ID.nl logo
Je tv instellen doe je zo
© PXimport
Huis

Je tv instellen doe je zo

Als je alles uit je nieuwe televisie wilt halen, dan is het belangrijk om op enkele punten te letten. Op welke afstand moet de tv staan van je bank? En hoe levert je televisie de beste beeldkwaliteit? Je tv instellen doe je zo.

Het is verrassend hoe regelmatig we televisies tegenkomen die slecht opgesteld staan, of die een verschrikkelijk beeld tonen met overdreven scherpte en te felle kleuren. Toegegeven, op bepaalde plaatsen, denk bijvoorbeeld aan de fitnessclub, is een optimale opstelling erg lastig, zo niet onmogelijk. Maar in je woonkamer wil je toch graag mikken op het best mogelijke resultaat. Het is bovendien helemaal niet zo moeilijk als je misschien denkt. Op vlak van plaatsing ben je meestal wel beperkt door bestaand meubilair, maar als het op beeldkwaliteit aankomt, kan iedereen de juiste keuzes maken. Laten we beginnen.

01 De juiste kijkafstand/beeldmaat

Wat is de ideale kijkafstand voor je televisie? Dat hangt af van wat je zelf comfortabel vindt en wat voor soort programma’s je bekijkt. Maar er zijn wel degelijk richtlijnen. De SMPTE (Society for Motion Picture and Television Engineers) adviseert een blikveld van 30 graden, wat overeenkomt met een kijkafstand van 1,6 schermdiagonalen. Meet je schermdiagonaal in centimeters (of vermenigvuldig de inch-maat met 2,54) en vermenigvuldig die met 1,6 voor de juiste kijkafstand. Kijk je vooral naar film, spannende tv-reeksen, sport of gaming, dan wil je ongeveer op die afstand zitten. Het beeld vult dan een groot deel van je blikveld en dat zorgt voor een erg meeslepende ervaring.

Bestaat je kijkvoer hoofdzakelijk uit nieuws, soaps, en quizzen, dan wil je relaxed tv-kijken, en zit je liever iets verder. We mikken dan eerder op een kijkafstand tussen 2,0 en 2,5 schermdiagonalen. Uiteindelijk adviseren we je om zelf een kijkafstand te kiezen die tussen 1,5 en 2,5 schermdiagonalen zit. Kies wat het beste in de woonkamer past, en overeenstemt met je smaak en kijkgewoontes.

In ideale omstandigheden heb je hiermee rekening gehouden tijdens de aankoop. Je deelt dan de kijkafstand (in cm) door 1,5 voor de grootste schermmaat (in cm) en door 2,5 voor de kleinste.

Idealiter stel je de tv zo op dat het midden van het scherm ongeveer op ooghoogte staat

-

02 De ideale plaats

De tijd dat de televisie verstopt werd in een kast, is al lang voorbij. Een moderne televisie heeft vaak een ultraslank profiel, een zeer klein of bijna onbestaand kader en een speelse voet. Dat mag best wel gezien worden, maar het betekent niet dat je de televisie overal mag plaatsen. Een veel gemaakte fout is een te hoog geplaatste televisie, zoals boven de open haard (de horror!). Idealiter stel je de tv zo op dat het midden van het scherm ongeveer op ooghoogte staat (wanneer je op de belangrijkste zitplaats zit). Plaats je de televisie hoger, dan riskeer je nekproblemen omdat je de hele tijd naar boven moet kijken.

Vermijd duidelijke reflecties van lichtbronnen in het beeldscherm. Vooral lichtbronnen achter de kijkposities zijn boosdoeners. Verplaats die staande lamp of doe hem uit. Staat de televisie recht tegenover een raam, overweeg dan een gordijn. Dat hoeft niet voor volledige verduistering te zorgen, maar spierwitte gordijnen zijn ook geen goede keuze qua reflectie.

Wandmontage

Een moderne televisie ziet er vaak nog beter uit als je hem aan de wand monteert. Houd rekening met dezelfde richtlijnen als bij een klassieke opstelling (zie punt 2). Welke beugel je kiest, hangt af van je wensen. Moet de televisie kunnen draaien, kantelen, wegklappen? Wil je een gemotoriseerde beugel? Houd ook goed rekening met de afmetingen en het gewicht van je televisie. Kijk op voorhand na of alle aansluitingen bereikbaar blijven. En bedenk dat een beugel met een lange arm een enorme hefboom is die trekt aan de wandbevestiging. Gebruik dan ook stevige pluggen!

03 De juiste beeldmode

Er is een manier om in één klap het beste beeld in te stellen: selecteer de ‘film-beeldmodus’. Die heeft meestal de naam ‘film’, ‘bioscoop’, of ‘cinema’. Denk je meteen: dit is te flauw, of te rood? Laat je ogen enkele dagen wennen aan het nieuwe beeld. Daarna zul je merken dat andere beeldmodi vaak te scherp en intens zijn.

©PXimport

Televisie aansluiten

Je televisie zo optimaal mogelijk instellen is belangrijk, maar zorg dan wel eerst dat je je tv correct hebt aangesloten. Het lijkt niet zo moeilijk om een televisie aan te sluiten, hdmi-kabel erin en klaar, maar levert elke hdmi-aansluiting wel dezelfde functionaliteit en kwaliteit? En hoe zit het met multikanaalaudio? Kies je beter voor apps op de tv of voor een externe speler? En heeft dat nog gevolgen voor je aansluiting? Wij leggen het uit in dit artikel.

04 Bijstellen naar smaak

In de film-beeldmodus wordt heel wat beeldverwerking uitgeschakeld. Toch kan die in veel gevallen het beeld licht verbeteren, al is dat vaak een kwestie van smaak. De volgende instellingen kun je activeren, maar wees bescheiden en gebruik de laagste tot middelste stand om overmatige effecten te vermijden.

- Scherpte voor meer zichtbaar detail (vaak een numerieke instelling; gaat die tot maximaal 100, blijf dan tussen 0 en 20).

- Dynamisch contrast voor wat meer punch in het beeld.

- Ruisonderdrukking als je naar oudere bronnen zoals dvd of slechte kwaliteit YouTube kijkt.

©PXimport

Bias Lighting

Wie graag tv-kijkt in een verduisterde kamer, doet er goed aan om voor wat ‘Bias Lighting’ te zorgen. Concreet is dat zacht, indirect licht op de wand achter het scherm. Dat zorgt ervoor, dankzij de psychologie van de waarneming, dat je beter contrast op het scherm ziet en dieper zwart. Het is een effect dat ook in heel wat optisch bedrog gebruikt wordt: de kleur of het licht rond een voorwerp beïnvloedt de waarneming ervan. Het maakt tv-kijken ook rustiger voor je ogen. Bias-verlichting werkt best als de achterliggende wand ongeveer wit is, en idealiter gebruik je een daglichtlamp (kleurtemperatuur 6500 K). Klassieke lampen voor binnenshuis geven veel te warm licht (vaak 1800 K tot 2500 K) maar zijn wel een goede tijdelijke oplossing. Er bestaan led-strips die je eenvoudig op de rug van de televisie bevestigt.

©PXimport

05 Motion interpolation

Om zo veel mogelijk detail zichtbaar te maken in een bewegend beeld, gebruiken televisies vaak technieken als ‘motion interpolation’ of ‘black frame insertion’. Die eerste berekent tussenliggende beelden van een 24- of 50fps-stroom om er een 100fps-stroom van te maken. Snelle camerabewegingen vertonen dan geen stottereffecten meer. Deze methode wordt niet door iedereen gewaardeerd, omdat het films soms het uiterlijk geeft van een tv-reeks. Andere mensen prefereren toch het vloeiende effect. De tweede methode toont gedurende korte tijd een zwart beeld tijdens de opeenvolgende frames om ervoor te zorgen dat snel bewegende voorwerpen scherp afgelijnd zijn. Anders vertonen die een vage of dubbele rand.

Je kunt dit bij elk merk instellen, maar de benaming is helaas merkafhankelijk. Philips gebruikt Perfect Natural Motion, LG Trumotion, Samsung Auto Motion Plus, Panasonic Intelligent Frame Control en Sony Motionflow.

De instelling Helder werkt de vage randen weg (een aanrader voor sport), en Vloeiend voegt daar nog stottervrije beelden aan toe. Standaard zit tussen deze twee in. Wat je kiest, is volledig persoonlijk. Je kunt het ook uitschakelen, maar dat raden we af.

©PXimport

06 De game-modus

Gamers hebben hun eigen prioriteiten, en een daarvan is een zo laag mogelijke input-lag. Bijna elke televisie biedt daarom een spel-beeldmodus. Daarin is heel wat beeldverwerking uitgeschakeld om de input-lag te minimaliseren. Vaak is die spelmode echter erg hard voor je ogen. Maar je kunt die instellingen zelf aanpassen: zoek de instellingen van het contrast, de scherpte en de kleurtemperatuur op in de film-beeldmodus en gebruik die waarden ook de spel-modus. Je ogen zullen je dankbaar zijn.

©PXimport

07 Kijken bij veel of weinig omgevingslicht

Doordeweeks kijk je ’s avonds een film met de meeste lichten uit, op zondagnamiddag volg je je favoriete sport terwijl de zon door de ramen naar binnen schijnt. Kijken bij verschillend omgevingslicht: daar houd je best rekening mee in je beeldinstellingen. De eenvoudigste manier is het gebruik van de lichtsensor. Die past de helderheid van het beeld aan op basis van het omgevingslicht. Je vindt hem in de menu’s onder de beeldinstellingen of eco-instellingen, onder de naam lichtsensor of energiebesparing.

Is je televisie niet uitgerust met een lichtsensor of vind je de wisselende helderheid storend, dan moet je twee beeldmodi instellen. De modus voor films hebben we net al ingesteld, gebruik die voor kijken bij verduistering. Voor het kijken bij meer omgevingslicht kies je de modus Standaard of Natuurlijk. Als enige aanpassing neem je even de waardes voor de kleurtemperatuur en scherpte, en de instellingen voor motion interpolation uit je film-modus over.

©PXimport

08 Experimenteren en de reset-knop

Met de bovenstaande richtlijnen kom je tot het beeld dat het dichtst bij de relevante normen ligt. Wil je het beeldmateriaal zien zoals de filmmaker het werkelijk wilde, dan wijk je er het best niet te veel van af. Maar het is natuurlijk jouw tv, en als je bepaalde instellingen toch wilt aanpassen of een andere beeldmode prefereert, dan is dat uiteraard je eigen keuze. Wees niet bang om wat te experimenteren met de instellingen. En ben je bang dat je het helemaal verknoeid hebt, dan is er nog steeds de reset-knop. Elke televisie heeft in zijn beeldmodi de optie om die terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.

©PXimport

Geluid niet vergeten!

Als moderne televisies een achilleshiel hebben, dan is dat in bijna alle gevallen hun geluidskwaliteit. Reden temeer om ook in de geluidsinstellingen even rond te kijken. De preset voor films geeft je een pseudo-surround-effect en de preset muziek klinkt meestal wat voller. Vaak zijn er opties om de basweergave of dialogen een kleine boost te geven. Op heel wat modellen vind je ook een equalizer zodat je de klank zelf kunst instellen. Sommige modellen bieden zelfs een optie om de klank aan te passen aan de akoestiek van de kamer. Je doorloopt dan een korte procedure met de ingebouwde microfoon van de afstandsbediening. Maak je instellingen op basis van een favoriet muziekstuk, een stukje dialoog, en een filmsoundtrack, zodat je een goede universele oplossing hebt. Voor nog beter geluid ben je aangewezen op externe audio-oplossingen, zoals een soundbar.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Hisense 65U7Q PRO – Prima middenklasser met een paar hardnekkige minpuntjes
© Hisense
Huis

Hisense 65U7Q PRO – Prima middenklasser met een paar hardnekkige minpuntjes

Hisense richt zijn pijlen op het middensegment, en deze 65U7Q Pro is daar een goed voorbeeld van. Het toestel verbetert een aantal zwakke punten van zijn voorganger en stoot daarmee duidelijk door naar de betere toestellen. Maar Hisense heeft niet alle minpunten weggewerkt. Bovendien toont de nieuwe versie van het VIDAA U-systeem dat niet alle aanpassingen een verbetering zijn.

Goed
Conclusie

De Hisense 65U7Q Pro biedt sterk contrast, goede HDR-prestaties en uitgebreide gamingmogelijkheden dankzij vier HDMI 2.1-poorten. De beeldkwaliteit is duidelijk verbeterd ten opzichte van zijn voorganger. Wel blijven de HDR-tonemapping wisselvallig en het VIDAA U-platform beperkt qua lokale apps en overzichtelijkheid.

Plus- en minpunten
  • Goede piekhelderheid
  • Verbeterd contrast en veel schaduwdetail
  • Prima bewegingsscherpte en 240Hz-modus
  • Goede beeldverwerking
  • Mooie HDR-beelden
  • Dolby Vision IQ met Precision Detail en HDR10+
  • VIDAA U werkt vlot
  • 4x HDMI 2.1 met alle gaming-features
  • Degelijke audiokwaliteit, Dolby Atmos en DTS:X
  • Dynamische tonemapping is niet altijd een verbetering
  • Lokale streaming-apps nog steeds niet allemaal beschikbaar
  • Thuisscherm kan verwarrend zijn
  • Matige kijkhoek
Specificaties

Adviesprijs: 1.399 euro Wat: Ultra HD LCD-tv (MiniLED FALD met 560 zones) Schermformaat: 65 inch (164 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (v2.1, eARC/ARC, ALLM, VRR, 4K120), 1x minijack (composiet video + stereo), 1x optisch digitaal uit, 2x usb, 1x hoofdtelefoon, 2x antenne, 1x ethernet, wifi 5 (802.11b/g/n/ac), bluetooth Extra's: Dolby Vision IQ with Precision Detail, HDR10+ Adaptive, HDR10, HLG, VIDAA U9 OS, USB/DLNA-mediaspeler, AirPlay 2, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1446 x 896 x 326 mm (incl. voet) Gewicht: 21,6 kg (incl. voet) Verbruik: SDR 84 kWh/1000h (E) / HDR 180 kWh/1000h (G)

Wie in het middensegment voor een televisie shopt, levert onvermijdelijk wat in op het gebied van design. De U7Q Pro is daarop geen uitzondering. Het toestel oogt degelijk, maar springt niet in het oog als een staaltje van topdesign. In tegenstelling tot zijn voorganger heeft hij nu wel een relatief vlakke rug. Daardoor springt het 7,5 cm dikke profiel wat meer in het oog, al maskeren de schuine zijdes dat enigszins. Het toestel staat op een centrale voet die bestaat uit twee voetsteunen afgedekt met een kunststof plaat. Het resultaat oogt wat saai en verraadt zijn middenklasse-roots. De afwerking van het toestel zelf is degelijk, de voet mocht misschien iets geraffineerder.

Aansluitingen

Hisense is overgeschakeld op een nieuw hardwareplatform en dat komt in elk geval met één voordeel. De U7Q Pro beschikt nu over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 48 Gbit/s bandbreedte leveren. Dat is vooral voor hardcore gamers van belang. Die kunnen nu een soundbar aansluiten via ARC/eARC en hebben daarnaast de mogelijkheid om meerdere 4K120-bronnen te gebruiken.

Pc-gamers krijgen nog meer goed nieuws: zij kunnen nu een verversingsfrequentie tot 165 Hz in 4K gebruiken, en zelfs tot 288Hz in Full HD. De tv ondersteunt bovendien ALLM, HDMI VRR en AMD FreeSync, en is bovendien NVIDIA G-Sync Compatible. De input-lag scoort geen topresultaat, maar wel meer dan behoorlijk: 14,2 ms bij 4K60 en 10,1 ms bij 2K120.

De U7Q Pro is daarnaast uitgerust met twee usb-poorten, een minijack-ingang voor composiet video en stereo, een hoofdtelefoonaansluiting, optisch digitale audio-uitgang, ethernet, wifi 5 en bluetooth. Even opletten bij wandmontage, want de ethernetpoort, een van de usb-poorten en de optisch digitale audio-uitgang wijzen naar achteren. De rest van de aansluitingen bevindt zich aan de zijkant. De tv heeft een enkelvoudige DVB-T/T2/C-tuner, een DVB-S/S2-tuner en een CI+-slot. Met behulp van externe usb-opslag kun je live-tv pauzeren of opnemen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Verbeterde piekhelderheid en contrast

Vorig jaar worstelde de U79NQ met een matig contrast en doorsnee piekhelderheid. De U7Q Pro probeert dat duidelijk te verbeteren. Net als de voorganger gebruikt hij een VA-paneel met miniled-achtergrondverlichting, maar het aantal zones is opgetrokken van 384 naar 560 (28 x 20). In de HDR Filmmaker-modus meten we 1537 nits piekhelderheid op het 10%-venster; dat is 40 procent verbetering ten opzichte van het voorgaande model. Daartegenover haalt het volledig witte scherm maar 423 nits, en dat is dan weer 25 procent lager dan vorig jaar. Mogelijk heeft Hisense de optimalisatie gericht op speculaire highlights in plaats van algemene helderheid.

Ook het contrast is verbeterd, al blijft het eigen ANSI-contrast van het VA-paneel onveranderd op een eerder bescheiden 3190:1. Maar in de Filmmaker-modus verbetert de local dimming (in de Laag-stand) dat naar een mooie 7100:1 en zelfs 18.930:1 op eenvoudiger testpatronen. Dat is een degelijk resultaat, maar loopt nog steeds wat achter op concurrenten.

De zone-aansturing is prima, hoewel aan de leidende randen van heldere objecten een subtiele dimming zichtbaar kan zijn, vooral tegen een erg donkere achtergrond. Hogere local dimming-instellingen bieden geen substantiële contrastverbetering, maar introduceren wel merkbaar verlies van zwartdetail en onderdrukking van kleinere lichtaccenten. De voorzichtige dimming-aanpak zorgt er ook voor dat vage halo-effecten zichtbaar blijven, met name op donkere achtergronden en in HDR-content.

Door de matige kijkhoek wordt dat duidelijk zichtbaar als je te ver opzij zit. Kijk je echt bij volledige verduistering, dan kun je overwegen om de lokale dimming naar de medium-stand te schakelen. Het paneel van ons testmodel had wat beperkte uniformiteitsproblemen, waardoor soms een 'dirty screen effect' zichtbaar was bij heldere beelden. Denk eraan dat dit kan variëren tussen individuele toestellen.

HDR-content en kalibratie

Met ondersteuning voor HDR10, HDR10+, Dolby Vision IQ met Precision Detail is de U7Q Pro perfect uitgerust voor het breedste aanbod aan HDR-content. Dolby Vision IQ levert consistent de beste resultaten met uitstekende diepte en nuance. HDR10-prestaties zijn dankzij betere tonemapping duidelijk mooier dan vorig jaar. Er blijft meer contrast in het beeld en het 92% P3-kleurbereik ondersteunt rijke, verzadigde kleuren.

De HDR Tonemapping geeft een wat gemengd resultaat. Het kan witdetail en heldere kleurtinten beter zichtbaar maken, maar donkere beelden worden donkerder, terwijl heldere fragmenten helderder worden. Dat is zelden gewenst, dus het gebruik van deze instelling blijft twijfelachtig.

Zowel de SDR als de HDR Filmmaker-modus zijn redelijk goed gekalibreerd; de fouten die we opmerken zijn zelden duidelijk zichtbaar. In SDR merken we dat de grijsschaal wat naar geel uitwijkt, maar gelukkig zonder kwalijke gevolgen op huidskleuren. In HDR is het resultaat beter: de grijsschaal is neutraal, maar iets te donker terwijl kleuren dan weer vaak wat te helder zijn. Beide leveren uitstekende schaduwdetails, alleen heel donkere HDR-beelden ondervinden wat last van het beperkte contrast.

©Hisense

Beeldverwerking

De Hi-View AI Engine Pro levert prestaties die grotendeels in lijn liggen met die van de vergelijkbare modellen van vorig jaar. Dat betekent prima deinterlacing van 1080i-content en prima ruisonderdrukking voor willekeurige ruis. De prestaties met blokruis (gevolg van MPEG-compressie) blijven echter wat aan de zwakke kant. De upscaling levert mooie resultaten die weliswaar relatief zachte beelden opleveren. Je kunt de scherpte-instelling iets verhogen of met behulp van de superresolutie-instelling wat extra detail zichtbaar maken.

Hoe dan ook blijft het opletten met dvd-beelden, omdat die van relatief lage kwaliteit zijn en fouten daardoor makkelijker zichtbaar zijn. Zo kan superresolutie daar voor een overmatig uitgevlakte look zorgen, of voor onnatuurlijk scherpe randen. Voor de meeste instellingen (ruisonderdrukking, superresolutie) is de laagste stand bovendien erg voorzichtig, terwijl de medium-stand soms juist wat te sterk is.

Goede punten zijn er voor de weergave van 10 bit-gradienten, zoals in HDR-content. Die zijn mooi geleidelijk zonder duidelijke strookvorming. In SDR-content zijn zichtbare kleurstroken weg te werken met de Kleurverloop-instelling. Je kunt ook deze het best op de laagste stand zetten, ook al werkt die niet alle problemen weg. De medium stand is ook hier iets te agressief en kan detail verwijderen.

Het paneel heeft een goede bewegingsscherpte, zeker met behulp van de optie 'Hoge Verversingssnelheid', die een verversingssnelheid van 240 Hz gebruikt in ruil voor het verlies van wat verticaal detail. Het is een prima optie voor sport en mogelijk zelfs voor film, al zien we daar minder noodzaak. Vind je het schokken bij lange camerabewegingen storend, activeer dan Ultra Smooth Motion; de processor creëert dan vloeiende beweging zonder veel beeldfouten.

Stevige audio

De audioconfiguratie is wat steviger dan vorig jaar. De 2.1-opstelling is uitgebreid met twee zijwaarts gerichte luidsprekers naar een 2.1.2-configuratie. Het totale vermogen gaat daarmee van 40 naar 50 watt. De Hisense haalt flink wat volume uit dat vermogen, maar heeft moeite om de controle te bewaren als je echt veel volume vraagt. Dan hoor je vervorming en af en toe zelfs wat klanken die doen vermoeden dat het chassis trilt.

De U7Q Pro ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X, en met de zijwaarts gerichte luidsprekers is er een goed surround-effect en beperkt hoogte-effect. De woofer zorgt voor goede basondersteuning. In deze prijsklasse vinden we de prestaties goed; die zullen voor veel mensen dan ook volstaan.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Erg druk thuisscherm

VIDAA U9 brengt een aantal veranderingen, maar blijft wel bij zijn basisprincipes. Dit 2023-artikel met een volledig overzicht van VIDAA U7 geeft aan je wat je zoal kunt verwachten. Wat is er veranderd? Het lokale aanbod aan apps groeit, zij het erg traag. HBO Max en Streamz (BE) zijn aan de lijst toegevoegd, maar NOS Live, NPO Start, Pathé Thuis, Ziggo Go, VRT Max en GoPlay ontbreken nog steeds.

Op het thuisscherm staat de lijst met apps nu onderaan; centraal in beeld staat voortaan een lijst aanbevelingen. Die heeft nu helemaal links een tegel voor de meest recent gebruikte bron en een tegel voor de ingangen. Dat zijn redelijke wijzigingen. Wat we echter storend vinden, is dat de reclame-carrousel bovenaan erg snel van item wisselt. Dat is op zich al verwarrend: wie een item in de app-lijst selecteert, ziet die twee rijen van plaats verwisselen, terwijl er onderaan nogmaals een banner met reclame de kop opsteekt. Dat zorgt ervoor dat er te veel activiteit is op het thuisscherm, zodat de gebruikservaring onrustig wordt. Hisense pusht ook heel hard zijn associatie met FIFA, ook niet echt aangenaam. Het begint op overmatige reclame te lijken.

De afstandsbediening is op wat kleine wijzigingen na overgenomen van vorig jaar. Ze is aangenaam in gebruik, vooral door de toetsen met zachte maar duidelijke aanslag. De ingebouwde oplaadbare batterij wordt gevoed door een fotovoltaïsch (zonne)paneel. Doordat dat aan de voorzijde is geplaatst, is de afstandsbediening relatief lang van vorm, maar dat stoort eigenlijk nooit.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Conclusie

De Hisense 65U7Q Pro presenteert een duidelijk beter contrast dan zijn voorganger, die op dat vlak wat onderpresteerde. Een aantal minpunten is echter wel gebleven. Zo blijft dynamische tonemapping voor HDR een lastige zaak: soms verbetert het beeld, soms verslechtert het. VIDAA U heeft een paar extra lokale apps gekregen, maar redelijk wat lokale apps zijn na meerdere jaren nog steeds niet beschikbaar. De nieuwe layout van het thuisscherm lijkt ons ook te druk; dat kan verwarrend zijn.

Op het gebied van beeldkwaliteit is er duidelijke verbetering met sterkere contrastprestaties en meer piekhelderheid. Voor HDR heb je ruime formaat-ondersteuning en prima weergave met voldoende impact. Gamers krijgen extra mogelijkheden dankzij de vier HDMI 2.1-poorten en goede bewegingsscherpte met zelfs een optie om tot 4K165 of 2K288 te gaan. De nieuwe behuizing heeft ook plaats gegeven aan een iets ruimere audio-oplossing met degelijke resultaten. De 65U7Q Pro lijkt ons goed geprijsd voor wat hij biedt, maar heeft mogelijk wel stevige concurrentie van gelijkwaardige TCL-modellen.

▼ Volgende artikel
Hoelang gaat een koelkast mee en wanneer is het tijd voor een nieuwe?
© Odua Images
Huis

Hoelang gaat een koelkast mee en wanneer is het tijd voor een nieuwe?

Een koelkast is een onmisbaar onderdeel van het huishouden. Maar net als elk apparaat zal ook een koelkast niet voor eeuwig blijven functioneren. Wanneer is het moment gekomen om afscheid te nemen van je trouwe koelmaatje? En wat levert een nieuwe op?

In dit artikel lees je:

  • Hoelang een koelkast gemiddeld meegaat en welke factoren daarop van invloed zijn
  • Welke signalen erop wijzen dat je koelkast aan vervanging toe is
  • Hoeveel energie oudere koelkasten verbruiken in vergelijking met nieuwe modellen
  • Wanneer het loont om te repareren en wanneer vervangen slimmer is
  • Waar je op moet letten bij de aankoop van een nieuwe koelkast

Ook interessant om te lezen: Grip op je energieverbruik: houd bij wat al jouw apparaten verbruiken

Gemiddeld gaat een koelkast tussen de 10 en 15 jaar mee, maar dat is geen harde grens. Sommige goed onderhouden modellen functioneren zelfs nog langer, terwijl andere al eerder kuren vertonen. Hoelang een koelkast precies meegaat, hangt onder meer af van het merk, het type koelsysteem en hoe intensief het apparaat wordt gebruikt. Huishoudens met kinderen of grotere gezinnen openen de koelkast vaker, wat leidt tot meer temperatuurschommelingen en slijtage.

Inbouwkoelkasten gaan doorgaans iets langer mee dan vrijstaande modellen, omdat ze beter zijn beschermd tegen stof en stoten. Toch is onderhoud bepalender dan het type koelkast. Bij oudere modellen helpt regelmatig ontdooien om het vriesgedeelte efficiënt te houden, en bij alle koelkasten is het belangrijk om de condensor aan de achterkant schoon en stofvrij te houden. Ook voldoende ventilatieruimte rondom het apparaat voorkomt oververhitting van het koelsysteem, wat de levensduur weer ten goede komt.

©Hasselblad H5D

🚨Signalen dat je koelkast aan vervanging toe is

Een koelkast die op zijn laatste benen loopt, laat dat vaak niet van de ene op de andere dag merken, maar geeft subtiele signalen. Zo kan het zijn dat verse producten sneller bederven, vooral 's zomers. Ook kan de koelkast opvallend veel geluid maken – een brommende, ratelende of trillende compressor is vaak een teken van slijtage. Als de motor bijna continu draait, betekent dat meestal dat het apparaat moeite heeft om de temperatuur laag te houden, wat leidt tot overbelasting en meer energieverbruik.

IJsafzetting aan de achterkant of in de vriezer is een ander signaal dat de temperatuurregeling niet meer goed werkt. In sommige gevallen ontstaan er ook temperatuurverschillen tussen verschillende zones in de koelkast, waardoor groente in het bovenste vak bevriest, terwijl vlees onderin niet koud genoeg blijft. Al deze symptomen wijzen erop dat het koelvermogen niet meer optimaal is en dat het tijd wordt om de vervangingsoptie serieus te overwegen.

✅ Checklist: is jouw koelkast aan vervanging toe?

□ Je koelkast is ouder dan 10 jaar □ Je merkt ijsvorming of temperatuurproblemen □ De motor draait bijna constant □ Je merkt dat producten sneller bederven □ Je energierekening is onverwacht gestegen □ Reparatiekosten lopen hoog op

Scoor je op meerdere punten? Dan is het misschien tijd voor een nieuwe.

©Creativebird

Energieverbruik: oud versus nieuw

Koelkasten van tien jaar of ouder zijn meestal nog niet ontworpen met energie-efficiëntie als topprioriteit. Ze verbruiken vaak twee tot drie keer zoveel stroom als moderne modellen met energielabel A of B. Dat verschil ontstaat onder meer door verouderde compressortechniek, slechtere isolatie en een minder efficiënte luchtcirculatie.

Omdat een koelkast dag en nacht aanstaat, telt dat hoge verbruik flink op. Voor een oud model kan het jaarlijkse stroomverbruik oplopen tot meer dan 400 kWh, terwijl een nieuwe energiezuinige koelkast soms onder de 150 kWh per jaar blijft. Omgerekend kan dat zomaar een besparing van 80 tot 100 euro per jaar betekenen, afhankelijk van het formaat van de koelkast en de huidige energieprijs. Bovendien is een energiezuinige koelkast beter voor het milieu: je stoot minder CO₂ uit en verlaagt je ecologische voetafdruk zonder in te leveren op comfort.

💡 Wist je dat...

  • Een koelkast verbruikt gemiddeld 10 procent van het totale stroomverbruik in huis.
  • IJsafzetting van slechts 2 mm verhoogt het energieverbruik al met 10 procent.
  • Een nieuwe koelkast verdient zichzelf in vijf tot zeven jaar terug door lagere stroomkosten.
  • Je de levensduur van je koelkast kunt verlengen door hem niet naast een oven of radiator te plaatsen.
  • Apparaten met een invertercompressor minder energie verbruiken én stiller zijn.

Repareren of vervangen?

Het is begrijpelijk dat je een kapotte koelkast liever laat repareren dan meteen een nieuw exemplaar aanschaft. Zeker als hij netjes is ingebouwd, nog relatief jong oogt of als je simpelweg gehecht bent aan je huidige model. Toch is repareren lang niet altijd de verstandigste keuze, zeker niet bij oudere apparaten. Als de koelkast ouder is dan acht jaar en de kosten van de reparatie meer dan de helft bedragen van een nieuw model, dan is vervangen vaak de betere investering.

Ook moet je rekening houden met toekomstige storingen. Een koelkast die één keer kuren vertoont, is meestal vatbaar voor meer problemen. Nieuwe modellen zijn bovendien stiller, koelen efficiënter en zijn vaak uitgerust met handige snufjes zoals een snelkoelfunctie, digitale temperatuurregeling of zelfs slimme integratie via een app. De extra gebruiksvriendelijkheid maakt de overstap extra aantrekkelijk.

KenmerkOud model (>10 jaar)Nieuw model (label A/B)
Gemiddeld stroomverbruik300–450 kWh/jaar100–150 kWh/jaar
Geluidsniveau40–45 dB35–38 dB
KoelprestatiesWisselend, soms instabielConstante, nauwkeurige regeling
Extra functiesBeperktNo-frost, snelkoelen, smart functies
MilieubelastingHoogLaag
ReparatiegevoeligheidGroter risico op storingenBetere betrouwbaarheid

©uroborosph

Tijd voor een nieuwe: waar let je op?

Wie vandaag de dag een nieuwe koelkast zoekt, belandt in een wereld van opties. Naast het uiterlijk speelt vooral het energielabel een hoofdrol. Hoe dichter bij label A, hoe zuiniger het apparaat. Dat vertaalt zich in lagere stroomkosten én minder impact op het milieu. In een open keuken is ook het geluidsniveau een belangrijke factor; sommige modellen maken nog maar 35 decibel geluid, vergelijkbaar met een fluistering.

Kijk ook goed naar de indeling: hoeveel legplateaus zijn er, hoe verstelbaar zijn die, en past je wekelijkse boodschappenvoorraad er wel fatsoenlijk in? Let op speciale zones zoals een 0°C-lade voor vlees en vis, of een aparte groentelade met luchtvochtigheidsregeling. Functies als No-frost besparen je tijd (nooit meer ontdooien!) en een omkeerbare deur zorgt ervoor dat de koelkast altijd past, ongeacht de opstelling van je keuken.

Een koelkast koop je voor de lange termijn. Het loont dus om niet alleen naar de aanschafprijs te kijken, maar ook naar gebruiksgemak, energieverbruik en duurzaamheid. Zo haal je er jarenlang het maximale uit.