ID.nl logo
Dakkapel plaatsen, kozijnen vervangen, boom omhakken: vergunning nodig of niet?
© U. J. Alexander - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Dakkapel plaatsen, kozijnen vervangen, boom omhakken: vergunning nodig of niet?

Wil je een dakkapel bouwen, een boom in je tuin omhakken of kozijnen vervangen? Het kan zijn dat je daar toestemming voor nodig hebt van de gemeente. Sinds 1 januari 2024 zijn de regels die hiervoor gelden samengevoegd in één nieuwe wet: de Omgevingswet. Dit is wat je moet weten.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen. • Voor welke bouwwerken of andere ingrepen heb ik waarschijnlijk geen vergunning nodig? • Hoe kan ik controleren of ik een vergunning nodig heb? • Hoe kom ik erachter aan welke regels ik moet voldoen?

Ook interessant voor jou:Welke aanpassingen aan je eigen huis verhogen je woningwaarde?

 De Omgevingswet vervangt sinds 2024 tientallen verschillende wetten en regelingen met voorschriften over gebouwen, wegen, bodem, lucht, water, landschap, natuur en cultureel erfgoed. Het doel is om meer samenhang te brengen in de regels én om lokaal maatwerk makkelijker te maken. Ook zou er in de toekomst minder vaak een vergunning nodig moeten zijn en moet het voor burgers makkelijker worden om te achterhalen aan welke regels ze moeten voldoen. 

Minder vergunningen nodig

De Omgevingswet verandert de regels niet in één klap. Er geldt een overgangsperiode, waarin gemeenten de tijd krijgen om de regelgeving aan te passen. Oude bestemmingsplannen worden opgenomen in het ‘voorlopige omgevingsplan’ en gemeenten krijgen tot en met 2031 de tijd om een definitief omgevingsplan op te stellen. Iets wat nu niet mag in jouw gemeente, mag straks dus misschien wel of andersom.

Als je een bouwplan hebt of iets anders wilt veranderen aan je woonomgeving, moet dat passen binnen de Omgevingswet en het Omgevingsplan van de gemeente. Daarin staat wat je moet doen als je bouw-, sloop of veranderplannen hebt. Het kan zijn dat je een vergunning nodig hebt, maar het kan ook dat je alleen maar een melding moet doen bij de gemeente of dat je direct aan de slag kunt.

Dat klinkt alsof je er minder werk aan hebt, maar juich niet te vroeg. De Omgevingswet is namelijk heel uitgebreid. Er staan niet alleen regels in voor bouwen, maar bijvoorbeeld ook voor de hoeveelheid geluid die er op een bepaalde plek mag worden gemaakt en voor de stankoverlast. En als je plan een bedreiging vormt voor bepaalde dieren of planten, kan dat een vergunning in de weg staan. 

Hoe weet je of je een vergunning nodig hebt?

Het is altijd slim om de vergunningcheck in het Omgevingsloket te doen. Daar kun je met het beantwoorden van een aantal vragen controleren of er een vergunning of een melding nodig is voor je (bouw)project. Als je alle vragen hebt beantwoord, weet je of er een vergunningplicht, een meldingsplicht en/of een informatieplicht geldt. Het kan ook zijn dat je dit alles niet hoeft te doen en gewoon kunt beginnen. Na het doorlopen van de vergunningcheck kun je een actielijst downloaden, waarin staat wat je moet doen.


Voor veel relatief kleine aanpassingen had je vóór de invoering van de Omgevingswet geen vergunning nodig en in veel gevallen blijft dat ook zo. Dit zijn de regels voor enkele veel voorkomende ingrepen. 


Warmtepomp plaatsen

Voor het plaatsen van een luchtwarmtepomp heb je meestal geen vergunning nodig. Alleen voor heel grote installaties kan een vergunning nodig zijn. Groot is in dit geval hoger dan een meter en met een oppervlak van meer dan twee vierkante meter. Ook als je woont in een monument of beschermd stadsgezicht kan een vergunning nodig zijn. Let erop dat de warmtepomp voldoet aan de geluidsnormen.

Als je een bodemwarmtepomp wilt gaan installeren, moet je dit wel altijd melden bij het Omgevingsloket. Je moet dan een paar vragen beantwoorden om te zien of je een vergunning nodig hebt. Zo niet, dan hoef je alleen maar te melden en informatie te geven. Dit moet je minimaal vier weken voordat je met de aanleg begint doen. 

©Александр Марченко

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Boom omhakken

Een boom die op je eigen grond staat, mag je niet zomaar omhakken, vellen of rooien. Hiervoor kan een vergunning nodig zijn. Dat was al zo voordat de Omgevingswet in werking trad en dat blijft zo. Maar er zijn ook situaties waarin je geen vergunning nodig hebt. Dat ligt eraan hoe dik, hoe hoog en hoe oud de boom is. Gemeenten hanteren hiervoor verschillende maatstaven. Verder zijn het soort boom en de dieren die erin leven van belang. In het Omgevingsloket kun je controleren of je een vergunning nodig hebt.

Kozijnen vervangen

Als je iets verandert aan de voorgevel, is in veel gevallen een vergunning nodig. Daarbij is het belangrijk of hierdoor het aanzicht van de gevel vanaf de straatkant verandert. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als je kozijnen wilt vervangen door kozijnen die er heel anders uitzien. Aan de achtergevel mag je meestal wel zelf iets veranderen zonder vergunning, net als aan bijgebouwen. Als je woont in een monument, is meestal wel een vergunning nodig. 

©slavun

Serre of mantelzorgwoning bouwen

Als je gaat bouwen, kun je te maken krijgen met twee soorten vergunningen: een vergunning voor het technische deel van het bouwen en een vergunning voor het ruimtelijke deel van het bouwen. Het technische deel gaat over de eisen bouwkwaliteit, zoals de constructie-eisen. Het ruimtelijke deel gaat over de gevolgen voor de omgeving. Denk daarbij aan eisen aan de bouwhoogte, het bebouwde oppervlak en het uiterlijk van het bouwwerk.

Een aanbouw aan je woning die niet hoger is dan de eerste woonlaag en waarop je geen balkon of dakterras maakt, is doorgaans vergunningvrij voor het technische deel. Je moet je wel houden aan de regels in het Besluit bouwwerken leefomgeving. Een vergunning voor het ruimtelijke deel kan nodig zijn als je aan de voorkant of zijkant van je huis wilt uitbouwen of als je bijvoorbeeld een groot deel van je achtertuin wilt bebouwen. Je kunt je plannen in de vergunningcheck van het Omgevingsloket invullen om te onderzoeken of je een vergunning nodig hebt of een melding moet doen. 

Dakkapel plaatsen

Ook bij een dakkapel krijg je te maken met technische eisen en met ruimtelijke eisen. Het plaatsen van een dakkapel aan de achterkant van je woning is voor beide onderdelen meestal vergunningvrij, tenzij je woont in een monument. Je moet je hiervoor wel houden aan bepaalde maximale afmetingen. Zo mag de dakkapel gemeten vanaf de voet niet hoger zijn dan 1,75 meter. Ook moet er rondom de dakkapel een halve meter of meer dak overblijven. Het dak van de dakkapel moet altijd plat zijn. En ook bij dakkapellen moet je je houden aan de regels in het Besluit bouwwerken leefomgeving.

Wil je aan de voorkant een dakkapel plaatsen, dan kan de gemeente bepalen dat er wel een vergunning nodig is. Gemeenten mogen zelf weten of ze bepaalde dakkapellen vergunningvrij toestaan.


Uitbreiden met een dakkapel? Dat is echt werk waar je een specialist voor inschakelt. Lees je goed in en vergelijk aannemers en offertes.

Vraag een offerte aan voor dakkapellen:

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.