ID.nl logo
Schade claimen op je autoverzekering, zo doe je het goed
© Piman Khrutmuang - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Schade claimen op je autoverzekering, zo doe je het goed

Een deuk in je auto of een ster in je ruit wil je het liefst zo snel mogelijk hersteld hebben, als het even kan met een vergoeding van de verzekering. Als iemand anders verantwoordelijk is voor de schade, moet de verzekering van de tegenpartij betalen. Is er geen schuldige aan te wijzen of heb je zelf schuld? Dan moet je eerst weten of je verzekeraar de schade dekt. Het kan ook voordeliger zijn om niet te claimen, om zo je no-claimkorting te behouden. Dit is wat je moet weten.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen.

  • Wat moet je doen bij schade na een ongeluk met een andere weggebruiker?
  • Wat moet je doen bij schade die je zelf hebt veroorzaakt?
  • Wat moet je doen als er geen schuldige is aan te wijzen?
  • Wat is slimmer: schade claimen of no-claimkorting behouden?

 Lees ook: Schade claimen op je caravan- of camperverzekering? Zo doe je het goed

Ongeluk gehad, wat nu?

Een aanrijding met een andere auto is een schokkende gebeurtenis. Het hoofd koel houden kan dan lastig zijn, maar is wel erg belangrijk. Natuurlijk zorg je in de eerste plaats voor de veiligheid van jezelf en van anderen. Heeft iemand hulp of medische zorg nodig? Dat gaat altijd voor. Maar als het veilig kan, maak dan zo snel mogelijk foto’s en eventueel een filmpje van de situatie na het ongeval en van de schade aan beide voertuigen. Noteer het kenteken van de andere partij en vraag om telefoonnummers van betrokkenen en eventuele getuigen. Vraag getuigen of ze een verklaring willen afleggen. Dat kan belangrijk zijn voor het beantwoorden van de schuldvraag. 

Schadeformulier invullen

Bij een aanrijding moet je altijd samen met de andere bestuurder het Europees schadeformulier invullen. Aan de hand van dit formulier beoordeelt de verzekeraar de aansprakelijkheid. Je krijgt het formulier van je verzekeraar en je moet het altijd bij je hebben. Ben je het kwijt, dan kun je bij sommige verzekeraars een nieuwe downloaden van de website. Je kunt ook ter plekke de app of de website Mobiel Schademelden gebruiken. De app kun je downloaden via de App Store of Google Play.

Het is belangrijk dat je het formulier direct na het ongeluk samen invult en ondertekent. Als je het uitstelt, is er veel meer kans dat jij of de tegenpartij zich de toedracht anders herinnert. Zorg dus dat je de feiten op een rijtje zet als ze nog vers in je geheugen zitten. Heb je een dashboardcamera, dan kan die in deze situatie goede diensten bewijzen.

Beantwoord de vragen eerlijk, maar verklaar niet dat je schuldig bent. Dat is aan de verzekeraar om te bepalen. Je moet ook een schets maken van de situatie, compleet met pijlen voor de rijrichting. Maak voor de zekerheid eerst een schets in klad, zodat je op het formulier zelf niets hoeft te corrigeren.

Beide partijen moeten het formulier ondertekenen. Zorg dus dat je een ondertekende versie hebt voordat de ander vertrekt. Lees voor het ondertekenen alle antwoorden door en controleer de tekening op onduidelijkheden. Je hoeft op de plek van het ongeluk alleen de voorkant van het formulier in te vullen. Alleen daarbij heb je de andere bestuurder nodig. De achterkant kun je ook thuis invullen. Het is verstandig om een foto van het formulier te maken voordat je het opstuurt naar de verzekering. Dan heb je altijd een document om op terug te vallen.

Schade melden bij je verzekeraar

Na een ongeluk moet je de schade zo snel mogelijk melden, maar in ieder geval binnen de termijn die in de polisvoorwaarden staat genoemd. Vaak is dat drie dagen. Heb je schade waarvoor de tegenpartij aansprakelijk is? Dan moet de verzekeraar van de tegenpartij de schade vergoeden. Toch kun je de claim indienen bij je eigen verzekeraar, ook als je alleen WA verzekerd bent. Dat heet directe schadeafhandeling. Jouw verzekeraar stelt dan de andere verzekeraar aansprakelijk en keert aan jou het bedrag uit waar je recht op hebt. Directe schadeafhandeling werkt alleen bij materiële schade, niet bij letselschade. 

©Stav&Alex | studio4pic

Een fietser of voetganger aangereden, wat nu?

Als je een fietser of voetganger aanrijdt, ben je vrijwel altijd voor 50 procent aansprakelijk. Als het gaat om een kind van onder de 14 jaar ben je zelfs volledig aansprakelijk. Het slachtoffer kan de schade verhalen op jouw WA-verzekering. Hierdoor kun je terugvallen op de bonus-malusladder en kan je verzekeringspremie omhoog gaan. Er geldt een uitzondering als je niets te verwijten valt. Had je de aanrijding echt niet kunnen voorkomen? Dan geldt de no-blame-no-claim-regeling. Dat wil zeggen dat je verzekeraar je schadevrije jaren niet verlaagt. Deze regeling geldt voor alle verzekeraars die zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars. 

Zelf schade veroorzaakt, wat nu?

Als je zelf schade hebt veroorzaakt aan je eigen auto, kun je deze alleen claimen als je een allrisk-polis hebt. Hierop kun je ook schade claimen als je tegen een paaltje bent aangereden bijvoorbeeld. Het is niet altijd verstandig om de schade te claimen, omdat je daardoor waarschijnlijk minder no-claimkorting krijgt op je premie. Het vervallen van de korting kan zó nadelig zijn, dat je de schade beter zelf kunt betalen. Vraag de verzekeraar wat de gevolgen van het claimen van de schade zijn voor je premie, nu en in de toekomst. Eventueel kun je de schade alsnog zelf betalen als achteraf blijkt dat de premie sterk stijgt.

Heb je een verzekering met een bonus- of no-claimbeschermer? Dan kun je één schade per jaar claimen zonder dat dit gevolgen heeft voor je premie. Het aantal schadevrije jaren gaat wel omlaag, maar dat merk je pas als je overstapt naar een andere verzekeraar. Vraag dus ook in dat geval wat de gevolgen zijn van het claimen van de schade voor je schadevrije jaren in de toekomst. 

Schuldig aan autoschade van een ander, wat nu?

Heb je met je auto of aanhanger schade veroorzaakt aan een ander voertuig? Dan stelt de verzekering van de tegenpartij jouw verzekeraar aansprakelijk. Je bent verzekerd via je verplichte WA-verzekering.

Als twee partijen beiden aansprakelijk zijn, wordt de schade meestal gedeeld. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als je allebei niet goed uitkeek bij het achteruitrijden op een parkeerplaats. Voor je terugval in schadevrije jaren maakt het niet uit voor welk deel je aansprakelijk bent. Ook in dit geval is het dus goed om na te gaan of het wel voordelig is om de schade te claimen of dat je beter je no-claimkorting kunt behouden.

©Marcus Posthumus

Schade door inbraak, wat nu?

Inbraakschade is gedekt door een allriskverzekering én door een beperkt cascoverzekering. Je kunt hierop de schade claimen aan je auto en aan meeverzekerde accessoires. Zijn er spullen gestolen of beschadigd die in de auto lagen, dan kun je die misschien terugkrijgen van je inboedelverzekering. Verzekeraars kunnen als eis stellen dat deze spullen niet in het zicht lagen.

Geen dader bekend, wat nu?

Is de autoschade veroorzaakt door een onbekende bestuurder, bijvoorbeeld door iemand die is weggereden na een botsing? Of heb je een aanrijding gehad met iemand die geen WA-verzekering heeft? Dan kun je in bepaalde gevallen de schade claimen bij het Waarborgfonds Motorverkeer. De belangrijkste voorwaarden zijn dat je bent aangereden door een motorvoertuig, dat je aangifte hebt gedaan bij de politie en dat minstens één getuige kan verklaren wat er is gebeurd. Als een camera het ongeluk heeft opgenomen, kan dat een getuigenverklaring vervangen. Ook als de tegenpartij bij een ongeluk is doorgereden, moet je meteen het schadeformulier invullen. Dan kun je nog de meeste details opschrijven. Er geldt een eigen risico van 250 euro. 

Ik vind de vergoeding te laag, wat nu?

De verzekeraar stelt een vergoeding vast voor de schade aan je auto. Ben je het daar niet mee eens, kijk dan of er een geschillenregeling is. Aan de hand daarvan kun je meestal een contra-expert inschakelen die de schade beoordeelt. Zo nodig kan een derde deskundige worden aangewezen om een bindende beslissing te nemen. De kosten van de contra-expert en de derde deskundige worden vaak vergoed door de verzekeraar.

Is er geen geschillenregeling, dan kun je een klacht indienen bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Heb je een rechtsbijstandverzekering, dan kun je die inschakelen.

©Andrey Popov

Letselschade claimen

Vraag 3 op het Europees schadeformulier gaat over gewonden. Vul hier in welke klachten je hebt na het ongeval. Het is goed om hier even bij stil te staan, want door de adrenaline merk je misschien niet direct dat je een stijve nek hebt of een pijnlijke enkel. Of misschien gaat al je aandacht uit naar een schaafwond en merk je daardoor de pijn op een andere plek niet op. Natuurlijk kunnen klachten ook later ontstaan of erger worden. Maar wees in ieder geval volledig voor wat betreft de situatie direct na het ongeluk.

Ga na het ongeluk naar een arts en vraag om een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat er een verband is tussen het ongeluk en het letsel. Dit heb je nodig als bewijs als je de tegenpartij aansprakelijk stelt voor de letselschade. Ook een verslag van de gebeurtenissen, foto’s en getuigenverklaringen kunnen helpen. Het is verstandig om deskundige hulp in te schakelen voor het verhalen van letselschade. Heb je een rechtsbijstandverzekering of inzittendenverzekering, dan kan je verzekeraar je helpen.

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.