ID.nl logo
Usb, Thunderbolt, Firewire… Hoe zat dat ook alweer?
© PXimport
Huis

Usb, Thunderbolt, Firewire… Hoe zat dat ook alweer?

usb is ongetwijfeld de meest bekende aansluiting op computers en randapparatuur. Tot een jaar of tien geleden speelde ook Firewire nog een rol van betekenis. En inmiddels is er het razendsnelle Thunderbolt, dat ook weer aan kruisbestuiving met usb doet. En dan zijn er nog de vele USB-revisies… Kortom: wat is wat?

De eerste pc’s, home computers, terminals en mainframes beschikten veelal over een RS232-aansluiting om te communiceren. Als je net iets ouder bent, dan is de kans levensgroot dat je ook nog hebt gewerkt met dit communicatieprotocol. Bijvoorbeeld om je modem aan je pc te koppelen! Maar RS232 wordt ook tegenwoordig nog volop gebruikt. In laboratoria, om meetinstrumenten uit te lezen en aan te sturen bijvoorbeeld. Of om microcontrollers te programmeren. RS232 zal voorlopig niet verdwijnen. Toch is het geen systeem waar de huidige snelle randapparatuur mee overweg kan.

Zelfs seriële printers waren vroeger al traag, vandaar dat daarvoor de parallel printerpoort werd bedacht, ook al zo’n mastodont uit het verleden. Sneller, maar nog altijd traag en dankzij de dikke kabel met flink wat aders onpraktisch en duur in gebruik. In 1996 kwam er iets nieuws en revolutionairs op de markt: usb.

Die allereerste versie was ook niet bepaald snel, met een doorvoersnelheid van maar 1,5 Mbps. Aardig voor een muis, maar een externe harde schijf kon je vergeten. Gelukkig volgde al snel usb 1.1, de eerste usb-versie die ook redelijk wijd verbreid raakte. Maximale doorvoersnelheid was 12 Mbps, genoeg voor het snel aansturen van bijvoorbeeld een printer en je kon er ook redelijk (maar zeker niet supersnel) mee scannen. Eigenlijk werd het pas echt interessant in 2001, toen usb 2.0 geïntroduceerd werd met een maximale doorvoersnelheid van 480 Mbps.

Daarmee verschenen ook de eerste externe usb-harddisks en uiteindelijk ook usb-sticks. Natuurlijk niet in de grootten die we nu kennen, maar de basis was gelegd. We hebben het nog lang moeten doen met usb 2.0, pas in 2011 verscheen het veel snellere usb 3.0. Een doorvoersnelheid van 5 Gbps betekende dat externe harde schijven eindelijk echt serieus ingezet konden worden. Bijvoorbeeld als back-up of om grote systeemimages op te bewaren en in geval van nood ook weer te lezen. Allemaal in een rap tempo.

Toen gingen de ontwikkelingen sneller: in 2014 volgde usb 3.1 met een maximale doorvoersnelheid van 10 Gbps. In 2017 zag usb 3.2 het levenslicht, maximale doorvoersnelheid 20 Gbps. En vorig jaar werden we getrakteerd op usb 4, met een maximale doorvoersnelheid van 40 Gbps en compatibiliteit met Thunderbolt (komen we straks op terug). Kortom: usb is eindelijk volwassen geworden.

iMac trendsetter

Het duurde overigens nog een tijdje sinds de introductie van usb tot het een standaard feature was op elke pc en notebook. Apple nam het voortouw, en introduceerde in 1998 de vrolijk gekleurde iMac G3’s die alleen van usb-poorten voorzien waren. Daarmee nam het afscheid van alle legacy-poorten van vroeger. Langzaam maar zeker volgde de pc-fabrikanten hetzelfde pad, al zie je daar dat de aloude RS232-poort vaak nog niet wordt opgegeven op een hoop moederborden. Om eerder in dit artikel genoemde redenen, natuurlijk.

Tot slot geldt dat usb sinds de allereerste versie eigenlijk altijd gebruik ik blijven maken van de bekende platte rechthoekige plug. Alleen usb-c– feitelijk usb 3.x – vormt daar een uitzondering op, maar een verloopstukje is zo geregeld. Ook is er altijd aan backwards-compatibiliteit gedacht. Kortom: die oude muis uit 1996 doet het in principe ook nog op een moderne usb-variant. Verder zijn er voor mobiel gebruik en camera’s – tot ergernis van velen – allerlei compacte varianten van de usb-plug bedacht: mini-usb en micro-usb zijn de bekendsten.

©PXimport

Firewire

Los van usb was er het door Apple ontwikkelde Firewire – ook wel bekend als IEEE 1394. Firewire liep altijd een stap voor qua snelheid op usb. Zo was via het al in 1995 geïntroduceerde FireWire 400 een overdrachtssnelheid van 400 Mbps mogelijk. FireWire 800 – uit 2002 – haalde al een doorvoersnelheid van net iets minder dan 800 Mbps. De laatste gangbare versie van FireWire uit 2006 haalde 800 Mbps, en kon dat over een standaard ethernetkabel. Toch werkte de marketingmachine achter usb beduidend beter. Uiteindelijk verklaarde Steve Jobs van Apple FireWire in 2008 dood.

Sindsdien is er eigenlijk ook nog nauwelijks meer randapparatuur verschenen die overweg kan met deze standaard. Er verder in investeren is dan ook zinloos. Tenzij je nog een oud apparaat aan de praat wilt of moet houden. Overigens waren er met FireWire aardige trucjes mogelijk. Je kon apparaten doorlussen, en apparaten konden onderling – zonder tussenkomst van een computer – met elkaar communiceren. Uiteindelijk bleek dat ook weer veiligheidsrisico’s met zich mee te brengen, maar dat is weer een heel ander verhaal.

©PXimport

Thunderbolt

Thunderbolt – dat stamt uit 2011 en dus van veel recenter datum is, werkt anders dan usb en FireWire. Thunderbolt voert de PCIe-bus naar buiten, via een snelle seriële verbinding. Thunderbolt 1 kende een doorvoersnelheid van 2 x 10 Gbps. Thunderbolt 2 uit 2013 haalde 20 Gbps en Thunderbolt 3 uit 2015 40 Gbps. Thunderbolt is niet alleen een serieel data-overdrachtsysteem maar je kunt er ook een monitor op aansluiten. Of een Thunderbolt naar PCIe-behuizing. Waar je vervolgens een externe videokaart inprikt. Dat maakt het voor bezitters van een iMac of een MacBook mogelijk om veel snellere videokaarten dan de standaard ingebouwde exemplaren te gebruiken, bijvoorbeeld. Of om extra videokaarten in te zetten. Verder geldt dat usb 4 compatibel is met Thunderbolt.

Het verenigt daarmee het beste uit beide werelden: enerzijds de (backward) compatibiliteit met een enorme hoeveelheid usb-appaten en anderzijds geeft het toegang tot de meer exotische mogelijkheden van Thunderbolt. Tegelijkertijd geldt dat Thunderbolt – in de meest recente versie voorzien van een usb-c connector – ook compatibel is met usb-apparaten. Wel is dan vaak een Thunderbolt naar usb (HUB) nodig, om beschikking te krijgen over meerdere standaard usb 3.1-aansluitingen. Of je moet in het gelukkige bezit zijn van een externe harde schijf met usb-c aansluiting, die prik je zo in de Thunderbolt-connector.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Samsung Galaxy Z Fold 7 – Praktischer dan ooit
© Wesley Akkerman
Huis

Review Samsung Galaxy Z Fold 7 – Praktischer dan ooit

Met een prijskaartje van minimaal 2100 euro is de opvouwbare Samsung Galaxy Z Fold 7 een van de duurste smartphones van dit moment. En daar waar de vorige edities een beetje 'meer van hetzelfde waren', voelt de Z Fold 7 wel degelijks anders door zijn sierlijke ontwerp. Heeft Samsung nog meer aangepast of veranderd? Je leest het in deze review.

Uitstekend
Conclusie

De Galaxy Z Fold 7 is een indrukwekkende opvolger van de Z Fold 6. Het dunnere, lichtere ontwerp en het bredere buitenscherm maken hem praktischer dan ooit. De schermen zijn prachtig, de prestaties top en de nieuwe 200MP-camera is een forse upgrade. De hoge prijs van 2100 euro is echter moeilijk te negeren, zeker gezien de matige 3x zoom en de batterij die geen uitblinker is. Bovendien verschilt de ervaring, op het ontwerp na, ook niet zo heel veel van het voorgaande model en heeft Samsung ook niet alle problemen van de voorganger aangepakt.

Plus- en minpunten
  • Bijzonder verfijnd ontwerp
  • Grotere schermen
  • Dichtgeklapt ook goed te gebruiken
  • Hoofdcamera van 200 megapixel
  • Dunner en lichter dan ooit
  • Goede prestaties
  • De prijs...
  • Batterijduur moet echt beter
  • Support voor S Pen verdwenen
  • Slechts 3x optische zoom

De aanpassingen die Samsung heeft doorgevoerd in de Galaxy Z Fold 7 zijn vooral praktisch van aard. Het voornaamste ontwerpverschil zit in de afmetingen en het gewicht: zo is het toestel merkbaar dunner en lichter dan de Z Fold 6. In dichtgeklapte toestand is de dikte gereduceerd van 12,1 mm naar 8,9 mm en opengevouwen van 5,6 mm naar 4,2 mm. Ook het gewicht is afgenomen, van 239 gram naar 215 gram. Op papier zijn dit misschien kleine verschillen, maar in de praktijk is de foldable vederlicht en haast papierachtig dun.

Daarnaast zijn de oled-schermen aangepast voor beter dagelijks gebruik. Het smalle 6,3-inch buitenscherm van de Z Fold 6 is vervangen door een breder 6,5-inch scherm met een iets meer conventionele beeldverhouding van 21:9. Dit zorgt ervoor dat je gemakkelijker typt en apps met één hand bedient, zonder dat je het toestel steeds open hoeft te klappen. Ook het binnenscherm is wat vergroot: van 7,6 inch naar een ruimer 8-inch paneel. De schermranden zijn daarbij iets dunner geworden, waardoor het geheel moderner oogt dan ooit.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Praktischer dan ooit

De Galaxy Z Fold 7 is duidelijk ontworpen om het vouwbare concept toegankelijker en praktischer te maken voor een breder publiek. Door het toestel dunner en lichter te maken en vooral het buitenscherm een normale beeldverhouding te geven, is de Z Fold 7 een smartphone die praktischer is dan zijn voorganger. Het is niet langer een niche-apparaat dat je moet openklappen voor basistaken. De combinatie van grotere schermen, een bijna onzichtbare vouw en een extreem hoge helderheid maakt het een indrukwekkend media- en multitasking-apparaat voor dagelijks gebruik.

De beeldkwaliteit van beide schermen is uitstekend. Met een piekhelderheid van meer dan 2000 nits zijn de displays zelfs in direct zonlicht perfect af te lezen. De kleuren zijn levendig en hebben iets meer verzadiging dan concurrerende modellen, waardoor beelden en kleuren echt van het scherm spatten. Beide panelen hebben een soepele 120Hz-verversingssnelheid, die zich automatisch aanpast om de batterij te sparen wanneer dat kan. Lees je een WhatsApp-bericht of artikel, dan gaat de snelheid omlaag om onnodig batterijverbruik te voorkomen.

10x

3x

2x

1x

Galaxy Z Fold 7 in de praktijk

De Galaxy Z Fold 7 profileert zich als een krachtpatser, dankzij een licht opgevoerde Snapdragon-processor (Snapdragon 8 Elite) en een ruime hoeveelheid werkgeheugen. Dit vertaalt zich in een soepele ervaring, of je nu zware games speelt of drie apps tegelijk draait met de Multi Window-functie. Hierdoor voelt het toestel als een echt productiviteits- en entertainmentapparaat dat is ontworpen voor de meest veeleisende gebruiker. Het toestel kan soms wel wat warm worden, maar dat komt meer door Qualcomm dan door Samsung.

In de praktijk levert de batterij genoeg stroom voor een volledige werkdag, al is-ie geen uitblinker bij intensief gebruik. Gelukkig laadt de batterij met de juiste adapter (niet meegeleverd) in een half uur voor de helft op. Het toestel is verder toekomstbestendig met support voor de nieuwste standaarden zoals wifi 7 en bluetooth 5.4, die zorgen voor snelle en stabiele verbindingen. De geïntegreerde AI is handig voor functies als Circle to Search, maar is daarnaast niet feilloos en maakt soms fouten, waardoor je er nog niet op kunt vertrouwen.

0,6x

0,6x

1x

2x

Forse camera-upgrade

De Galaxy Z Fold 7 heeft een forse camera-upgrade gekregen dankzij een nieuwe 200MP-hoofdsensor, vergelijkbaar met die in de S25 Ultra. Dit zorgt voor een kwaliteitsverbetering ten opzichte van de Fold 6. Het hoge aantal megapixels maakt het mogelijk om ver in te zoomen op een foto en hem bij te snijden veel zonder detailverlies. Overdag presteert de camera uitstekend met levendige en vooral warme kleuren die hun mannetje staan. Ook 's nachts blijven de foto's verrassend scherp, al doen 'gewone' smartphones het wellicht nog iets beter op dit gebied. Een unieke functie is verder de mogelijkheid om de krachtige 200MP-hoofdcamera te gebruiken voor selfies, waarbij je het coverscherm als zoeker benut.

Naast de hoofdsensor zijn er nog meer verbeteringen. De ultragroothoeklens heeft nu autofocus, waardoor je nu indrukwekkende macrofoto's van dichtbij kunt maken. Ook de selfiecamera's zijn merkbaar verbeterd, met een grotere kijkhoek voor groepsfoto's.

Niet alles is er echter op vooruitgegaan. De telelens blijft steken op 3x optische zoom en dat voelt inmiddels wat mager, zeker vergeleken met de 5x zoom die andere topmodellen bieden.

3x

10x

Macrostand.

Lange ondersteuning

De Galaxy Z Fold 7 draait op Android 16 met Samsungs One UI 8, dat vol zit met slimme AI-upgrades. Gemini Live is verbeterd en kan nu tegelijkertijd spraak, camera-input en scherminfo verwerken. Functies zoals Circle to Search zijn uitgebreid; zo kun je tijdens het gamen realtime tips krijgen. De exclusieve, geavanceerde video-editor benut het grote scherm volledig, waardoor je video's met meerdere lagen kunt bewerken. Het toestel wordt ondersteund met zeven jaar aan software- en beveiligingsupdates, waarmee Samsung samen met Google marktleider is.

Samsung Galaxy Z Fold 7 kopen?

De Galaxy Z Fold 7 is een indrukwekkende opvolger van de Z Fold 6. Het dunnere, lichtere ontwerp en het bredere buitenscherm maken hem praktischer dan ooit. De schermen zijn prachtig, de prestaties top en de nieuwe 200MP-camera is een forse upgrade. De hoge prijs van 2100 euro is echter moeilijk te negeren, zeker gezien de matige 3x zoom en de batterij die geen uitblinker is. Bovendien verschilt de ervaring, op het ontwerp na, ook niet zo heel veel van het voorgaande model en heeft Samsung ook niet alle problemen van de voorganger aangepakt.

▼ Volgende artikel
Dit is waarom No Frost eigenlijk onmisbaar is bij inbouw-vriezers
© Kirill Sirotiouk
Huis

Dit is waarom No Frost eigenlijk onmisbaar is bij inbouw-vriezers

Als je je vriezer wilt ontdooien, trek je eerst de stekker eruit. Laat je 'm aanstaan, dan blijft het apparaat koelen en smelt het ijs nauwelijks. Bij een vrijstaand model is dat zo gebeurd, maar bij een inbouw-vriezer ligt dat anders. De plint moet los, het apparaat moet naar voren, en pas dan kun je bij het stopcontact. Gedoe dus. Wil je een inbouw-vriezer, dan kun je dus het beste kiezen voor een model met No Frost. Maar wat is dat eigenlijk, en hoe werkt het?

In dit artikel lees je:
  • Wat No Frost precies doet
  • Waarom No Frost een must is, zeker bij inbouw-vriezers
  • Of er nadelen zitten aan No Frost
  • Wat het verschil is met Low Frost

Wat doet No Frost precies?

In een vriezer zonder No Frost ontstaat na verloop van tijd een ijslaag op de binnenwanden. Dat komt door vochtige lucht die binnenkomt elke keer dat je de deur opent. Daardoor gaan de lades minder soepel open en dicht, vriezen verpakkingen vast en stijgt het energieverbruik zonder dat je het meteen doorhebt.

No Frost voorkomt dat. In plaats van het vocht te laten condenseren en bevriezen, circuleert er droge, koude lucht door de vriezer dankzij een ingebouwde ventilator. Die onttrekt actief vocht aan de lucht in het vriesdeel, waardoor ijsvorming helemaal uitblijft. Alles in de vriezer blijft los van elkaar, zonder dat er zich een laag ijs vormt op lades of verpakkingen.

©Tolstoy | Prozorov Andrey

Waarom No Frost juist bij inbouw zo handig is

Dat je nooit meer hoeft te ontdooien is prettig, maar No Frost heeft nog een paar duidelijke voordelen. Een vriezer zonder ijslaag werkt efficiënter: zodra er ijs aan de binnenwanden ontstaat, moet de compressor meer moeite doen om alles op temperatuur te houden. Dat zie je terug op je energierekening.

Bij inbouw-vriezers speelt dat nog sterker. Omdat die vriezers in een kast zijn weggewerkt, is de luchtcirculatie rond het apparaat beperkter. Warmte die normaal via de zijkanten en achterkant wordt afgevoerd, blijft langer hangen. Daardoor neemt de kans op condensvorming en dus ijsopbouw toe bij modellen zonder No Frost. Als de vriezer daardoor harder moet werken, loopt het verbruik op en verslechtert de energieprestatie – zelfs als het label op papier zuinig lijkt. Met No Frost voorkom je dat, en blijft de vriezer goed werken, ook als hij is ingebouwd.

Beter voor je eten

Ook blijft door No Frost de kwaliteit van ingevroren eten beter behouden. IJskristallen op verpakkingen en producten ontstaan bij temperatuurwisselingen en vochtophoping. Met een No Frost-systeem blijft de lucht in het vriesvak stabiel en droog. Daardoor droogt je eten minder snel uit en blijft de kwaliteit beter behouden. 

Zijn er ook nadelen?

No Frost heeft geen echte nadelen, al zijn er wel een paar dingen om rekening mee te houden. Een No Frost-vriezer gebruikt in theorie iets meer stroom door het ventilatiesysteem. In de praktijk weegt dat ruimschoots op tegen het lagere verbruik dankzij het ontbreken van ijsvorming. Ook maakt de luchtcirculatie soms een zacht zoemend geluid. Bij inbouw hoor je daar meestal weinig van, omdat het apparaat in een kast is weggewerkt. Ook ligt de prijs vaak iets hoger dan bij standaard vriezers.

Hoe zit het met Low Frost bij inbouw-vriezers?

Niet alle vriezers zonder ijsvorming zijn automatisch No Frost. Er bestaan ook modellen met Low Frost. Die werken met verdampers in de wand, waardoor er veel minder snel ijs ontstaat. Helemaal ijsvrij blijft het vriesgedeelte niet, maar ontdooien hoeft nog maar één of twee keer per jaar. Bij een vrijstaand model kan dat prima, maar bij inbouw eigenlijk niet. Want één keer per jaar ontdooien is bij een ingebouwd apparaat nog steeds onhandig. Daarom is No Frost bij inbouw eigenlijk de enige keuze waarmee je het jezelf écht makkelijk maakt.

©qwartm - stock.adobe.com

No Frost is bij inbouw geen luxe, maar logica

Het allergrootste voordeel van No Frost bij een inbouw-vriezer is natuurlijk dat de rompslomp van ontdooien je bespaard blijft. Daarnaast zorgt No Frost ervoor dat de vriezer constant blijft presteren, ook in een krappe, slecht geventileerde nis. Het voorkomt ijsvorming, houdt het energieverbruik stabiel en zorgt dat je ingevroren etenswaren zo lang mogelijk hun kwaliteit behouden. Zeker bij een inbouwmodel is No Frost dus geen luxe, maar gewoon een slimme keuze.

Nog even dit

Vriezers hebben ruimte nodig om hun warmte kwijt te kunnen. Bij No Frost-modellen is dat extra belangrijk, omdat die werken met actieve luchtstroom. Bij een vrijstaande vriezer is voldoende ruimte meestal geen probleem, maar bij inbouw-modellen is het belangrijk dat ze niet te krap worden ingebouwd. Kijk dus niet alleen naar de afmetingen van het apparaat zelf, maar controleer ook altijd hoeveel extra ruimte de fabrikant adviseert voor ventilatie. Soms is er aan de achterkant, bovenkant of onder de vriezer nog luchtcirculatie nodig. Houd daar in je keukenontwerp rekening mee, zodat de vriezer goed blijft functioneren en het energieverbruik niet oploopt. Je kunt ook altijd advies vragen bij je keukenspecialist.