ID.nl logo
De 17 beste wifi-repeaters van dit moment
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

De 17 beste wifi-repeaters van dit moment

Je kunt bijna nooit genoeg wifi-dekking hebben en vaak geldt dat de dekking niet overal in huis goed genoeg is. Een wifi-repeater is op het eerste gezicht een elegante manier om het draadloze netwerk alle uithoeken van je huis te laten bereiken. Wij zijn hier eens wat dieper ingedoken en hebben er zeventien getest.

Er zullen vast mensen zijn die hele dagen met een grote glimlach rondlopen vanwege de kwaliteit van het draadloze netwerk bij hen thuis. Dat is waarschijnlijk wel een grote minderheid. Het merendeel van de bevolking zal af en toe behoorlijk foeteren op het bereik en/of de doorvoersnelheid van de wifi. Draadloze routers worden weliswaar steeds krachtiger op het gebied van wifi, dat geldt dan echter met name voor de 5GHz-band. De bandbreedte daarvan mag dan fors vergroot zijn sinds de komst van 802.11ac, het bereik blijft relatief gezien povertjes. Voor bereik moet je nog steeds bij 2,4 GHz zijn, maar ook die frequentie schiet vaak tekort. Als je op een lastig te bereiken plaats al bereik hebt, dan kun je er vaak niets mee omdat het signaal veel te zwak is. Lees ook: 10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk.

Om bovenstaand probleem het hoofd te bieden, kun je drie routes bewandelen: kabels trekken, een netwerkje van powerline-adapters (met wifi) aanleggen of een repeater kopen. In dit artikel gaan we ons bezighouden met die laatste optie.

Een repeater is een op het eerste gezicht elegante oplossing als je problemen hebt met het bereik van je draadloze netwerk. Hij doet namelijk alles draadloos: het signaal komt draadloos bij de repeater aan en wordt draadloos doorgezet naar de aangesloten apparaten. Aangezien verreweg de meeste repeaters op de markt rechtstreeks in het stopcontact gestopt kunnen worden, kunnen ze ook betrekkelijk onopvallend hun werk doen. Voor dit artikel hebben we maar liefst zeventien repeaters getest. De verschillen onderling zijn niet van dien aard dat we ze allemaal los bespreken, we richten ons op enkele algemene trends die zichtbaar zijn. We kijken hierbij naar prestaties, maar uiteraard ook naar de mogelijkheden.

Halvering van de bandbreedte

Als er iets typerend is voor repeaters vergeleken met andere netwerkapparatuur, dan is het wel dat er geen gebruikgemaakt wordt van kabels. Alles gaat dus draadloos.

Repeaters in het consumentensegment maken gebruik van één enkele radio per frequentie. Dat wil zeggen dat op zowel 2,4 GHz als 5 GHz (bij dual-bandmodellen) zowel de ontvangst als het verzenden geschiedt door één enkele chip (waarbij de twee frequentiebanden wel elk hun eigen radiochip hebben overigens). Een logisch gevolg is dat de beschikbare bandbreedte die overblijft voor het versterkt doorgestuurde signaal een stuk lager is dan die van het binnenkomende signaal. In de praktijk zwakt het doorgestuurde signaal uiteraard ook nog wat af voor het bij een client is, waardoor er nog wat minder bandbreedte daadwerkelijk aankomt bij de client. In het algemeen moet je er rekening mee houden dat je soms niet veel meer dan dertig procent van de originele bandbreedte overhoudt, waarmee we het signaal bedoelen zoals het bij de repeater arriveert. Dat betekent dus ook dat het bronsignaal (het draadloze signaal van de router) ook van een goede kwaliteit moet zijn. Met een goede repeater kun je een zwakke router niet helpen.

Om het signaal voor de meeste toepassingen een beetje bruikbaar te houden, moet er via de 2,4GHz-band een signaal bij de repeater arriveren dat ruim meer dan 50 Mbit/s aan bandbreedte biedt. Dat kan een behoorlijke uitdaging zijn, maar is wel erg belangrijk, want van die bandbreedte blijft op basis van onze tests in de meeste gevallen maximaal 20-25 Mbit/s over. Zak je (ver) onder deze bandbreedte, dan heb je wellicht nog altijd een zeer krachtig signaal over, maar heb je er vrijwel niets aan. Zeker niet als je er met meerdere apparaten verbinding mee wilt maken.

Plaatsing

Voor een repeater is de juiste plaatsing van cruciaal belang. Stop je hem te dicht bij het bronsignaal in een stopcontact, dan heb je weliswaar een uitstekend inkomend signaal maar is de kans groot dat je alsnog niet overal afdoende bereik hebt. Kies je een stopcontact dat te ver weg is van de bron, dan is het signaal dat bij de repeater binnenkomt niet meer goed genoeg. Je hebt dan weliswaar een uitstekend bereik in de uithoeken van je huis, maar een zeer beperkte bandbreedte. Uiteraard ben je bij het plaatsen afhankelijk van de beschikbaarheid van stopcontacten. Hij kan nog zo goed tot zijn recht komen op een bepaalde plaats, als er geen stopcontact in de buurt is, moet je toch verder gaan kijken. Om er zeker van te zijn dat je de repeater op de juiste locatie in huis plaatst, kun je een app zoals WiFi Analyzer (alleen Android) gebruiken of aan de slag gaan met de inSSIDer-software van Metageek. Uiteraard helpt ook de op de repeater aanwezige verlichting hierbij. In het algemeen geldt dat je de repeater daar moet plaatsen waar je nog een goede tot zeer goede signaalsterkte meet. Er mag bij de led-indicatoren op de repeaters best een streepje van de maximale sterkte af zijn, maar meer zouden we niet aanraden. Baseer je de plaatsing op gegevens uit software van derden, dan raden we aan om ervoor te zorgen dat je signaal maximaal zo tussen de -50 en -60 dBm zit. In de praktijk zal je bij het plaatsen van een dualband-repeater vrijwel altijd iets moeten schipperen en meerdere locaties proberen. Wat optimaal is voor 2,4 GHz, kan voor 5 GHz al te ver weg zijn. Andersom geldt uiteraard hetzelfde.

©PXimport

Simultaan dualband

Heb je een dualband-router, dan heb je tegenwoordig de keuze uit legio dualband-repeaters, inmiddels ook al grotendeels met 802.11ac-ondersteuning. Varianten die we zijn tegengekomen tijdens onze tests zijn AC750, AC1200, AC1750 en AC1900. AC750 maakt gebruik van één enkele datastroom op 802.11ac (5 GHz), AC1200 van twee en AC1750 en AC1900 van drie. De laatste variant kom je eigenlijk alleen maar tegen in desktopmodellen ter grootte van een router. Die hebben we voor dit artikel niet getest. AC1750 wordt wel in stopcontactmodellen gestopt, maar zorgt ervoor dat dit behoorlijk forse apparaten zijn. De term ‘onopvallend’ is hierop in ieder geval niet van toepassing. Er is verder nog een onderscheid tussen apparaten die gelijktijdig (in het Engels: concurrent of simultaneous) dualband zijn en apparaten waarbij je de verbinding met de router via 2,4 óf via 5 GHz kunt leggen (beide verbindingen tegelijkertijd is dan niet mogelijk). De D-Link DAP-1620 en Eminent EM4596 behoren tot deze laatste categorie, alle andere dualband-modellen kunnen tegelijkertijd via 2,4 en 5GHz verbinding met de router maken.

©CIDimport

Cross-Band, Express Way en FastLane

Ook voor het 5GHz-signaal geldt dat dit voldoende bandbreedte moet hebben bij aankomst bij de repeater. Wil je ook echt beide frequenties gaan gebruiken, dan kan de plaatsing van de repeater voor de nodige hoofdpijn zorgen (zie kader ‘Plaatsing’). Om dualband-repeaters een in theorie wat zinvollere invulling te geven, hebben verschillende fabrikanten een list bedacht. Althans, ze hebben een technologie hun eigen naam gegeven. Linksys heeft het over Cross-Band, ASUS over Express Way en NETGEAR over FastLane. Hiermee wordt bedoeld dat je zelf kan instellen welke frequentie de repeater gebruikt voor de link tussen router en repeater en welke hij gebruikt voor de verbinding met clients. Dit heeft ook als gevolg dat de halvering van de bandbreedte niet meer vanzelfsprekend is, omdat je nu niet dezelfde frequentie gebruikt voor beide signalen.

©CIDimport

Let wel, je hebt nu aan beide ‘kanten’ van de repeater maar één enkele frequentie tot je beschikking. Heb je nog veel apparatuur die alleen via 2,4 GHz verbinding kan maken, dan is dit iets om rekening mee te houden. Standaard staat het overigens bij ASUS en NETGEAR uitgeschakeld. Bij Linksys staat het standaard aan, maar daar bepaalt de repeater zelf welke frequenties er gebruikt worden en zou je dus ook met alleen 2,4GHz-apparaten altijd verbinding moeten kunnen maken. In de praktijk is het echter nog maar de vraag wat je aan deze technologieën hebt. Je loopt hier namelijk ook weer tegen het probleem aan dat de optimale plaatsing voor de ene frequentie, niet per se leidt tot de beste prestaties voor de andere. Voor 5 GHz moet je relatief dichtbij de router zijn, maar dan is het mogelijk dat je nog altijd niet overal bereik hebt. Sluit je de repeater middels 2,4 GHz aan op de router, dan kan het zijn dat het 5GHz-signaal dat de repeater uitzendt nog altijd niet in alle uithoeken van je huis komt.

Installeren

Alle repeaters in deze test kunnen met een router verbonden worden via WPS. Wij zijn daar nooit zo’n voorstander van, omdat de repeater dan een zwarte doos blijft en je er zelf geen invloed op hebt wat er allemaal gebeurt. Gelukkig zijn alle apparaten ook via een webinterface te installeren. Dan heb je veel beter een vinger aan de pols met betrekking tot wat er wel en niet gebeurt. Je kunt er dan bijvoorbeeld meteen voor kiezen om het signaal van de repeater wel of niet dezelfde netwerknaam (SSID) te geven als het bronsignaal. Niet iedere repeater denkt hier standaard namelijk hetzelfde over, al zie je wel duidelijk dat nieuwere modellen onderscheid maken tussen het bronsignaal en het signaal van de repeater. Dat heeft overigens ook onze voorkeur, al was het maar omdat je dan zeker weet dat je nooit te lang blijft hangen op het zwakke bronsignaal. Je kunt dan immers handmatig naar het signaal van de repeater overschakelen. Tijdens het installeren van een repeater moet je er tot slot niet van staan te kijken als iets af en toe gewoon niet blijkt te werken. We hebben bij meerdere modellen meerdere keren de installatieprocedure moeten doorlopen om een en ander werkend te krijgen en soms duurt het ook even voor de verbinding tussen repeater en router daadwerkelijk functioneert. Opvallend is in dit opzicht overigens wel dat de ‘grote’ namen (ASUS, AVM, Linksys, NETGEAR, TP-Link) duidelijk minder problemen geven dan de andere merken.

©PXimport

Extra’s

Een repeater is in essentie geen bijster spannend apparaat. Om hem toch wat op te laten vallen, hebben vrijwel alle fabrikanten hun best gedaan om er net dat beetje extra in te stoppen. Dat begint met de verlichting, die dus ook aangeeft wat de kwaliteit van het signaal is. Op de ASUS RP-N14 is dit het vernuftigst gedaan. Daar geeft de blauwe ledstrip aan of de repeater op een bruikbare locatie staat, een beetje zoals dat met een statusbalkje gaat in Windows. De ZyXEL WRE2206 doet ook iets bijzonders met verlichting. Die verlichting geeft niet alleen informatie over de kwaliteit van de verbinding, maar ook over het aantal aangesloten clients. Bij zowel ASUS als ZyXEL, waar de verlichting het meest prominent aanwezig is, kan dit naar wens ook uitgeschakeld worden. Verder is dat ook bij AVM en bij TP-Link mogelijk. Bij de andere deelnemers hebben we deze mogelijkheid niet kunnen vinden.

Een tweede extra is zichtbaar bij de modellen van ASUS en Linksys, namelijk een 3,5mm-aansluiting waarop je actieve speakers aan kunt sluiten. Je kunt dan bijvoorbeeld vanuit Windows Media Player rechtstreeks op die speakers afspelen, maar ook andere apps en software met DLNA-ondersteuning kan gebruikt worden. ASUS voegt hier nog ondersteuning voor internetradio aan toe. Een trend die een beetje over lijkt te waaien uit de wereld van de powerline-adapters, is het integreren van een stopcontact in repeaters. In ons testveld beschikken de Linksys RE6700 en de Sitecom WLX-2007 hierover. Op zich handig, omdat je nu geen stopcontact verliest. Echt cruciaal is het wat ons betreft niet en het maakt die apparaten ook weer wat groter. De WLX-2007 – een singleband-repeater – krijgt hierdoor een veel forsere omvang dan andere producten in zijn klasse.

©PXimport

Testmethode

We hebben alle repeaters in deze test in een thuisomgeving getest. Als router hebben we voor de Linksys EA7500 gekozen, een goed presterende en niet overdreven dure router. Deze router staat op de begane grond in de hoek van de woonkamer. De dekking op de eerste verdieping is vrijwel overal goed, aangezien we hier te maken hebben met een huis uit 1928, met houten vloeren. Op 2,4 GHz halen we met een Samsung Galaxy S7 edge scores die tot boven de 60 Mbit/s oplopen, op 5 GHz komen we makkelijk op 120 Mbit/s uit. De metingen zijn gedaan met Speedtest.net. Op de tweede verdieping blijft er echter niet meer dan zo’n 3 Mbit/s over van het signaal. Dit heeft te maken met de vloer tussen de eerste en de tweede verdieping, waar glaswol tussen zit met een aluminium toplaag. Op de plek op de eerste verdieping waar we de te testen repeaters één voor één in het stopcontact steken, halen we 56 Mbit/s op 2,4 GHz en 120 Mbit/s op 5 GHz. Voor de volledigheid hebben we ook op alle plaatsen waar we getest hebben, de signaalsterkte gemeten met behulp van WiFi Analyzer. In de tabel ‘Waarden zonder repeater’ kun je de verschillende scores bekijken. De aanduiding ‘locatie repeater’ is op de eerste verdieping waar het netwerk nog dekking heeft, terwijl de tweede verdieping de locatie is waar we de prestaties van de repeaters hebben gemeten.

Welke moet ik nu hebben?

Allerlei extra’s zijn uiteraard mooi meegenomen, maar de grote vraag is natuurlijk welke repeaters er op de shortlist van kooptips terecht moeten komen. Naast de hierboven besproken eigenschappen, zijn de prestaties uiteraard van cruciaal belang. Gebaseerd op de resultaten bij onze tests zouden we singleband-repeaters links laten liggen. Op zich zijn de prestaties op 2,4 GHz in het algemeen zeker niet enorm beroerd, maar 15-25 Mbit/s is wel op het randje wat ons betreft. Voor wat surfen voor het slapen gaan geen probleem, met drie personen ieder een Netflix-stream kijken is te veel gevraagd. Het valt overigens op dat meerdere singleband-modellen het op deze frequentie beduidend beter doen dan de duurdere dualband-repeaters op dezelfde frequentie. Neem je toch genoegen met deze bandbreedte, dan is de extreem kleine en goed presterende ZyXEL WRE2206 absoluut een optie. De ASUS RP-N14 is ook lekker klein en iets veelzijdiger, maar presteert duidelijk minder in onze tests. De Sitecom WLX-2007 doet het dan een stuk beter, al hadden we daar wel de nodige problemen tijdens de installatie. De TP-Link TL-WA855RE is ten slotte ook nog een optie.

©PXimport

Al met al kun je wat ons betreft beter een dualband-repeater kopen. Op 5 GHz komen er bij onze tests her en der uitstekende resultaten uitrollen, met snelheden tot bijna 90 Mbit/s. Uiteraard is dit afhankelijk van je specifieke situatie, maar je hebt er zelf ook zeker de nodige invloed op tijdens het plaatsen. Je kunt er uiteraard ook voor kiezen om de verbinding met de router op de ene frequentie en die met de clients via de andere frequentie te laten lopen. In onze testopstelling had dit weinig tot geen effect, maar dat kan in een andere situatie natuurlijk weer anders zijn. Wij waren in ieder geval het meest te spreken over de ASUS RP-AC56, AVM Fritz!WLAN Repeater 1750E, NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450. De Linksys RE4100W (een dualband-N600-model) is een interessante dualband-repeater als je wat minder wilt uitgeven. Ook de Eminent EM4596 (een AC1200-model) valt in die klasse.

Een AC750-model zouden we niet meteen aanraden, met name omdat je voor hetzelfde geld meerdere betere AC1200-modellen kan kopen. Een nadeel van AC750 is dat er op 5 GHz gebruikgemaakt wordt van één enkele antenne-aansluiting. Dat is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het signaal. Maak je daarnaast verbinding met een 802.11n 5GHz-apparaat met een dergelijke repeater, dan valt de bandbreedte terug tot maximaal 150 Mbit/s. Dat is anno 2016 wat ons betreft niet meer de bedoeling.

©PXimport

Conclusie

Als je ervoor kiest om de problemen met de dekking van je draadloze netwerk op te lossen met behulp van een repeater, dan is het goed om je vooraf te realiseren wat je exact in huis haalt. Dat voorkomt teleurstellingen en dan ga je ook niet meteen voor de goedkoopste optie. Een duurder dualband-model is in de meeste gevallen te verkiezen boven een singleband-repeater. Als het even kan, kun je je het best hoofdzakelijk richten op 5 GHz bij het versterken van je draadloze netwerk. Dit zal echter zeker niet in alle gevallen mogelijk zijn. Hou er op 2,4 GHz in ieder geval rekening mee dat je vrijwel nooit enorme bandbreedtes overhoudt.

Welke repeater je ook neemt, alles staat of valt bij een goede plaatsing. Neem daar dus de tijd voor en onderzoek het goed. Dat scheelt de nodige frustraties in de toekomst. Op basis van onze test krijgt de ASUS RP-AC56 het Best getest-keurmerk, omdat hij net iets meer te bieden heeft dan de NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450, die het qua prestaties net zo goed doen. De Linksys RE4100W is de Redactietip. Het is de enige volwaardige (lees: simultane) dualband-repeater voor een bescheiden prijs, al is het een 802.11n-model.

▼ Volgende artikel
Review JBL Grip – Klein van stuk, groots in geluid
© JBL
Huis

Review JBL Grip – Klein van stuk, groots in geluid

Bluetooth-speakers zijn er in overvloed, waardoor fabrikanten zich maar moeilijk kunnen onderscheiden. Met zijn kersverse Grip doet JBL een dappere poging. Volgens het Amerikaanse merk is deze draadloze luidspreker met ingebouwde verlichting erg krachtig. Bijzonder, want de behuizing is niet veel groter dan een colablikje. Maakt JBL zijn belofte waar?

Goed
Conclusie

Als je een compacte luidspreker met IP68-certificering wilt kopen, is de JBL Grip het overwegen waard. Je haalt voor amper honderd euro een degelijke speaker in huis die in alle weersomstandigheden blijft doorspelen. Overige pluspunten zijn de respectabele accuduur en geïntegreerde verlichting. Voor audiopuristen is de aanwezigheid van één actieve driver een nadeel. Dat geeft op audiovlak namelijk beperkingen. Zoek je een bluetooth-speaker die alle muziekstijlen op een hoog volumeniveau zonder vervorming laat horen, dan is de Grip niet de beste keuze.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar
  • Licht en compact
  • Valbestendig
  • IP68-gecertificeerde behuizing
  • Behoorlijke accuduur
  • Kan luid spelen
  • Sfeerverlichting
  • Uitgebreide app
  • Geen usb-c-kabel bijgesloten
  • Geen volwaardig 360 graden-geluid
  • Slechts één actieve audiodriver

De Grip is een begrijpelijke toevoeging binnen het uitgebreide gamma van de bekende audiofabrikant. Ten opzichte van de goedkopere GO 4 en Clip 5 is dit nieuwe model weliswaar iets groter, maar je krijgt daar een voller geluid voor terug. Vergelijken we de Grip met de iets duurdere Flip 7, dan is de cilindervormige behuizing van 6,4 × 15,3 × 6,5 centimeter juist weer iets compacter. Logischerwijs zag JBL dus een kans om dit gat in zijn assortiment te vullen. De speaker heeft een adviesprijs van 99,99 euro.

©Maikel Dijkhuizen

Het scheelt weliswaar niet veel, maar de JBL Grip is net iets forser dan een blikje frisdrank.

Luistertijd en bouwkwaliteit

Wie de JBL Grip koopt, moet zelf voor een usb-c-kabel zorgen, want deze kabel zit niet in het productdoosje. Eenmaal opgeladen gaat de accu van 2600 mAh op een gemiddeld volumeniveau ongeveer veertien uur mee. Normaal gesproken hebben JBL-speakers een stevige constructie. Dat is bij de Grip ook het geval, al kunnen we de behuizing op bepaalde plekken diep indrukken. Gelukkig veren het textiel en kunststof soepel terug. Wellicht verklaart het flexibele materiaal het lichte gewicht van 385 gram. Toch gaat deze luidspreker naar verwachting niet zo gauw stuk. JBL claimt dat de Grip een val van één meter hoogte op beton moeiteloos overleeft. Bovendien voldoet dit product aan de eisen van de IP68-norm. Het speakerkastje is dus volledig dompel- en stofdicht. Zeker voor luistersessies in de buitenlucht is dat natuurlijk een pluspunt. Dankzij de geïntegreerde lus hang je de Grip makkelijk ergens aan op.

©Maikel Dijkhuizen

Zelfs in een tropisch aquarium speelt deze volledig waterdichte bluetooth-speaker vrolijk door.

Muziek luisteren

Zodra de Grip met een bluetooth-bron is verbonden, bedien je de muziekweergave eenvoudig vanaf de speaker. Boven het JBL-logo vind je twee volumeknoppen en een play/pauze-toets. Door tweemaal op laatstgenoemde knop te drukken, kun je nummers skippen. Bovenop is er nog een optie om een andere geschikte JBL-speaker draadloos te koppelen. Je profiteert dan van een grootser geluid. Hoewel veel cilindervormige luidsprekers een zogeheten 360 graden-geluid ondersteunen, is dat bij dit exemplaar helaas niet het geval. De achterkant klinkt beduidend minder dan de voorkant.

Bij eenvoudige muziekcomposities, podcasts en luisterboeken is de geluidskwaliteit goed. Het is nogal verrassend hoeveel volume dit kleine apparaatje kan produceren. Met name bij opzwepende genres als dance en hiphop komt dat goed van pas. Verder zijn mensen duidelijk te verstaan, zodat je bijvoorbeeld een radioshow of audioboek makkelijk kunt volgen. Bij bombastische muziekstukken met veel instrumenten schiet de Grip iets tekort. Denk bijvoorbeeld aan genres als rock, metal en klassiek. Logisch, want het is ondoenlijk om de benodigde audiofrequenties uit een enkele fullrange-audiodriver te persen. Zeker op een wat hoger volumeniveau klinken dergelijke nummers ietwat chaotisch. Geen schande, want dat is vrijwel bij alle bluetooth-speakers met slechts één actieve audiodriver het geval.

©Maikel Dijkhuizen

Voor een betere geluidskwaliteit draai je de luidspreker bij voorkeur even om.

Sfeerverlichting en app

Op de achterkant zit een ledstrip van zo'n 6,5 centimeter. Dat geeft met name in het donker een leuk effect. Druk meermaals op de bijbehorende lichtknop voor verschillende thema's. Via de JBL Portable-app pas je optioneel de lichtintensiteit en kleur aan. Ook om andere redenen loont het de moeite om deze app op je smartphone te installeren. Je zet hiermee onder andere diverse equalizerinstellingen naar je hand. Kies bijvoorbeeld voor Chill, Vocal of Energetic. Tot slot stelt JBL vanuit de app regelmatig software-updates beschikbaar.

©Maikel Dijkhuizen

De JBL Portable-app telt een aantal nuttige functies.

JBL Grip kopen?

Als je een compacte luidspreker met IP68-certificering wilt kopen, is de JBL Grip het overwegen waard. Je haalt voor amper honderd euro een degelijke speaker in huis die in alle weersomstandigheden blijft doorspelen. Overige pluspunten zijn de respectabele accuduur en geïntegreerde verlichting. Voor audiopuristen is de aanwezigheid van één actieve driver een nadeel. Dat geeft op audiovlak namelijk beperkingen. Zoek je een bluetooth-speaker die alle muziekstijlen op een hoog volumeniveau zonder vervorming laat horen, dan is de Grip niet de beste keuze.

▼ Volgende artikel
Test: 9 goedkope smartphones voor minder dan 300 euro
© www.peopleimages.com
Huis

Test: 9 goedkope smartphones voor minder dan 300 euro

Hoeveel smartphone krijg je voor een scherpe prijs? In deze uitgebreide test vergelijken we negen populaire smartphones die tussen de 200 en 300 euro kosten. Uit die ervaringen blijkt dat een budgetsmartphone in heel wat gevallen voldoende kan zijn, maar er ook duidelijk argumenten zijn om door te sparen voor een duurder model.

We testen voortdurend smartphones in allerlei prijsklassen, waaronder het goedkope segment tot 300 euro. Heb je interesse in een budgetsmartphone, dan kun je bij veel merken terecht. Uiteraard van bekende namen als Samsung en Motorola en de Chinese grootmachten als Xiaomi en Oppo. Nieuwere merken zoals HMD en Nothing willen ook een puntje van de taart claimen. In deze test bespreken we – in willekeurige volgorde – smartphones van Samsung, Motorola, Xiaomi, Poco, Nothing, Oppo en HMD.

Testverantwoording

We hebben negen budgetsmartphones getest. In dit geval zijn dit toestellen die bij bekende (web)winkels tussen de 200 en 300 euro kosten. We hebben bij het selecteren van de geteste smartphones gekeken naar de straatprijzen van bekende aanbieders in november 2025. We nemen dus niet de adviesprijzen van fabrikanten, want die zijn veelal hoger. De straatprijzen geven het meest realistische beeld van de smartphones die je voor een bepaald budget kunt kopen.

Bij het testen van een toestel letten we onder andere op de bouw- en schermkwaliteit, aanvullende technische functies als de mate van repareerbaarheid en in hoeverre het apparaat bestand is tegen stof en water. We noteren ook hoe een smartphone bevalt in het dagelijks gebruik, van de snelheid en de accuduur tot hoe snel het opladen verloopt en of het opladen ook draadloos kan. Natuurlijk maken we ook de nodige foto’s en video’s met een smartphone, zowel overdag als in het donker. We nemen verder de geïnstalleerde softwareschil en het beloofde updatebeleid onder de loep. Zo kun je ook vergelijken tot wanneer je een smartphone comfortabel en veilig kunt gebruiken. Tot slot besteden we aandacht aan eventuele onderscheidende functies van een smartphone. Die zijn er namelijk, ook in het budgetsegment.

©Livinsky Alex

Ook budgetsmartphones zijn tegenwoordig voorzien van een usb-c-aansluiting.

CMF Phone 2 Pro

De CMF Phone 2 Pro is een toestel van techbedrijf Nothing, en de tweede smartphone in de CMF-lijn. De telefoon heeft een industrieel ontwerp dat duidelijk opvalt ten opzichte van de concurrentie en is geschikt voor los verkrijgbare accessoires van Nothing.

Nothing brengt een magnetische kaarthouder uit die je op de achterkant kunt plakken, een setje cameralenzen om meer functies aan de camera’s toe te voegen en een nekkoord. Enkel het nekkoord werkt ook met de vorige CMF-smartphone, waar overigens na de initiële drie accessoires geen nieuwe extra’s voor zijn uitgebracht. Nothings modulaire strategie weet ons daarom nog niet te overtuigen.

De CMF Phone 2 Pro doet dat als telefoon beter. Het 6,77inch-oledscherm (120 Hz) ziet er erg goed uit, onder de motorkap draait een prima MediaTek-processor met 8 GB werkgeheugen en de opslagcapaciteit bedraagt 128 GB. Blij zijn we met de hoofdcamera en de zoomcamera. De groothoekcamera is kwalitatief minder goed. De 5000mAh-batterij gaat zonder zorgen een lange dag mee. ‘s Nachts opladen is aan te bevelen. Dat kan met maximaal 33 watt via usb-c. De CMF Phone 2 Pro draait op Android 15, krijgt drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. De softwareschil voegt visueel toffe functies toe en is vrij van bloatware.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Onderscheidend uiterlijk
  • Optionele accessoires
  • Lang updatebeleid
  • Accessoire-strategie is onduidelijk
  • Matige groothoekcamera

Samsung Galaxy A36

Als je een betaalbare, moderne Samsung-smartphone zoekt, kun je bijvoorbeeld de Galaxy A26 overwegen. In deze test bespreken we beide modellen, te beginnen met de A36. Die weet ons niet helemaal te overtuigen. Ja, het toestel is waterdicht, kan tegen stof en heeft een prachtig 6,7inch-oledscherm met 120Hz-verversingssnelheid. Ook de accuduur is ruimschoots voldoende, wat knap is omdat de 5000mAh-accu niet bijzonder groot is. Opladen kan de smartphone met maximaal 45 watt en dat is ook lekker rap.

Samsungs updatebeleid is met zes jaar Android- én beveiligingsupdates ook erg goed. Veel fabrikanten van budgetsmartphones kunnen hier nog een voorbeeld aan nemen. Maar die merken focussen zich weer op betere specificaties en op dat punt laat Samsung steken vallen met de A36. Het toestel is simpelweg traag in gebruik, zowel bij het navigeren door de softwareschil als bij het gebruiken van apps en games. De foto- en videokwaliteit valt ons ook tegen. Voor sociale media is de kwaliteit op zich prima, maar het moge duidelijk zijn dat je in dit prijssegment smartphones kunt kopen die realistischere plaatjes schieten. Door de zwakke prestaties vragen we ons ten zeerste af of de A36 na jarenlang gebruik én allemaal software-updates nog wel mee kan komen.

Goed
Plus- en minpunten
  • Goed scherm
  • Lang updatebeleid
  • Te traag
  • Tegenvallende foto's en video's

Motorola Edge 50 Neo

Motorola biedt heel wat betaalbare smartphones aan in zijn Moto G- en Edge-series. De nieuwe Edge 60-serie is nog aan de dure kant en verderop in deze test bespreken we een Moto G-model. We zijn ook in de Edge 50 Neo gedoken, die nu bijna een jaar op de markt is. Dit toestel is met name interessant voor wie veel functies in een compacter toestel zoekt. De Edge 50 Neo weegt namelijk slechts 171 gram en is met zijn 6,4inch-scherm ook wat handzamer dan veel concurrenten. Het 120Hz-oledscherm laat een goede indruk achter. De gebruikte MediaTek-processor is niet de snelste, maar dat wordt deels gecompenseerd door liefst 12 GB werkgeheugen. Helemaal royaal is de opslagcapaciteit van 512 GB. Ook aanwezig zijn functies als e-sim, wifi 6E en draadloos opladen (met maximaal 15 watt). Dat laatste is best zeldzaam in dit prijssegment. Via de usb-c-poort kan de smartphone laden met maximaal 65 watt, al dien je zelf de juiste adapter te regelen. Het toestel heeft drie prima camera’s achterop, waarvan de hoofdcamera en groothoeklens optische beeldstabilisatie (OIS) hebben. Motorola geeft de Edge 50 Neo vijf jaar Android-upgrades en beveiligingsupdates. Dat is netjes en – verwarrend – langer dan de meeste duurdere Motorola-smartphones.

Fantastisch
Plus- en minpunten
  • Compact ontwerp
  • Functies
  • Niet de snelste
  • Verwarrend toestel

Xiaomi Redmi Note 14 Pro 5G

Let goed op, want Xiaomi’s Redmi Note 14-serie bestaat uit een handvol toestellen. Die hebben onder andere Pro- en Pro Plus-aanduidingen en zijn er soms ook al 4G- en 5G-versies, met iets uiteenlopende specificaties. Wij hebben de Note 14 Pro 5G onder handen genomen, die net onder de prijsgrens van deze test valt. Het toestel komt luxe over met zijn stevige behuizing, die ook een IP68-certificering bevat tegen water en stof. De smartphone heeft een groot 6,67inch-oledscherm (120 Hz) met scherpe resolutie van 2712 × 1220 pixels, dat een genot is om naar te kijken.

De prestaties zijn dankzij de vlotte MediaTek-processor ook dik in orde, geholpen door 8 GB werkgeheugen. Met 256 GB is de opslagcapaciteit van gebruikelijke grootte. Dankzij de 5110mAh-accu kun je de smartphone meer dan een dag gebruiken. Opladen gaat snel via de usb-c-poort (maximaal 45 watt) en we worden blij van de goede hoofdcamera. De extra camera’s vallen ons kwalitatief helaas tegen. Xiaomi’s softwareschil MIUI bevalt ook minder goed dan de andere geteste softwareschillen. MIUI bevat heel veel extra apps en onnodige functies en toont bovendien reclames. Het updatebeleid is met drie Android-upgrades (waarvan Android 15 er al één was) en vier jaar beveiligingsupdates ook wat benedengemiddeld.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Snel
  • Lange accuduur
  • Drukke software vol reclames
  • Sommige camera’s vallen tegen

Samsung Galaxy A26 5G

Iets eerder in dit artikel hierboven bespraken we de Galaxy A36 van Samsung, die wat duurder is dan de A26 die we nu toelichten. Wat direct opvalt, is dat Samsung nog meer compromissen moest sluiten om tot de lagere prijs te komen. Zo heeft de Galaxy A26 een usb 2.0-poort en is het sterk verouderde wifi 5 de hoogste wifistandaard. In de praktijk vallen ook de macrocamera en groothoekcamera erg tegen en heeft de gebruikte processor ook moeite om ons bij te benen. Het snelheidsverschil met sommige andere geteste telefoons is duidelijk merkbaar.

Het roept twijfels op over de prestaties van de A26 na een paar jaar gebruik. Op papier kan de smartphone lang mee. Samsung garandeert namelijk zes jaar updates, wat gelet op de scherpe prijs een erg sterk updatebeleid is. De A26 scoort ook pluspunten met zijn accuduur van ruim een dag, zijn goede hoofdcamera en zijn mooie oledscherm met 120Hz-verversingssnelheid. Dat scherm is 6,7 inch groot en heeft een wat ouderwetse waterdruppel-inkeping bovenin voor de selfiecamera. Moderner is de IP67-certificering, die aangeeft dat het toestel bestand is tegen stof en water. Ten opzichte van sommige andere geteste smartphones vinden we dat de Galaxy A26 meer duidelijke aandachtspunten heeft.

Goed
Plus- en minpunten
  • Goed scherm
  • Krijgt lang updates
  • Oude processor
  • Achterhaalde functies

Poco X7 Pro

Op de valreep kan hij mee, deze 8/256GB-versie van de Poco X7 Pro. Het zustermerk van Xiaomi verkoopt ook een 12/512GB-variant, die duurder is. Wat opvalt aan deze Poco X7 Pro is allereerst zijn ontwerp. Dit toestel is duidelijk gemaakt voor wie aandacht wil trekken. Spreekt het hippe ontwerp je niet aan, dan biedt een hoesje uitkomst. De smartphone is waterdicht en stofbestendig en heeft een groot 6,67inch-oledscherm. Met een resolutie van 2712 × 1220 pixels oogt het beeld erg scherp. Een 120Hz-verversingssnelheid maakt het scherm soepel in gebruik.

Ook soepel zijn de prestaties: dankzij de MediaTek-processor en 8 GB werkgeheugen is de telefoon erg snel. Van de camera’s zijn we minder onder de indruk, al kun je er prima mee uit de voeten. Vrolijker worden we van de accuduur. De 6000mAh-accu is op papier bovengemiddeld groot en gaat in de praktijk ook uren langer mee dan veel andere smartphones. Opladen kan vlot via de usb-c-poort. Poco levert de X7 Pro met Android 15 en garandeert drie Android-upgrades en vier jaar beveiligingsupdates. Dat is aardig, maar korter dan heel wat concurrenten. Jammer is dat Poco zijn softwareschil volstopt met commerciële apps en games, al kun je een deel zelf verwijderen.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Razendsnel
  • Lange accuduur
  • Ondermaatse camera’s
  • Veel bloatware

Oppo A5 Pro 5G

Heb je behoefte aan een erg stevige smartphone, dan lijkt de Oppo A5 Pro (5G) een boeiende kandidaat. Dit toestel is IP66-, IP68- en IP69-gecertificeerd. Wat wil zeggen dat het toestel bestand is tegen stof, een val in het water en een harde waterstraal. Oppo zegt ook dat de smartphone geen schade oploopt door extreme temperaturen en dat er extra stevig glas voor het beeldscherm geplaatst is. Prettig is dat het stevige karakter van het Oppo-toestel helemaal niet opvalt. Er zit geen klepje voor de usb-c-poort, het toestel is met 194 gram niet bovengemiddeld zwaar en voelt ook aan als een reguliere telefoon. De prijs vinden we erg vriendelijk, zeker als je weet dat Oppo drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates garandeert.

De fabrikant heeft een extra grote accu (5800mAh-capaciteit) in zijn budgetsmartphone gestopt. Wij kunnen dan ook twee dagen vooruit met de A5 Pro (5G), al komt dat ook deels omdat het HD-scherm minder stroom verbruikt dan de Full-HD-schermen in concurrerende telefoons. Het HD-scherm oogt duidelijk minder scherp en is een stevige compromis. Op alle andere vlakken presteert de Oppo A5 Pro prima, zonder onderscheidend te zijn. Van Oppo’s drukke softwareschil vol bloatware zijn we minder gecharmeerd.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Extra stevig in normale behuizing
  • Accuduur
  • Heeft slechts een HD-scherm
  • Software erg druk

Motorola Moto G75 (Redactietip)

De Motorola Moto G75 is één van de vele Moto G-smartphones. Een ietwat verwarrende strategie van het merk, maar goed om te weten is dat de G75 een van de betere keuzes is. Niet alleen ten opzichte van zijn broers, maar ook in vergelijking met de concurrerende smartphones in deze test. Dat begint bij de buitenkant. De Moto G75 draagt een MIL-STF-810H-certificering, wat inhoudt dat hij een val van 1,2 meter hoogte moet overleven en IP68-gecertificeerd is. De smartphone kan dus tegen stof en water. Ook ondersteund zijn e-sim en draadloos opladen (met maximaal 15 watt), twee functies die we op maar weinig andere budgettelefoons terugzien.

Daar staat tegenover dat die smartphones veelal een oledscherm hebben en de Moto G75 het moet doen met een iets minder mooi lcd-scherm. Dat scherm meet maar liefst 6,78 inch, toont een Full-HD-resolutie en heeft een 120Hz-verversingssnelheid. Onder de motorkap draait een aardige processor met 8 GB werkgeheugen, maar er zijn snellere geteste smartphones. De opslagcapaciteit is met 256 GB wel van gebruikelijke grootte.

Motorola maakt een goede sier met zijn goede hoofdcamera en groothoekcamera – die ook een nauwkeurige macromodus heeft. Ook het updatebeleid is positief verrassend. De Moto G75 krijgt vijf Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Motorola’s softwareschil is lekker rustig.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Compleet in functies
  • Lang updatebeleid
  • Lcd-scherm
  • Relatief langzaam
Goed om te weten

In deze vergelijkende test worden budgetsmartphones van bekende en minder bekende merken bekeken, zodat we een goede afspiegeling van de markt kunnen geven. Die markt is natuurlijk nog veel groter. Zoals je in dit artikel kunt lezen, verkopen onder meer Motorola en Xiaomi veel smartphones in het goedkopere prijssegment. De merken concurreren dus niet alleen met elkaar, maar hun toestellen concurreren ook onderling. Toestellen die qua prijs en software(beleid) veel op elkaar lijken, kunnen verschillen in uiterlijk en specificaties.

Een alternatief toestel dat niet in deze test is meegenomen, wellicht dus meer bij je wensen aansluiten – zonder dat je meer hoeft te betalen. Wellicht vind je dat alle besproken budgetsmartphones te veel compromissen sluiten. In dat geval kun je beter doorsparen voor een midrange-smartphone, dus een model van circa 300 tot 500 euro. Dergelijke smartphones hebben doorgaans krachtiger specificaties, betere camera’s en kunnen vaak sneller opladen via usb-c.

Een deel van de mid-range smartphones krijgt bovendien zeven jaar updates, waardoor dergelijke toestellen langer prettig en veilig te gebruiken zijn. Als je van plan bent om jaren met je nieuwe smartphone te doen, kan het zeker de moeite waard zijn om eenmalig tientallen tot een paar honderd euro meer uit te geven aan je toestel.

HMD Fusion

De HMD Fusion is misschien wel de opvallendste smartphone in deze vergelijkende test. Dat komt door twee uiterlijke aspecten. Enerzijds is de Fusion zo ontwikkeld dat je hem met behulp van gereedschap en handleidingen van reparatiebedrijf iFixit zelf grotendeels uit elkaar kunt halen. Daarna kun je onderdelen vervangen. iFixit biedt onder meer een nieuw batterij, scherm en achterkant aan. De prijzen bedragen enkele tientjes per onderdeel. We waarderen deze duurzame aanpak van HMD.

Ook interessant zijn de pogo-pinnetjes op de achterkant van de smartphone, waar je speciale HMD-hoesjes aan kunt bevestigen. Zo’n hoesje biedt bijvoorbeeld een flitser aan de voorkant (voor betere selfies in het donker), de mogelijkheid om de smartphone draadloos op te laden of te veranderen in een handheld. De prijzen van de hoesjes vallen ons ook mee.

Toch kunnen we de HMD Fusion moeilijk aanraden. Als smartphone valt hij ons namelijk nogal tegen. Het HD-scherm ziet er niet zo fraai uit, door de eenvoudige Snapdragon-processor is de telefoon – nu al – vrij traag en HMD belooft slechts twee Android-upgrades en drie jaar beveiligingsupdates. Een telefoon uitbreiden met toffe hoesjes en onderdelen vervangen willen wij pas doen als de basis goed is. De HMD Fusion weet daar niet in te overtuigen.

Oké
Plus- en minpunten
  • Zelf te repareren
  • Optionele hoesjes met extra functies
  • Matige specificaties
  • Mager updatebeleid

Conclusie

Na het testen van negen budgetsmartphones, hebben we – niet voor het eerst – gemerkt dat er veel verschil zit in de totale gebruikservaring van goedkope toestellen. Natuurlijk, ten opzichte van bijvoorbeeld drie jaar geleden krijg je nu sowieso een betere telefoon voor hetzelfde geld. De geteste budgetsmartphones hebben allemaal een stevig ontwerp, voldoende werkgeheugen en opslagcapaciteit. Er is ook ruimte gekomen voor innovatie, zo laten Nothing en HMD zien met hun modulaire toestellen. Sommige merken geven hun budgetsmartphones ook een serieus updatebeleid. Met name Samsung en Motorola scoren goed op dit vlak. Deze test maakt ook duidelijk dat elk merk – nog steeds – compromissen moet sluiten om een prima budgettelefoon uit te brengen. Zo kiezen HMD en Oppo voor een HD-scherm, heeft een Samsung-model wifi5-ondersteuning en stopt Xiaomi zijn software vol reclames.

Onder de streep zijn we aangenaam verrast door veel smartphones, de Motorola Edge 50 Neo voorop. Die biedt een heel fijn totaalpakket voor een scherpe prijs. Dit toestel krijgt dan ook het predicaat Best getest. Onze Redactietip blijkt na grondig nadenken óók een Motorola-smartphone, namelijk de Moto G75. Die is nog goedkoper maar bevalt ook hartstikke goed, te danken aan prettige specificaties en rustige software die zes jaar updates krijgt.

1761730234-overzicht-smartphones-id-2025.pdf