen boven een singleband-repeater. Als het even kan, kun je je het best hoofdzakelijk richten op 5 GHz bij het versterken van je draadloze netwerk. Dit zal echter zeker niet in alle gevallen mogelijk zijn. Hou er op 2,4 GHz in ieder geval rekening mee dat je vrijwel nooit enorme bandbreedtes overhoudt.

Welke repeater je ook neemt, alles staat of valt bij een goede plaatsing. Neem daar dus de tijd voor en onderzoek het goed. Dat scheelt de nodige frustraties in de toekomst. Op basis van onze test krijgt de ASUS RP-AC56 het Best getest-keurmerk, omdat hij net iets meer te bieden heeft dan de NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450, die het qua prestaties net zo goed doen. De Linksys RE4100W is de Redactietip. Het is de enige volwaardige (lees: simultane) dualband-repeater voor een bescheiden prijs, al is het een 802.11n-model.

▼ Volgende artikel
11 ergernissen in Windows 11 en hoe je ze uit de weg ruimt
© MehmetDinler
Huis

11 ergernissen in Windows 11 en hoe je ze uit de weg ruimt

Wanneer je naar Windows 11 overstapt, zijn er ongetwijfeld zaken waaraan je moet wennen. Maar soms kunnen die dingen ronduit irritant zijn. Daarom bekijken we de grootste ergernissen van Windows 11 én de manieren om ze te verhelpen.

In dit artikel laten we zien hoe je de grootste ergernissen in Windows 11 aanpakt en het systeem naar je hand zet:

  • Schakel onnodige opstart-apps en achtergrondprocessen uit
  • Zet hinderlijke widgets, badges en meldingen uit
  • Beperk of verwijder OneDrive-synchronisatie en koppeling
  • Verwijder de Microsoft Edge-browser en andere bloatware
  • Zet de Game Bar en Game Mode uit als je geen gamer bent
  • Herstel het klassieke startmenu met Open-Shell
  • Beperk reclame en tracking via de privacy-instellingen
  • Maak Windows stiller en overzichtelijker met Niet storen
  • Ruim je systeem op door handmatig ongewenste vooraf geïnstalleerde apps te verwijderen

Lees ook: Geen fan van Windows Verkenner? Dit zijn je alternatieven

Wat voor de een ergernis is, kan voor de ander simpelweg een verrassende functie zijn. Alles draait om persoonlijke perceptie. We zijn in de fora van Windows 11-gebruikers gedoken om de pijnpunten te vinden. De belangrijkste klachten zijn: de dagelijkse prestatieproblemen die worden veroorzaakt door te veel achtergrondprocessen, Microsoft stuurt je voortdurend richting haar betaalde diensten en overdreven bemoeizucht bij meldingen, badges en reclame. In plaats van te klagen, zorgen wij voor een oplossing. 

Opstartvertraging

Onnodige opstartapps zijn altijd al een bron van ergernis geweest in Windows. Ze belasten de pc doordat ze waardevolle cpu-bronnen aanspreken en zorgen voor een opstartvertraging. Windows 11 bevat zelfs meer bloatware dan Windows 10. Bloatware is een term voor toepassingen die je niet nodig hebt en die het systeem afremmen. Deze toepassingen worden vaak voor de aankoop op nieuwe apparaten geïnstalleerd of ze sluipen op je pc via downloads waarin ze gebundeld zitten. Hoe meer programma’s je hebt, hoe meer achtergrondprocessen die het opstarten kunnen vertragen.

Je kunt ze te slim af zijn door ze te beëindigen in Taakbeheer. Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk en kies voor Taakbeheer. Klik met de rechtermuisknop op alle processen die zijn gekoppeld aan ongebruikte applicaties en gebruik de opdracht Beëindigen. Daarna schakel je de onnodige opstartapps definitief uit. Druk op Windows-toets+I om de Instellingen te openen. Ga naar Apps / Opstarten en zet de apps uit waarvan je niet wilt dat ze samen met het systeem automatisch opstarten.

Wees terughoudend wat betreft toepassingen die automatisch opstarten.

Nieuwsfeeds uitschakelen

Widgets zijn een soort mini-apps. Ze tonen bijvoorbeeld de weersverwachting, een overzicht van je agenda-afspraken of de voetbalresultaten. Standaard toont Microsoft ook zijn nieuwsfeed van het MSN-netwerk, wat doorgaans geen toegevoegde waarde heeft. Oorspronkelijk waren widgets bedoeld om nieuwsfeeds en sociale media in het besturingssysteem te integreren.

Sommige gebruikers houden ervan, anderen haten de widgets hartgrondig, omdat er toch al van alle kanten steeds meer nieuws en sociale info op ons afkomen. Wie zit te wachten op de volgende vondst die meer van hetzelfde levert? Als je tot deze laatste groep behoort, dan kun je de functie uitschakelen. Ga naar Instellingen / Persoonlijke instellingen / Taakbalk / Taakbalkitems en schakel daar Widgets uit.

Gebruik je de widgets zelden of nooit, zet ze dan uit.

OneDrive beperken

Microsoft heeft er een handje van om je met zachte hand naar haar online opslagdienst OneDrive te dirigeren. Bij de eerste set-up krijg je de vraag om OneDrive te gebruiken en daarna maakt OneDrive automatisch en zonder waarschuwing verschillende back-upmappen op OneDrive aan. Dat lijkt op een assertieve dienstverlening, maar de waarheid is dat je als gebruiker op die manier sneller tegen de limiet van 5 gigabyte gratis OneDrive-opslagruimte aanbotst. Het is een marketingtactiek van Microsoft waardoor je gedwongen wordt om te upgraden. Hierdoor ga je sneller overwegen om een betaald abonnement te nemen. Met een Personal Microsoft 365-account krijg je 1 TB aan opslag en 6 TB met een Microsoft Family-abonnement.

Je kunt je overigens afvragen in hoeverre hier een loopje wordt genomen met je privacy. Online back-ups zijn handig, maar ben je ermee gediend dat je gegevens op de servers van Microsoft worden opgeslagen? Misschien wil je liever gebruikmaken van een andere online back-updienst? Nu wordt de indruk gewekt dat de concurrentie tweede keuze is. Ben je het niet eens met deze overijverige OneDrive-synchronisatie, dan klik je met rechts op het pictogram van OneDrive in het systeemvak. Vervolgens selecteer je het tandwieltje rechtsboven om de Instellingen van OneDrive te openen om naar het tabblad Synchroniseren en back-up maken te gaan. Dan klik je op Back-up beheren. Daar kun je aangeven om documenten, afbeeldingen of je bureaublad niet online te bewaren.

Bepaal zelf de mappen waarvan OneDrive een back-up moet maken.

OneDrive ontkoppelen

Wanneer je OneDrive niet vaak gebruikt, kun je deze dienst op je Windows-apparaat ontkoppelen en zelfs verwijderen. Door de koppeling met je Microsoft-account zijn de persoonlijke bestanden in OneDrive beschikbaar op elk apparaat waarop je bent ingelogd met hetzelfde Microsoft-account. Je bent dus niet meer aan een vaste werkplek gebonden. Door te ontkoppelen weet je zeker dat de lokale map niet meer kan synchroniseren met de online opslag.

Klik met rechts in het systeemvak op het pictogram van OneDrive (het wolkje). Kun je dit pictogram niet zien? Klik dan eerst op het PijltjeOmhoog van het systeemvak. Daarna open je het instellingenvenster van OneDrive en ga je naar het tabblad Account. Onder je account selecteer je Deze pc ontkoppelen / Account ontkoppelen. De gegevens die al in OneDrive staan, blijven hierdoor onaangeroerd en de speciale OneDrive-map op de computer verandert in een normale map. Je kunt er bestanden in plaatsen, verwijderen en verplaatsen, maar ze worden niet langer automatisch gesynchroniseerd in de cloud.

Ook al ontkoppel of verwijder je OneDrive, de virtuele map blijft staan in het navigatievenster van Windows Verkenner.

Weg met OneDrive en Edge

Ben je OneDrive echt helemaal beu? Weet dan dat je OneDrive zelfs kunt verwijderen. Het zal je Windows-pc niet beschadigen. Ga naar Instellingen / Apps en open het lijstje met Geïnstalleerde apps. Daar vind je Microsoft OneDrive. Klik op de drie puntjes achter de naam van deze app en selecteer Verwijderen net zoals je dat met elk ander programma zou doen. Het duurt een paar seconden voor de app is verwijderd. Ondertussen heeft Microsoft er ook voor gezorgd dat je op dezelfde manier de browser Edge kunt verwijderen. In het begin van Windows 11 was deze functie nog lichtgrijs gemarkeerd.

Dankzij de nieuwe antimonopoliewet kun je sinds maart 2024 ook de browser van Microsoft verwijderen.

Game Bar voor niet-gamers

De instellingen van Windows 11 bevatten een speciaal onderdeel bedoeld voor gaming. Wanneer je de toetscombinatie Windows-toets+G gebruikt, open je de Windows Game Bar. Daarmee kun je schermafdrukken en clips vastleggen van games die door Microsoft zijn geverifieerd. Eigenlijk is deze functie bedoeld voor het vastleggen van Xbox-games, maar je kunt hem ook gebruiken voor schermopnames van gewone programma’s.

Geen kwaad woord over de Windows Game Bar. Maar als je geen of zelden games speelt, heeft het geen zin om de Game Bar en Game Mode op de computer in te schakelen. Bovendien kan deze applicatie veel cpu en geheugen gebruiken. Om de Game Bar uit te schakelen, ga je weer naar het instellingenvenster van Windows. Daar kies je Gaming / Game Bar. Vervolgens schakel je bovenaan de optie uit bij Je controller mag Game Bar openen. Daarna ga je terug naar het venster Gaming en je kiest het tabblad Gamemodus om ook hier de optie Gamemodus uit te zetten.

Ben je geen gamer, schakel dan de Game Bar uit.

Badges in de kiem smoren

Windows 11 toont voortdurend meldingen op de taakbalk die je waarschuwen voor onder meer updates en nieuwe e-mail. Deze zogenaamde badges staan standaard ingeschakeld. Ze blijven eindeloos opduiken. Bankwebsites sturen je constant badges, maar ook browserextensies doen dat. Het wordt snel te veel van het goede. Nogal wat gebruikers ergeren zich hieraan, wat heel begrijpelijk is.

Je kunt de badges uitschakelen door met rechts op de taakbalk te klikken en dan te kiezen voor Taakbalkinstellingen. Scrol aan de rechterkant naar beneden en klik op Taakbalk. Vervolgens scrol je nog wat verder naar beneden tot je bij Gedrag van taakbalk bent. Hier kun je de optie uitschakelen bij Badges weergeven in taakbalk-apps. Dit is trouwens ook de plaats waar je de uitlijning van de taakbalk wijzigt. Standaard staan de pictogrammen gecentreerd op de taakbalk. Hier kun je aangeven dat die links moeten worden uitgelijnd. Hierdoor wordt het Startmenu aan de linkerkant weergegeven zoals vroeger.

In de taakbalk kun je de badges verbergen.

Terug naar bekend startmenu

Mis je het startmenu van Windows 10? Er is een interessante tweak waarbij je het Windows 11-startmenu vervangt door het type uit Windows 10. Download Open-Shell van de GitHub-website. De laatste versie op het moment van schrijven is OpenshellSetup 4.4.195. Je hebt de keuze tussen een zelfuitvoerbaar exe-bestand of een gecomprimeerd 7Z-bestand. Wij gaan voor het exe-bestand.

In de set-upwizard schakel je de opties Classic Explorer en Classic IE uit. De optie Create a start menu folder moet aangevinkt blijven. Zodra het installatieproces voltooid is, open je via Windows Zoeken de Open-Shell Menu Settings. Daarna kun je kiezen tussen de Classic Style, Classic with two columns of Windows 7 style.

Misschien wil je ook de knop naar het startmenu aanpassen zodat deze op die van Windows 10 lijkt. Hiervoor vink je de optie Replace start button aan. Vervolgens kies je een van de drie voorstellen uit, of je klikt op Pick Image. Zoek op het web naar een afbeelding van het Windows 10-startmenu en selecteer die. Wil je op je schreden terugkeren en Open-Shell verwijderen? Dat doe je via Instellingen / Apps / Geïnstalleerde apps. Selecteer Open-Shell en gebruik de optie Verwijderen.

Geef het startmenu zijn oude look terug.

Advertenties uitschakelen

Windows 11 genereert een unieke identifier, een zogenaamde reclame-ID, om je activiteiten te volgen. Hiervoor gebruikt Microsoft je zoekopdrachten, eerdere aankopen van Microsoft-producten en online activiteiten die gekoppeld zijn aan je Microsoft-account. Adverteerders kunnen die gebruiken om jou gerichte advertenties te sturen wanneer je apps gebruikt. Ben je gevoelig voor je privacy, dan zet je hier ook het mes in.

Open Instellingen en ga naar Privacy en beveiliging. Klik rechts op het onderdeel Algemeen. Zet de schakelaar uit bij Laat apps me persoonlijke advertenties zien door mijn reclame-id te gebruiken. Doe hetzelfde bij Websites hebben toegang tot mijn lijst met talen zodat er inhoud kan worden weergegeven die relevant is voor mijn locatie. Optioneel schakel je ook de optie daaronder uit: Start en zoekresultaten door Windows laten verbeteren door app-lanceringen bij te houden. Tot slot zet je ook de vierde optie uit: Suggesties voor inhoud in de app Instellingen weergeven.

Draag zorg voor je privacy en schakel reclamemeldingen uit.

Meldingen uitschakelen

In het Berichtencentrum komen ook systeemwaarschuwingen, ongelezen berichten, nieuwe artikelen van je favoriete websites en meer meldingen binnen. Deze kunnen nuttig zijn om je op de hoogte te houden van wat er gebeurt, maar het is best mogelijk dat de hoeveelheid meldingen en geluiden overweldigend is en op je zenuwen gaat werken. Daarom kun je meldingen uitschakelen om afleiding te minimaliseren. Open de Instellingen en klik op Systeem. Aan de rechterkant klik je op de pagina Meldingen. Hier kun je de schakelaar Meldingen uitschakelen omzetten. Wil je nog verder gaan, dan zet je de schakelaar Niet storen aan.

Zo, dat scheelt een hoop afleiding.

Snoeien in bloatware

Een nieuwe pc komt met een hoop bloatware en bij Windows 11 is dat niet anders. Het gaat om software waar je niet om hebt gevraagd. Bloatware neemt niet alleen geheugenruimte in beslag, hij verslechtert ook de prestaties van het systeem. Meestal gaat het om spelletjes, testversies van beveiligingssuites en virusscanners, cloudservices en zelfs fotoboeken.

Er zijn freewaretools die scannen naar bloatware, ook wel crapware genoemd, om die automatisch te verwijderen. Maar als je er niet goed in thuis bent, kun je hiermee meer kwaad dan goed doen. Sommige applicaties zijn immers noodzakelijk voor de goede werking van het systeem. De website Should I Remove It is gespecialiseerd in het vinden en verwijderen van bloatware. Hier vind je uitgebreide overzichten van bloatware bij alle belangrijke computermerken. Neem bijvoorbeeld Toshiba, die heeft meer dan dertig applicaties die als testversie worden geïnstalleerd. Snoei de bloatware dus handmatig. Dat doe je via Instellingen / Apps / Geïnstalleerde apps. Daar zie je alle programma’s die op de machine zijn geïnstalleerd. Blader door de lijst en controleer welke programma’s je kunt verwijderen.

Volgens de website Should I Remove It bevat een Toshiba de meeste bloatware.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Welke vaatwasprogramma’s en functies heeft je vaatwasser, en wanneer gebruik je ze?
Huis

Welke vaatwasprogramma’s en functies heeft je vaatwasser, en wanneer gebruik je ze?

Na een uitgebreid diner of gewoon een simpele doordeweekse maaltijd is het heerlijk dat je de afwas niet met de hand hoeft te doen. De vaatwasser regelt het wel. Maar met al die programma's en knopjes is het niet altijd duidelijk wat je nou precies wanneer moet gebruiken. Daarom zetten we de belangrijkste vaatwasprogramma's én functies voor je op een rij.

Dit artikel in het kort:

  • Dit zijn de vaatwasprogramma's die je het meest tegenkomt
  • De extra opties en programma's op je vaatwasser uitgelegd

Ook interessant om te lezen: Bespaar 30 procent energie met deze tips voor je vaatwasser!

De meest gebruikte vaatwasprogramma's

Vrijwel elke vaatwasser beschikt over een basisset van vijf tot zes programma's. Daarnaast zijn er vaak nog aanvullende functies die je met een druk op de knop kunt inschakelen. We beginnen bij de standaardprogramma’s die je op vrijwel elk apparaat zult vinden:

Standaardprogramma (55-65°C)

Ideaal voor licht vervuilde vaat zoals ontbijtborden, kopjes en bestek. Laat je er pannen met aangekoekte etensresten in meedraaien? Dan is dit programma meestal niet krachtig genoeg. Vaak is dit het hoofdprogramma, tenzij de machine een automatisch programma heeft.

Autoprogramma (50-70°C)

De slimme keuze voor normaal bevuilde vaat. De machine scant hoe vuil alles is en past daar automatisch de temperatuur, duur en waterhoeveelheid op aan. Hoe viezer de vaat, hoe intensiever het programma.

Ecoprogramma (rond 50°C)

Wil je energie en water besparen? Dan is het ecoprogramma de beste optie voor je dagelijkse afwas. Het resultaat is vergelijkbaar met het autoprogramma, al duurt het gemiddeld wel vier uur. Langzamer, maar zuiniger.

©Suzi Media

Het Ecoprogramma is het meest zuinige programma voor gewoon vieze vaat. Je bespaart er gemiddeld tot 30 procent stroom en 25 procent water mee (vergeleken met het standaardprogramma). Om wasbeurten te besparen, zet je de vaatwasmachine pas aan als-ie helemaal vol zit. Door consequent de vaatwasser pas te laten draaien als-ie vol zit, bespaar je gemiddeld 15 procent op je energieverbruik.

Kort programma (40-45°C)

Heb je vooral borden en glazen gebruikt die nauwelijks vuil zijn? Dan is dit programma handig. Het is snel klaar, maar droogt vaak minder goed en verbruikt relatief veel energie. Sommige vaatwassers hebben in plaats hiervan een 'kort'-knop met hetzelfde effect.

Intensief programma (70-75°C)

Voor vieze pannen, ovenschalen en andere sterk vervuilde vaat is dit de krachtigste optie. Het schoonmaakresultaat is uitstekend, maar het programma verbruikt ook meer stroom en water.

Glas- of delicaat programma

Glaswerk en gevoelige items vragen om een zachte aanpak. Dit programma gebruikt minder agressieve temperaturen en past de waterhardheid aan om glascorrosie te voorkomen. Het droogt ook wat langer voor een glanzend resultaat.

©Paolo

De meeste vaatwassers geven via een display of projectie aan hoelang het programma nog draait.

Extra functies en speciale programma's

Naast de standaardprogramma's hebben veel vaatwassers ook aanvullende functies die je naar behoefte kunt inschakelen:

Voorspoelen

Geen zin om eerst met de hand af te spoelen? Met deze functie wordt grof vuil verwijderd voordat je het hoofdprogramma start.

Multitablet-functie

Gebruik je all-in-one tabletten? Dan zorgt deze functie ervoor dat het programma daar optimaal op is afgestemd. Vaak wordt de programmaduur iets verlengd en krijg je een melding als het glansspoelmiddel bijna op is.

©Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio

Uitgestelde start

Handig als je de machine pas ’s nachts wilt laten draaien of op een goedkoper stroommoment. Je kunt vaak instellen hoeveel uur later het programma moet starten.

Hygiëne- of antibacterieel programma

Bij dit programma draait de vaatwasser extra heet – vaak rond de 80°C – om bacteriën te doden. Sommige machines voegen ook een extra spoelbeurt toe voor optimale hygiëne.

Babyprogramma

Speciaal voor jonge gezinnen: dit programma reinigt flesjes, speentjes en babyservies extra grondig op hoge temperatuur.

Halve belading

Geen volle vaatwasser, maar toch dringend wat servies nodig? Kies dan voor halve belading. De machine maakt dan alleen een deel van de vaat schoon (bijvoorbeeld boven- of onderin), en is sneller klaar én zuiniger in verbruik.

Intensieve zone

Sommige vaatwassers hebben een speciale zone – vaak onderin – waar extra krachtige sproeiers actief zijn. Ideaal voor aangekoekte pannen of servies met hardnekkig vuil.

Nieuwe vaatwasser nodig?

Hier vind je de nieuwste modellen voor de beste prijzen!