ID.nl logo
De 17 beste wifi-repeaters van dit moment
© PXimport
Zekerheid & gemak

De 17 beste wifi-repeaters van dit moment

Je kunt bijna nooit genoeg wifi-dekking hebben en vaak geldt dat de dekking niet overal in huis goed genoeg is. Een wifi-repeater is op het eerste gezicht een elegante manier om het draadloze netwerk alle uithoeken van je huis te laten bereiken. Wij zijn hier eens wat dieper ingedoken en hebben er zeventien getest.

Er zullen vast mensen zijn die hele dagen met een grote glimlach rondlopen vanwege de kwaliteit van het draadloze netwerk bij hen thuis. Dat is waarschijnlijk wel een grote minderheid. Het merendeel van de bevolking zal af en toe behoorlijk foeteren op het bereik en/of de doorvoersnelheid van de wifi. Draadloze routers worden weliswaar steeds krachtiger op het gebied van wifi, dat geldt dan echter met name voor de 5GHz-band. De bandbreedte daarvan mag dan fors vergroot zijn sinds de komst van 802.11ac, het bereik blijft relatief gezien povertjes. Voor bereik moet je nog steeds bij 2,4 GHz zijn, maar ook die frequentie schiet vaak tekort. Als je op een lastig te bereiken plaats al bereik hebt, dan kun je er vaak niets mee omdat het signaal veel te zwak is. Lees ook: 10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk.

Om bovenstaand probleem het hoofd te bieden, kun je drie routes bewandelen: kabels trekken, een netwerkje van powerline-adapters (met wifi) aanleggen of een repeater kopen. In dit artikel gaan we ons bezighouden met die laatste optie.

Een repeater is een op het eerste gezicht elegante oplossing als je problemen hebt met het bereik van je draadloze netwerk. Hij doet namelijk alles draadloos: het signaal komt draadloos bij de repeater aan en wordt draadloos doorgezet naar de aangesloten apparaten. Aangezien verreweg de meeste repeaters op de markt rechtstreeks in het stopcontact gestopt kunnen worden, kunnen ze ook betrekkelijk onopvallend hun werk doen. Voor dit artikel hebben we maar liefst zeventien repeaters getest. De verschillen onderling zijn niet van dien aard dat we ze allemaal los bespreken, we richten ons op enkele algemene trends die zichtbaar zijn. We kijken hierbij naar prestaties, maar uiteraard ook naar de mogelijkheden.

Halvering van de bandbreedte

Als er iets typerend is voor repeaters vergeleken met andere netwerkapparatuur, dan is het wel dat er geen gebruikgemaakt wordt van kabels. Alles gaat dus draadloos.

Repeaters in het consumentensegment maken gebruik van één enkele radio per frequentie. Dat wil zeggen dat op zowel 2,4 GHz als 5 GHz (bij dual-bandmodellen) zowel de ontvangst als het verzenden geschiedt door één enkele chip (waarbij de twee frequentiebanden wel elk hun eigen radiochip hebben overigens). Een logisch gevolg is dat de beschikbare bandbreedte die overblijft voor het versterkt doorgestuurde signaal een stuk lager is dan die van het binnenkomende signaal. In de praktijk zwakt het doorgestuurde signaal uiteraard ook nog wat af voor het bij een client is, waardoor er nog wat minder bandbreedte daadwerkelijk aankomt bij de client. In het algemeen moet je er rekening mee houden dat je soms niet veel meer dan dertig procent van de originele bandbreedte overhoudt, waarmee we het signaal bedoelen zoals het bij de repeater arriveert. Dat betekent dus ook dat het bronsignaal (het draadloze signaal van de router) ook van een goede kwaliteit moet zijn. Met een goede repeater kun je een zwakke router niet helpen.

Om het signaal voor de meeste toepassingen een beetje bruikbaar te houden, moet er via de 2,4GHz-band een signaal bij de repeater arriveren dat ruim meer dan 50 Mbit/s aan bandbreedte biedt. Dat kan een behoorlijke uitdaging zijn, maar is wel erg belangrijk, want van die bandbreedte blijft op basis van onze tests in de meeste gevallen maximaal 20-25 Mbit/s over. Zak je (ver) onder deze bandbreedte, dan heb je wellicht nog altijd een zeer krachtig signaal over, maar heb je er vrijwel niets aan. Zeker niet als je er met meerdere apparaten verbinding mee wilt maken.

Plaatsing

Voor een repeater is de juiste plaatsing van cruciaal belang. Stop je hem te dicht bij het bronsignaal in een stopcontact, dan heb je weliswaar een uitstekend inkomend signaal maar is de kans groot dat je alsnog niet overal afdoende bereik hebt. Kies je een stopcontact dat te ver weg is van de bron, dan is het signaal dat bij de repeater binnenkomt niet meer goed genoeg. Je hebt dan weliswaar een uitstekend bereik in de uithoeken van je huis, maar een zeer beperkte bandbreedte. Uiteraard ben je bij het plaatsen afhankelijk van de beschikbaarheid van stopcontacten. Hij kan nog zo goed tot zijn recht komen op een bepaalde plaats, als er geen stopcontact in de buurt is, moet je toch verder gaan kijken. Om er zeker van te zijn dat je de repeater op de juiste locatie in huis plaatst, kun je een app zoals WiFi Analyzer (alleen Android) gebruiken of aan de slag gaan met de inSSIDer-software van Metageek. Uiteraard helpt ook de op de repeater aanwezige verlichting hierbij. In het algemeen geldt dat je de repeater daar moet plaatsen waar je nog een goede tot zeer goede signaalsterkte meet. Er mag bij de led-indicatoren op de repeaters best een streepje van de maximale sterkte af zijn, maar meer zouden we niet aanraden. Baseer je de plaatsing op gegevens uit software van derden, dan raden we aan om ervoor te zorgen dat je signaal maximaal zo tussen de -50 en -60 dBm zit. In de praktijk zal je bij het plaatsen van een dualband-repeater vrijwel altijd iets moeten schipperen en meerdere locaties proberen. Wat optimaal is voor 2,4 GHz, kan voor 5 GHz al te ver weg zijn. Andersom geldt uiteraard hetzelfde.

©PXimport

Simultaan dualband

Heb je een dualband-router, dan heb je tegenwoordig de keuze uit legio dualband-repeaters, inmiddels ook al grotendeels met 802.11ac-ondersteuning. Varianten die we zijn tegengekomen tijdens onze tests zijn AC750, AC1200, AC1750 en AC1900. AC750 maakt gebruik van één enkele datastroom op 802.11ac (5 GHz), AC1200 van twee en AC1750 en AC1900 van drie. De laatste variant kom je eigenlijk alleen maar tegen in desktopmodellen ter grootte van een router. Die hebben we voor dit artikel niet getest. AC1750 wordt wel in stopcontactmodellen gestopt, maar zorgt ervoor dat dit behoorlijk forse apparaten zijn. De term ‘onopvallend’ is hierop in ieder geval niet van toepassing. Er is verder nog een onderscheid tussen apparaten die gelijktijdig (in het Engels: concurrent of simultaneous) dualband zijn en apparaten waarbij je de verbinding met de router via 2,4 óf via 5 GHz kunt leggen (beide verbindingen tegelijkertijd is dan niet mogelijk). De D-Link DAP-1620 en Eminent EM4596 behoren tot deze laatste categorie, alle andere dualband-modellen kunnen tegelijkertijd via 2,4 en 5GHz verbinding met de router maken.

©CIDimport

Cross-Band, Express Way en FastLane

Ook voor het 5GHz-signaal geldt dat dit voldoende bandbreedte moet hebben bij aankomst bij de repeater. Wil je ook echt beide frequenties gaan gebruiken, dan kan de plaatsing van de repeater voor de nodige hoofdpijn zorgen (zie kader ‘Plaatsing’). Om dualband-repeaters een in theorie wat zinvollere invulling te geven, hebben verschillende fabrikanten een list bedacht. Althans, ze hebben een technologie hun eigen naam gegeven. Linksys heeft het over Cross-Band, ASUS over Express Way en NETGEAR over FastLane. Hiermee wordt bedoeld dat je zelf kan instellen welke frequentie de repeater gebruikt voor de link tussen router en repeater en welke hij gebruikt voor de verbinding met clients. Dit heeft ook als gevolg dat de halvering van de bandbreedte niet meer vanzelfsprekend is, omdat je nu niet dezelfde frequentie gebruikt voor beide signalen.

©CIDimport

Let wel, je hebt nu aan beide ‘kanten’ van de repeater maar één enkele frequentie tot je beschikking. Heb je nog veel apparatuur die alleen via 2,4 GHz verbinding kan maken, dan is dit iets om rekening mee te houden. Standaard staat het overigens bij ASUS en NETGEAR uitgeschakeld. Bij Linksys staat het standaard aan, maar daar bepaalt de repeater zelf welke frequenties er gebruikt worden en zou je dus ook met alleen 2,4GHz-apparaten altijd verbinding moeten kunnen maken. In de praktijk is het echter nog maar de vraag wat je aan deze technologieën hebt. Je loopt hier namelijk ook weer tegen het probleem aan dat de optimale plaatsing voor de ene frequentie, niet per se leidt tot de beste prestaties voor de andere. Voor 5 GHz moet je relatief dichtbij de router zijn, maar dan is het mogelijk dat je nog altijd niet overal bereik hebt. Sluit je de repeater middels 2,4 GHz aan op de router, dan kan het zijn dat het 5GHz-signaal dat de repeater uitzendt nog altijd niet in alle uithoeken van je huis komt.

Installeren

Alle repeaters in deze test kunnen met een router verbonden worden via WPS. Wij zijn daar nooit zo’n voorstander van, omdat de repeater dan een zwarte doos blijft en je er zelf geen invloed op hebt wat er allemaal gebeurt. Gelukkig zijn alle apparaten ook via een webinterface te installeren. Dan heb je veel beter een vinger aan de pols met betrekking tot wat er wel en niet gebeurt. Je kunt er dan bijvoorbeeld meteen voor kiezen om het signaal van de repeater wel of niet dezelfde netwerknaam (SSID) te geven als het bronsignaal. Niet iedere repeater denkt hier standaard namelijk hetzelfde over, al zie je wel duidelijk dat nieuwere modellen onderscheid maken tussen het bronsignaal en het signaal van de repeater. Dat heeft overigens ook onze voorkeur, al was het maar omdat je dan zeker weet dat je nooit te lang blijft hangen op het zwakke bronsignaal. Je kunt dan immers handmatig naar het signaal van de repeater overschakelen. Tijdens het installeren van een repeater moet je er tot slot niet van staan te kijken als iets af en toe gewoon niet blijkt te werken. We hebben bij meerdere modellen meerdere keren de installatieprocedure moeten doorlopen om een en ander werkend te krijgen en soms duurt het ook even voor de verbinding tussen repeater en router daadwerkelijk functioneert. Opvallend is in dit opzicht overigens wel dat de ‘grote’ namen (ASUS, AVM, Linksys, NETGEAR, TP-Link) duidelijk minder problemen geven dan de andere merken.

©PXimport

Extra’s

Een repeater is in essentie geen bijster spannend apparaat. Om hem toch wat op te laten vallen, hebben vrijwel alle fabrikanten hun best gedaan om er net dat beetje extra in te stoppen. Dat begint met de verlichting, die dus ook aangeeft wat de kwaliteit van het signaal is. Op de ASUS RP-N14 is dit het vernuftigst gedaan. Daar geeft de blauwe ledstrip aan of de repeater op een bruikbare locatie staat, een beetje zoals dat met een statusbalkje gaat in Windows. De ZyXEL WRE2206 doet ook iets bijzonders met verlichting. Die verlichting geeft niet alleen informatie over de kwaliteit van de verbinding, maar ook over het aantal aangesloten clients. Bij zowel ASUS als ZyXEL, waar de verlichting het meest prominent aanwezig is, kan dit naar wens ook uitgeschakeld worden. Verder is dat ook bij AVM en bij TP-Link mogelijk. Bij de andere deelnemers hebben we deze mogelijkheid niet kunnen vinden.

Een tweede extra is zichtbaar bij de modellen van ASUS en Linksys, namelijk een 3,5mm-aansluiting waarop je actieve speakers aan kunt sluiten. Je kunt dan bijvoorbeeld vanuit Windows Media Player rechtstreeks op die speakers afspelen, maar ook andere apps en software met DLNA-ondersteuning kan gebruikt worden. ASUS voegt hier nog ondersteuning voor internetradio aan toe. Een trend die een beetje over lijkt te waaien uit de wereld van de powerline-adapters, is het integreren van een stopcontact in repeaters. In ons testveld beschikken de Linksys RE6700 en de Sitecom WLX-2007 hierover. Op zich handig, omdat je nu geen stopcontact verliest. Echt cruciaal is het wat ons betreft niet en het maakt die apparaten ook weer wat groter. De WLX-2007 – een singleband-repeater – krijgt hierdoor een veel forsere omvang dan andere producten in zijn klasse.

©PXimport

Testmethode

We hebben alle repeaters in deze test in een thuisomgeving getest. Als router hebben we voor de Linksys EA7500 gekozen, een goed presterende en niet overdreven dure router. Deze router staat op de begane grond in de hoek van de woonkamer. De dekking op de eerste verdieping is vrijwel overal goed, aangezien we hier te maken hebben met een huis uit 1928, met houten vloeren. Op 2,4 GHz halen we met een Samsung Galaxy S7 edge scores die tot boven de 60 Mbit/s oplopen, op 5 GHz komen we makkelijk op 120 Mbit/s uit. De metingen zijn gedaan met Speedtest.net. Op de tweede verdieping blijft er echter niet meer dan zo’n 3 Mbit/s over van het signaal. Dit heeft te maken met de vloer tussen de eerste en de tweede verdieping, waar glaswol tussen zit met een aluminium toplaag. Op de plek op de eerste verdieping waar we de te testen repeaters één voor één in het stopcontact steken, halen we 56 Mbit/s op 2,4 GHz en 120 Mbit/s op 5 GHz. Voor de volledigheid hebben we ook op alle plaatsen waar we getest hebben, de signaalsterkte gemeten met behulp van WiFi Analyzer. In de tabel ‘Waarden zonder repeater’ kun je de verschillende scores bekijken. De aanduiding ‘locatie repeater’ is op de eerste verdieping waar het netwerk nog dekking heeft, terwijl de tweede verdieping de locatie is waar we de prestaties van de repeaters hebben gemeten.

Welke moet ik nu hebben?

Allerlei extra’s zijn uiteraard mooi meegenomen, maar de grote vraag is natuurlijk welke repeaters er op de shortlist van kooptips terecht moeten komen. Naast de hierboven besproken eigenschappen, zijn de prestaties uiteraard van cruciaal belang. Gebaseerd op de resultaten bij onze tests zouden we singleband-repeaters links laten liggen. Op zich zijn de prestaties op 2,4 GHz in het algemeen zeker niet enorm beroerd, maar 15-25 Mbit/s is wel op het randje wat ons betreft. Voor wat surfen voor het slapen gaan geen probleem, met drie personen ieder een Netflix-stream kijken is te veel gevraagd. Het valt overigens op dat meerdere singleband-modellen het op deze frequentie beduidend beter doen dan de duurdere dualband-repeaters op dezelfde frequentie. Neem je toch genoegen met deze bandbreedte, dan is de extreem kleine en goed presterende ZyXEL WRE2206 absoluut een optie. De ASUS RP-N14 is ook lekker klein en iets veelzijdiger, maar presteert duidelijk minder in onze tests. De Sitecom WLX-2007 doet het dan een stuk beter, al hadden we daar wel de nodige problemen tijdens de installatie. De TP-Link TL-WA855RE is ten slotte ook nog een optie.

©PXimport

Al met al kun je wat ons betreft beter een dualband-repeater kopen. Op 5 GHz komen er bij onze tests her en der uitstekende resultaten uitrollen, met snelheden tot bijna 90 Mbit/s. Uiteraard is dit afhankelijk van je specifieke situatie, maar je hebt er zelf ook zeker de nodige invloed op tijdens het plaatsen. Je kunt er uiteraard ook voor kiezen om de verbinding met de router op de ene frequentie en die met de clients via de andere frequentie te laten lopen. In onze testopstelling had dit weinig tot geen effect, maar dat kan in een andere situatie natuurlijk weer anders zijn. Wij waren in ieder geval het meest te spreken over de ASUS RP-AC56, AVM Fritz!WLAN Repeater 1750E, NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450. De Linksys RE4100W (een dualband-N600-model) is een interessante dualband-repeater als je wat minder wilt uitgeven. Ook de Eminent EM4596 (een AC1200-model) valt in die klasse.

Een AC750-model zouden we niet meteen aanraden, met name omdat je voor hetzelfde geld meerdere betere AC1200-modellen kan kopen. Een nadeel van AC750 is dat er op 5 GHz gebruikgemaakt wordt van één enkele antenne-aansluiting. Dat is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het signaal. Maak je daarnaast verbinding met een 802.11n 5GHz-apparaat met een dergelijke repeater, dan valt de bandbreedte terug tot maximaal 150 Mbit/s. Dat is anno 2016 wat ons betreft niet meer de bedoeling.

©PXimport

Conclusie

Als je ervoor kiest om de problemen met de dekking van je draadloze netwerk op te lossen met behulp van een repeater, dan is het goed om je vooraf te realiseren wat je exact in huis haalt. Dat voorkomt teleurstellingen en dan ga je ook niet meteen voor de goedkoopste optie. Een duurder dualband-model is in de meeste gevallen te verkiezen boven een singleband-repeater. Als het even kan, kun je je het best hoofdzakelijk richten op 5 GHz bij het versterken van je draadloze netwerk. Dit zal echter zeker niet in alle gevallen mogelijk zijn. Hou er op 2,4 GHz in ieder geval rekening mee dat je vrijwel nooit enorme bandbreedtes overhoudt.

Welke repeater je ook neemt, alles staat of valt bij een goede plaatsing. Neem daar dus de tijd voor en onderzoek het goed. Dat scheelt de nodige frustraties in de toekomst. Op basis van onze test krijgt de ASUS RP-AC56 het Best getest-keurmerk, omdat hij net iets meer te bieden heeft dan de NETGEAR EX6150 en TP-Link RE450, die het qua prestaties net zo goed doen. De Linksys RE4100W is de Redactietip. Het is de enige volwaardige (lees: simultane) dualband-repeater voor een bescheiden prijs, al is het een 802.11n-model.

▼ Volgende artikel
9 fouten die je smartphone langzamer, kwetsbaarder of onveiliger maken
© Pakorn
Huis

9 fouten die je smartphone langzamer, kwetsbaarder of onveiliger maken

Van bankzaken tot foto's, van notities tot navigatie: we kunnen geen dag meer zonder onze smartphone. Toch gaan we er vaak verrassend slordig mee om. Gevolg: onnodige slijtage, een accu die sneller leegloopt of in het ergste geval verloren data. Van verkeerd opladen tot onveilig gebruik: 9 smartphonefouten om nooit meer te maken.

Alle 9 fout:

• Altijd aan de oplader laten hangen • Geen hoesje en screenprotector gebruiken • Updates uitstellen • Onbeveiligde wifi-netwerken gebruiken • Altijd alle app-rechten accepteren • Geen back-ups maken • Niet oppassen met regen • Telefoon niet vergrendelen • Geen opslagruimte vrijmaken

Lees ook: Waarom je geregeld je smartphone moet herstarten


Zeg eens eerlijk: zou jij zonder je smartphone kunnen? Nee, wij ook niet. Een beetje extra liefde en aandacht kan dan ook nooit kwaad. Hieronder lees je met welke 9 slechte smartphone-gewoontes je het beste zo snel mogelijk stopt.

❌ 1. Altijd aan de oplader laten hangen

Veel mensen laden hun smartphone standaard 's nachts op, zodat de accu de volgende ochtend op de volle 100% zit. Praktisch, maar op lange termijn funest voor je accu. De meeste lithium-ionbatterijen slijten sneller als ze constant op maximale capaciteit blijven hangen. Ook het opladen tot 100% én blijven doorladen nadat die limiet is bereikt, versnelt die slijtage. Moderne toestellen hebben vaak een instelling om het laden automatisch te pauzeren rond 80% of pas door te gaan vlak voordat je wekker gaat. Bij deze slimme laadoptimalisatie leert het toestel je gebruikspatroon: als je bijvoorbeeld altijd om 7.00 uur opstaat, wordt je telefoon 's nachts maar tot zo'n 80% opgeladen. Pas tegen de tijd dat je doorgaans wakker wordt, laadt hij door tot 100%. Zo wordt de tijd dat de accu volledig vol is tot een minimum beperkt, wat de slijtage vermindert. Door dat soort functies slim te gebruiken en je telefoon liever tussendoor kort bij te laden, verleng je de levensduur van je batterij. 

❌ 2. Geen hoesje of screenprotector gebruiken

Hoe mooi en strak een smartphone er ook uitziet zonder hoesje, een ongeluk zit in een klein hoekje. Eén keer laten vallen op de stoep of tegelvloer is vaak genoeg voor een gebarsten scherm, beschadigde hoeken of zelfs interne schade. En krassen ontstaan al door sleutels in je jaszak of een korreltje zand op tafel. Een hoesje en een goede screenprotector kosten weinig, maar voorkomen dure reparaties. Wie zijn telefoon dagelijks intensief gebruikt, kan eigenlijk niet zonder extra bescherming.

©samuli

❌ 3. Updates steeds uitstellen

Je telefoon meldt braaf dat er een update klaarstaat, maar jij drukt op 'later'. Herkenbaar? Veel mensen stellen updates weken- of maandenlang uit. Daar kleeft een risico aan. Beveiligingsupdates dichten vaak bekende lekken waar kwaadwillenden actief misbruik van maken. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat je kwetsbaar bent voor phishing, malware of datalekken. Ook kunnen apps op een gegeven moment stoppen met goed functioneren als je besturingssysteem te ver achterloopt. Plan updates dus op een moment dat je je telefoon even niet nodig hebt – bijvoorbeeld voor het slapengaan. Zet automatische updates aan waar dat kan, zodat je er geen omkijken meer naar hebt.

❌ 4. Onbeveiligde wifi-netwerken gebruiken

Gratis wifi in de trein, het hotel of een café lijkt handig, maar is vaak slecht beveiligd. Iedereen kan erop, en in sommige gevallen zet een kwaadwillende zelfs een netwerk op dat lijkt op het officiële netwerk, maar bedoeld is om mee te kijken. Zodra jij verbinding maakt en bijvoorbeeld je e-mail of bankapp opent, kunnen je gegevens zichtbaar worden. Gebruik voor gevoelige handelingen liever mobiele data, of schakel een VPN in die je verbinding versleutelt.

❌ 5. App-rechten blindelings accepteren

Bij het installeren van een nieuwe app drukken veel mensen gedachteloos op 'Toestaan'. Toch vraagt zo'n app soms toegang tot functies die niet logisch zijn: je camera, je locatie, je microfoon of je contactpersonen, terwijl dat niks te maken heeft met wat de app doet. Sommige apps verzamelen die informatie voor reclamedoeleinden of om je gedrag te analyseren. Ga daarom na installatie altijd even naar de instellingen om te checken welke rechten zijn ingeschakeld. In de meeste gevallen kun je die per stuk uitzetten zonder dat de app minder goed werkt. Minder toegang betekent simpelweg minder risico.

❌ 6. Geen back-ups maken

Zolang je telefoon het doet, denk je er niet aan. Maar als hij crasht, gestolen wordt of uit je handen glijdt en niet meer opstart, ben je alles kwijt: foto's, gesprekken, notities, contacten. Met een automatische back-up via iCloud, Google Drive of een andere dienst voorkom je dat risico. Je kunt vaak instellen dat alleen via wifi wordt geback-upt, zodat je databundel er niet aan gaat. En het kost je geen moeite: eenmaal ingesteld gebeurt het vanzelf. Maak daarnaast af en toe een handmatige back-up op een externe schijf of computer, vooral voor belangrijke foto's of werkbestanden.

❌ 7. Je telefoon gebruiken in de regen zonder bescherming

Veel moderne smartphones zijn waterbestendig, maar dat betekent niet dat je ze zonder nadenken kunt gebruiken in de regen of op het strand. Waterdicht is iets anders dan waterbestendig: het toestel kan spatjes verdragen, maar langdurige blootstelling of indringing via openingen als de speaker of usb-poort blijft risicovol. Zeker als je belt terwijl het regent, kan in het toestel komen. Gebruik daarom bij slecht weer een waterdichte hoes of opbergzakje, en droog je telefoon goed af als hij nat is geworden. Beter voorkomen dan moeten herstellen.

©nito

❌ 8. Geen vergrendeling instellen

Een telefoon zonder beveiliging is geen goed idee. Verlies je 'm, dan krijgt de vinder direct toegang tot je foto's, berichten, e-mails en apps. Zelfs gevoelige informatie zoals bankgegevens of wachtwoorden kan zo in verkeerde handen vallen. Een simpele pincode, patroon of – nog beter – vingerafdruk of gezichtsherkenning is de eerste verdedigingslinie. Activeer ook 'Zoek mijn toestel' of 'Find My iPhone', zodat je je toestel kunt blokkeren, lokaliseren of op afstand wissen. Je merkt er tijdens dagelijks gebruik weinig van, maar in geval van verlies of diefstal ben je jezelf dankbaar dat je het hebt ingesteld.

❌ 9. Geen opslagruimte vrijmaken

Een vol geheugen maakt je telefoon trager, apps lopen vast en nieuwe foto's worden niet meer opgeslagen. Toch laten veel mensen bestanden en apps die ze niet meer gebruiken gewoon staan. Ga regelmatig door je foto's, video's en downloads. Verwijder schermafbeeldingen, dubbele foto's of TikTok-video's die je ooit opsloeg maar nooit meer bekijkt. Zet grotere bestanden over naar de cloud of naar een externe schijf. Installeer ook geen tientallen apps die je nooit opent. Een opgeruimd toestel werkt sneller, stabieler en geeft je letterlijk ruimte om nieuwe herinneringen vast te leggen.

📱 Jij bent de smart in smartphone

Je ziet: met een paar simpele aanpassingen maak je al het verschil. Door deze 9 slechte gewoontes overboord te gooien, blijft je smartphone sneller, veiliger en langer bruikbaar. Doen, dus!

Telefoonhoesje nodig?

Kies uit meer dan 300.000 exemplaren

▼ Volgende artikel
Inductiekookplaat schoonmaken? Dit is de beste manier
© Natalia
Huis

Inductiekookplaat schoonmaken? Dit is de beste manier

Koken op een inductiekookplaat wordt steeds populairder. Het schoonhouden van zo'n plaat is gelukkig niet moeilijk, maar je moet wel even weten hoe. In dit artikel lees je hoe je de kookplaat netjes houdt, zonder krassen of doffe plekken. Je krijgt tips voor dagelijkse schoonmaak, een grondige maandelijkse beurt en milieuvriendelijke manieren om vet en vlekken aan te pakken.

Dit artikel in het kort

In deze uitleg lees je stap voor stap hoe je een inductiekookplaat goed schoonhoudt. Je ontdekt wat je dagelijks kunt doen om aangekoekt vuil te voorkomen, hoe je de kookplaat eens per maand grondig aanpakt en welke middelen je daarbij het best gebruikt. Ook komen milieuvriendelijke alternatieven aan bod, net als praktische veiligheidstips en een overzicht van wat je beter wel en niet kunt doen bij het schoonmaken.

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen


Een veelgehoorde misvatting is dat een inductiekookplaat nauwelijks vuil wordt, omdat het oppervlak zelf niet warm wordt. Toch kunnen etensresten inbranden. Niet door de kookplaat zelf, maar door de bodem van een hete pan. Vooral suiker, zetmeel en vet reageren sterk op hoge temperaturen. Laat je dat vuil te lang zitten, dan kan het inbranden of aankoeken, wat niet alleen ontsierend is maar ook invloed kan hebben op de werking van de kookzones. Aangekoekte resten zorgen ervoor dat de pan minder goed contact maakt met het oppervlak, waardoor verwarmen minder vlot gaat. Bovendien is het niet hygiënisch.

Elke dag: even snel schoonmaken

Direct na het koken zet je de kookplaat uit en laat je hem afkoelen. Kijk dan of er gemorst is. Overgekookte melk, pastawater, gesmolten suiker of olie blijven vaak achter. Veeg dat weg met een vochtige microvezeldoek. Blijft er iets zitten dat je niet met een doek verwijderd krijgt, gebruik dan een speciale inductieschraper. Zet die in een lage hoek en schraap voorzichtig het aangekoekte vuil los. Doe dit altijd met beleid, zodat je het glasoppervlak niet beschadigt.

Als grove resten verwijderd zijn, maak je de kookplaat schoon met een doek en warm water met een beetje verdund afwasmiddel. Er zijn ook speciale schoonmaakmiddelen voor inductiekookplaten – die reinigen streeploos en laten vaak een dun beschermlaagje achter. Bekende merken zijn bijvoorbeeld HG of Mr. Muscle. Maak tot slot alles droog met een schone doek of een vel keukenpapier. Zo voorkom je watervlekken of strepen.

💡 Tip: veeg gemorste vloeistoffen direct weg, ook als je nog aan het koken bent (mits veilig). Zo voorkom je dat ze aankoeken of inbranden.

©Proxima Studio

Elke maand: grondige schoonmaakbeurt

Voor hardnekkiger vuil of doffe plekken is een maandelijkse schoonmaak handig. Een beproefde methode is een papje maken van zuiveringszout (baking soda) met een klein beetje water. Breng dit aan op de vervuilde plek, laat het een paar minuten intrekken en wrijf het daarna voorzichtig los met een zachte doek of oude tandenborstel. Spoel het oppervlak daarna goed af en droog het na.

Je kunt ook een speciale reinigingscrème gebruiken. Die is iets krachtiger dan afwasmiddel maar zacht genoeg voor glas. Volg altijd de instructies op de verpakking en vermijd middelen met schurende bestanddelen. Voor een extra glanzend resultaat kun je na afloop glasreiniger gebruiken. Spuit dit niet rechtstreeks op de kookplaat, maar op een doek. Zo voorkom je dat vloeistof in de naden loopt.

Schoonmaken met natuurlijke middelen

Liever geen chemische middelen in huis? Ook met eenvoudige huis-tuin-en-keukenoplossingen houd je een inductiekookplaat schoon. Witte natuurazijn verdund met water is prima geschikt voor het verwijderen van kalkaanslag, vooral rondom de randjes of waar waterdruppels opdrogen. Voor vetvlekken en ingebrand vuil werkt een pasta van zuiveringszout goed. Gebruik natuurlijke middelen altijd spaarzaam en spoel ze grondig af om een waas of dof laagje te voorkomen.

Let op: gebruik geen citroensap of schoonmaakazijn. Die zijn vaak te zuur en kunnen het oppervlak dof maken bij veelvuldig gebruik.

©Vladimir Zlotnik

Veilig schoonmaken: hier moet je op letten

Voordat je begint, controleer je of de kookplaat is afgekoeld. Zet hem ook altijd helemaal uit. Draag geen ringen, horloges of armbanden met scherpe randjes: die veroorzaken snel krassen als je per ongeluk het glas raakt. Gebruik zachte doeken of sponsjes, en kies liever voor microvezel dan katoen, omdat dat minder snel pluist of strepen achterlaat.

Laat geen water lopen in de buurt van de aanraakbediening of het display. De bovenlaag is meestal wel spatwaterdicht, maar bij veel vocht kunnen er alsnog storingen ontstaan. Een stoomreiniger is ongeschikt voor inductiekookplaten. De hitte en vocht kunnen elektronische onderdelen aantasten.

Wel doen/niet doen

✅ Microvezeldoek of zachte spons.
✅ Afwasmiddel (mits verdund), een mild schoonmaakmiddelen, baking soda of natuurazijn.
✅ Krabber speciaal voor inductie, onder een lage hoek
✅ Droog de kookplaat na met een schone doek of keukenpapier.

❌ Schuursponsjes (krassen!)
❌ Schurende schoonmaakmiddelen (krassen!)
❌ Onverdunde allesreiniger of afwasmiddel (te agressief en/of een vettig laagje na afloop)
❌ Soda (verkleuring van de plaat)
❌ Mesje (krassen!)
❌Water op de bedieningspanelen laten komen (het zou dan eventueel in de elektronische componenten terecht kunnen komen)
❌ Stoomreinigers (zie hierboven).

Extra tip: bescherm je kookplaat na het schoonmaken

Wil je de kookplaat niet alleen langer schoon, maar ook langer mooi houden? Dan kun je na het schoonmaken een inductiebeschermer neerleggen. Dit zijn flexibele matten of harde glasplaten die je over de kookzones legt. Ze beschermen tegen krassen en vlekken en geven de kookplaat tegelijk een verzorgde uitstraling. Je hebt ze in allerlei kleuren en prints, van neutraal zwart tot marmerlook of grafische patronen.

Heb je een nieuwe kookplaat gekocht, dan wil je natuurlijk dat hij lang meegaat en er goed blijft uitzien. Met de tips hierboven weet je precies hoe je hem schoon en in topconditie houdt – elke dag weer!