6 tips om problemen met je accesspoint op te lossen
Het is vaak niet mogelijk om met één router je hele huis van een dekkend wifi-netwerk te voorzien. Met extra apparatuur kun je het hele huis van dekking voorzien, maar soms lost dat je problemen niet op. Apparaten maken verbinding met het verkeerde accesspoint. Kun je hier iets aan doen?
Met een combinatie van meerdere accesspoints, repeaters of extra routers is het over het algemeen geen probleem om overal in huis wifi-dekking te krijgen. Er is alleen één probleem: in plaats van één accesspoint maak je nu gebruik van meerdere accespoints. In theorie zou dat niet erg moeten zijn, je apparaten, zoals smartphones, tablets en laptops, kunnen de inloggegevens van als je accesspoints onthouden en zelf verbinding maken met het sterkste accesspoint. Lees ook: 10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk.
Er zou dus altijd verbinding moeten zijn met het sterkste accesspoint en apparaten zouden vanzelf moeten overschakelen (roaming genoemd). Helaas blijkt in de praktijk dat veel apparatuur op één accesspoint blijft hangen, ook als dat inmiddels het zwakste accesspoint is. Je kunt hier in beperkte mate best wel wat tegen doen, maar succes is helaas niet altijd verzekerd. Bij consumentenapparatuur geldt dat de client, dus je smartphone, tablet of laptop, de keuze voor een accesspoint maakt.
01 Dezelfde SSID's
De grootste kans op een goede werking met meerdere accesspoints, vereist dat je alle accesspoints met uitzondering van het kanaal precies hetzelfde configureert. Geef alle accesspoints dezelfde SSID (netwerknaam) en netwerksleutel. Kies wel verschillende kanalen waarbij je op de 2,4GHz-band alleen voor de kanalen 1, 6 of 11 kiest om problemen door overlap te voorkomen. Op de 5 GHz-band hoef je geen rekening te houden met overlap en kun je alle opties kiezen. Kies indien mogelijk ook voor dezelfde encryptiestandaard en wifi-standaard. Stel alle accesspoints indien mogelijk dus in op enkel WPA2(AES) en 802.11n. Het is niet verstandig om op zowel de 2,4GHz- als de 5GHz-band dezelfde SSID te gebruiken, sommige apparaten raken daarvan in de war.
Wil je bij geen verbetering zeker weten dat je alles hebt gedaan om je roamingproblemen op te lossen, stel dan als test al je accesspoints juist wel op hetzelfde kanaal in. Soms gaan clients daar agressiever en beter van roamen. Het nadeel is dat de accespoints elkaar veel sterker gaan beïnvloeden waardoor de signaalkwaliteit van je netwerk slechter wordt.
©PXimport
01 Stel twee routers of accesspoints zo veel mogelijk hetzelfde in.
02 Uitzendsterkte beperken
Je kunt je apparaten nog een handje helpen door de signaalsterkte van je accesspoint te verlagen. Zoek in de wifi-instellingen van je router of accesspoint naar een optie als Transmission Power, Tx power adjustment, Output Power of Power. Je kunt experimenteren met de uitzendsterkte door deze op één of meerdere accesspoints te verlagen. Mogelijk heeft je smartphone, tablet of laptop hierdoor in de buurt van het betere accesspoint helemaal geen verbinding meer met het andere accesspoint, waardoor de kans veel groter is dat er verbinding met het juiste accesspoint wordt gemaakt.
ASUS Roaming assistant
Veel ASUS-routers en andere draadloze netwerkapparatuur als accesspoints en repeaters bevatten een functie die ASUS Roaming assistant noemt. Wanneer deze functie is ingeschakeld, zal een smartphone, tablet of notebook bij een lage verbindingssterkte van het accesspoint afgegooid worden. Vervolgens maakt je apparaat vanzelf weer verbinding met je netwerk en zal dan het accesspoint pakken met het sterkste signaal. Je vindt de Roaming assistant in de webinterface onder Wireless op het tabblad Professional. Wanneer je de functie inschakelt, kun je een waarde tussen -90 en -70 opgeven, waarbij een hogere waarde (dus dichter bij -70) zorgt voor een agressievere roaming. De functie werkt het beste als je alleen ASUS-apparatuur met ondersteuning voor de Roaming assistant gebruikt.
©PXimport
Heb je een ASUS-router of -accesspoint, kijk dan eens of deze Roaming assistant ondersteunt.
03 Android een handje helpen
Vooral Android-apparaten staan erom bekend dat ze lang verbonden blijven met het verkeerde accesspoint. Gelukkig kun je Android een handje helpen met de app Wifi Roaming Fix. Om deze app te kunnen gebruiken moeten al je accesspoints op dezelfde manier geconfigureerd zijn, zoals we al schreven. Download vervolgens de app Wifi Roaming Fix.
Verbind je Android-apparaat met je draadloze netwerk en start de app. Als de app actief is, zal er in de statusbalk een pictogram getoond worden. Hiermee kun je zien wat het MAC-adres en - belangrijker - het kanaal van het accesspoint is waarmee je bent verbonden. Zo weet met welk accesspoint je verbonden bent, omdat je die allemaal handmatig een ander kanaalnummer hebt toegekend. De app werkt niet op alle Android-apparaten, maar het is zeker de moeite waard om uit te proberen. Helaas bestaat er voor iOS geen soortgelijke app.
04 Instellingen Windows-netwerkadapter
Afhankelijk van de fabrikant van je draadloze netwerkadapter, kun je Windows een handje helpen om beter te roamen. Om uit te vinden of dit op jouw laptop mogelijk is, klik je met rechts op de startknop en kies je Apparaatbeheer. Open het onderdeel Netwerkadapters en dubbelklik op je draadloze netwerkadapter. Open het tabblad Geavanceerd en zoek naar een optie als Roaming Decision, Roaming Sensitivity, Roaming aggressiveness of iets wat daarop lijkt.
Vaak heb je een keuze tussen verschillende opties van laag naar hoog, waarbij een hogere instelling voor een agressievere roaming zorgt. Kun je kiezen uit Optimize Bandwidth of Optimize Distance, kies dan voor Optimize Bandwidth voor de meest agressieve roaming. Sommige netwerkkaarten bieden ook een instelmogelijkheid Roam Tendecy, deze kun je op Agressive zetten om sneller te roamen. Probeer voor de beste instelling alle opties uit om te kijken wat het beste werkt. Niet alle netwerkadapters bieden configuratiemogelijkheden om roaming in te stellen.
05 Toch verschillende SSID's
Helaas werkt het op dezelfde manier instellen van twee accesspoints op routers bij veel apparaten lang niet altijd goed en is het niet mogelijk om het apparaat zelf te tweaken.
In dat geval is een netwerk waarin de accesspoints gebruik maken van dezelfde SSID's alleen maar lastig. De enige oplossing is dan om je accesspoints allemaal een andere SSID te geven. Het handigst is dan om de locatie in de naam te zetten, bijvoorbeeld een cijfer of aanduiding die de verdieping aangeeft. Merk je dat je verbinding slecht wordt, dan kies je zelf het juiste accesspoint en heb je weer een optimale verbinding. Sommige leveranciers van netwerkproducten zijn het hier kennelijk mee eens.
Zo klonen repeaters vaak niet de SSID van het originele netwerk, maar zetten bijvoorbeeld _EXT achter de SSID. Zo weet je of je met het originele netwerk of met de repeater verbonden bent.
06 Professionele accesspoints
De echte oplossing voor de problemen in dit artikel is een wifi-netwerk waarbij niet de clients, maar de accesspoints de roaming bepalen. Deze technologie wordt momenteel alleen op zakelijke accesspoints gebruikt. Dergelijke accesspoints zijn relatief duur en hebben soms een centrale aansturing nodig. Wel beginnen dergelijke systemen ook voor thuisgebruik betaalbaar te worden. Zo maakt Ubiquiti relatief betaalbare accesspoints waarbij het netwerk zelf voor roaming zorgt.
Een Ubiquiti UniFi UAP-AC-Lite kost ongeveer 95 euro en met twee of drie exemplaren kun je vrijwel ieder huis wel afdekken. Deze accesspoints zijn met twee datastromen en een maximale theoretische snelheid van 867 Mbit/s relatief bescheiden. Ubiquiti heeft ook snellere accesspoints zoals de UAP-AC-Pro die drie datastromen ondersteunt en zo'n 165 euro kost. Krijg je je wifi-problemen niet opgelost, dan is een dergelijk systeem zeker de moeite waard om eens naar te kijken.
©PXimport
06 Krijg je je problemen niet opgelost, dan biedt een professioneel accesspoint wellicht uitkomst.
Eén accesspoint
In plaats van te proberen om je netwerkapparatuur goed te laten samenwerken met meerdere accesspoints, kun je ook proberen of het mogelijk is om je huis af te dekken met één accesspoint. Zo voorkom je dat apparatuur moet schakelen tussen accesspoints en ben je altijd met het juiste netwerk verbonden. Je zult hiervoor een accesspoint centraal in je huis moeten hangen. In veel huizen is het trapgat op de eerste verdieping hiervoor een geschikte plaats. Je hebt zo een goede kans dat je met één router in ieder geval op de 2,4GHz-frequentie een dekkend netwerk hebt.