ID.nl logo
Waarom gezichtsherkenning op de meeste smartphones onveilig is
© Reshift Digital
Huis

Waarom gezichtsherkenning op de meeste smartphones onveilig is

Steeds meer smartphones zijn te beveiligen met gezichtsherkenning. Het ontgrendelen gaat doorgaans even vlot als met je vingerafdruk en is sneller dan het intoetsen van een pincode of wachtwoord. Dat is leuk, maar de gezichtsherkenning op smartphones is meestal eenvoudig en onveilig. De consumentenbond kwam daar onlangs ook achter. Hoe zit dat?

Gezichtsherkenning wint aan populariteit

Van oudsher beveiligen we de inhoud van onze smartphones met een pincode, patroon of wachtwoord. Een paar jaar geleden introduceerden fabrikanten de vingerafdrukscanner, die sneller en eenvoudiger in gebruik is. De opvolger van de vingerafdrukscanner maakte brak vorig jaar door in de vorm van gezichtsherkenning. Deze ontwikkeling is te danken aan de iPhone X, die de vingerafdrukscanner inruilde voor sensoren die je gezicht scannen als je het toestel wil ontgrendelen.

En je weet, als de iPhone een nieuwe feature introduceert, gaan andere fabrikanten er ook mee aan de slag. In een jaar tijd zijn er dan ook tientallen, zo niet honderden smartphones uitgekomen die te beveiligen zijn met een scan van je gezicht. Motorola, OnePlus, Wiko, Xiaomi: zonder gezichtsherkenning lijk je als merk niet meer mee te tellen.

Onveilige gezichtsherkenning

Hoewel veel mensen denken dat de iPhone X is de eerste smartphone was met gezichtsherkenning, is dat niet waar. De iPhone X was de eerste telefoon met 3D-gezichtsherkenning. Het Android-besturingssysteem heeft al jaren een 2D-vorm van gezichtsherkenning ingebouwd, al werkt die op een andere manier. De Android-feature is ontworpen met gebruiksvriendelijkheid op één en veiligheid op twee.

De Android-methode scant je gezicht op de snelste manier: via de frontcamera. Na de eenmalige registratie (het laten scannen) van je gezicht, bekijkt de frontcamera bij een ontgrendelpoging of het actuele gezicht dat van de eigenaar is. Bij een ja wordt de telefoon ontgrendeld, wat doorgaans binnen een halve tot één seconde gebeurt. Gaat het om een ander gezicht of kan de scanner zijn werk niet doen (bijvoorbeeld omdat de camera niet genoeg licht opvangt), dan moet je jezelf aanmelden via je vooraf ingestelde back-up-methode als een pincode.

2D-gezichtsherkenning is – afhankelijk van de optimalisaties van de telefoonfabrikant – vlot tot razendsnel. Maar de beveiligingsmethode is ook onveilig, om de simpele reden dat een frontcamera niet geavanceerd genoeg is om een goede scan te maken. Een frontcamera heeft als primair doel het maken van selfies en het voeren van videogesprekken, en mist de benodigde technieken en sensoren om een hoge-kwaliteit gezichtsscan te maken.

Onlangs deed de Consumentenbond een test om de gezichtsherkenning van veel smartphones om de tuin te leiden. Door een foto voor de frontcamera te houden werd geprobeerd het toestel te ontgrendelen. Dit lukt bij onder meer de volgende smartphones:

Asus Zenfone 5 en Zenfone 5 Lite

BlackBerry Key2

General Mobile GM8

HTC U11+

Huawei P20 Pro, P20 en P20 Lite

Motorola Moto E5

Motorola Moto G6 Play

LG K9

Motorola One

Nokia 3.1

Nokia 7.1

Samsung Galaxy A7 (2018)

Samsung Galaxy A8 en A8+

Sony Xperia XZ2

Sony Xperia XZ2 Compact

Sony Xperia XZ2

Sony Xperia XZ3

Xiaomi Mi A2

©PXimport

Fabrikanten die 2D-gezichtsherkenning gebruiken op hun telefoons, roepen maar al te graag dat hun toestel te beveiligen is met je gezicht. Logisch: mensen kennen de feature van de iPhone en/of vinden het een futuristische methode die vast goed en veilig werkt. Maar gezichtsbeveiliging via de frontcamera is niet waterdicht, zo blijkt uit testen van beveiligingsonderzoekers, journalisten en gebruikers. De frontcamera is te foppen, al verschilt het per toestel hoe eenvoudig (of lastig) dit is.

Voorbeelden van onveilige 2D-gezichtsherkenning zijn er genoeg. De frontcamera van de OnePlus 6 kan bijvoorbeeld gefopt worden met een geprinte selfie, zo bewezen journalisten van het Amerikaanse Mashable eerder dit jaar. En de scanner van de Samsung Galaxy Note 8 van vorig jaar is wel heel eenvoudig voor de gek te houden, toont een Twitter-gebruiker aan in onderstaande video.

Deze vorm van gezichtsherkenning is veiliger

Je smartphone beveiligen met 2D-gezichtsherkenning is dus snel, maar niet honderd procent veilig. Wil je de snelheid én de veiligheid, dan heb je een toestel nodig met 3D-gezichtsherkenning. Zoals gezegd was de iPhone X de eerste telefoon met deze techniek. Bij 3D-scanning wordt naast een frontcamera ook een infraroodsensor en een dot projector gebruikt, waarmee je gezicht op tal van punten gecontroleerd wordt.

Uit testen blijkt dat deze methode, die Apple Face ID noemt, praktisch in alle gevallen snel en alleen bij het juiste gezicht ontgrendelt. Alleen bij eeneiige tweelingen die nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn, kan Face ID heel soms foutief ontgrendelen. Face ID zit ook op de nieuwste iPhone’s (XR, XS en XS Max) en de iPad Pro (2018).

Huawei heeft de techniek van Face ID op een iets andere manier overgenomen en in zijn Mate 20 Pro-telefoon gestopt. Uit onderzoeken en onze eigen ervaring blijkt dat Huawei’s methode nog iets sneller is dan Face ID. De beveiligingsmethode zou even veilig moeten zijn, maar daar is niet iedereen van overtuigd. Twee Duitse journalisten van AndroidPit laten in een video zien dat de Mate 20 Pro van collega 1 ontgrendelt als collega 2 zijn gezicht voor de scanner houdt. De twee mannen lijken veel op elkaar, maar niet genoeg om verwarring te moeten veroorzaken bij de scanner. Omdat de Huawei-smartphone nog op testsoftware draaide, is het mogelijk dat het om een technische fout ging. Hier moet later meer over bekend worden.

©PXimport

En de irisscanner dan?

Een paar jaar geleden brachten Microsoft (Lumia) en Samsung (Galaxy) al smartphones uit met een irisscanner. Die scant je oog, en lijkt daarmee nog specifieker en veiliger dan een gezichtsscan. Niets is minder waar: de irisscanner is relatief eenvoudig te foppen. Niet door een zakkenroller die je toestel steelt in de trein, maar wel door hackers die een foto van jouw gezicht hebben. Duitse hackers wisten zo de irisscanner van de Samsung Galaxy S8 om de tuin te leiden. Conclusie? De irisscanner is veiliger dan een 2D-scan van je gezicht, maar vermoedelijk minder veilig dan een 3D-scan.

Vertrouwen in je smartphonefabrikant

Wat hebben gezichtsherkenning, de irisscanner en de vingerafdrukscanner gemeen? Het zijn alle drie vormen van biometrische beveiliging. Dat wil zeggen: je beveiligt je telefoon door iets van jezelf te laten scannen. Zeer persoonlijke gegevens: je vingerafdruk zit bijvoorbeeld in je paspoort en komt straks ook in je identiteitsbewijs. Je moet er met het oog op bijvoorbeeld identiteitsfraude niet aan denken dat deze gegevens op de digitale straat belanden.

We mogen er dus van uitgaan dat smartphonefabrikanten je vingerafdruk (of andere scan) goed versleuteld en lokaal op je toestel opslaan. Dat beloven de telefoonmakers ook, maar volledige controle is niet mogelijk. Met het oog op veiligheid, houden de merken informatie over deze gegevens(opslag) voor het grootste deel geheim. Begrijpelijk, maar dat maakt het gebruiken van een biometrische beveiligingsvorm ook een vertrouwenskwestie.

©PXimport

Biometrische beveiliging maakt je afhankelijk

Hoe snel en gebruiksvriendelijk de genoemde vormen van biometrische beveiliging ook zijn, ze maken je afhankelijk van de techniek van een ander. In dit geval de smartphonefabrikant, al is die bij degelijke scanners voor een deel afhankelijk van de onderdelen en kennis van andere bedrijven.

Je telefoonmaker bepaalt hoe de biometrische beveiligingsvorm werkt, wat de eisen zijn en staat garant voor de stabiliteit en accuraatheid van de scanner. Jij als gebruiker hebt hier niets over te zeggen en daar is niet iedereen blij mee. Wil je de controle over hoe je je smartphone beveiligt, dan kun je beter kiezen voor een pincode of wachtwoord.

Zo’n beveiligingsmethode is, ervan uitgaande dat je op je toestel niet de pincode van je pinpas hergebruikt, bovendien privacyvriendelijker. Met een ‘willekeurige’ pincode of wachtwoord kan een kwaadwillende immers minder nare dingen dan met jouw vingerafdruk of andere biometrische scan. Daar staat tegenover dat het invoeren van een pincode of wachtwoord langer duurt dan ontgrendelen met je gezicht, oog of vinger.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.