ID.nl logo
De 17 beste wifi-repeaters van dit moment
© PXimport
Zekerheid & gemak

De 17 beste wifi-repeaters van dit moment

Je kunt bijna nooit genoeg wifi-dekking hebben en vaak geldt dat de dekking niet overal in huis goed genoeg is. Een wifi-repeater is op het eerste gezicht een elegante manier om het draadloze netwerk alle uithoeken van je huis te laten bereiken. Wij zijn hier eens wat dieper ingedoken en hebben er zeventien getest.

Er zullen vast mensen zijn die hele dagen met een grote glimlach rondlopen vanwege de kwaliteit van het draadloze netwerk bij hen thuis. Dat is waarschijnlijk wel een grote minderheid. Het merendeel van de bevolking zal af en toe behoorlijk foeteren op het bereik en/of de doorvoersnelheid van de wifi. Draadloze routers worden weliswaar steeds krachtiger op het gebied van wifi, dat geldt dan echter met name voor de 5GHz-band. De bandbreedte daarvan mag dan fors vergroot zijn sinds de komst van 802.11ac, het bereik blijft relatief gezien povertjes. Voor bereik moet je nog steeds bij 2,4 GHz zijn, maar ook die frequentie schiet vaak tekort. Als je op een lastig te bereiken plaats al bereik hebt, dan kun je er vaak niets mee omdat het signaal veel te zwak is. Lees ook: 10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk.

Om bovenstaand probleem het hoofd te bieden, kun je drie routes bewandelen: kabels trekken, een netwerkje van powerline-adapters (met wifi) aanleggen of een repeater kopen. In dit artikel gaan we ons bezighouden met die laatste optie.

Een repeater is een op het eerste gezicht elegante oplossing als je problemen hebt met het bereik van je draadloze netwerk. Hij doet namelijk alles draadloos: het signaal komt draadloos bij de repeater aan en wordt draadloos doorgezet naar de aangesloten apparaten. Aangezien verreweg de meeste repeaters op de markt rechtstreeks in het stopcontact gestopt kunnen worden, kunnen ze ook betrekkelijk onopvallend hun werk doen. Voor dit artikel hebben we maar liefst zeventien repeaters getest. De verschillen onderling zijn niet van dien aard dat we ze allemaal los bespreken, we richten ons op enkele algemene trends die zichtbaar zijn. We kijken hierbij naar prestaties, maar uiteraard ook naar de mogelijkheden.

Halvering van de bandbreedte

Als er iets typerend is voor repeaters vergeleken met andere netwerkapparatuur, dan is het wel dat er geen gebruikgemaakt wordt van kabels. Alles gaat dus draadloos.

Repeaters in het consumentensegment maken gebruik van één enkele radio per frequentie. Dat wil zeggen dat op zowel 2,4 GHz als 5 GHz (bij dual-bandmodellen) zowel de ontvangst als het verzenden geschiedt door één enkele chip (waarbij de twee frequentiebanden wel elk hun eigen radiochip hebben overigens). Een logisch gevolg is dat de beschikbare bandbreedte die overblijft voor het versterkt doorgestuurde signaal een stuk lager is dan die van het binnenkomende signaal. In de praktijk zwakt het doorgestuurde signaal uiteraard ook nog wat af voor het bij een client is, waardoor er nog wat minder bandbreedte daadwerkelijk aankomt bij de client. In het algemeen moet je er rekening mee houden dat je soms niet veel meer dan dertig procent van de originele bandbreedte overhoudt, waarmee we het signaal bedoelen zoals het bij de repeater arriveert. Dat betekent dus ook dat het bronsignaal (het draadloze signaal van de router) ook van een goede kwaliteit moet zijn. Met een goede repeater kun je een zwakke router niet helpen.

Om het signaal voor de meeste toepassingen een beetje bruikbaar te houden, moet er via de 2,4GHz-band een signaal bij de repeater arriveren dat ruim meer dan 50 Mbit/s aan bandbreedte biedt. Dat kan een behoorlijke uitdaging zijn, maar is wel erg belangrijk, want van die bandbreedte blijft op basis van onze tests in de meeste gevallen maximaal 20-25 Mbit/s over. Zak je (ver) onder deze bandbreedte, dan heb je wellicht nog altijd een zeer krachtig signaal over, maar heb je er vrijwel niets aan. Zeker niet als je er met meerdere apparaten verbinding mee wilt maken.

Plaatsing

Voor een repeater is de juiste plaatsing van cruciaal belang. Stop je hem te dicht bij het bronsignaal in een stopcontact, dan heb je weliswaar een uitstekend inkomend signaal maar is de kans groot dat je alsnog niet overal afdoende bereik hebt. Kies je een stopcontact dat te ver weg is van de bron, dan is het signaal dat bij de repeater binnenkomt niet meer goed genoeg. Je hebt dan weliswaar een uitstekend bereik in de uithoeken van je huis, maar een zeer beperkte bandbreedte. Uiteraard ben je bij het plaatsen afhankelijk van de beschikbaarheid van stopcontacten. Hij kan nog zo goed tot zijn recht komen op een bepaalde plaats, als er geen stopcontact in de buurt is, moet je toch verder gaan kijken. Om er zeker van te zijn dat je de repeater op de juiste locatie in huis plaatst, kun je een app zoals WiFi Analyzer (alleen Android) gebruiken of aan de slag gaan met de inSSIDer-software van Metageek. Uiteraard helpt ook de op de repeater aanwezige verlichting hierbij. In het algemeen geldt dat je de repeater daar moet plaatsen waar je nog een goede tot zeer goede signaalsterkte meet. Er mag bij de led-indicatoren op de repeaters best een streepje van de maximale sterkte af zijn, maar meer zouden we niet aanraden. Baseer je de plaatsing op gegevens uit software van derden, dan raden we aan om ervoor te zorgen dat je signaal maximaal zo tussen de -50 en -60 dBm zit. In de praktijk zal je bij het plaatsen van een dualband-repeater vrijwel altijd iets moeten schipperen en meerdere locaties proberen. Wat optimaal is voor 2,4 GHz, kan voor 5 GHz al te ver weg zijn. Andersom geldt uiteraard hetzelfde.

©PXimport

Simultaan dualband

Heb je een dualband-router, dan heb je tegenwoordig de keuze uit legio dualband-repeaters, inmiddels ook al grotendeels met 802.11ac-ondersteuning. Varianten die we zijn tegengekomen tijdens onze tests zijn AC750, AC1200, AC1750 en AC1900. AC750 maakt gebruik van één enkele datastroom op 802.11ac (5 GHz), AC1200 van twee en AC1750 en AC1900 van drie. De laatste variant kom je eigenlijk alleen maar tegen in desktopmodellen ter grootte van een router. Die hebben we voor dit artikel niet getest. AC1750 wordt wel in stopcontactmodellen gestopt, maar zorgt ervoor dat dit behoorlijk forse apparaten zijn. De term ‘onopvallend’ is hierop in ieder geval niet van toepassing. Er is verder nog een onderscheid tussen apparaten die gelijktijdig (in het Engels: concurrent of simultaneous) dualband zijn en apparaten waarbij je de verbinding met de router via 2,4 óf via 5 GHz kunt leggen (beide verbindingen tegelijkertijd is dan niet mogelijk). De D-Link DAP-1620 en Eminent EM4596 behoren tot deze laatste categorie, alle andere dualband-modellen kunnen tegelijkertijd via 2,4 en 5GHz verbinding met de router maken.

©CIDimport

Cross-Band, Express Way en FastLane

Ook voor het 5GHz-signaal geldt dat dit voldoende bandbreedte moet hebben bij aankomst bij de repeater. Wil je ook echt beide frequenties gaan gebruiken, dan kan de plaatsing van de repeater voor de nodige hoofdpijn zorgen (zie kader ‘Plaatsing’). Om dualband-repeaters een in theorie wat zinvollere invulling te geven, hebben verschillende fabrikanten een list bedacht. Althans, ze hebben een technologie hun eigen naam gegeven. Linksys heeft het over Cross-Band, ASUS over Express Way en NETGEAR over FastLane. Hiermee wordt bedoeld dat je zelf kan instellen welke frequentie de repeater gebruikt voor de link tussen router en repeater en welke hij gebruikt voor de verbinding met clients. Dit heeft ook als gevolg dat de halvering van de bandbreedte niet meer vanzelfsprekend is, omdat je nu niet dezelfde frequentie gebruikt voor beide signalen.

©CIDimport

Let wel, je hebt nu aan beide ‘kanten’ van de repeater maar één enkele frequentie tot je beschikking. Heb je nog veel apparatuur die alleen via 2,4 GHz verbinding kan maken, dan is dit iets om rekening mee te houden. Standaard staat het overigens bij ASUS en NETGEAR uitgeschakeld. Bij Linksys staat het standaard aan, maar daar bepaalt de repeater zelf welke frequenties er gebruikt worden en zou je dus ook met alleen 2,4GHz-apparaten altijd verbinding moeten kunnen maken. In de praktijk is het echter nog maar de vraag wat je aan deze technologieën hebt. Je loopt hier namelijk ook weer tegen het probleem aan dat de optimale plaatsing voor de ene frequentie, niet per se leidt tot de beste prestaties voor de andere. Voor 5 GHz moet je relatief dichtbij de router zijn, maar dan is het mogelijk dat je nog altijd niet overal bereik hebt. Sluit je de repeater middels 2,4 GHz aan op de router, dan kan het zijn dat het 5GHz-signaal dat de repeater uitzendt nog altijd niet in alle uithoeken van je huis komt.

Installeren

Alle repeaters in deze test kunnen met een router verbonden worden via WPS. Wij zijn daar nooit zo’n voorstander van, omdat de repeater dan een zwarte doos blijft en je er zelf geen invloed op hebt wat er allemaal gebeurt. Gelukkig zijn alle apparaten ook via een webinterface te installeren. Dan heb je veel beter een vinger aan de pols met betrekking tot wat er wel en niet gebeurt. Je kunt er dan bijvoorbeeld meteen voor kiezen om het signaal van de repeater wel of niet dezelfde netwerknaam (SSID) te geven als het bronsignaal. Niet iedere repeater denkt hier standaard namelijk hetzelfde over, al zie je wel duidelijk dat nieuwere modellen onderscheid maken tussen het bronsignaal en het signaal van de repeater. Dat heeft overigens ook onze voorkeur, al was het maar omdat je dan zeker weet dat je nooit te lang blijft hangen op het zwakke bronsignaal. Je kunt dan immers handmatig naar het signaal van de repeater overschakelen. Tijdens het installeren van een repeater moet je er tot slot niet van staan te kijken als iets af en toe gewoon niet blijkt te werken. We hebben bij meerdere modellen meerdere keren de installatieprocedure moeten doorlopen om een en ander werkend te krijgen en soms duurt het ook even voor de verbinding tussen repeater en router daadwerkelijk functioneert. Opvallend is in dit opzicht overigens wel dat de ‘grote’ namen (ASUS, AVM, Linksys, NETGEAR, TP-Link) duidelijk minder problemen geven dan de andere merken.

©PXimport

Extra’s

Een repeater is in essentie geen bijster spannend apparaat. Om hem toch wat op te laten vallen, hebben vrijwel alle fabrikanten hun best gedaan om er net dat beetje extra in te stoppen. Dat begint met de verlichting, die dus ook aangeeft wat de kwaliteit van het signaal is. Op de ASUS RP-N14 is dit het vernuftigst gedaan. Daar geeft de blauwe ledstrip aan of de repeater op een bruikbare locatie staat, een beetje zoals dat met een statusbalkje gaat in Windows. De ZyXEL WRE2206 doet ook iets bijzonders met verlichting. Die verlichting geeft niet alleen informatie over de kwaliteit van de verbinding, maar ook over het aantal aangesloten clients. Bij zowel ASUS als ZyXEL, waar de verlichting het meest prominent aanwezig is, kan dit naar wens ook uitgeschakeld worden. Verder is dat ook bij AVM en bij TP-Link mogelijk. Bij de andere deelnemers hebben we deze mogelijkheid niet kunnen vinden.

Een tweede extra is zichtbaar bij de modellen van ASUS en Linksys, namelijk een 3,5mm-aansluiting waarop je actieve speakers aan kunt sluiten. Je kunt dan bijvoorbeeld vanuit Windows Media Player rechtstreeks op die speakers afspelen, maar ook andere apps en software met DLNA-ondersteuning kan gebruikt worden. ASUS voegt hier nog ondersteuning voor internetradio aan toe. Een trend die een beetje over lijkt te waaien uit de wereld van de powerline-adapters, is het integreren van een stopcontact in repeaters. In ons testveld beschikken de Linksys RE6700 en de Sitecom WLX-2007 hierover. Op zich handig, omdat je nu geen stopcontact verliest. Echt cruciaal is het wat ons betreft niet en het maakt die apparaten ook weer wat groter. De WLX-2007 – een singleband-repeater – krijgt hierdoor een veel forsere omvang dan andere producten in zijn klasse.

©PXimport

Testmethode

We hebben alle repeaters in deze test in een thuisomgeving getest. Als router hebben we voor de Linksys EA7500 gekozen, een goed presterende en niet overdreven dure router. Deze router staat op de begane grond in de hoek van de woonkamer. De dekking op de eerste verdieping is vrijwel overal goed, aangezien we hier te maken hebben met een huis uit 1928, met houten vloeren. Op 2,4 GHz halen we met een Samsung Galaxy S7 edge scores die tot boven de 60 Mbit/s oplopen, op 5 GHz komen we makkelijk op 120 Mbit/s uit. De metingen zijn gedaan met Speedtest.net. Op de tweede verdieping blijft er echter niet meer dan zo’n 3 Mbit/s over van het signaal. Dit heeft te maken met de vloer tussen de eerste en de tweede verdieping, waar glaswol tussen zit met een aluminium toplaag. Op de plek op de eerste verdieping waar we de te testen repeaters één voor één in het stopcontact steken, halen we 56 Mbit/s op 2,4 GHz en 120 Mbit/s op 5 GHz. Voor de volledigheid hebben we ook op alle plaatsen waar we getest hebben, de signaalsterkte gemeten met behulp van WiFi Analyzer. In de tabel ‘Waarden zonder repeater’ kun je de verschillende scores bekijken. De aanduiding ‘locatie repeater’ is op de eerste verdieping waar het netwerk nog dekking heeft, terwijl de tweede verdieping de locatie is waar we de prestaties van de repeaters hebben gemeten.

Welke moet ik nu hebben?

Allerlei extra’s zijn uiteraard mooi meegenomen, maar de grote vraag is natuurlijk welke repeaters er op de shortlist van kooptips terecht moeten komen. Naast de hierboven besproken eigenschappen, zijn de prestaties uiteraard van cruciaal belang. Gebaseerd op de resultaten bij onze tests zouden we singleband-repeaters links laten liggen. Op zich zijn de prestaties op 2,4 GHz in het algemeen zeker niet enorm beroerd, maar 15-25 Mbit/s is wel op het randje wat ons betreft. Voor wat surfen voor het slapen gaan geen probleem, met drie personen ieder een Netflix-stream kijken is te veel gevraagd. Het valt overigens op dat meerdere singleband-modellen het op deze frequentie beduidend beter doen dan de duurdere dualband-repeaters op dezelfde frequentie. Neem je toch genoegen met deze bandbreedte, dan is de extreem kleine en goed presterende ZyXEL WRE2206 absoluut een optie. De ASUS RP-N14 is ook lekker klein en iets veelzijdiger, maar presteert duidelijk minder in onze tests. De Sitecom WLX-2007 doet het dan een stuk beter, al hadden we daar wel de nodige problemen tijdens de installatie. De TP-Link TL-WA855RE is ten slotte ook nog een optie.

©PXimport

Al met al kun je wat ons betreft beter een dualband-repeater kopen. Op 5 GHz komen er bij onze tests her en der uitstekende resultaten uitrollen, met snelheden tot bijna 90 Mbit/s. Uiteraard is dit afhankelijk van je specifieke situatie, maar je hebt er zelf ook zeker de nodige invloed op tijdens het plaatsen. Je kunt er uiteraard ook voor kiezen om de verbinding met de router op de ene frequentie en die met de clients via de andere frequentie te laten lopen. In onze testopstelling had dit weinig tot geen effect, maar dat kan in een andere situatie natuurlijk weer anders zijn. Wij waren in ieder geval het meest te spreken over de ASUS RP-AC56, AVM Fritz!WLAN Repeater 1750E, NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450. De Linksys RE4100W (een dualband-N600-model) is een interessante dualband-repeater als je wat minder wilt uitgeven. Ook de Eminent EM4596 (een AC1200-model) valt in die klasse.

Een AC750-model zouden we niet meteen aanraden, met name omdat je voor hetzelfde geld meerdere betere AC1200-modellen kan kopen. Een nadeel van AC750 is dat er op 5 GHz gebruikgemaakt wordt van één enkele antenne-aansluiting. Dat is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het signaal. Maak je daarnaast verbinding met een 802.11n 5GHz-apparaat met een dergelijke repeater, dan valt de bandbreedte terug tot maximaal 150 Mbit/s. Dat is anno 2016 wat ons betreft niet meer de bedoeling.

©PXimport

Conclusie

Als je ervoor kiest om de problemen met de dekking van je draadloze netwerk op te lossen met behulp van een repeater, dan is het goed om je vooraf te realiseren wat je exact in huis haalt. Dat voorkomt teleurstellingen en dan ga je ook niet meteen voor de goedkoopste optie. Een duurder dualband-model is in de meeste gevallen te verkiezen boven een singleband-repeater. Als het even kan, kun je je het best hoofdzakelijk richten op 5 GHz bij het versterken van je draadloze netwerk. Dit zal echter zeker niet in alle gevallen mogelijk zijn. Hou er op 2,4 GHz in ieder geval rekening mee dat je vrijwel nooit enorme bandbreedtes overhoudt.

Welke repeater je ook neemt, alles staat of valt bij een goede plaatsing. Neem daar dus de tijd voor en onderzoek het goed. Dat scheelt de nodige frustraties in de toekomst. Op basis van onze test krijgt de ASUS RP-AC56 het Best getest-keurmerk, omdat hij net iets meer te bieden heeft dan de NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450, die het qua prestaties net zo goed doen. De Linksys RE4100W is de Redactietip. Het is de enige volwaardige (lees: simultane) dualband-repeater voor een bescheiden prijs, al is het een 802.11n-model.

▼ Volgende artikel
Inbouwvriezer of vrijstaand model: waar moet je voor kiezen?
© ID.nl
Huis

Inbouwvriezer of vrijstaand model: waar moet je voor kiezen?

Bij je zoektocht naar een vriezer zijn er verschillende zaken om op te letten. Denk bijvoorbeeld aan de ruimte waar je de vriezer wilt plaatsen – in de keuken of juist ergens anders, zoals de schuur of garage. Welk model past het beste? En wat zijn de technische verschillen tussen een inbouw- en een vrijstaand model?

Sta je op het punt een nieuwe vriezer te kopen? Dan kom je waarschijnlijk al snel voor een keuze te staan: ga je voor een inbouwvriezer of kies je toch liever voor een vrijstaand model? Op het eerste gezicht lijken ze misschien op elkaar, want ze doen in de basis hetzelfde: eten en drinken invriezen en koel bewaren. Toch zijn er flink wat verschillen tussen deze twee soorten, en het is handig om daar even goed naar te kijken voordat je beslist.

Locatie: keuken of ergens anders

Eén van de eerste dingen om over na te denken is waar je de vriezer wil plaatsen. Een inbouwvriezer is bedoeld om netjes weggewerkt te worden in een keukenkast. Je ziet ‘m dus bijna niet, omdat de deur van de vriezer schuilgaat achter een kastdeur. Dat ziet er strak uit, vooral als je keuken een rustige en moderne uitstraling heeft. Wel heb je dan dus een keuken nodig die daar op is voorbereid, met de juiste maten en ruimte om de vriezer in te bouwen.

Een vrijstaande vriezer kun je neerzetten waar je maar wilt, zolang er een stopcontact in de buurt is en het niet te warm of te koud wordt in de ruimte. Denk aan de bijkeuken, schuur of garage. Dit maakt een vrijstaande vriezer wat flexibeler in gebruik.

©ID.nl

De keuken is voor de meesten de meest logische plek voor een vriezer, maar hij kan ook ergens anders staan.

Is er op de plek waar de vrijstaande vriezer komt te staan genoeg ruimte? Dan kun je ook een ander model overwegen, zoals een liggende vriezer. Dat zijn vrieskisten die je van boven opent. Het voordeel van dergelijke vriezers is dat er vaak meer inpast, omdat de opslagruimte groter is en je meerdere lagen kunt vullen.

Installatie

Als je kiest voor een vrijstaande vriezer, is het installeren meestal een fluitje van een cent. Je zet ‘m neer, zorgt dat hij waterpas staat en steekt de stekker in het stopcontact. Bij een inbouwvriezer komt er wat meer bij kijken. Je moet namelijk zorgen dat alles goed past en dat het keukenfront netjes aan de vriezerdeur wordt bevestigd. Soms zijn er ook speciale scharnieren nodig. Wanneer je een keuken laat ontwerpen, kan er alvast rekening worden gehouden met een inbouwvriezer en kunnen de juiste deurelementen daar alvast op worden aangepast.

Hoe zit het met het stroomverbruik?

Vriezers staan dag en nacht aan, dus het stroomverbruik telt flink mee in je energierekening. Zowel inbouw- als vrijstaande modellen zijn tegenwoordig verkrijgbaar met een zuinige energieklasse, maar vrijstaande vriezers zijn over het algemeen net iets efficiënter. Dat komt doordat ze beter hun warmte kunnen afvoeren, omdat ze immers niet 'opgesloten' zitten. Als je de vriezer vaak gebruikt en er veel in bewaart, kan het op de lange termijn dus schelen in je energiekosten. Bij een inbouwvriezer moet je sowieso goed opletten dat er voldoende koele lucht in de inbouwnis komt en dat de warmte goed kan worden afgevoerd. De achterzijde van een nis waar een inbouwvriezer in wordt gezet is standaard altijd open, maar zorg ook voor voldoende ruimte tussen de muur en de inbouwvriezer, zodat de afgegeven warmte niet blijft hangen en goed kan worden afgevoerd.

Hoeveel ruimte heb je nodig?

Ook de grootte van de vriezer is iets om rekening mee te houden. Heb je een groot gezin of koop je graag boodschappen in het groot? Dan is een vrijstaande vriezer vaak praktischer, omdat die er in grotere maten zijn en dus meer ruimte bieden. Inbouwvriezers zijn vaak wat kleiner, omdat ze in een standaard keukenkast moeten passen. Voor wie weinig invriest of een kleinere keuken heeft, is dat meestal geen probleem.

©ID.nl

Geluidsproductie

Een vriezer maakt geluid, dat hoort erbij. Dat geluid is niet constant, maar meestal vooral hoorbaar als de compressor aanslaat. Toch kan het verschil maken waar hij staat en welk type je hebt of het geluid dat een vriezer produceert, storend is. Een inbouwvriezer hoor je doorgaans iets minder, omdat het geluid wordt gedempt door de keukenkast eromheen. Een vrijstaande vriezer kan net iets meer opvallen qua geluid, vooral als hij in de keuken staat en niet ergens apart. Benieuwd hoeveel geluid de vriezer naar keuze eigenlijk maakt? Van tevoren kun je op de site van het Europees productregister voor energie-etikettering zien wat de geluidsproductie van de gekozen vriezer in Decibel is.

Op het energielabel dat verplicht is voor alle vriezers en koelkasten, zie je direct wat de geluidsproductie is van het gekozen apparaat.

Schoonmaak en onderhoud

Kijken we naar de schoonmaak en het onderhoud van de vriezer, dan is er eigenlijk weinig verschil in hoe een inbouwvriezer of een gewone vriezer wordt schoongemaakt. Intern zijn beide kasten op dezelfde manier opgebouwd, maar aan de buitenzijde is dat toch anders. Een vrijstaande vriezer kun je bijvoorbeeld aan de achterzijde veel beter schoonmaken omdat je de vriezer makkelijker kunt verplaatsen. Bij een inbouwvriezer kan er na verloop van tijd wel veel meer stofophoping plaatsvinden en is het lastiger om de achterkant schoon te maken: daarvoor zul je toch echt de vriezer uit de nis moeten halen.

Extra functies

Tegenwoordig hebben veel vriezers allerlei handige functies. No Frost is daarbij een bekende, want hiermee hoef je een vriezer nooit meer te ontdooien. Ook handig is een een snelvriesfunctie voor als je net boodschappen hebt gedaan en je spullen snel moet invriezen. Die functies vind je zowel bij inbouw- als vrijstaande modellen. Het aanbod is bij vrijstaande vriezers vaak iets breder, simpelweg omdat er meer soorten van zijn.

©ID.nl

Kostenplaatje

Als je kijkt naar de prijs, zijn vrijstaande vriezers meestal wat goedkoper dan inbouwmodellen met vergelijkbare eigenschappen. Bij een inbouwvriezer betaal je namelijk ook voor het inbouwsysteem en het strakkere ontwerp. Bovendien moet je bij vervanging vaak een model kiezen dat precies in je keukenkast past. Dat maakt de keuze beperkter en soms ook duurder. Verder hangt het ook af van het deursysteem dat je kiest voor een inbouwvriezer. Bij een deur-op-deursysteem waar de deur van de keukenkast direct op de deur van de vriezer wordt gemonteerd, zijn ook andere scharnieren nodig die het extra gewicht van de keukendeur kunnen dragen. Bij een glijsysteem is dat niet het geval, omdat in dat geval de deur van de keukenkast een eigen scharniersysteem heeft.

Past het in je interieur?

Als je keuken er strak en opgeruimd uitziet, dan wil je misschien niet dat er een groot wit apparaat in het zicht staat. In dat geval is een inbouwvriezer een mooie oplossing. Die zit netjes achter een kastdeurtje en valt niet op. Een vrijstaande vriezer zie je wel altijd staan, maar dat hoeft geen probleem te zijn – zeker niet als hij in een bijkeuken of garage komt. Plus: tegenwoordig zijn de designs ook een stuk mooier dan pak 'm beet tien jaar geleden.

Staat je vriezer op een koude plek?

Niet elke vriezer werkt goed bij lage temperaturen. Als je van plan bent om je vriezer in een onverwarmde ruimte te zetten, zoals een schuur of garage, is het belangrijk om eerst na te gaan of het apparaat daar wel tegen kan. Vaak wordt gedacht dat een vriezer het juist beter doet als het buiten koud is, maar dat klopt niet altijd. Een vriezer moet voldoende warmte kunnen afvoeren, en bij te lage omgevingstemperaturen kan de thermostaat in de war raken, waardoor het apparaat minder goed of zelfs helemaal niet meer werkt. De meeste vriezers kunnen tot zo'n 10 graden Celsius als minimum temperatuur aan.

Sommige vriezers kunnen ook prima in een schuur of garage staan, maar alleen als de temperatuurspecificaties dit toelaten.

Om te bepalen of een vriezer geschikt is voor een koude ruimte, kijk je naar de klimaatklasse. Die vind je op het energielabel of in de productspecificaties. Klimaatklassen geven aan binnen welk temperatuurbereik een vriezer goed kan functioneren. De meest voorkomende klassen zijn SN, N, ST en T. Een vriezer met klimaatklasse SN (Subnormal) werkt bijvoorbeeld nog bij temperaturen vanaf 10 graden, terwijl sommige modellen die speciaal ontworpen zijn voor gebruik in onverwarmde ruimtes al functioneren vanaf 5 graden of zelfs lager. Fabrikanten geven dit meestal duidelijk aan.

Op het Europees productregister voor energie-etikettering kun je van alle producten zien wat de klimaatklasse en de minimale en maximale temperatuur is waardoor het apparaat geschikt is.

Vrijstaande vriezers zijn soms speciaal ontworpen voor dit soort omstandigheden, met aanpassingen aan de techniek en isolatie. Er zijn bijvoorbeeld modellen met zogeheten Freezer Guard- of Frost Protect-technologie, die juist wel goed blijven werken in koude omgevingen. Die zijn ideaal als je de vriezer bijvoorbeeld op zolder of in een onverwarmde bijkeuken wilt zetten.

Inbouwvriezers daarentegen zijn vrijwel altijd bedoeld voor gebruik binnenshuis, op plekken waar de temperatuur redelijk constant is, zoals in de keuken. Ze zijn meestal niet getest of ontworpen voor gebruik bij lage omgevingstemperaturen. Zet je zo’n vriezer toch in een koude ruimte, dan is de kans groot dat hij niet goed werkt of dat de levensduur wordt verkort.

©ID.nl

Een vriezer op zolder zetten kan een oplossing zijn bij ruimtegebrek in de keuken, maar vergeet ook niet dat hij ook helemaal naar boven moet worden gezet.

Tot slot is het goed om te bedenken dat ook vocht en vorst in onverwarmde ruimtes een rol kunnen spelen. Als de omgeving te vochtig is of als er bevriezingsgevaar ontstaat, kan dat schade veroorzaken aan de elektronica of het rubber van de deurafdichting. Het is dus altijd slim om niet alleen naar de temperatuur, maar ook naar de algemene omstandigheden van de ruimte te kijken voordat je besluit waar je de vriezer neerzet.

Verhuizing of herinrichting?

Als je nog niet zo lang op één plek woont of van plan bent te verhuizen, is het handig om te bedenken hoe flexibel je wilt zijn. Een vrijstaande vriezer kun je gemakkelijk meenemen of op een andere plek zetten. Een inbouwmodel zit vast in je keuken en is lastiger te verplaatsen of te vervangen. Dat maakt een vrijstaand model soms praktischer, en is een betere keuze als je je (keuken)inrichting regelmatig verandert.

Tot slot

Of je nu kiest voor een inbouw- of een vrijstaande vriezer, het belangrijkste is dat hij goed past bij jouw huishouden en wensen. Denk goed na over waar je hem wilt neerzetten, hoeveel ruimte je nodig hebt en hoe belangrijk je dingen als energieverbruik of uitstraling vindt. Door even de tijd te nemen en je goed te laten informeren, voorkom je dat je achteraf spijt krijgt van je aankoop. Zo weet je zeker dat je een vriezer kiest waar je jarenlang plezier van hebt.

▼ Volgende artikel
Vakantie en fileleed? Zo gebruik je Google Maps voor live informatie
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Vakantie en fileleed? Zo gebruik je Google Maps voor live informatie

De vakanties zijn begonnen en als je op weg gaat naar het zuiden, sta je al gauw vast, bijvoorbeeld op de Autoroute du Soleil.De gratis app Google Map sbeschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

In dit korte artikel laten we zien hoe je de verkeerslaag in Google Maps gebruikt:

  • Stel je route in en schakel de verkeerslaag in via het lagenmenu
  • Bekijk de actuele verkeersdrukte aan de hand van kleuren op de kaart
  • Ontvang meldingen over verkeersdrukte bij opgeslagen locaties

Ook interessant om te lezen: Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Google Maps in de auto gebruiken?

Dan is een telefoonhouder een must

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

Watch on YouTube