ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Voor- en tegenstanders over gelijkstroom

Al jaren staat wisselstroom aan de basis van onze elektriciteitsnetwerken. Maar in het kader van efficiëntie en verduurzaming wordt nu ook gekeken naar gelijkstroom. Hoe ziet een lokaal gelijkstroomnetwerk eruit en wat vinden tegenstanders daarvan?

Lees hier meer over de verschillen tussen wisselstroom en gelijkstroom.

De implementatie van lokale gelijkstroomnetten kan het beste plaatsvinden in nieuwe projecten, zoals nieuwbouwwijken en nieuwe bedrijfslocaties. Er wordt vanuit de overheid ingezet op energieneutrale (nieuwbouw)wijken en gelijkspanning kan daar een belangrijke rol in spelen.

De globale opzet is dan als volgt. De inwoners en eventuele bedrijven wekken elektriciteit op met zonnepanelen, windturbines etc. In plaats van stopcontacten hebben ze usb-gelijkspanningsaansluitingen in hun woningen.

De huizen zijn op een DC-wijknet aangesloten dat ook de stroom levert aan een aantal oplaadpunten voor elektrische auto’s. Dit wijknet beschikt over opslagcapaciteit en een buffer om de schommelingen in productie en gebruik van energie op te kunnen vangen.

Die buffer is aangesloten op een DC-ringleiding in de wijk, waarop alle huishoudens en bedrijven zijn aangesloten, waardoor er continu uitwisseling van energie kan plaatsvinden om de balans te bewaren.

In het wijkstation is de ringleiding verbonden met het gelijkspanningdistributienet. In dat knooppunt of wijkstation vindt de gecentraliseerde lokale AC/DC-omzetting plaats voor alle woningen en bedrijven op die ringleiding.

Gelijkstroom: de voordelen

Voor de netbeheerder heeft een dergelijke opzet grote voordelen. Die kan namelijk zonder problemen meer vermogen door de kabels sturen, doordat gelijkspanning hoger mag zijn dan wisselspanning. Bovendien worden de pieken en dalen in het gebruik opgevangen door de buffers en opslag in het wijknet, zodat het distributienet als geheel minder belast wordt.

Als er al bestaande wisselstroomkabels in de grond liggen (bijvoorbeeld bij de herinrichting van een bedrijventerrein of woonwijk) dan kunnen die zonder aanpassingen voor gelijkstroom gebruikt gaan worden. Nieuwe kabels kunnen echter dunner zijn, zodat op aanlegkosten bespaard kan worden en er minimaal 20 procent minder van het dure en steeds schaarser wordende materialen als koper en aluminium gebruikt hoeft te worden. En ook andere componenten kunnen lichter en simpeler worden uitgevoerd.

Het kost moeite, tijd en geld terwijl de voordelen voor een deel nog theoretisch zijn.

-

Tot zover klinkt het gebruik van gelijkspanning heel aanlokkelijk. Toch komt het relatief langzaam van de grond. De laatste jaren raakt het wel in een stroomversnelling, maar de bouwsector, projectontwikkelaars en overheden zijn toch nog vaak terughoudend, domweg omdat het voor een deel nog onontgonnen terrein is. Het kost namelijk moeite, tijd en geld om met nieuwe technologie aan de slag te gaan, waarvan de voordelen voor een deel nog theoretisch zijn.

Men kiest dan toch maar meestal voor de bekende technieken, waarvan de toepassing helemaal is vastgelegd in specificaties en protocollen.

Gelijkstroom: de nadelen

En er zijn ook critici die van mening zijn dat de voorstanders van gelijkspanning te ver gaan in hun enthousiasme. Zij beamen dat gelijkspanning inderdaad voordelen heeft voor bijvoorbeeld energietransport over lange afstanden, voor gebruik binnen grote, elektrisch zelfstandig opererende eenheden zoals datacenters en grote schepen. Maar ze zien minder in grootschalige invoering op eindgebruikersniveau, omdat dat erg grote veranderingen betekent, met nog deels ongewisse voordelen en gebruikssituaties.

Ze relativeren ook sommige beoogde voordelen, bijvoorbeeld als het gaat om omvormers en adapters. Want ook voor gelijkspanning zijn die vaak nodig, om de onderlinge spanningsverschillen te overbruggen. Ook de energieverliezen bij de omzetting van wisselstroom naar gelijkstroom door apparaten zelf worden door sommige deskundigen veel lager ingeschat dan de 20 tot 30 procent waar de voorstanders mee schermen.

En last but not least: het ‘domme’, maar betrouwbare en betaalbare wisselstroomnet kan nog vele decennia mee, dus een geforceerd vroege afschrijving op grote schaal is zonde van de investering in geld en de gebruikte grondstoffen voor de productie ervan. Zij raden te snelle invoer in grootschalige praktijksituaties dan ook af. In elk geval vinden zowel voorstanders als critici dat hoe meer pilotprojecten er gedaan worden, hoe meer concrete ervaringen en kennis er komt en hoe meer er onderbouwd en gericht kan worden besloten voor wisselstroom en/of gelijkstroom.

Toch zijn er wel al degelijk proeven met gelijkstroom gestart die al hun vruchten afwerpen. Daarover in een later artikel meer.

Tekst: Jurgen Nijhuis

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.