ID.nl logo
Schade claimen op je autoverzekering, zo doe je het goed
© Piman Khrutmuang
Zekerheid & gemak

Schade claimen op je autoverzekering, zo doe je het goed

Een deuk in je auto of een ster in je ruit wil je het liefst zo snel mogelijk hersteld hebben, als het even kan met een vergoeding van de verzekering. Als iemand anders verantwoordelijk is voor de schade, moet de verzekering van de tegenpartij betalen. Is er geen schuldige aan te wijzen of heb je zelf schuld? Dan moet je eerst weten of je verzekeraar de schade dekt. Het kan ook voordeliger zijn om niet te claimen, om zo je no-claimkorting te behouden. Dit is wat je moet weten.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen.

  • Wat moet je doen bij schade na een ongeluk met een andere weggebruiker?
  • Wat moet je doen bij schade die je zelf hebt veroorzaakt?
  • Wat moet je doen als er geen schuldige is aan te wijzen?
  • Wat is slimmer: schade claimen of no-claimkorting behouden?

 Lees ook: Schade claimen op je caravan- of camperverzekering? Zo doe je het goed

Ongeluk gehad, wat nu?

Een aanrijding met een andere auto is een schokkende gebeurtenis. Het hoofd koel houden kan dan lastig zijn, maar is wel erg belangrijk. Natuurlijk zorg je in de eerste plaats voor de veiligheid van jezelf en van anderen. Heeft iemand hulp of medische zorg nodig? Dat gaat altijd voor. Maar als het veilig kan, maak dan zo snel mogelijk foto’s en eventueel een filmpje van de situatie na het ongeval en van de schade aan beide voertuigen. Noteer het kenteken van de andere partij en vraag om telefoonnummers van betrokkenen en eventuele getuigen. Vraag getuigen of ze een verklaring willen afleggen. Dat kan belangrijk zijn voor het beantwoorden van de schuldvraag. 

Schadeformulier invullen

Bij een aanrijding moet je altijd samen met de andere bestuurder het Europees schadeformulier invullen. Aan de hand van dit formulier beoordeelt de verzekeraar de aansprakelijkheid. Je krijgt het formulier van je verzekeraar en je moet het altijd bij je hebben. Ben je het kwijt, dan kun je bij sommige verzekeraars een nieuwe downloaden van de website. Je kunt ook ter plekke de app of de website Mobiel Schademelden gebruiken. De app kun je downloaden via de App Store of Google Play.

Het is belangrijk dat je het formulier direct na het ongeluk samen invult en ondertekent. Als je het uitstelt, is er veel meer kans dat jij of de tegenpartij zich de toedracht anders herinnert. Zorg dus dat je de feiten op een rijtje zet als ze nog vers in je geheugen zitten. Heb je een dashboardcamera, dan kan die in deze situatie goede diensten bewijzen.

Beantwoord de vragen eerlijk, maar verklaar niet dat je schuldig bent. Dat is aan de verzekeraar om te bepalen. Je moet ook een schets maken van de situatie, compleet met pijlen voor de rijrichting. Maak voor de zekerheid eerst een schets in klad, zodat je op het formulier zelf niets hoeft te corrigeren.

Beide partijen moeten het formulier ondertekenen. Zorg dus dat je een ondertekende versie hebt voordat de ander vertrekt. Lees voor het ondertekenen alle antwoorden door en controleer de tekening op onduidelijkheden. Je hoeft op de plek van het ongeluk alleen de voorkant van het formulier in te vullen. Alleen daarbij heb je de andere bestuurder nodig. De achterkant kun je ook thuis invullen. Het is verstandig om een foto van het formulier te maken voordat je het opstuurt naar de verzekering. Dan heb je altijd een document om op terug te vallen.

Schade melden bij je verzekeraar

Na een ongeluk moet je de schade zo snel mogelijk melden, maar in ieder geval binnen de termijn die in de polisvoorwaarden staat genoemd. Vaak is dat drie dagen. Heb je schade waarvoor de tegenpartij aansprakelijk is? Dan moet de verzekeraar van de tegenpartij de schade vergoeden. Toch kun je de claim indienen bij je eigen verzekeraar, ook als je alleen WA verzekerd bent. Dat heet directe schadeafhandeling. Jouw verzekeraar stelt dan de andere verzekeraar aansprakelijk en keert aan jou het bedrag uit waar je recht op hebt. Directe schadeafhandeling werkt alleen bij materiële schade, niet bij letselschade. 

©Stav&Alex | studio4pic

Een fietser of voetganger aangereden, wat nu?

Als je een fietser of voetganger aanrijdt, ben je vrijwel altijd voor 50 procent aansprakelijk. Als het gaat om een kind van onder de 14 jaar ben je zelfs volledig aansprakelijk. Het slachtoffer kan de schade verhalen op jouw WA-verzekering. Hierdoor kun je terugvallen op de bonus-malusladder en kan je verzekeringspremie omhoog gaan. Er geldt een uitzondering als je niets te verwijten valt. Had je de aanrijding echt niet kunnen voorkomen? Dan geldt de no-blame-no-claim-regeling. Dat wil zeggen dat je verzekeraar je schadevrije jaren niet verlaagt. Deze regeling geldt voor alle verzekeraars die zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars. 

Zelf schade veroorzaakt, wat nu?

Als je zelf schade hebt veroorzaakt aan je eigen auto, kun je deze alleen claimen als je een allrisk-polis hebt. Hierop kun je ook schade claimen als je tegen een paaltje bent aangereden bijvoorbeeld. Het is niet altijd verstandig om de schade te claimen, omdat je daardoor waarschijnlijk minder no-claimkorting krijgt op je premie. Het vervallen van de korting kan zó nadelig zijn, dat je de schade beter zelf kunt betalen. Vraag de verzekeraar wat de gevolgen van het claimen van de schade zijn voor je premie, nu en in de toekomst. Eventueel kun je de schade alsnog zelf betalen als achteraf blijkt dat de premie sterk stijgt.

Heb je een verzekering met een bonus- of no-claimbeschermer? Dan kun je één schade per jaar claimen zonder dat dit gevolgen heeft voor je premie. Het aantal schadevrije jaren gaat wel omlaag, maar dat merk je pas als je overstapt naar een andere verzekeraar. Vraag dus ook in dat geval wat de gevolgen zijn van het claimen van de schade voor je schadevrije jaren in de toekomst. 

Schuldig aan autoschade van een ander, wat nu?

Heb je met je auto of aanhanger schade veroorzaakt aan een ander voertuig? Dan stelt de verzekering van de tegenpartij jouw verzekeraar aansprakelijk. Je bent verzekerd via je verplichte WA-verzekering.

Als twee partijen beiden aansprakelijk zijn, wordt de schade meestal gedeeld. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als je allebei niet goed uitkeek bij het achteruitrijden op een parkeerplaats. Voor je terugval in schadevrije jaren maakt het niet uit voor welk deel je aansprakelijk bent. Ook in dit geval is het dus goed om na te gaan of het wel voordelig is om de schade te claimen of dat je beter je no-claimkorting kunt behouden.

©Marcus Posthumus

Schade door inbraak, wat nu?

Inbraakschade is gedekt door een allriskverzekering én door een beperkt cascoverzekering. Je kunt hierop de schade claimen aan je auto en aan meeverzekerde accessoires. Zijn er spullen gestolen of beschadigd die in de auto lagen, dan kun je die misschien terugkrijgen van je inboedelverzekering. Verzekeraars kunnen als eis stellen dat deze spullen niet in het zicht lagen.

Geen dader bekend, wat nu?

Is de autoschade veroorzaakt door een onbekende bestuurder, bijvoorbeeld door iemand die is weggereden na een botsing? Of heb je een aanrijding gehad met iemand die geen WA-verzekering heeft? Dan kun je in bepaalde gevallen de schade claimen bij het Waarborgfonds Motorverkeer. De belangrijkste voorwaarden zijn dat je bent aangereden door een motorvoertuig, dat je aangifte hebt gedaan bij de politie en dat minstens één getuige kan verklaren wat er is gebeurd. Als een camera het ongeluk heeft opgenomen, kan dat een getuigenverklaring vervangen. Ook als de tegenpartij bij een ongeluk is doorgereden, moet je meteen het schadeformulier invullen. Dan kun je nog de meeste details opschrijven. Er geldt een eigen risico van 250 euro. 

Ik vind de vergoeding te laag, wat nu?

De verzekeraar stelt een vergoeding vast voor de schade aan je auto. Ben je het daar niet mee eens, kijk dan of er een geschillenregeling is. Aan de hand daarvan kun je meestal een contra-expert inschakelen die de schade beoordeelt. Zo nodig kan een derde deskundige worden aangewezen om een bindende beslissing te nemen. De kosten van de contra-expert en de derde deskundige worden vaak vergoed door de verzekeraar.

Is er geen geschillenregeling, dan kun je een klacht indienen bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Heb je een rechtsbijstandverzekering, dan kun je die inschakelen.

©Andrey Popov

Letselschade claimen

Vraag 3 op het Europees schadeformulier gaat over gewonden. Vul hier in welke klachten je hebt na het ongeval. Het is goed om hier even bij stil te staan, want door de adrenaline merk je misschien niet direct dat je een stijve nek hebt of een pijnlijke enkel. Of misschien gaat al je aandacht uit naar een schaafwond en merk je daardoor de pijn op een andere plek niet op. Natuurlijk kunnen klachten ook later ontstaan of erger worden. Maar wees in ieder geval volledig voor wat betreft de situatie direct na het ongeluk.

Ga na het ongeluk naar een arts en vraag om een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat er een verband is tussen het ongeluk en het letsel. Dit heb je nodig als bewijs als je de tegenpartij aansprakelijk stelt voor de letselschade. Ook een verslag van de gebeurtenissen, foto’s en getuigenverklaringen kunnen helpen. Het is verstandig om deskundige hulp in te schakelen voor het verhalen van letselschade. Heb je een rechtsbijstandverzekering of inzittendenverzekering, dan kan je verzekeraar je helpen.

▼ Volgende artikel
Zo houd je je huis comfortabel zonder de gaskraan open te draaien
© nevodka.com - stock.adobe.com
Energie

Zo houd je je huis comfortabel zonder de gaskraan open te draaien

Als de temperaturen dalen, grijpen veel mensen instinctief naar de thermostaat om het huis te verwarmen. Maar comfortabel wonen hoeft niet te betekenen dat je de gaskraan vol open draait. Met een paar slimme aanpassingen en gewoontes kun je de warmte in huis beter vasthouden en je gasverbruik verminderen, zonder in te leveren op comfort.

In dit artikel lees je onder meer: • Hoe je kieren en spleten dicht om warmteverlies te voorkomen • Dat je warmte kunt vasthouden door gordijnen op het juiste moment te openen of te sluiten • Dat je alleen de ruimtes moet verwarmen die je gebruikt en deuren moet sluiten • Hoe je de vloer warmer en comfortabeler maakt zonder extra energieverbruik • Hoe je frisse lucht binnenhaalt zonder onnodig warmteverlies • Over alternatieven zoals elektrische dekens en warmtekussens om comfortabel te blijven Ook lezen: Dakisolatie aanbrengen vanaf binnen of buiten? Dit zijn de voor- en nadelen

Voorkom warmteverlies met tochtstrips en kit

Warmteverlies via kieren en spleten is een van de grootste energieverspillers in huis. Gelukkig zijn er eenvoudige oplossingen om dat aan te pakken. Tochtstrips zijn een snelle en betaalbare manier om openingen rond ramen en deuren af te dichten. Ze zijn eenvoudig te installeren en zorgen ervoor dat koude lucht niet binnenkomt en warme lucht niet ontsnapt. Voor grotere openingen, bijvoorbeeld bij de aansluiting van kozijnen op muren, is het gebruik van siliconenkit of schuimrubber ideaal. Deze materialen vullen de naden op en voorkomen effectief warmteverlies.

©Marina Gordejeva

Naast ramen en deuren is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan brievenbussen en ventilatieroosters. Een tochtborstel op de brievenbus en een ventilatierooster met klep kunnen voorkomen dat koude lucht naar binnen stroomt zonder dat je de ventilatie volledig blokkeert. Controleer bovendien de aansluitingen rond leidingen en buizen die door muren of vloeren lopen. Hier kunnen vaak ongeziene tochtgaten zitten die gemakkelijk afgedicht kunnen worden.

Een handige tip is om je huis te controleren op tochtplekken op een koude en winderige dag. Loop met een brandende kaars langs ramen, deuren en andere mogelijke tochtbronnen. Beweegt de vlam? Dan ontsnapt er warmte en kun je direct actie ondernemen. Door deze kleine aanpassingen blijft je huis warmer en verbruik je minder gas, wat niet alleen je energierekening verlaagt, maar ook goed is voor het milieu.

©Olga Yastremska

Gebruik gordijnen slim

Gordijnen kunnen een grote rol spelen in het vasthouden van warmte in huis. Overdag kun je ze openen om zonnewarmte binnen te laten, vooral bij ramen op het zuiden. Deze gratis warmtebron helpt om je huis op een natuurlijke manier te verwarmen. Zodra de zon ondergaat, is het belangrijk om de gordijnen dicht te trekken. Dan fungeren ze als een extra isolatielaag, waardoor minder warmte via de ramen ontsnapt. Kies bij voorkeur voor dikke of thermische gordijnen, die speciaal zijn ontworpen om warmteverlies te minimaliseren.

Let er echter op dat gordijnen geen radiatoren bedekken. Als ze de warmte van een radiator blokkeren, verwarm je de ruimte minder efficiënt. Zorg er ook voor dat gordijnen goed aansluiten op de muur of vensterbank om tocht te verminderen. Heb je open ruimtes onder je gordijnen? Overweeg dan tochtrollen of gordijnen die tot de vloer reiken.

Heb je rolluiken of jaloezieën? Combineer deze met gordijnen voor nog betere isolatie. Overdag houd je de rolluiken open om zonlicht binnen te laten en 's avonds sluit je ze om warmteverlies verder te beperken. Op deze manier benut je gordijnen niet alleen als decoratie, maar ook als een slimme manier om energie te besparen en je huis comfortabel warm te houden.

©andrey sinenkiy

Verwarm gericht, niet je hele huis

Het verwarmen van je hele huis kan een flinke kostenpost zijn, vooral als je ruimtes verwarmt die je nauwelijks gebruikt. Door selectief te verwarmen, kun je niet alleen je gasverbruik verminderen, maar ook efficiënter omgaan met de warmte die je al hebt. Begin met het identificeren van de ruimtes waar je de meeste tijd doorbrengt, zoals de woonkamer, slaapkamer of werkkamer. Zorg ervoor dat je de deuren naar deze ruimtes gesloten houdt om te voorkomen dat de warmte ontsnapt naar minder gebruikte kamers. Dit creëert een zogenoemde 'warmtezone,' waarin de temperatuur comfortabel blijft.

Voor ruimtes die je tijdelijk gebruikt, zoals de badkamer, kun je overwegen om elektrische alternatieven in te zetten. Een infraroodpaneel of elektrische kachel verwarmt snel en plaatselijk, waardoor je geen onnodige energie verspilt aan het verwarmen van de hele woning. Deze apparaten zijn vooral nuttig voor korte periodes, zoals tijdens het douchen of werken aan een bureau.

©PhotoSG

Daarnaast kun je het gebruik van je verwarming optimaliseren door een slimme thermostaat te installeren. Hiermee kun je precies instellen wanneer en waar je warmte nodig hebt. Veel slimme thermostaten bieden de mogelijkheid om zones in huis apart te regelen, zodat je alleen energie gebruikt voor de ruimtes die op dat moment in gebruik zijn.

Tot slot is het handig om te experimenteren met lagere temperaturen in minder gebruikte kamers. Een graad of twee lager in bijvoorbeeld de gang of logeerkamer kan al een aanzienlijke besparing opleveren zonder dat dit je wooncomfort aantast. Door gericht te verwarmen, haal je meer uit je energieverbruik en bespaar je tegelijkertijd op je gasrekening.

Maak optimaal gebruik van tapijten en vloerkleden

Een koude vloer kan een flinke invloed hebben op hoe comfortabel je huis aanvoelt, vooral in kamers met tegels of laminaat. Tapijten en vloerkleden zijn niet alleen een decoratieve toevoeging, maar ook een praktische oplossing om warmte vast te houden. Ze fungeren als een extra isolatielaag, waardoor de kou van de vloer minder snel in de ruimte trekt. Dit kan vooral nuttig zijn in slecht geïsoleerde woningen of op de begane grond.

©leonid iastremskyi

Voor maximaal effect kies je een dik, dicht geweven tapijt of kleed. Wol of hoogpolig materiaal werkt extra isolerend en voelt ook zachter en warmer aan onder je voeten. Leg het kleed in veelgebruikte ruimtes, zoals de woonkamer of slaapkamer, waar het comfort direct merkbaar is. Heb je vloerverwarming? Kies dan voor een kleed dat geschikt is voor dit type verwarming, zodat de warmte er nog steeds goed doorheen kan.

Naast thermisch comfort helpt een tapijt ook om de algemene sfeer in huis te verbeteren. Een warm kleed nodigt uit om op te zitten of te spelen, wat vooral prettig is als je kinderen hebt. Bovendien kan een vloerkleed helpen om geluiden te dempen, wat een extra voordeel is in drukke huishoudens of appartementen.

Ventileer op de juiste manier

Ventileren is belangrijk voor een gezond binnenklimaat, maar verkeerd ventileren kan leiden tot onnodig warmteverlies. Je moet daarom slim ventileren, zodat je frisse lucht binnenhaalt zonder de warmte uit je huis te laten ontsnappen. De meest effectieve manier is om kort en krachtig te ventileren. Zet bijvoorbeeld twee ramen tegenover elkaar een paar minuten wijd open om een luchtstroom te creëren. Dit ververst de lucht snel zonder dat de muren, vloeren en meubels afkoelen, waardoor je woning zijn warmte behoudt.

©Roman Möbius

Voorkom langdurig ventileren via een raam op een kier, vooral in de winter. Dat zorgt er namelijk voor dat je continu warmte verliest, terwijl de luchtuitwisseling traag verloopt. Maak in plaats daarvan gebruik van ventilatieroosters die je gedeeltelijk kunt openen. Deze bieden een constante toevoer van frisse lucht zonder grote warmteverliezen.

Let ook op ruimtes zoals de keuken en badkamer, waar vocht snel ophoopt. Gebruik de afzuigkap of mechanische ventilatie alleen wanneer nodig en zorg dat je deze systemen niet onnodig lang laat draaien. Vochtige lucht voelt kouder aan, dus het goed afvoeren van vocht helpt je huis niet alleen frisser, maar ook warmer aan te laten voelen.

Combineer met duurzame warmtebronnen

Naast het verminderen van warmteverlies kun je ook denken aan het combineren van deze tips met een duurzame warmtebron. Een elektrische deken, een warmtekussen of zelfs het dragen van meerdere lagen kleding kunnen helpen om comfortabel te blijven zonder extra gas te verbruiken.

Met deze praktische tips kun je je huis comfortabel warm houden en tegelijkertijd je gasverbruik minimaliseren. Het resultaat? Een lagere energierekening, een kleinere ecologische voetafdruk en een heerlijk comfortabel huis!

▼ Volgende artikel
⚡Sodeknetter: zo voorkom je statische elektriciteit in je kleding
© Olga Yastremska, New Africa, Afr
Huis

⚡Sodeknetter: zo voorkom je statische elektriciteit in je kleding

Een handdruk, een deurklink, even ergens tegenaan leunen, en ZAP! Voor je het weet, krijg je een elektrische schok. Statische kleding is behoorlijk irritant, maar gelukkig kun je er wat aan doen. In dit artikel ontdek je hoe. Let op: het antwoord kan schokkend zijn!

In dit artikel lees je: ⚡ Wat statische elektriciteit is ⚡ Waarom je kleding zo snel statisch wordt ⚡ Hoe aluminiumfolie, wasverzachter en lepels je kunnen helpen

Lees ook: 8 veelgemaakte fouten bij het wassen van kleding

Waarom is mijn kleding statisch? 

Een statische schok is een vorm van elektriciteit. Het komt door wrijving van kleding tegen andere kleding, tegen je huid, of gewoon door de (droge) lucht om je heen. Vooral synthetische stoffen als nylon en polyester hebben er last van. Ook wol staat erom bekend. Bij katoen en linnen merk je het amper, omdat die de statische elektriciteit weer makkelijk afgeven aan de omgeving. Bij synthetische stoffen wordt de kleding pas ontladen als je iets aanraakt – een deurklink, of de hand van iemand anders, bijvoorbeeld. Gelukkig zijn er een paar dingen die je kunt doen om het schokeffect te verminderen. 

©komta

Tip 1: Slim wassen en drogen

Je kunt al veel problemen voorkomen door op een slimme manier te wassen en drogen. Het gebruik van wasverzachter zorgt er al voor dat je kleding minder snel statisch geladen wordt als je het aantrekt. Je kunt ook een bolletje aluminiumfolie in de trommel doen bij het wassen, dat zorgt ervoor dat de statische elektriciteit meteen wordt afgegeven aan de trommel. Let op: doe geen aluminiumfolie in de droger! 

©Tanya Rozhnovskaya

Kleding die snel statisch wordt kun je sowieso beter niet in de droger doen, ook als dat volgens het label wel kan. Er bestaan antistatische drogerdoekjes die je bij je wasgoed in de droger kunt stoppen, en die de statische elektriciteit verminderen. 

Tip 2: Metaal

Contact met metaal zorgt ervoor dat de statische elektriciteit wordt afgegeven aan de lucht. Pak voor je je kleding aantrekt een metalen kledinghanger of een ander stuk metaal (een sleutel, een lepel), en wrijf even over de binnen- en buitenkant van je kleding. Zo wordt de elektriciteit ontladen, en kun je je kleding in elk geval zonder schok aantrekken. 

Een andere veelgebruikte manier is een metalen veiligheidsspeld aan je kleding bevestigen. Die zorgt er gedurende de dag voor dat de statische elektriciteit sneller wordt afgegeven, en je hebt minder last van schokken en plakkende kleding. 

Tip 3: De vriezer

De vriezer? Jazeker! Als je je kleding voor je het gaat dragen een halfuurtje in de vriezer legt, wordt de statische elektriciteit ook ontladen, en het bouwt bovendien minder snel weer op. Zorg wel dat je kleding kurkdroog is voor je het in de vriezer legt, anders loop je straks met ijspegels in je nek naar buiten. 

Tip 4: Sprayen

Een beetje sprayen is ook geen slecht idee. Er zijn anti-statische sprays op de markt, die ervoor zorgen dat de lading verdwijnt en minder snel weer opbouwt, maar er zijn ook doe-het-zelf-oplossingen: een beetje haarlak aan de binnenkant van je kleding of een beetje wasverzachter in een plantenspuit heeft ongeveer hetzelfde effect. 

Conclusie

Statische elektriciteit in je kleding is niet fijn, niet voor jou en niet voor degene die je een hand geeft. Vooral wol en synthetische stoffen hebben er last van; katoen en linnen juist helemaal niet. Op een slimme manier wassen en drogen scheelt al een hoop, en aanraking met metaal kan de ergste statische elektriciteit ook oplossen. Besprenkel de binnenkant van je kleding met anti-statische spray, haarlak of wasverzachter, of stop je kleren na het drogen even in de vriezer, en je hebt in elk geval voorlopig nergens meer last van.