ID.nl logo
Huis

Verborgen informatie vinden op het Deep Web: Deel 1

Google, Facebook, Amazon en de ‘kleinere’ concurrenten op de zoekmarkt weten samen volgens internetwijsheid slechts de weg op één procent van het internet; het topje van de ijsberg. De rest is het zogenaamde Deep Web. Welke mysterieuze informatie kun je daar vinden? En hoe doe je dat?

Zoekmachines en sociale netwerken kunnen redelijk goed omgaan met publiek beschikbare informatie op internet, zoals websites, blogs, downloads, webwinkels en openbare sociale media. Maar het grootste deel van internet bestaat uit afgeschermde content, zoals webmail, sites en servers met logins, instituuts- en bedrijfsdatabanken, cloudopslag, enzovoort.

Dit deel van het internet wordt niet gezien door de Googles, Facebooks en Amazons van deze wereld, is daardoor onbekend bij de gemiddelde internetgebruiker en vaak niet eens bereikbaar met een normale webbrowser. Deze niet-publieke informatie wordt Deep Web genoemd.

Een klein deel van het Deep Web wordt aangeduid met de term Dark Web. Dit is een verzamelnaam voor versleutelde webdiensten waar enerzijds politieke dissidenten en klokkenluiders veilig zouden kunnen communiceren, maar waar dankzij cryptovaluta ook drugs, geweld en andere narigheid te koop zijn. Het Deep Web is dus veel meer dan het Dark Web.

Hoe vind je informatie op het Deep Web dan wel? Onderstaande sites helpen je daarbij.

Deep Web Tech

©PXimport

Onderzoeksorganisaties en grote bedrijven kunnen met het doorzoeken van het Deep Web hun resultaten verbeteren. Deep Web Tech biedt daarvoor de dienst Explorit Everywhere! aan. Dit is een zoekmachine die reguliere bronnen op internet combineert met wat je er zelf aan toevoegt.

Dat kunnen bijvoorbeeld betaalde zoekdiensten zijn, abonnementen op databanken met onderzoeksgegevens en ga zo maar door. Door gebruik te maken van de technologie van Deep Web Tech is het mogelijk om vanuit één zoekvenster al die verschillende bronnen te doorzoeken om vervolgens de resultaten te filteren. Dat maakt zoeken door uitgebreide bronnen overzichtelijker.

Deze zoekmachine is niet gratis, maar de website biedt een testvenster aan om te laten zien wat mogelijk is. Met een zoekopdracht op de website kun je in één keer door 63 verschillende overheidsbronnen zoeken. Het brengt leuk in beeld hoeveel verschillen er zijn tussen zulke specifieke resultaten en bijvoorbeeld de standaardresultaten van Google.

DuckDuckGo

©PXimport

DuckDuckGo is als zoekmachine vooral bekend doordat de dienst altijd aangehaald wordt als privacy-vriendelijk alternatief voor Google. Je kunt er gewoon mee zoeken op het reguliere internet waarbij DuckDuckGo belooft advertentietrackers te blokkeren, zoekgeschiedenis privé te houden en je persoonlijke gegevens te respecteren.

Resultaten van zoekopdrachten blijven breder doordat ze niet aan je klikgedrag uit het verleden worden aangepast. Naast deze functionaliteit biedt DuckDuckGo meer. Zo zijn er plugins om de allround privacy van browsers te verbeteren en deze zoekmachine als standaard in te stellen. Qua zoekgedrag is DuckDuckGo zeer geschikt voor mensen die het Deep Web willen onderzoeken. Er worden namelijk ook bestemmingen op plaatsen als het TOR-netwerk en Wolfram|Alpha geïndexeerd.

Maar hoe komt een zoekdienst aan geld? Uiteindelijk willen de 55 medewerkers van DuckDuckGo ook graag een salaris aan het einde van de maand. Welnu, de zoekdienst haalt omzet uit het serveren van advertenties via het Yahoo-Bing alliance network en door samenwerking met Amazon en eBay.

Google Scholar

©PXimport

Is het mogelijk om een tekst over zoekmachines te schrijven zonder Google te noemen? Klaarblijkelijk niet. Wie een zoektocht door het Deep Web gaat ondernemen kan niet aan de slag zonder Google Scholar te overwegen.

Via deze loot aan de Google boom kun je zoeken in academische teksten en (Amerikaanse) jurisprudentie. Het is een bijna onmisbaar stuk gereedschap voor academici en (Amerikaanse) juristen die niet de populairste teksten zoeken, maar juist de obscure onderzoeken, rapporten en boeken die nodig zijn om een onderzoek af te kunnen ronden met betrouwbare bronvermelding.

Buiten Google Scholar om zijn er ook vergelijkbare andere diensten. CiteSeerX bijvoorbeeld is een gratis alternatief dat wat minder resultaat biedt en daarnaast zijn er betaalde diensten zoals Scopus van Elsevier. Google Scholar biedt gratis toegang tot naar schatting 389 miljoen academische documenten, wat het tot de grootste academische zoekmachine in de wereld maakt.

Hidden Wiki

©PXimport

Internet browsen via TOR doet soms denken aan de roerige begintijden in de vroege jaren 90. The Hidden Wiki biedt binnen dat kader een mooie casus over de complexiteit van een volledig vrij internet. Deze overzichtspagina werkt als een index van Deep Web-websites voor mensen die via TOR browsen.

Het is opgezet als een Wiki, wat inhoudt dat iedereen de pagina kan bewerken en er altijd naarstig gezocht wordt naar vrijwilligers om orde in de chaos te scheppen. De inhoud van de index kan daardoor van dag tot dag radicaal veranderen. Naar verluidt is de privésleutel van deze site een aantal jaar geleden gestolen waardoor het ook nooit helemaal zeker is of je op de echte Hidden Wiki bent. De link die wij bieden is die voor de etalage op het reguliere internet. Dat is vooralsnog het beste startpunt om op de Hidden Wiki terecht te komen.

Qua inhoud wordt door de aanhang veel tijd besteed aan het ophemelen van de geneugten van absolute vrijheid op internet. Wat je vooral tegenkomt zijn zaken als drugs, wapens, maak je eigen bom en verhandelingen rondom cryptovaluta zoals Bitcoin. Natuurlijk is er ook een mogelijkheid om naar Wikileaks te uploaden en anoniem te praten, maar daar ligt niet het zwaartepunt van deze bestemming. Hopelijk spreekt het voor zich dat je uiterst voorzichtig doet met de links op deze pagina.

Internet Archive: Wayback Machine

©PXimport

Websites komen en gaan, en zelfs degenen die lang blijven veranderen over tijd. Het Internet Archive probeert websites te archiveren en biedt via de eigen website een Wayback Machine aan. Vul hier het adres van een website in en het archief geeft je een tijdlijn met daarin momentopnames.

Je kunt zien hoe vaak de website is gearchiveerd en via een kalender de momentopnames van deze site bezoeken. De dienst is onofficieel van start gegaan in 1996 en officieel gelanceerd in 2001. Toen waren er al tegen de 10 miljard gearchiveerde webpagina’s beschikbaar. Vanzelfsprekend is niet iedere wijziging op iedere pagina te vinden. Een standaard indexering van internet met de ‘crawlers’ van het archief kost ongeveer anderhalf jaar.

Ook opslag is een factor. Het internet archief groeit sinds 2014 met 20 terabytes per maand en op dit moment neemt het meer dan 25 petabytes opslagruimte in. Meer dan genoeg om enkele regenachtige zondagen aan nostalgisch surfen te wijden.

Ga verder naar deel 2.

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen