ID.nl logo
De 17 beste wifi-repeaters van dit moment
© PXimport
Zekerheid & gemak

De 17 beste wifi-repeaters van dit moment

Je kunt bijna nooit genoeg wifi-dekking hebben en vaak geldt dat de dekking niet overal in huis goed genoeg is. Een wifi-repeater is op het eerste gezicht een elegante manier om het draadloze netwerk alle uithoeken van je huis te laten bereiken. Wij zijn hier eens wat dieper ingedoken en hebben er zeventien getest.

Er zullen vast mensen zijn die hele dagen met een grote glimlach rondlopen vanwege de kwaliteit van het draadloze netwerk bij hen thuis. Dat is waarschijnlijk wel een grote minderheid. Het merendeel van de bevolking zal af en toe behoorlijk foeteren op het bereik en/of de doorvoersnelheid van de wifi. Draadloze routers worden weliswaar steeds krachtiger op het gebied van wifi, dat geldt dan echter met name voor de 5GHz-band. De bandbreedte daarvan mag dan fors vergroot zijn sinds de komst van 802.11ac, het bereik blijft relatief gezien povertjes. Voor bereik moet je nog steeds bij 2,4 GHz zijn, maar ook die frequentie schiet vaak tekort. Als je op een lastig te bereiken plaats al bereik hebt, dan kun je er vaak niets mee omdat het signaal veel te zwak is. Lees ook: 10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk.

Om bovenstaand probleem het hoofd te bieden, kun je drie routes bewandelen: kabels trekken, een netwerkje van powerline-adapters (met wifi) aanleggen of een repeater kopen. In dit artikel gaan we ons bezighouden met die laatste optie.

Een repeater is een op het eerste gezicht elegante oplossing als je problemen hebt met het bereik van je draadloze netwerk. Hij doet namelijk alles draadloos: het signaal komt draadloos bij de repeater aan en wordt draadloos doorgezet naar de aangesloten apparaten. Aangezien verreweg de meeste repeaters op de markt rechtstreeks in het stopcontact gestopt kunnen worden, kunnen ze ook betrekkelijk onopvallend hun werk doen. Voor dit artikel hebben we maar liefst zeventien repeaters getest. De verschillen onderling zijn niet van dien aard dat we ze allemaal los bespreken, we richten ons op enkele algemene trends die zichtbaar zijn. We kijken hierbij naar prestaties, maar uiteraard ook naar de mogelijkheden.

Halvering van de bandbreedte

Als er iets typerend is voor repeaters vergeleken met andere netwerkapparatuur, dan is het wel dat er geen gebruikgemaakt wordt van kabels. Alles gaat dus draadloos.

Repeaters in het consumentensegment maken gebruik van één enkele radio per frequentie. Dat wil zeggen dat op zowel 2,4 GHz als 5 GHz (bij dual-bandmodellen) zowel de ontvangst als het verzenden geschiedt door één enkele chip (waarbij de twee frequentiebanden wel elk hun eigen radiochip hebben overigens). Een logisch gevolg is dat de beschikbare bandbreedte die overblijft voor het versterkt doorgestuurde signaal een stuk lager is dan die van het binnenkomende signaal. In de praktijk zwakt het doorgestuurde signaal uiteraard ook nog wat af voor het bij een client is, waardoor er nog wat minder bandbreedte daadwerkelijk aankomt bij de client. In het algemeen moet je er rekening mee houden dat je soms niet veel meer dan dertig procent van de originele bandbreedte overhoudt, waarmee we het signaal bedoelen zoals het bij de repeater arriveert. Dat betekent dus ook dat het bronsignaal (het draadloze signaal van de router) ook van een goede kwaliteit moet zijn. Met een goede repeater kun je een zwakke router niet helpen.

Om het signaal voor de meeste toepassingen een beetje bruikbaar te houden, moet er via de 2,4GHz-band een signaal bij de repeater arriveren dat ruim meer dan 50 Mbit/s aan bandbreedte biedt. Dat kan een behoorlijke uitdaging zijn, maar is wel erg belangrijk, want van die bandbreedte blijft op basis van onze tests in de meeste gevallen maximaal 20-25 Mbit/s over. Zak je (ver) onder deze bandbreedte, dan heb je wellicht nog altijd een zeer krachtig signaal over, maar heb je er vrijwel niets aan. Zeker niet als je er met meerdere apparaten verbinding mee wilt maken.

Plaatsing

Voor een repeater is de juiste plaatsing van cruciaal belang. Stop je hem te dicht bij het bronsignaal in een stopcontact, dan heb je weliswaar een uitstekend inkomend signaal maar is de kans groot dat je alsnog niet overal afdoende bereik hebt. Kies je een stopcontact dat te ver weg is van de bron, dan is het signaal dat bij de repeater binnenkomt niet meer goed genoeg. Je hebt dan weliswaar een uitstekend bereik in de uithoeken van je huis, maar een zeer beperkte bandbreedte. Uiteraard ben je bij het plaatsen afhankelijk van de beschikbaarheid van stopcontacten. Hij kan nog zo goed tot zijn recht komen op een bepaalde plaats, als er geen stopcontact in de buurt is, moet je toch verder gaan kijken. Om er zeker van te zijn dat je de repeater op de juiste locatie in huis plaatst, kun je een app zoals WiFi Analyzer (alleen Android) gebruiken of aan de slag gaan met de inSSIDer-software van Metageek. Uiteraard helpt ook de op de repeater aanwezige verlichting hierbij. In het algemeen geldt dat je de repeater daar moet plaatsen waar je nog een goede tot zeer goede signaalsterkte meet. Er mag bij de led-indicatoren op de repeaters best een streepje van de maximale sterkte af zijn, maar meer zouden we niet aanraden. Baseer je de plaatsing op gegevens uit software van derden, dan raden we aan om ervoor te zorgen dat je signaal maximaal zo tussen de -50 en -60 dBm zit. In de praktijk zal je bij het plaatsen van een dualband-repeater vrijwel altijd iets moeten schipperen en meerdere locaties proberen. Wat optimaal is voor 2,4 GHz, kan voor 5 GHz al te ver weg zijn. Andersom geldt uiteraard hetzelfde.

©PXimport

Simultaan dualband

Heb je een dualband-router, dan heb je tegenwoordig de keuze uit legio dualband-repeaters, inmiddels ook al grotendeels met 802.11ac-ondersteuning. Varianten die we zijn tegengekomen tijdens onze tests zijn AC750, AC1200, AC1750 en AC1900. AC750 maakt gebruik van één enkele datastroom op 802.11ac (5 GHz), AC1200 van twee en AC1750 en AC1900 van drie. De laatste variant kom je eigenlijk alleen maar tegen in desktopmodellen ter grootte van een router. Die hebben we voor dit artikel niet getest. AC1750 wordt wel in stopcontactmodellen gestopt, maar zorgt ervoor dat dit behoorlijk forse apparaten zijn. De term ‘onopvallend’ is hierop in ieder geval niet van toepassing. Er is verder nog een onderscheid tussen apparaten die gelijktijdig (in het Engels: concurrent of simultaneous) dualband zijn en apparaten waarbij je de verbinding met de router via 2,4 óf via 5 GHz kunt leggen (beide verbindingen tegelijkertijd is dan niet mogelijk). De D-Link DAP-1620 en Eminent EM4596 behoren tot deze laatste categorie, alle andere dualband-modellen kunnen tegelijkertijd via 2,4 en 5GHz verbinding met de router maken.

©CIDimport

Cross-Band, Express Way en FastLane

Ook voor het 5GHz-signaal geldt dat dit voldoende bandbreedte moet hebben bij aankomst bij de repeater. Wil je ook echt beide frequenties gaan gebruiken, dan kan de plaatsing van de repeater voor de nodige hoofdpijn zorgen (zie kader ‘Plaatsing’). Om dualband-repeaters een in theorie wat zinvollere invulling te geven, hebben verschillende fabrikanten een list bedacht. Althans, ze hebben een technologie hun eigen naam gegeven. Linksys heeft het over Cross-Band, ASUS over Express Way en NETGEAR over FastLane. Hiermee wordt bedoeld dat je zelf kan instellen welke frequentie de repeater gebruikt voor de link tussen router en repeater en welke hij gebruikt voor de verbinding met clients. Dit heeft ook als gevolg dat de halvering van de bandbreedte niet meer vanzelfsprekend is, omdat je nu niet dezelfde frequentie gebruikt voor beide signalen.

©CIDimport

Let wel, je hebt nu aan beide ‘kanten’ van de repeater maar één enkele frequentie tot je beschikking. Heb je nog veel apparatuur die alleen via 2,4 GHz verbinding kan maken, dan is dit iets om rekening mee te houden. Standaard staat het overigens bij ASUS en NETGEAR uitgeschakeld. Bij Linksys staat het standaard aan, maar daar bepaalt de repeater zelf welke frequenties er gebruikt worden en zou je dus ook met alleen 2,4GHz-apparaten altijd verbinding moeten kunnen maken. In de praktijk is het echter nog maar de vraag wat je aan deze technologieën hebt. Je loopt hier namelijk ook weer tegen het probleem aan dat de optimale plaatsing voor de ene frequentie, niet per se leidt tot de beste prestaties voor de andere. Voor 5 GHz moet je relatief dichtbij de router zijn, maar dan is het mogelijk dat je nog altijd niet overal bereik hebt. Sluit je de repeater middels 2,4 GHz aan op de router, dan kan het zijn dat het 5GHz-signaal dat de repeater uitzendt nog altijd niet in alle uithoeken van je huis komt.

Installeren

Alle repeaters in deze test kunnen met een router verbonden worden via WPS. Wij zijn daar nooit zo’n voorstander van, omdat de repeater dan een zwarte doos blijft en je er zelf geen invloed op hebt wat er allemaal gebeurt. Gelukkig zijn alle apparaten ook via een webinterface te installeren. Dan heb je veel beter een vinger aan de pols met betrekking tot wat er wel en niet gebeurt. Je kunt er dan bijvoorbeeld meteen voor kiezen om het signaal van de repeater wel of niet dezelfde netwerknaam (SSID) te geven als het bronsignaal. Niet iedere repeater denkt hier standaard namelijk hetzelfde over, al zie je wel duidelijk dat nieuwere modellen onderscheid maken tussen het bronsignaal en het signaal van de repeater. Dat heeft overigens ook onze voorkeur, al was het maar omdat je dan zeker weet dat je nooit te lang blijft hangen op het zwakke bronsignaal. Je kunt dan immers handmatig naar het signaal van de repeater overschakelen. Tijdens het installeren van een repeater moet je er tot slot niet van staan te kijken als iets af en toe gewoon niet blijkt te werken. We hebben bij meerdere modellen meerdere keren de installatieprocedure moeten doorlopen om een en ander werkend te krijgen en soms duurt het ook even voor de verbinding tussen repeater en router daadwerkelijk functioneert. Opvallend is in dit opzicht overigens wel dat de ‘grote’ namen (ASUS, AVM, Linksys, NETGEAR, TP-Link) duidelijk minder problemen geven dan de andere merken.

©PXimport

Extra’s

Een repeater is in essentie geen bijster spannend apparaat. Om hem toch wat op te laten vallen, hebben vrijwel alle fabrikanten hun best gedaan om er net dat beetje extra in te stoppen. Dat begint met de verlichting, die dus ook aangeeft wat de kwaliteit van het signaal is. Op de ASUS RP-N14 is dit het vernuftigst gedaan. Daar geeft de blauwe ledstrip aan of de repeater op een bruikbare locatie staat, een beetje zoals dat met een statusbalkje gaat in Windows. De ZyXEL WRE2206 doet ook iets bijzonders met verlichting. Die verlichting geeft niet alleen informatie over de kwaliteit van de verbinding, maar ook over het aantal aangesloten clients. Bij zowel ASUS als ZyXEL, waar de verlichting het meest prominent aanwezig is, kan dit naar wens ook uitgeschakeld worden. Verder is dat ook bij AVM en bij TP-Link mogelijk. Bij de andere deelnemers hebben we deze mogelijkheid niet kunnen vinden.

Een tweede extra is zichtbaar bij de modellen van ASUS en Linksys, namelijk een 3,5mm-aansluiting waarop je actieve speakers aan kunt sluiten. Je kunt dan bijvoorbeeld vanuit Windows Media Player rechtstreeks op die speakers afspelen, maar ook andere apps en software met DLNA-ondersteuning kan gebruikt worden. ASUS voegt hier nog ondersteuning voor internetradio aan toe. Een trend die een beetje over lijkt te waaien uit de wereld van de powerline-adapters, is het integreren van een stopcontact in repeaters. In ons testveld beschikken de Linksys RE6700 en de Sitecom WLX-2007 hierover. Op zich handig, omdat je nu geen stopcontact verliest. Echt cruciaal is het wat ons betreft niet en het maakt die apparaten ook weer wat groter. De WLX-2007 – een singleband-repeater – krijgt hierdoor een veel forsere omvang dan andere producten in zijn klasse.

©PXimport

Testmethode

We hebben alle repeaters in deze test in een thuisomgeving getest. Als router hebben we voor de Linksys EA7500 gekozen, een goed presterende en niet overdreven dure router. Deze router staat op de begane grond in de hoek van de woonkamer. De dekking op de eerste verdieping is vrijwel overal goed, aangezien we hier te maken hebben met een huis uit 1928, met houten vloeren. Op 2,4 GHz halen we met een Samsung Galaxy S7 edge scores die tot boven de 60 Mbit/s oplopen, op 5 GHz komen we makkelijk op 120 Mbit/s uit. De metingen zijn gedaan met Speedtest.net. Op de tweede verdieping blijft er echter niet meer dan zo’n 3 Mbit/s over van het signaal. Dit heeft te maken met de vloer tussen de eerste en de tweede verdieping, waar glaswol tussen zit met een aluminium toplaag. Op de plek op de eerste verdieping waar we de te testen repeaters één voor één in het stopcontact steken, halen we 56 Mbit/s op 2,4 GHz en 120 Mbit/s op 5 GHz. Voor de volledigheid hebben we ook op alle plaatsen waar we getest hebben, de signaalsterkte gemeten met behulp van WiFi Analyzer. In de tabel ‘Waarden zonder repeater’ kun je de verschillende scores bekijken. De aanduiding ‘locatie repeater’ is op de eerste verdieping waar het netwerk nog dekking heeft, terwijl de tweede verdieping de locatie is waar we de prestaties van de repeaters hebben gemeten.

Welke moet ik nu hebben?

Allerlei extra’s zijn uiteraard mooi meegenomen, maar de grote vraag is natuurlijk welke repeaters er op de shortlist van kooptips terecht moeten komen. Naast de hierboven besproken eigenschappen, zijn de prestaties uiteraard van cruciaal belang. Gebaseerd op de resultaten bij onze tests zouden we singleband-repeaters links laten liggen. Op zich zijn de prestaties op 2,4 GHz in het algemeen zeker niet enorm beroerd, maar 15-25 Mbit/s is wel op het randje wat ons betreft. Voor wat surfen voor het slapen gaan geen probleem, met drie personen ieder een Netflix-stream kijken is te veel gevraagd. Het valt overigens op dat meerdere singleband-modellen het op deze frequentie beduidend beter doen dan de duurdere dualband-repeaters op dezelfde frequentie. Neem je toch genoegen met deze bandbreedte, dan is de extreem kleine en goed presterende ZyXEL WRE2206 absoluut een optie. De ASUS RP-N14 is ook lekker klein en iets veelzijdiger, maar presteert duidelijk minder in onze tests. De Sitecom WLX-2007 doet het dan een stuk beter, al hadden we daar wel de nodige problemen tijdens de installatie. De TP-Link TL-WA855RE is ten slotte ook nog een optie.

©PXimport

Al met al kun je wat ons betreft beter een dualband-repeater kopen. Op 5 GHz komen er bij onze tests her en der uitstekende resultaten uitrollen, met snelheden tot bijna 90 Mbit/s. Uiteraard is dit afhankelijk van je specifieke situatie, maar je hebt er zelf ook zeker de nodige invloed op tijdens het plaatsen. Je kunt er uiteraard ook voor kiezen om de verbinding met de router op de ene frequentie en die met de clients via de andere frequentie te laten lopen. In onze testopstelling had dit weinig tot geen effect, maar dat kan in een andere situatie natuurlijk weer anders zijn. Wij waren in ieder geval het meest te spreken over de ASUS RP-AC56, AVM Fritz!WLAN Repeater 1750E, NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450. De Linksys RE4100W (een dualband-N600-model) is een interessante dualband-repeater als je wat minder wilt uitgeven. Ook de Eminent EM4596 (een AC1200-model) valt in die klasse.

Een AC750-model zouden we niet meteen aanraden, met name omdat je voor hetzelfde geld meerdere betere AC1200-modellen kan kopen. Een nadeel van AC750 is dat er op 5 GHz gebruikgemaakt wordt van één enkele antenne-aansluiting. Dat is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het signaal. Maak je daarnaast verbinding met een 802.11n 5GHz-apparaat met een dergelijke repeater, dan valt de bandbreedte terug tot maximaal 150 Mbit/s. Dat is anno 2016 wat ons betreft niet meer de bedoeling.

©PXimport

Conclusie

Als je ervoor kiest om de problemen met de dekking van je draadloze netwerk op te lossen met behulp van een repeater, dan is het goed om je vooraf te realiseren wat je exact in huis haalt. Dat voorkomt teleurstellingen en dan ga je ook niet meteen voor de goedkoopste optie. Een duurder dualband-model is in de meeste gevallen te verkiezen boven een singleband-repeater. Als het even kan, kun je je het best hoofdzakelijk richten op 5 GHz bij het versterken van je draadloze netwerk. Dit zal echter zeker niet in alle gevallen mogelijk zijn. Hou er op 2,4 GHz in ieder geval rekening mee dat je vrijwel nooit enorme bandbreedtes overhoudt.

Welke repeater je ook neemt, alles staat of valt bij een goede plaatsing. Neem daar dus de tijd voor en onderzoek het goed. Dat scheelt de nodige frustraties in de toekomst. Op basis van onze test krijgt de ASUS RP-AC56 het Best getest-keurmerk, omdat hij net iets meer te bieden heeft dan de NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450, die het qua prestaties net zo goed doen. De Linksys RE4100W is de Redactietip. Het is de enige volwaardige (lees: simultane) dualband-repeater voor een bescheiden prijs, al is het een 802.11n-model.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 airfryers met bijzondere functies
© Grandbrothers - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 airfryers met bijzondere functies

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Zin in een lekkere maaltijd, maar niet in een vette hap? Dan is een airfryer wellicht iets voor je. De redactie van ID.nl zocht er vijf uit, die bovendien van bijzondere functies zijn voorzien.

Aan een airfryer kun je niets meer verbeteren, horen we je denken. Toch is dat niet zo, want hoewel deze handige apparaten al in menig keuken te vinden zijn, wordt er nog veel doorontwikkeld. Daarom valt de keuze dit keer op airfryers met bijzondere functies die je niet direct op iedere airfryer tegen komt.

Tefal EY905D Easy Fry & Grill Dual 8.3L XXL

Deze Tefal-airfryer heeft twee gescheiden kookzones waarmee je verschillende gerechten tegelijkertijd kunt klaarmaken. Beide zones kunnen apart worden ingesteld qua temperatuur en tijd. Hierdoor kun je gerechten bereiden die niet dezelfde bereidingstijd nodig hebben, maar wel op hetzelfde moment klaar moeten zijn, bijvoorbeeld kip en friet. De inhoud van 8,3 liter is ruim genoeg voor huishoudens van 3 tot 5 personen.

De bediening van deze airfryer is digitaal, met knoppen en een overzichtelijk scherm. Het apparaat heeft verder een timer, instelbare temperatuur tot 200 graden en antiaanbaklaag. Er zijn geen geavanceerde voorgeprogrammeerde standen, maar de basisfuncties zijn voldoende voor alledaags gebruik. De manden zijn uitneembaar en kunnen met de hand of in de vaatwasser worden schoongemaakt. Met de Tefal-app vind je handige gerechten voor deze airfryer.

Inventum GF1200HLD

Dit model van Inventum combineert de functies van een airfryer en heteluchtoven. Het apparaat heeft een inhoud van 12 liter en beschikt over een roterende mand, waarmee je bijvoorbeeld friet automatisch kunt laten draaien voor een gelijkmatig resultaat. Daarnaast zijn ook een grillrek, bakplaat en draaispit meegeleverd, zodat je verschillende bereidingswijzen kunt toepassen. De temperatuur is instelbaar tot 200 graden en de timer tot 90 minuten.

LEES OOK: Airfryer met één of twee lades? Zo kies je slim

De bediening bestaat uit fysieke knoppen met een klein digitaal display. Gebruikers geven aan dat de prestaties stabiel zijn, en dat vooral de draaimand goed werkt bij snacks en aardappelproducten. Er is geen stoomfunctie of slimme aansturing. De buiten- en onderkant worden tijdens gebruik warm, dus plaatsing op een hittebestendig oppervlak is aanbevolen.

Ninja Foodi SP101EU

De Ninja Foodi SP101EU is opvallend in die zin dat het eruit ziet en werkt als een oven, maar toch airfryer-functionaliteit heeft. Het heeft dan ook acht functies: heteluchtfrituren, bakken, braden, grillen, drogen, roosteren, warmhouden en een aparte bagelstand. De oven heeft een vermogen van 2400 watt en verwarmt snel op, met een opwarmtijd van ongeveer 60 seconden. Door de combinatie van zes infrarood verwarmingselementen en luchtcirculatie wordt voedsel gelijkmatig bereid. De temperatuur en bereidingswijze worden digitaal ingesteld via een bedieningspaneel.

Bij de oven worden standaard een bakplaat, een heteluchtfrituurmand en een rooster geleverd. Het apparaat is geschikt voor verschillende soorten gerechten, van ovenschotels tot broodjes en gegrilde groenten. Dankzij het ontwerp en de functies kan de oven ook worden gebruikt als alternatief voor een traditionele heteluchtoven.

Ninja Foodi Dual Zone AF400EUWH

De Ninja Foodi AF400EU beschikt over twee aparte manden van elk 4,75 liter. Dit maakt het mogelijk om twee gerechten tegelijk te bereiden, met verschillende instellingen qua tijd en temperatuur. De zogenaamde 'Match Cook'- en 'Sync Finish'-functies zorgen ervoor dat je gerechten op hetzelfde moment klaar zijn, zelfs als deze andere bereidingstijden hebben. De bediening is volledig digitaal, met zes automatische kookprogramma’s zoals max crisp, air fry, roast en bake.

LEES OOK: Dit zijn de meestgemaakte fouten met airfryers (en zo voormijd je ze)

Je kunt de temperatuur instellen vanaf 40 tot 240 graden Celsius en het maximum vermogen is 2470 Watt. De binnenmanden zijn voorzien van een keramische antiaanbaklaag en kunnen in de vaatwasser. Het apparaat is relatief groot, dus dat is wel iets om rekening mee te houden als de ruimte in je keuken beperkt is. Gebruikers van de AF400EUWH waarderen de stille werking en de mogelijkheid om flexibel te koken zonder tussendoor schoon te maken of het apparaat opnieuw in te stellen.

Princess 1.182068.01.001

Met de Princess 1.182068.01.001 Double Basket Airfryer kun je twee gerechten tegelijk bereiden, dankzij de dubbele mand. Het apparaat staat los op het aanrecht en heeft een zwart ontwerp dat in de meeste keukens past . Je bedient het eenvoudig via het LED-display en de touchknoppen. Er zijn acht programma’s, een timer en je kunt de temperatuur zelf instellen tot 220 °C. De totale inhoud is 8 liter, genoeg voor ongeveer zes porties.

Tijdens het gebruik blijven de handvatten koel, en bij oververhitting schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit. De losse onderdelen – inclusief de binnenbakken – mogen gewoon in de vaatwasser. Met een vermogen van 2400 watt warmt de airfryer snel op en bereid je je eten gelijkmatig. Of je nu frietjes bakt of kip grilt, deze airfryer maakt het eenvoudig zonder veel gedoe.

▼ Volgende artikel
Voorjaarsklus: verzakt terras of pad zelf herstellen? Zo doe je dat!
© Irina Zharkova
Huis

Voorjaarsklus: verzakt terras of pad zelf herstellen? Zo doe je dat!

Het is lente, en dat is hét moment om allerlei klusjes in de tuin aan te pakken. Heb je een terras of pad dat in de loop van tijd wat is verzakt? Daarvoor hoef je geen stratenmaker in te huren, dat kun je prima zelf weer herstellen. Hoe je dat doet, lees je in deze uitgebreide handleiding.

In dit artikel lees je: • Waardoor bestrating verzakt en hoe je dat voorkomtHoe je verzakte plekken herkent en beoordeeltHoe je stenen of tegels veilig verwijdertHoe je het zandbed ophoogt en de bestrating weer vlak maaktHoe je opsluitbanden opnieuw plaatst of verstevigtWat je kunt doen bij schade door wortelsHoe je verzakking door mollen voorkomt en herstelt

Lees ook: Zo leg je zelf een terras aan

Het gebeurt regelmatig dat (sier)bestrating verzakt. Vaak ligt dat aan een instabiele ondergrond, slechte afwatering, zand dat is weggespoeld door regen of een te zware belasting. Door hier bij de aanleg of tijdens het herstel al rekening mee te houden, voorkom je veel problemen. Denk bijvoorbeeld aan voldoende ophoogzand, goede opsluitbanden en een slimme afwatering.

Probleemplekken identificeren

Je ziet het meestal snel als een pad of terras verzakt is. Zeker als regenwater blijft staan op plekken waar het niet weg kan. Vaak ligt dat aan een deel van de bestrating dat letterlijk is ingezakt. Ook als stenen zijn gaan schuiven of er kieren ontstaan, heb je waarschijnlijk te maken met verzakking. Dat gebeurt vaak wanneer opsluitbanden niet stevig genoeg geplaatst zijn en langzaam naar buiten zijn gedrukt of gekanteld.

©MG | ID.nl

👷 Dit heb je nodig voor je klus


• Goede werkhandschoenen

Waterpas

• Metseldraad

• Balk of lat


Rubberen hamer

• Bats of spade

• Ophoogzand

Tegels wippen

Zelfs de kleinste verzakking kan er al voor zorgen dat er water blijft liggen, omdat water nu eenmaal de weg van de minste weerstand kiest, dus het is belangrijk dat je goed in kaart brengt waar bij jou alle verzakkingen zitten. Leg een lange, rechte lat over het deel dat is weggezakt of gebruik een waterpas . Zo zie je hoe scheef het ligt. Een lange lat werkt het best als je die op zijn smalle kant neerlegt. Leg je hem plat, dan buigt hij makkelijk door en geeft hij een vertekend beeld.

NK Tegelwippen 2025

Doet jóúw woonplaats al mee?

Heb je duidelijk welk stuk verzakt is en dus opgehoogd moet worden, dan haal je daar de tegels of stenen weg. Bij randen zonder opsluitband lukt dat meestal met je handen of een klein schepje. Zit het probleem ergens in het midden van het terras, dan heb je er iets meer werk aan.

©MG | ID.nl

Doe dat wel voorzichtig: je wilt schade aan de tegels natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Ga dus niet wrikken met een spade of schep. Beter gebruik je twee platte schroevendraaiers. Zet ze aan weerszijden van de steen en wip deze voorzichtig los. Geen oude schroevendraaiers bij de hand? Dan kun je ook lange, dikke spijkers of schroeven gebruiken. Draag daarbij wel handschoenen.

Stenen 'opzuigen'
Er bestaan ook zuignapsystemen voor bestrating, vergelijkbaar met zuignapsystemen om bijvoorbeeld grote glasplaten te plaatsen. Deze apparaten zijn te huur bij specialistische bedrijven, maar zijn eigenlijk vooral geschikt voor zeer grote, zware tegels. De de huurprijs kan liggen tussen de 20 en 30 euro per dag.

Is de eerste steen eruit, dan volgen de andere meestal vanzelf. Haal ze als het kan met de hand eruit, zo blijft het zandbed eronder zoveel mogelijk intact.

Hoogte bepalen

Ligt het verzakte deel open, dan kun je het zandbed ophogen. Gebruik een rechte lat of metseldraad om de juiste hoogte af te stemmen op de rest van het terras. De lat of het draad laat je dan van links naar rechts lopen vanaf de hoogte van de niet-verzakte bestrating. Vervolgens schep je er ophoogzand bij en controleer je – door een tegel of steen neer te leggen – of het zandbed op de goede hoogte is gebracht. Vergeet niet dat je ongeveer 3 tot 5 millimeter hoger legt dan de rest van de bestrating. De tegel of steen sla je er immers nog een stukje in.

©MG | ID.nl

Ligt alles op zijn plek? Leg dan een stevige balk of plank (die je op op z'n kant legt) op de nieuwe bestrating en tik er met een rubberen hamer op. Zo werk je kleine hoogteverschillen weg.

©MG | ID.nl

Tot slot veeg je overtollig straatzand in de voegen. Je kunt ook inveegzand gebruiken dat onkruidwerend is. Dat werkt vooral goed bij nieuw aangelegde terrassen die nog onkruidvrij zijn, dus voornamelijk bij nieuw aan te leggen terrassen.

Lees ook: Het belang van goede tuindrainage

Opsluitbanden (her)plaatsen

Zijn de randen van je terras verzakt of verschoven en heb je daar opsluitbanden liggen? Dan zijn die waarschijnlijk gaan kantelen of wijken ze naar buiten uit. Dat zie je vaak bij opritten die hoger liggen dan de omliggende grond. Zit er aan de buitenzijde te weinig grond, dan geven die opsluitbanden niet genoeg tegendruk.

In zo’n geval kun je proberen de banden opnieuw in te graven. Lukt dat niet, maar wil je ze wel verstevigen? Zet ze dan – nadat je ze natuurlijk in de hoogte ook waterpas hebt gezet – vast in beton. Dat kan gewoon met kant-en-klare betonmortel uit de bouwmarkt. Alleen wat water erbij en het hardt vanzelf uit.

©Bron: YouTube / Papaklust

Beschadigde bestrating door wortels

Wortels van bomen en struiken kunnen ervoor zorgen dat je bestrating niet verzakt, maar juist omhoog komt. Je ziet dan een bult in het terras en losse tegels. In dat geval moet je eerst de wortels aanpakken. Daarnaast moet je extra zand aanbrengen om de vrijgekomen ruimte op te vullen.

©MG | ID.nl

Wortels kunnen ervoor zorgen dat de bestrating omhoog komt.

Verwijder uitgelopen wortels zo veel mogelijk buiten de bestrating zelf: het heeft geen zin om wortels vlak vóór of in het bestratingsdeel af te zagen of af te steken. Binnen enkele maanden zullen ze namelijk weer voor hetzelfde probleem zorgen. Helemaal tegenhouden lukt niet, maar je kunt wel voorkomen dat ze omhoog komen. Gebruik daarvoor worteldoek. Dat stuurt de wortels onder je bestrating horizontaal verder.

Zoeken naar worteldoeken

Bescherm je terras tegen wortels en onkruid

Let op: worteldoek werkt vooral bij kleinere wortels. Grote wortels kunnen alsnog schade veroorzaken. Een bijkomend voordeel van worteldoek is dat het onkruidgroei tegengaat. Worteldoek leg je overigens aan bij een compleet nieuw terras of bestrating. Wil je worteldoek gebruiken bij het herstellen van een terras of pad, dan moet je eigenlijk helemaal opnieuw beginnen, omdat het worteldoek onder de gehele bestrating en onder het niveau van het straatzand komt te liggen.

Mollen

Mollen maken niet alleen je gazon kapot, ze kunnen ook zorgen voor verzakking van je bestrating. Door gangen onder je terras te graven, ontstaat er instabiliteit. Storten die gangen in, dan zakken de tegels weg. Bij dit soort verzakkingen heb je vaak veel zand nodig voor herstel.

Lees ook: Acht manieren om je tuin te beschermen tegen ongedierte

©MG | ID.nl

Mollen graven gangen en die kunnen ervoor zorgen dat je bestrating verzakt.

Mollen zijn lastig te weren, maar je kunt het ze wel moeilijker maken. Hoe diverser je beplanting, hoe minder aantrekkelijk je tuin is voor mollen: wortels vormen obstakels. Wil je specifiek je terras beschermen, dan kun je een mollennet plaatsen. Dat graaf je verticaal in langs de randen van je terras, tot zo'n 70 cm diep. Deze klus kun je prima uitvoeren na het ophogen, want je hoeft alleen de zijkanten aan te pakken.

Vraag een offerte aan voor hovenier: