ID.nl logo
Deze zorgkosten betaalt je basisverzekering niet
© africa-studio.com (Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy)
Zekerheid & gemak

Deze zorgkosten betaalt je basisverzekering niet

Omdat je zorgkosten hoog kunnen oplopen als je in het ziekenhuis terechtkomt, moet iedereen in Nederland een zorgverzekering hebben. Maar ook met een zorgverzekering zijn er nog veel kosten die je zelf moet betalen. Laat je niet verrassen en zorg dat je hiervoor geld achter de hand hebt. Voor sommige kosten kun je ook een aanvullende zorgverzekering afsluiten.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen. • Welke kosten moet ik zelf betalen? • Wat is het verschil tussen eigen risico en eigen bijdrage? • Maakt het uit wat voor basiszorgverzekering ik heb? • Voor welke kosten kan ik een aanvullende zorgverzekering afsluiten?

Ook interessant voor jou: Zo vind je de beste zorgpolis voor jou en je gezin

Verplicht eigen risico

Iedereen met een zorgverzekering heeft een verplicht eigen risico van 385 euro. Je betaalt dit eigen risico voor bijna alle zorg in het basispakket. Er zijn een paar uitzonderingen. De belangrijkste is de huisarts. Daar kun je altijd naartoe zonder iets te betalen. Ook wijkverpleging en verloskundige hulp vallen niet onder het eigen risico. Als je zwanger bent, krijg je bovendien de niet-invasieve prenatale test (NIPT) en de 20-wekenecho vergoed, zonder dat je je eigen risico hoeft aan te spreken. Ook voor behandelingen bij bepaalde chronische ziekten en bij orgaandonatie gelden uitzonderingen. Voor kinderen tot 18 jaar hoef je nooit eigen risico te betalen.

De rekening voor het eigen risico komt vaak op een onverwacht moment. Het kan zijn dat je dan plotseling een groot bedrag moet betalen. Met een bezoek aan een specialist in het ziekenhuis kun je al in één keer door je volledige eigen risico heen zijn. Vind je het lastig om een groot bedrag in één keer te moeten betalen? Vraag dan aan je verzekeraar om het eigen risico gespreid van je rekening af te schrijven. Als achteraf blijkt dat je toch niet je volledige eigen risico hebt gebruikt in een jaar, kun je het teveel betaalde bedrag terugkrijgen.

©Geber86

Vrijwillig eigen risico

Als je jong en gezond bent en weinig zorgkosten verwacht, kun je kiezen voor een hoger eigen risico. Je kunt het eigen risico verhogen met 100, 200, 300, 400 of 500 euro. In ruil daarvoor krijg je korting op de premie en die korting kan interessant zijn. Maar als je tegen je verwachting in toch hoge zorgkosten moet maken, betaal je daarvan wel een groter deel zelf. Als je je eigen risico met 500 euro verhoogt, moet je dus in het uiterste geval 885 euro zelf betalen. Zorg dat je dit bedrag achter de hand hebt, want je weet maar nooit. 

Eigen bijdrage voor medicijnen

Als je medicijnen nodig hebt, moet je soms een eigen bijdrage betalen. Dat kan gebeuren als je een duurder middel wilt hebben dan het voorkeursmiddel met dezelfde werkzame stof. Je moet het verschil dan zelf betalen. Dat is de eigen bijdrage. Is het voor jou heel belangrijk dat je toch het duurdere medicijn gebruikt, bijvoorbeeld omdat je allergisch bent voor het goedkope middel, dan kan je zorgverzekeraar een uitzondering maken. Je krijgt dan het goedkopere middel als het kan en het duurdere middel als er een medische noodzaak is. Je dokter moet aangeven dat er een medische noodzaak is voor het duurdere middel.

Voor sommige medicijnen betaalt de fabrikant de eigen bijdrage terug. Meer informatie hierover vind je op de website Terugbetaalregeling.nl.

In totaal betaal je in een jaar nooit meer dan 250 euro eigen bijdrage voor medicijnen. De eigen bijdrage komt bovenop het eigen risico. Dat werkt zo:

Stel je hebt iedere maand een voor 100 euro medicijnen nodig en de eigen bijdrage is 25 euro. Dan moet je 25 euro zelf betalen, aan je apotheek of aan je zorgverzekeraar. Je zorgverzekeraar trekt de overige 75 euro van je eigen risico af. Daarvoor krijg je een rekening van je zorgverzekeraar.

Na 6 maanden ben je door je eigen risico heen. Vanaf dat moment krijg je de resterende 75 euro vergoed. Na 10 maanden heb je ook het maximum van je eigen bijdrage bereikt. Vanaf dat moment krijg je je volledige medicijnkosten vergoed. Van de 1200 euro die je medicijnen per jaar kosten, heb je dan 635 euro zelf betaald. Je zorgverzekeraar heeft 565 euro betaald.

Er zijn aanvullende zorgverzekeringen met een vergoeding voor de eigen bijdrage van medicijnkosten. Je kunt je niet aanvullend verzekeren voor het eigen risico. 

©Liami

Andere eigen bijdragen

Ook voor sommige hulpmiddelen en nog een paar andere zorgkosten gelden eigen bijdragen. Voor een hoortoestel bijvoorbeeld betaal je een kwart van de kosten zelf. Met een aanvullende verzekering kun je dat bijverzekeren tot 100 procent.

Voor een kunstgebit betaal je ook 8 tot 25 procent zelf. Verder geldt er een eigen bijdrage voor orthopedische schoenen van 130 euro per paar. Ook hiervoor kun je je bijverzekeren.

Ga je naar het ziekenhuis met de taxi, eigen auto of openbaar vervoer, dan moet je dat meestal zelf betalen. Je kunt alleen een vergoeding krijgen bij bepaalde ziekten of behandelingen, zoals nierdialyses, behandelingen bij kanker en als je afhankelijk bent van een rolstoel. Maar ook dan betaal je wel een eigen bijdrage van 118 euro per jaar. Bijverzekeren is mogelijk.

©romaset

Zorg die niet is verzekerd

Het basispakket vergoedt erg veel, maar niet alles. Fysiotherapie bijvoorbeeld valt niet onder de basisverzekering. Wil je naar een alternatief genezer, dan betaal je dat zelf. Ook de meeste tandartskosten zitten niet in het basispakket. Je kunt hiervoor een aanvullende verzekering voor afsluiten, maar daar betaal je meer premie voor. Maak dus een zorgvuldige afweging of je de extra zekerheid van een aanvullend pakket echt nodig hebt. Meer hierover lees je in de Keuzehulp aanvullende zorgverzekering en tandartsverzekering.

Niet-gecontracteerde zorgverleners

Als je een naturaverzekering hebt, krijg je alleen de zorg van gecontracteerde zorgverleners volledig vergoed. Kies je toch een andere zorgverlener, dan krijg je geen volledige vergoeding, maar een vergoeding die kan variëren van 60 tot 80 procent. De rest moet je dan zelf betalen. Het is verstandig om na te gaan of je de kosten volledig vergoed krijgt voordat je een zorgverlener kiest. Welke zorgverleners volledig worden vergoed, kun je vinden op de website van je zorgverzekeraar. Wil je volledige keuzevrijheid en honderd procent vergoeding? Dan kun je kiezen voor een restitutiepolis, maar die is wel een stuk duurder. Een combinatiepolis zit daar tussenin.

Welke zorgverzekering past bij jou?

Ontdek het met de zorgverzekeringvergelijker
▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: