ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Workshop XML

Deel 1: de theorie. Een website bouwen of een multimediapresentatie maken? Dat doet u eenvoudig met xml. Xml groeit langzamerhand uit tot een standaardformaat van allerlei documenten, en bedrijven zien het als een prachtige oplossing voor gegevensoverdracht. Maar: hoe werkt het precies en waarom is het zo handig? Deze maand: de theorie

"Om goed te kunnen begrijpen hoe xml werkt, leggen we nog even kort uit hoe het ook weer zat met de lingua franca van alle webpagina's: html (hypertext markup language). Open voor een voorbeeld een willekeurige webpagina in uw browser en roep via het menu Beeld de broncode van die pagina op. Waarschijnlijk belandt u nu middenin een reeks labels (markup tags). De oorspronkelijke bedoeling van html was om via zulke tags de logische structuur van het webdocument aan te geven. Voorbeelden van zulke tags zijn

(alinea),

(een titel van niveau 3) en(een lijst-item). Al snel kwamen er tal van tags bij die vooral voor een mooiere lay-out moesten zorgen: (cursieve tekst), (het lettertype) of (een lichtkrant, herkend door Microsoft-browsers). Stel nu dat u het recept van uw favoriete streekgerecht in een webpagina wilt gieten, dan zou (een stukje van) de html-broncode er als volgt uit kunnen zien:Overmeerse kneutelsDeegbollen gekookt in water (4 ps.)1000 gramzelfrijzende bloem2eieren200 gramrozijnen1,5 kopjesprankelend waterMeng alle ingrediënten goed door elkaar, tot er een soort brooddeeg ontstaat.
Schep hier deegbollen van en leg die 7 minuten in kokend, licht gezouten water.
Dien warm op en overgiet met gecondenseerde zoete melk.***htmlcss.tif Html + css Css Dergelijke html-code heeft echter enkele typische tekortkomingen. Wilt u bijvoorbeeld de lay-out van deze pagina ingrijpend verfraaien, dan wordt de broncode door al die extra tags meteen een stuk onoverzichtelijker. En wilt u achteraf de lay-out van al uw receptenpagina's wijzigen, dan vergt dat een aanpassing van elke pagina afzonderlijk. Dit is natuurlijk niet erg praktisch en daarom werd css (cascading style sheets) in het leven geroepen. Met css is het namelijk mogelijk om de lay-outgegevens te scheiden van de eigenlijke inhoud van het document; stopt u dus alle stijlinformatie in een apart bestand én roept u dit bestand vanuit uw webpagina's op, dan hoeft u alleen dit ene bestand te wijzigen om meteen een andere lay-out voor uw complete site te krijgen. Zo zou u deze volgende verwijzing in uw html-bestand kunnen opnemen: . Vervolgens kunt u in de juiste map (in ons voorbeeld: stijlen) het bestand receptenstijl.css creëren en daarin vastleggen hoe bijvoorbeeld een-tag er precies moet uitzien: H1" { "color: red; background-color: yellow; " "font-family: Arial, Helvetica; " "} ***xml.tif Xml geeft structuur aan uw inhoud Xml Ookal is css een elegante oplossing voor stijlfreaks, het geeft de pagina inhoudelijk niet per se een duidelijker opbouw. Stel dat een uitgeverij dergelijke pagina's binnenkrijgt om er een kookboek mee samen te stellen, dan is het nog heel veel werk om hieruit alle informatie correct te distilleren. Met xml - dat staat voor eXtensible markup language - is dit wel mogelijk, namelijk door specifieke markup tags te gebruiken die nauwkeurig de aard van de informatie aangeven. Als voorbeeld: <?xml version=”1.0”?> Overmeerse kneutels Deegbollen gekookt in water 4 1000 gram zelfrijzende bloem Meng alle ingredienten goed door elkaar, tot u U begrijpt dat het voor die uitgeverij met behulp van een xml-parser ('ontrafelaar') al een stuk makkelijker is om hieruit de nodige informatie te halen. Immers, de typische onderdelen van een recept (zoals titel, omschrijving, aantal personen, hoeveelheden) hebt u precies benoemd in de vorm van tags. Het feit dat u dus zélf tags kunt toevoegen verklaart de x in xml (extensible betekent uitbreidbaar). Maar u moet nóg twee horden nemen: stijl enerzijds en definities en schema's anderszijds. ***xmlcss.tif Xml en css: een stijloefening. ***xmlxsl.tif Xml en xsl: een krachtig duo. Stijl Probeert u het xml-bestand maar in uw (xml-compatibele) browser te openen. Die kan weliswaar overweg met uw xml-code, maar die doet er weinig meer mee dan de onderliggende boomstructuur van uw code interpreteren en weergeven (zie afbeelding). De root is in dit geval , die op zijn beurt bestaat uit de elementen , , , . Uw browser heeft dus nog een mechanisme nodig waarmee hij de xml-code in de gewenste lay-out kan gieten. Dat kan op verschillende manieren; u kunt bijvoorbeeld vanuit deze xml-pagina naar een css-bestand refereren. Vanuit dat bestand bepaalt u dan voor elk element het gewenste uiterlijk. Neemt u deze verwijzing bovenaan in uw xml-code op: <?xml-stylesheet href=”stijlen/recept.css” type=”text/css”?> dan kunt u bijvoorbeeld het element als volgt stileren in dat css-bestand: materie { font size: 14 pt; font weight: bold; color: green; background-color: lime; } Css heeft echter met enkele beperkingen te maken. Zo kunt u hiermee niet de elementen uit het brondocument in een andere volgorde afbeelden, u kunt er ook geen tekst of afbeeldingen aan toevoegen, u kunt geen criteria bepalen op grond waarvan bepaalde elementen al dan niet getoond worden en u kunt er geen berekeningen mee laten uitvoeren. Anders gezegd: de structuur van het xml-document kan het beste niet té ver uit de buurt van de uiteindelijke vormgeving liggen die u (als auteur) beoogt. Dit kan wél met het krachtige xsl(t) (extensible stylesheet language transformations). Zo'n extern xsl-bestand roept u vanuit het xml-document op dezelfde wijze op als een css-bestand: <?xml-stylesheet href=”stijlen/recept.xsl” type=”text/xsl”?>. Het voert te ver om de mogelijkheden van deze taal gedetailleerd te bespreken, maar hiermee krijgt u wellicht toch al een aardig idee:U merkt dat zo'n xsl-bestand al een beetje op een heuse programmeertaal begint te lijken. Zo hebben we hier bijvoorbeeld een soort van lus opgenomen (for-each) die het hele xml-document afspeurt naar het -element. Binnen zo'n xsl-bestand kunt u verder ook de (x)html-tags van allerlei eigenschappen voorzien (in ons voorbeeld: h1, h2 en u). Definities en schema's U bent nu al een flinke stap verder: de uitgeverij kan probleemloos de structuurelementen uit uw xml-documenten halen én er eventueel snel de gewenste lay-out op toepassen. Het xml-document noemen we in dit geval 'well formed'. Maar wat als verschillende personen hun favoriete streekgerechten doorsturen naar die uitgeverij? Dat hoeft natuurlijk geen probleem te zijn, zolang iedereen gebruikmaakt van precies dezelfde xml-boomstructuur met identieke elementen. De uitgeverij doet er dan ook goed aan om een schemadocument (soort syntax-sjabloon) op te stellen dat de inhoudelijke structuur van de xml-documenten precies vastlegt. Dit document kan de uitgeverij dan (online) ter beschikking stellen. Iedereen die streekgerechten doorstuurt, hoeft dan slechts in zijn xml-document naar dat schemadocument te verwijzen. Zo'n document is dus al iets meer gestandaardiseerd en noemen we 'valid' (versus well formed). Aanvankelijk nam zo'n schemadocument de vorm van een dtd aan (document type definition). Het volstaat in zo'n geval de volgende regel in uw xml-document op te nemen: <?xml version:”1.0”?> . Een geschikt dtd-document zou er voor de uitgeverij dan ongeveer als volgt kunnen uitzien. materie CDATA #REQUIRED> Veeleisende xml-gebruikers botsten echter al snel op enkele storende beperkingen van het dtd-formaat, waardoor het intussen wat uit de gratie is geraakt. Zo kunt u niet aangeven dat 'hoev' (hoeveelheid) hier geen negatief getal mag bevatten, of dat dit alleen geaccepteerd wordt als ook 'materie' aanwezig is. Er staan gelukkig wel al enkele waardige opvolgers van dtd klaar en het lijkt er vooralsnog op dat (W3C) xml schema (definition language) - afgekort als xsd - het pleit wint. Volgende maand deel 2: xml in de praktijk ***Kader Op Het Web Op PCMweb.nl vindt u verschillende voorbeelden van de hier besproken html- en xml-codes. Wilt u zich in verdiepen in xsd, dan vindt u een uitgebreide cursus op www.w3schools.com/schema. Op dezelfde site kunt u ook terecht voor een overzichtelijke xml-gids (www.w3schools.com/xml) en een solide basis voor verder onderzoek vindt u op www.w3.org/xml.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.