Je tv instellen doe je zo
Als je alles uit je nieuwe televisie wilt halen, dan is het belangrijk om op enkele punten te letten. Op welke afstand moet de tv staan van je bank? En hoe levert je televisie de beste beeldkwaliteit? Je tv instellen doe je zo.
Het is verrassend hoe regelmatig we televisies tegenkomen die slecht opgesteld staan, of die een verschrikkelijk beeld tonen met overdreven scherpte en te felle kleuren. Toegegeven, op bepaalde plaatsen, denk bijvoorbeeld aan de fitnessclub, is een optimale opstelling erg lastig, zo niet onmogelijk. Maar in je woonkamer wil je toch graag mikken op het best mogelijke resultaat. Het is bovendien helemaal niet zo moeilijk als je misschien denkt. Op vlak van plaatsing ben je meestal wel beperkt door bestaand meubilair, maar als het op beeldkwaliteit aankomt, kan iedereen de juiste keuzes maken. Laten we beginnen.
01 De juiste kijkafstand/beeldmaat
Wat is de ideale kijkafstand voor je televisie? Dat hangt af van wat je zelf comfortabel vindt en wat voor soort programma’s je bekijkt. Maar er zijn wel degelijk richtlijnen. De SMPTE (Society for Motion Picture and Television Engineers) adviseert een blikveld van 30 graden, wat overeenkomt met een kijkafstand van 1,6 schermdiagonalen. Meet je schermdiagonaal in centimeters (of vermenigvuldig de inch-maat met 2,54) en vermenigvuldig die met 1,6 voor de juiste kijkafstand. Kijk je vooral naar film, spannende tv-reeksen, sport of gaming, dan wil je ongeveer op die afstand zitten. Het beeld vult dan een groot deel van je blikveld en dat zorgt voor een erg meeslepende ervaring.
Bestaat je kijkvoer hoofdzakelijk uit nieuws, soaps, en quizzen, dan wil je relaxed tv-kijken, en zit je liever iets verder. We mikken dan eerder op een kijkafstand tussen 2,0 en 2,5 schermdiagonalen. Uiteindelijk adviseren we je om zelf een kijkafstand te kiezen die tussen 1,5 en 2,5 schermdiagonalen zit. Kies wat het beste in de woonkamer past, en overeenstemt met je smaak en kijkgewoontes.
In ideale omstandigheden heb je hiermee rekening gehouden tijdens de aankoop. Je deelt dan de kijkafstand (in cm) door 1,5 voor de grootste schermmaat (in cm) en door 2,5 voor de kleinste.
Idealiter stel je de tv zo op dat het midden van het scherm ongeveer op ooghoogte staat
-
02 De ideale plaats
De tijd dat de televisie verstopt werd in een kast, is al lang voorbij. Een moderne televisie heeft vaak een ultraslank profiel, een zeer klein of bijna onbestaand kader en een speelse voet. Dat mag best wel gezien worden, maar het betekent niet dat je de televisie overal mag plaatsen. Een veel gemaakte fout is een te hoog geplaatste televisie, zoals boven de open haard (de horror!). Idealiter stel je de tv zo op dat het midden van het scherm ongeveer op ooghoogte staat (wanneer je op de belangrijkste zitplaats zit). Plaats je de televisie hoger, dan riskeer je nekproblemen omdat je de hele tijd naar boven moet kijken.
Vermijd duidelijke reflecties van lichtbronnen in het beeldscherm. Vooral lichtbronnen achter de kijkposities zijn boosdoeners. Verplaats die staande lamp of doe hem uit. Staat de televisie recht tegenover een raam, overweeg dan een gordijn. Dat hoeft niet voor volledige verduistering te zorgen, maar spierwitte gordijnen zijn ook geen goede keuze qua reflectie.
Wandmontage
Een moderne televisie ziet er vaak nog beter uit als je hem aan de wand monteert. Houd rekening met dezelfde richtlijnen als bij een klassieke opstelling (zie punt 2). Welke beugel je kiest, hangt af van je wensen. Moet de televisie kunnen draaien, kantelen, wegklappen? Wil je een gemotoriseerde beugel? Houd ook goed rekening met de afmetingen en het gewicht van je televisie. Kijk op voorhand na of alle aansluitingen bereikbaar blijven. En bedenk dat een beugel met een lange arm een enorme hefboom is die trekt aan de wandbevestiging. Gebruik dan ook stevige pluggen!
03 De juiste beeldmode
Er is een manier om in één klap het beste beeld in te stellen: selecteer de ‘film-beeldmodus’. Die heeft meestal de naam ‘film’, ‘bioscoop’, of ‘cinema’. Denk je meteen: dit is te flauw, of te rood? Laat je ogen enkele dagen wennen aan het nieuwe beeld. Daarna zul je merken dat andere beeldmodi vaak te scherp en intens zijn.
©PXimport
Televisie aansluiten
Je televisie zo optimaal mogelijk instellen is belangrijk, maar zorg dan wel eerst dat je je tv correct hebt aangesloten. Het lijkt niet zo moeilijk om een televisie aan te sluiten, hdmi-kabel erin en klaar, maar levert elke hdmi-aansluiting wel dezelfde functionaliteit en kwaliteit? En hoe zit het met multikanaalaudio? Kies je beter voor apps op de tv of voor een externe speler? En heeft dat nog gevolgen voor je aansluiting? Wij leggen het uit in dit artikel.
04 Bijstellen naar smaak
In de film-beeldmodus wordt heel wat beeldverwerking uitgeschakeld. Toch kan die in veel gevallen het beeld licht verbeteren, al is dat vaak een kwestie van smaak. De volgende instellingen kun je activeren, maar wees bescheiden en gebruik de laagste tot middelste stand om overmatige effecten te vermijden.
- Scherpte voor meer zichtbaar detail (vaak een numerieke instelling; gaat die tot maximaal 100, blijf dan tussen 0 en 20).
- Dynamisch contrast voor wat meer punch in het beeld.
- Ruisonderdrukking als je naar oudere bronnen zoals dvd of slechte kwaliteit YouTube kijkt.
©PXimport
Bias Lighting
Wie graag tv-kijkt in een verduisterde kamer, doet er goed aan om voor wat ‘Bias Lighting’ te zorgen. Concreet is dat zacht, indirect licht op de wand achter het scherm. Dat zorgt ervoor, dankzij de psychologie van de waarneming, dat je beter contrast op het scherm ziet en dieper zwart. Het is een effect dat ook in heel wat optisch bedrog gebruikt wordt: de kleur of het licht rond een voorwerp beïnvloedt de waarneming ervan. Het maakt tv-kijken ook rustiger voor je ogen. Bias-verlichting werkt best als de achterliggende wand ongeveer wit is, en idealiter gebruik je een daglichtlamp (kleurtemperatuur 6500 K). Klassieke lampen voor binnenshuis geven veel te warm licht (vaak 1800 K tot 2500 K) maar zijn wel een goede tijdelijke oplossing. Er bestaan led-strips die je eenvoudig op de rug van de televisie bevestigt.
©PXimport
05 Motion interpolation
Om zo veel mogelijk detail zichtbaar te maken in een bewegend beeld, gebruiken televisies vaak technieken als ‘motion interpolation’ of ‘black frame insertion’. Die eerste berekent tussenliggende beelden van een 24- of 50fps-stroom om er een 100fps-stroom van te maken. Snelle camerabewegingen vertonen dan geen stottereffecten meer. Deze methode wordt niet door iedereen gewaardeerd, omdat het films soms het uiterlijk geeft van een tv-reeks. Andere mensen prefereren toch het vloeiende effect. De tweede methode toont gedurende korte tijd een zwart beeld tijdens de opeenvolgende frames om ervoor te zorgen dat snel bewegende voorwerpen scherp afgelijnd zijn. Anders vertonen die een vage of dubbele rand.
Je kunt dit bij elk merk instellen, maar de benaming is helaas merkafhankelijk. Philips gebruikt Perfect Natural Motion, LG Trumotion, Samsung Auto Motion Plus, Panasonic Intelligent Frame Control en Sony Motionflow.
De instelling Helder werkt de vage randen weg (een aanrader voor sport), en Vloeiend voegt daar nog stottervrije beelden aan toe. Standaard zit tussen deze twee in. Wat je kiest, is volledig persoonlijk. Je kunt het ook uitschakelen, maar dat raden we af.
©PXimport
06 De game-modus
Gamers hebben hun eigen prioriteiten, en een daarvan is een zo laag mogelijke input-lag. Bijna elke televisie biedt daarom een spel-beeldmodus. Daarin is heel wat beeldverwerking uitgeschakeld om de input-lag te minimaliseren. Vaak is die spelmode echter erg hard voor je ogen. Maar je kunt die instellingen zelf aanpassen: zoek de instellingen van het contrast, de scherpte en de kleurtemperatuur op in de film-beeldmodus en gebruik die waarden ook de spel-modus. Je ogen zullen je dankbaar zijn.
©PXimport
07 Kijken bij veel of weinig omgevingslicht
Doordeweeks kijk je ’s avonds een film met de meeste lichten uit, op zondagnamiddag volg je je favoriete sport terwijl de zon door de ramen naar binnen schijnt. Kijken bij verschillend omgevingslicht: daar houd je best rekening mee in je beeldinstellingen. De eenvoudigste manier is het gebruik van de lichtsensor. Die past de helderheid van het beeld aan op basis van het omgevingslicht. Je vindt hem in de menu’s onder de beeldinstellingen of eco-instellingen, onder de naam lichtsensor of energiebesparing.
Is je televisie niet uitgerust met een lichtsensor of vind je de wisselende helderheid storend, dan moet je twee beeldmodi instellen. De modus voor films hebben we net al ingesteld, gebruik die voor kijken bij verduistering. Voor het kijken bij meer omgevingslicht kies je de modus Standaard of Natuurlijk. Als enige aanpassing neem je even de waardes voor de kleurtemperatuur en scherpte, en de instellingen voor motion interpolation uit je film-modus over.
©PXimport
08 Experimenteren en de reset-knop
Met de bovenstaande richtlijnen kom je tot het beeld dat het dichtst bij de relevante normen ligt. Wil je het beeldmateriaal zien zoals de filmmaker het werkelijk wilde, dan wijk je er het best niet te veel van af. Maar het is natuurlijk jouw tv, en als je bepaalde instellingen toch wilt aanpassen of een andere beeldmode prefereert, dan is dat uiteraard je eigen keuze. Wees niet bang om wat te experimenteren met de instellingen. En ben je bang dat je het helemaal verknoeid hebt, dan is er nog steeds de reset-knop. Elke televisie heeft in zijn beeldmodi de optie om die terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
©PXimport
Geluid niet vergeten!
Als moderne televisies een achilleshiel hebben, dan is dat in bijna alle gevallen hun geluidskwaliteit. Reden temeer om ook in de geluidsinstellingen even rond te kijken. De preset voor films geeft je een pseudo-surround-effect en de preset muziek klinkt meestal wat voller. Vaak zijn er opties om de basweergave of dialogen een kleine boost te geven. Op heel wat modellen vind je ook een equalizer zodat je de klank zelf kunst instellen. Sommige modellen bieden zelfs een optie om de klank aan te passen aan de akoestiek van de kamer. Je doorloopt dan een korte procedure met de ingebouwde microfoon van de afstandsbediening. Maak je instellingen op basis van een favoriet muziekstuk, een stukje dialoog, en een filmsoundtrack, zodat je een goede universele oplossing hebt. Voor nog beter geluid ben je aangewezen op externe audio-oplossingen, zoals een soundbar.
©PXimport