ID.nl logo
Thema's, stijlen en sjablonen in Word en Powerpoint
© PXimport
Huis

Thema's, stijlen en sjablonen in Word en Powerpoint

Microsoft Office is ongetwijfeld de populairste kantoorsuite. Veel gebruikers gaan er echter niet altijd even efficiënt mee om. Nochtans beschikt deze suite over een aantal ingrediënten waarmee je niet alleen sneller kunt werken, maar waardoor je werkstukken ook mooier en consistenter worden. Ingrediënten als thema’s, stijlen en sjablonen in Word en Powerpoint, hoe ga je daarmee aan de slag?

Tip 01: Office-thema

Veel Office-gebruikers zijn nauwelijks bekend met het concept van Office-thema’s. Toch is dat een ideale manier om, zelfs als je van meerdere applicaties van de kantoorsuite gebruikmaakt, je werkstukken een consistent en professioneel uiterlijk mee te geven, met bijpassende kleuren, lettertypen enzovoort. De werkwijze in de diverse applicaties (van Office 2016) is vergelijkbaar, maar we focussen ons hier vooral op PowerPoint omdat deze toch wel sterk visueel georiënteerde applicatie de meeste opties biedt.

Om een presentatie van een (ander) thema te voorzien, hoef je maar het tabblad Ontwerpen te openen en op het pijltje rechts onderaan bij Thema’s te klikken: er verschijnt dan een paneel met meer dan veertig thema’s. Het volstaat de muisaanwijzer even boven de miniatuur van zo’n thema te houden om een live voorbeeld te zien. Met een muisklik pas je het thema daadwerkelijk toe, maar desnoods maak je deze beslissing met Ctrl+Z snel weer ongedaan.

©PXimport

Een Office-thema is een uitstekende methode om snel je huisstijl weer te geven

-

Tip 02: Kleurenschema

Het wordt natuurlijk nog leuker en persoonlijker als je je eigen Office-thema ontwerpt, dat bijvoorbeeld goed aansluit bij de huisstijl van jezelf, je vereniging of bedrijf. Aangezien een Office-thema altijd ook een kleurenschema bevat, lijkt ons dat wel een logisch startpunt. Zoals gezegd doen we dat hier in PowerPoint. Open een lege presentatie, ga naar het tabblad Ontwerpen en klik op het pijltje rechtsonder in de rubriek Varianten. Een uitklapmenu duikt op, waar je achtereenvolgens Kleuren en Kleuren aanpassen selecteert – tenzij je huisstijl toevallig al aansluit bij een van de standaard voorgestelde kleurencombinaties.

We gaan er hier echter van uit dat je de typische kleuren van je bedrijf of vereniging wilt gebruiken en dat je over de rgb-waarden van die kleuren beschikt. Je gaat hierbij als volgt te werk. Klik op het pijltje naast een van de themakleuren en kies Meer kleuren. Open het tabblad Aangepast en vul bij Kleurenmodel RGB het procentuele aandeel van de kleuren Rood, Groen en Blauw in. Eventueel kun je hier ook het kleurenmodel HSL kunt selecteren, wat zich laat vertalen als tint (hue), intensiteit (saturation) en helderheid (luminance). Bevestig met OK, voorzie je kleurenschema van een toepasselijke naam en bewaar het met de knop Opslaan.

Kleurenmodellen

Stel dat je wel over de huiskleuren van je vereniging of bedrijf beschikt, maar dat je die aangeleverd hebt gekregen in een kleurenmodel dat niet door Microsoft Office wordt ondersteund, zoals hex, cmyk of ral. Geen nood, dat los je op met behulp van gratis online conversietools. Om hex-kleuren naar het ondersteunde rgb-kleurenmodel over te zetten, kun je gebruik maken van deze webpagina. Je vult hier de hexadecimale kleurencode in (bijvoorbeeld #B68CE0) en je ziet de bijhorende rgb-kleuren verschijnen, in een aangepaste paginakleur (bijvoorbeeld 182,140,224). Om cmyk-kleuren (cyan, magenta, yellow, black) te converteren ga je hiernaartoe en voor een omzettingstabel van het ral-model kun je bijvoorbeeld hier terecht. En wie de kleuren van zijn bedrijf alleen op een afbeelding heeft staan: op www.imagecolorpicker.com kun je het plaatje met de knop Upload your image en Send image doorsturen en vervolgens met de muisaanwijzer de gewenste kleur aanklikken.

©PXimport

Tip 03: Lettertypen

Een huisstijl is natuurlijk meer dan alleen een mooi kleurenpalet. We kunnen ons voorstellen dat je je ook specifieke lettertypen wilt gebruiken. Ook dat is uiteraard mogelijk. Daarvoor open je opnieuw het uitklapmenu bij Varianten (zie tip 2), waar je deze keer Lettertypen / Lettertypen aanpassen selecteert. Er verschijnt een dialoogvenster waarin je het gewenste lettertype voor zowel de koptekst als de hoofdtekst selecteert. Mocht je je gading niet vinden tussen de geselecteerde lettertypen, weet dat er online nog talloze andere, vaak gratis fonts te vinden zijn, zoals op www.dafont.com. Zo’n gedownload lettertype installeren is doorgaans niet moeilijker dan het bestand uit te pakken, het ttf- of otf-bestand met de rechtermuisknop aan te klikken en Installeren te selecteren: het duikt dan op tussen je andere fonts. Let wel, niet alle fonts zijn even kwalitatief hoogstaand; ga tevens na of er geen copyright op rust.

Geef tot slot de themalettertypen een geschikte naam en bevestig met Opslaan.

©PXimport

Tip 04: Achtergrond

Bij een diapresentatie hoort wellicht ook een passende achtergrond(kleur). Je opent opnieuw het uitklapmenu bij Varianten (zie tip 2) waar je Achtergrondstijlen / Achtergrond opmaken kiest. Rechts verschijnt het bijhorende paneel waarin je een geschikte achtergrond selecteert onder de optie Opvulling, zoals Opvulling met kleurovergang of Opvulling met afbeelding of bitmappatroon. Deze laatste optie kan interessant zijn wanneer je een eigen afbeelding, zoals een logo, als achtergrond wilt gebruiken. Onder de aanduiding Afbeelding invoegen uit klik je dan op de knop Bestand of Online, waarna je het gewenste plaatje importeert. Met de schuifknop bij Doorzichtigheid regel je de transparantie en als je een vinkje plaatst bij Afbeeldingen naast elkaar als bitmappatroon is het mogelijk je plaatje als een (bitmap)patroon op de achtergrond te doen verschijnen. Bevestig je keuzes met de knop Overal toepassen.

Voor de volledigheid vermelden we nog de optie Effecten in het uitklapmenu bij Varianten: je vindt hier een collectie van vijftien effecten, maar de zin hiervan ontgaat ons wel een beetje.

©PXimport

Tip 05: Diamodel

Wanneer je in je dia’s graag ook een of ander grafisch element laat terugkeren, dan pas je ook de functie ‘diamodel’ van PowerPoint aan. Dat doe je als volgt. Ga naar het tabblad Beeld en kies Diamodel in de rubriek Modelweergaven. Het tabblad wordt zichtbaar en in het linkerpaneel verschijnt nu helemaal bovenaan het eigenlijke diamodel, met daaronder de gerelateerde dia-indelingen. Je kunt nu dit diamodel naar wens bewerken: je zult merken dat alle aanpassingen zich meteen ook doorzetten in de onderliggende dia’s die op dit model zijn gebaseerd. Op deze manier is het bijvoorbeeld mogelijk een bedrijfslogo in een hoek van al je dia’s te plaatsen. Dat doe je via Invoegen / Afbeeldingen, waarna je de gewenste afbeelding ophaalt en op een geschikte plaats positioneert. Ben je klaar met je aanpassingen, bevestig dan met Modelweergave sluiten, rechts op de knoppenbalk.

Meer (Engelstalige) uitleg over het concept van diamodellen vind je nog via deze link (slide master is de Engels naam van het diamodel).

©PXimport

Tip 06: Thema gebruiken

Je hebt nu zowat alle mogelijke onderdelen van je thema afgewerkt en dus is het tijd om je bewerkingen in één groot thema te vatten. Daarvoor open je het menu Ontwerpen, waarna je op het pijltje rechtsonder de rubriek Thema’s klikt. Helemaal onderaan selecteer je dan Huidig thema opslaan. Voorzie een gepaste naam voor het thema en bewaar het als een Office-thema met de bestandsextensie .thmx met de knop Opslaan. De standaardlocatie voor zo’n thema is C:\Users\[accountnaam]\AppData\Roaming\Microsoft\Templates\Document Themes.

Het thema is nu klaar voor gebruik. Laten we dat eerst even uittesten binnen PowerPoint zelf. Open een nieuwe, lege presentatie via Bestand / Nieuw en klik net onder de titel Nieuw op Aangepast: als het goed is verschijnt hier het thema dat je zonet hebt bewaard. Klik de thema-miniatuur aan en klik vervolgens op Maken om het te openen.

©PXimport

Tip 07: Thema overzetten

We hebben het eerder in dit artikel al aangegeven: zo’n thema is bruikbaar binnen de andere applicaties van Microsoft Office. Als voorbeeld gaan we ons nieuwe PowerPoint-thema in Word gebruiken. Open in Word alvast een nieuw, leeg document. Ga vervolgens naar het menu Ontwerpen en klik op het pijltje onder Thema’s, links in de rubriek Documentopmaak. Bovenaan het uitklapmenu bij Aangepast tref je nu ook je eigengemaakte thema(‘s) aan. Wanneer je vervolgens de diverse onderdelen van het tabblad Ontwerpen bekijkt, merk je meteen op dat onder meer het kleurenpalet en de lettertypen zich op dat thema zijn afgestemd.

Ongeveer hetzelfde werkt het in Outlook: open een nieuw bericht, ga naar het tabblad Opties en selecteer het gewenste thema binnen de groep Thema’s. Bij Excel is dit verhaal vergelijkbaar, alleen vind je hier de thema’s terug op het tabblad Pagina-indeling.

Zo’n Office-thema is echter niet alleen overdraagbaar naar andere Office-applicaties, je kunt het ook met anderen delen. Dat doe je als volgt. Navigeer met Windows Verkenner naar het pad dat we in tip 6 hebben vermeld. Het thmx-bestand van je thema wordt nu zichtbaar en het volstaat dit bestand te kopiëren en het aan de beoogde personen te geven. Zodra die dit bestand op dezelfde locatie op hun eigen pc hebben gezet, kunnen ze er ook meteen mee aan de slag.

©PXimport

Je kunt thema’s en sjablonen ook probleemloos met anderen delen

-

Tip 08: Sjabloon creëren

Het gebruik van Office-thema’s is niet de enige manier om consistentie binnen je documenten en presentaties te krijgen: een sjabloonbestand is een alternatief. Deze aanpak heeft zo zijn voordelen: sommige gebruikers of medewerkers zijn wellicht meer vertrouwd met dit concept en het is ook iets makkelijker om vooraf al bepaalde items, zoals teksten of grafische objecten, in zo’n sjabloonbestand op te nemen.

We tonen in PowerPoint hoe je dat aanpakt. Een pluspunt is alvast dat de initiële werkwijze nagenoeg identiek is aan het creëren van een thema. Tips 1 tot en met 6 kun je dus rustig uitvoeren. Zodra alle bewerkingen achter de rug zijn en je thema is opgeslagen, open je een nieuwe dia in PowerPoint waaraan je dan het thema koppelt, zoals beschreven in tip 6. Je kunt nu eventueel nog allerlei extra inhoud aan de dia toevoegen. Ben je daarmee klaar, open dan het menu Bestand, kies Opslaan als en selecteer in het uitklapmenu de optie PowerPoint-sjabloon (*.potx). Bevestig met Opslaan. Je laat het bestand bij voorkeur terechtkomen in de standaard opslaglocatie: C:\Users\[accountnaam]\Documents\Aangepaste Office-sjablonen.

©PXimport

Tip 09: Sjabloon gebruiken

Uiteraard is het de bedoeling dit sjabloon te kunnen hergebruiken. Moeilijk is dat niet. Start PowerPoint op, kies Bestand / Nieuw en klik net onder de titel Nieuw op Aangepast, waar je dan de map Aangepaste Office-sjablonen opent. Klik het beoogde sjabloon aan en druk op de knop Maken – zowat dezelfde procedure dus als bij het openen van een Office-thema. Uit tip 8 weet je inmiddels ook waar je zo’n sjabloonbestand kunt vinden. Wil je dit sjabloon met iemand delen, dan hoef je die persoon dat bestand maar te versturen, waarna ook hij/zij dat kan gebruiken, nadat die persoon het in de correcte map heeft opgeslagen.

Nu kan het wel gebeuren dat je zo’n sjabloonbestand ontvangt en dat niet alle tekst – die mee in dat sjabloon was opgenomen – in het correcte lettertype blijkt te staan. Dat los je als volgt op: selecteer alle betreffende dia’s in het miniatuuroverzicht in het linkerpaneel, klik je selectie met de rechtermuisknop aan en kies Dia herstellen.

©PXimport

Tip 10: Bestaande sjablonen

Je weet inmiddels hoe je eigen sjablonen creëert, maar zo’n sjabloon van de grond af samenstellen vergt natuurlijk de nodige tijd. Een handig alternatief is dat je van een bestaand sjabloon vertrekt en dat eventueel aanpast in de richting van je eigen huisstijl. Deze keer nemen we Word als voorbeeld. Ga naar het menu Bestand en kies Nieuw: in de rubriek Beschikbaar tref je al meteen een reeks kant-en-klare ontwerpen aan, die je eventueel verder kunt opsplitsen via zoeksuggesties als Presentaties, Zakelijk, Opleiding, Natuur enz. – je vindt die net onder de zoekbalk. Eigen zoektermen intikken kan natuurlijk ook, zoals Geboorte, Receptie, Sollicitatie enzovoort. Afhankelijk van de zoekterm duiken dan aan de rechterzijde verwante categorieën op, telkens met het aantal beschikbare sjablonen. Overigens is het best mogelijk dat je hier ook sjablonen voor Office-applicaties als PowerPoint en Excel krijgt aangereikt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer je zoekt naar iets als ‘bouwproject’. Ben je van plan een sjabloon vaker te gebruiken, klik dan op het pinnetje rechtsonder het sjabloon: het wordt dan bovenaan vastgepind, zodat je het makkelijker terugvindt.

©PXimport

Tip 11: Sjabloon bewerken

Heb je een sjabloon gevonden dat bruikbaar is als vertrekpunt voor een aangepast ontwerp, selecteer dat sjabloon en kies Maken. Zoals we hebben beschreven in tip 9 kun je dit sjabloon dan naar willekeur aanpassen en het als een eigen sjabloon bewaren. In Word doe je dat via Opslaan als / Word-sjabloon (*.dotx). In Excel gaat dat via Opslaan als / Excel-sjabloon (*.xltx). Maak je gebruik van macro’s in je sjabloon en wil je die behouden, kies dan respectievelijk voor Word-sjabloon met ingeschakelde macro’s (*.dotm) en Excel-sjabloon met macro’s (*.xltm).

Bewaar je de sjablonen in de standaard voorgestelde map, dan vind je die zowel bij Word als bij Excel terug via Bestand / Nieuw / PRIVÉ.

©PXimport

Nog meer sjablonen

Office komt weliswaar al met een aardige collectie sjablonen, maar online vind je er nog meer. Het is bijvoorbeeld mogelijk vanuit de browser in de bibliotheek van Microsoft te struinen. Je kunt hier navigeren op basis van de applicatie (Word, Excel en PowerPoint), maar ook op basis van de categorie (wij telden zestig verschillende categorieën). Om een geschikt sjabloon op te halen, hoef je het maar te selecteren en de knop Downloaden in te drukken. Een uitgebreide collectie vind je ook nog bij Hloom (circa 1700 exemplaren). Nog veel indrukwekkender (naar eigen zeggen meer dan 100.000 presentatiesjablonen) is de verzameling van Smile Templates (jammer genoeg zijn de meeste niet gratis). Wel gratis zijn de PowerPoint-sjablonen op FPPT en de Word-sjablonen op PT. Je komt ook wel een heel eind met een zoekopdracht via Google, maar het is altijd wel aangewezen zo’n sjabloonbestand eerst op potentiële malware te checken met een gratis dienst als www.virustotal.com.

©PXimport

Tip 12: Stijlen

Naast thema’s en sjablonen zijn ook stijlen een handige manier om je documenten een consistentere opmaak mee te geven. Bovendien kun je op basis van stijlen documenten ook een automatische inhoudsopgave laten genereren.

Om Word tot zo’n inhoudsopgave te bewerken, moet je je hoofdstuktitels en je alinea-opschriften wel eerst van een zogenoemde opmaakstijl voorzien. Houd je (nog) niet meteen vast aan eigen stijlen, dan kun je gemakshalve de standaard stijlen gebruiken. Plaats de tekstcursor in een hoofdtitel in je document, open het tabblad Start en klik op het pijltje rechtsonder de rubriek Stijlen, zodat het Stijlen-paneel wordt geopend. Hier selecteer je Kop 1 (waarna automatisch ook Kop 2 zal verschijnen, mocht dat nog niet het geval zijn). Vervolgens is het de beurt aan het kopje van je eerste alinea: hiervoor kies je nu Kop 2 (waarna ook Kop 3 in de lijst opduikt, enz.). Op die manier ga je de hiërarchie van je document af. Telkens de gewenste stijl aanklikken vergt natuurlijk de nodige tijd, maar het kan ook sneller. Stel, je wilt Kop 3 herhaaldelijk toepassen. Klik op een kopje met die opmaakstijl en klik op het tabblad Start, in de rubriek Klembord, het verfkwast-pictogram (Opmaak kopiëren/plakken) aan. De cursor verandert in een kwast en je hoeft de andere kopjes maar aan te klikken. Wanneer je op het pictogram dubbelklikt, blijft de kwast trouwens zichtbaar, tot je het pictogram nogmaals aanklikt.

©PXimport

Een automatische inhoudsopgave vergt wel enige voorbereiding

-

Tip 13: Inhoudsopgave

In feite is alles nu klaar om de inhoudsopgave te genereren, maar wat als je zelf al (andere) stijlen op je titels en kopjes had toegepast? Dan moet je Word wel nog even aangeven welke stijlen die als niveau 1, 2, 3 enzovoort mag interpreteren. Positioneer de tekstcursor in zo’n kop, open het tabblad Verwijzingen, selecteer Tekst toevoegen en kies het gewenste niveau.

Je bent nu klaar voor de inhoudsopgave. Desgewenst voeg je hiervoor een extra pagina in met Ctrl+Enter, waarna je de tekstcursor bovenaan de pagina plaatst. Open vervolgens het tabblad Verwijzingen en klik op Inhoudsopgave. Je hoeft nu maar een geschikte lay-out te selecteren, waarna die op de pagina verschijnt, inclusief paginanummers. Via de optie Inhoudsopgave / Aangepaste inhoudsopgave kun je het uiterlijk van je inhoudsopgave nog op allerlei manieren wijzigen. Om de inhoudsopgave van een gewijzigde tekst up-to-date te maken, open je opnieuw Verwijzingen en kies je Bijwerken / In zijn geheel bijwerken.

▼ Volgende artikel
Van prompt naar programma: leer programmeren met AI
© monsitj - stock.adobe.com
Huis

Van prompt naar programma: leer programmeren met AI

Niet alleen het saaie en repetitieve werk wordt vervangen door AI. Je bent óók als kenniswerker niet meer zeker van een baan. Software wordt al grotendeels door AI geschreven. Gelukkig kun je daar als hobbyprogrammeur ook enorm van profiteren. Het brengt naast tijdwinst ook veel gemak. We helpen je op weg met drie praktische tools: ChatGPT, Aider en de Windsurf Editor. We maken enkele eenvoudige voorbeelden, zodat je een helder beeld hebt van je potentiële workflow.

In dit artikel laten we zien hoe je met hulp van AI razendsnel leert programmeren en zelfs complete programma’s bouwt:

  • Gebruik ChatGPT als programmeerpartner en laat het een volledig werkend spelletje bouwen met HTML, CSS en JavaScript
  • Installeer Aider en gebruik het in combinatie met Git om projecten via de terminal te ontwikkelen
  • Ontdek Windsurf Editor als grafisch alternatief met AI-assistent Cascade

Lees ook: Leren programmeren? Met deze tools is coderen geen geheimcode meer

Grote taalmodellen zijn al zo goed dat je comfortabel complete programma’s door AI kunt laten maken, zelfs zonder enige programmeerkennis. Afhankelijk van de tools die je gebruikt, voelt dat toch alsof je samen aan code werkt, ook wel pair-programmeren genoemd. Je houdt dus enige controle en kunt er, als je oplet, veel van leren. Ook al wordt het harde werk door AI gedaan.

Een bijkomend voordeel is dat je heel gericht aanpassingen kunt laten doen of vragen kunt stellen over de code, zonder dat je de documentatie of websites als Stack Overflow hoeft door te spitten. Het is geen verrassing dat laatstgenoemde website met fors dalende bezoekersaantallen te maken heeft. Ook andere taken, zoals het schrijven van de documentatie, zijn snel geregeld.

In dit artikel gaan we een eenvoudig programma maken met AI, zodat je een goed beeld hebt van de workflow. We gebruiken drie verschillende tools. We starten met het vertrouwde ChatGPT, al kun je ook bijvoorbeeld voor Claude of Gemini kiezen. Daarna gaan we met Aider in combinatie met Git aan de slag. Daarmee werk je ‘samen’ aan programmacode via de opdrachtprompt, in ons voorbeeld binnen het vertrouwde Visual Studio Code. Tot slot gaan we met de Windsurf Editor aan de slag, een completere grafische ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI-features, die je van begin tot eind ondersteunt bij het maken van je programma. 

Basisbeginselen van het programmeren

Het is handig als je de basisbeginselen van een programmeertaal kent. Ook daar kan AI van nut zijn. Je kunt veel leren van de voorbeelden die worden gegenereerd. Je kunt elk detail uit laten leggen, of om meer voorbeelden vragen. Dat is heel effectief!

Ook om de basisbeginselen te leren is AI nuttig. Pas bijvoorbeeld de Pareto-methode toe. Die methode stelt dat 80 procent van de resultaten voortkomt uit 20 procent van de inspanningen. Vraag de chatbot om een plan te maken dat deze regel toepast op het leren programmeren van bijvoorbeeld Python, door te focussen op 20 procent van de concepten, tools en technieken die 80 procent van de praktische toepassingen en problemen oplossen voor een beginnende programmeur. Vraag om een gestructureerd plan dat in korte tijd resultaat oplevert, inclusief voorbeelden en kleine projecten om vaardigheden direct toe te passen.

Vraag aan ChatGPT om een leerplan op te stellen om je te helpen bij het programmeren.

ChatGPT

Chatbot

Grote taalmodellen (LLM’s) vormen de basis voor chatbots als OpenAI’s ChatGPT en Anthropics Claude, maar óók voor de tools die we hierna behandelen. Feitelijk benaderen we de chatbots in dit eerste deel van het artikel rechtstreeks, via een browser of app. De andere tools gebruiken de API van deze bedrijven. Raadpleeg eventueel voor het starten met ChatGPT deze basiscursus.

De nieuwere modellen (we gebruiken overwegend ChatGPT 4o en Claude 3.5 Sonnet) laten heel goede resultaten zien voor programmeertaken. Ze helpen uiteraard niet alleen om programmacode te schrijven maar kunnen code ook uitleggen, fouten oplossen en de documentatie schrijven. Ook kun je uitstekend brainstormen over een project of ideeën. Het is daarom, óók als je andere tools voor programmeren gebruikt, enorm praktisch om erbij te hebben! Toegang tot ChatGPT is gratis met beperkingen. Een abonnement is minder gelimiteerd en geeft vaak toegang tot nieuwere modellen (zoals o1 of o3-mini). Zo’n abonnement is niet bruikbaar voor de andere tools, die gebruiken namelijk de API waarvoor je aparte credits moet aanschaffen.

Een chatbot biedt goede ondersteuning bij al je programmeervragen.

Eerste stappen

We beginnen met een eenvoudig voorbeeld en vragen aan ChatGPT om een spelletje boter-kaas-en-eieren te maken, ook wel bekend als tic-tac-toe. Hoewel het Engels soms betere resultaten kan geven, werken we voor dit artikel volledig in het Nederlands. We starten met deze prompt: “Maak een volledig functionele boter-kaas-en-eieren voor in een browser. Maak de HTML-structuur, voeg CSS-stijlen toe en implementeer de JavaScript-logica. Maak een scheiding tussen HTML, CSS en JavaScript. Zorg dat het programma responsief is zodat het bij elke schermgrootte werkt.”

ChatGPT genereert de gevraagde code. Je kunt individueel de HTML, CSS en JavaScript kopiëren. Om het te proberen, kun je alles plakken op websites als www.jsfiddle.net en www.codepen.io. Voor dit voorbeeld hebben we bij JSFiddle een projectpagina aangemaakt. We gaan dit voorbeeld in de volgende stappen verder verbeteren, steeds met links naar de verbeterde versie.

De eerste versies van het spel boter-kaas-en-eieren.

Geluiden toevoegen

We vragen ChatGPT om het programma aan te passen, zodat er een geluid wordt afgespeeld bij elke zet. ChatGPT voegt daarop een audio-element toe aan de HTML-code. Het past ook het script aan om dit aan te roepen bij elke zet. Je moet nog wel zelf het mp3-bestand plaatsen in de uiteindelijke programmamap of een volledige link naar het mp3-bestand invullen in de HTML-code:

<audio id="move-sound" src="muisklik.mp3"></audio>

Er zijn overigens veel websites waar je leuke geluidseffecten kunt vinden die je vrij kunt gebruiken, waaronder Pixabay. Op deze pagina zie je onze aangepaste versie.

De aangepaste HTML-code bevat een verwijzing naar een mp3-bestand.

Computertegenstander

We vragen ChatGPT vervolgens om een slimme computertegenstander toe te voegen, waarbij aan het begin van het spel wordt gekozen wie er mag beginnen. Via deze webpagina kun je deze versie zien. De computertegenstander blijkt in eerste instantie overigens helemaal niet zo slim, waardoor je makkelijk je potjes wint. Maar dat is snel opgelost. Na ons verzoek om de computertegenstander slimmer te maken, controleert het programma voortaan eerst op mogelijke winnende zetten en blokkeert het de tegenstander indien nodig. Als er geen direct winnende of blokkerende zetten zijn, kiest het een willekeurige lege cel. Deze slimmere versie kun je hier bekijken.

Het aangepaste script op een canvas in ChatGPT.

Uiterlijk verfraaien

Als laatste hebben we gevraagd het uiterlijk wat mooier te maken. Hierbij wordt voornamelijk de CSS-code aangepast om de visuele stijl van het spel te verbeteren. Het resultaat is geslaagd: ChatGPT geeft de achtergrond een mooi kleurverloop. Ook zijn de stijlen van de knoppen en speelvelden aangepast. Het levert een veel moderner en aantrekkelijker uiterlijk op.

Je kunt ChatGPT uiteraard steeds vragen om het script of een deel daarvan uit te leggen. Ben je het overzicht over de wijzigingen kwijt, dan kun je uiteraard ook vragen om de laatste HTML-code in te zien, of de laatste versie van het script. Eventueel op een canvas. Toch misten wij in ChatGPT soms wat overzicht en is het bovendien lastig om een stapje terug te doen als een aanpassing niet het gewenste resultaat oplevert. Dit zijn zaken die we in het volgende deel gaan aanpakken met Aider.

De gemoderniseerde versie van boter-kaas-en-eieren.

Contextvenster bij een taalmodel

Bij het werken met een groot taalmodel ofwel een Large Language Model (LLM) zijn er enkele technische beperkingen. Een daarvan is het contextvenster. Dat kun je zien als de hoeveelheid tekst die het model kan onthouden, gemeten in tokens. Een token is een deel van een woord en kan ook spaties en leestekens bevatten. Gemiddeld is een token ongeveer 3 tot 4 tekens groot.

Eerdere versies van ChatGPT hadden een relatief klein contextvenster van 4096 tokens. Het kan dan niet altijd alle details onthouden van de gebruikte teksten. Tegenwoordig is het contextvenster veel groter, en onthouden de modellen gemakkelijk 128.000 tokens of meer. Dat is ongeveer een heel boek! Dat is niet alleen nuttig bij het werken met hele lange teksten of artikelen, maar ook bij programmeerwerk, waar je vaak met grote bibliotheken te maken hebt.

Aider

Opdrachtprompt

Voor grotere programmeerprojecten is het werken met een chatbot al snel vervelend en verwarrend. Veel praktischer is een tool die met jouw eigen projectbestanden werkt en zelf of samen de gewenste aanpassingen maakt. Als je geen moeite hebt met het werken met een opdrachtprompt, is Aider een uitstekende optie. Die tool helpt met het schrijven en aanpassen van code.

Aider is opensource en werkt met heel veel LLM’s samen. Hier gebruiken we de API voor Claude 3.5 Sonnet, maar je kunt ook de API van OpenAI gebruiken of een LLM die je zelf lokaal draait of elders, zoals via OpenRouter. De integratie met Git is enorm praktisch. Voor elke aangebrachte wijziging voert het een ‘commit’ uit, voorzien van een duidelijke omschrijving, zodat je achteraf een goed overzicht met alle veranderingen hebt en ook stapjes terug kunt doen. Niet alle alternatieven bieden dit en dat is vooral een gemis als er iets fout gaat en je geen idee meer hebt hoe je dat moet oplossen.

Aider werkt samen met alle gangbare LLM’s.

Voorbereiding

We willen weer laten zien hoe je het spelletje boter-kaas-en-eieren met Aider zou kunnen maken. We gebruiken het voor velen vertrouwde programma Visual Studio Code onder Windows en installeren Aider via een opdrachtprompt binnen die ontwikkelomgeving. Binnen de editor kun je uiteraard alle gegenereerde bestanden bekijken en handmatig aanpassen. Voor de installatie van Aider heb je Python nodig. Zet tijdens de installatie van Python een vinkje bij Add python.exe to PATH, zodat je Python vanuit elke map kunt aanroepen.

Installeer ook Visual Studio Code als je dat nog niet eerder hebt gedaan. Visual Studio Code biedt een mogelijkheid om Copilot als assistent te gebruiken, maar dat slaan we hier over.

Installeer ook Git, zodat versiebeheer mogelijk is. Kies tijdens de installatie van Git voor het gebruik van Visual Studio Code als standaardeditor. Verder kun je alle standaardinstellingen accepteren. Als je Python, Visual Studio Code en Git hebt geïnstalleerd, kun je door met de installatie van Aider.

Installeer Python onder Windows voordat je met Aider aan de slag gaat.

Installatie Aider

We kunnen nu Aider installeren. Open daarvoor Visual Studio Code en kies in het menu de optie Terminal / New Terminal. Verander de terminal, via de optie rechtsboven in het venster, naar Git Bash. Installeer daarna Aider met de volgende twee opdrachten:

python -m pip install aider-install
aider-install

Sluit de terminalvenster via het kruisje rechtsboven. Open dan een nieuwe terminal en wissel weer naar Git Bash. Als je Aider niet kunt aanroepen met aider zul je het PATH moeten uitbreiden met de aangegeven opdracht, zoals in het voorbeeld hieronder:

export PATH="C:\\Users\\gertj\\.local\\bin:$PATH"

Zorg dat je in dit voorbeeld voor Claude 3.5 Sonnet een API-sleutel hebt en voldoende credits om mee te beginnen (zie het kader ‘API-sleutel maken voor Claude’). Exporteer deze API-sleutel zodat Aider deze direct kan gebruiken:

export ANTHROPIC_API_KEY=sk-ant…

Maak nu een nieuwe map voor je toepassing, blader naar die map en maak een Git-repository:

mkdir tictactoe
cd tictactoe
git init .

Je kunt nu beginnen met programmeren, met de ondersteuning van Aider!

We installeren Aider om het binnen Visual Studio Code te gebruiken.

API-sleutel maken voor Claude

Bij Aider werken we zoals aangegeven met Claude 3.5 Sonnet, een populaire optie onder programmeurs. Voor toegang is een API-sleutel nodig. Ga daarvoor naar de console van Anthropic. Vul je e-mailadres in. Via e-mail ontvang je een beveiligde link waarmee je kunt inloggen. Ga dan naar Settings / API keys en klik op Create Key. Vul een naam in, bijvoorbeeld Aider, en klik op Add. Noteer de API-sleutel, deze is later niet meer zichtbaar!

Je hebt ook wat credits nodig. Ga daarvoor naar Billing en voeg credits toe met een creditcard via de optie Add Funds. Begin met een klein bedrag, zoals 10 dollar. Heb je over? Je kunt het altijd nog opmaken door een chatbot als Jan met de API te verbinden.

Via de console van Anthropic kun je een API-sleutel maken.

Programma maken

We gaan ons eerste programma maken. Zorg dat je een terminalvenster hebt geopend en bent gewisseld naar Git Bash. De assistent start je dan met de volgende opdracht:

aider --sonnet

Er wordt de eerste keer gevraagd om .aider* en .env toe te voegen aan .gitignore. Dat raden we aan! Hiermee voorkom je dat deze bestanden, vaak met wachtwoorden en dergelijke, per ongeluk in je Git-repository worden opgenomen en daardoor in potentie online komen, als je de repository via GitHub beschikbaar maakt.

Via de prompt kun je nu je opdrachten afvuren. We vragen zoals eerder om een volledig functionele en responsieve boter-kaas-en-eieren voor in een browser met de vereiste HTML-structuur, CSS-stijlen en JavaScript-logica in aparte bestanden.

Aider gaat direct aan de slag en laat heel overzichtelijk alle aanpassingen zien, met een beschrijving van de uiteindelijke functionaliteit. Het vraagt netjes of het de nieuwe bestanden mag maken (index.html, styles.css en script.js) en daarna of het deze mag openen in een browser. Het spel is in deze eerste versie volledig responsief met een duidelijke gebruikersinterface, houdt de speelstatus bij, detecteert wanneer iemand wint of als het een gelijkspel is, heeft een knop om het spel opnieuw te starten en is helemaal in het Nederlands. Een goed begin!

Aider heeft het programma voor ons uitgewerkt.

Aanpassingen maken

We vragen opnieuw in natuurlijke taal om wijzigingen te maken. De workflow is erg prettig. Aider geeft eerst aan welke bestanden waarschijnlijk moeten worden gewijzigd. Voor het geluid stelt het bijvoorbeeld wijzigingen in index.html en script.js voor. Dan vraagt Aider of het deze bestanden mag toevoegen aan de chat.

Als de radartjes zijn uitgedraaid, na interactie met Claude, geeft Aider heel nauwkeurig aan welke regels in welke bestanden moeten worden gewijzigd. Ook geeft Aider aan dat je een mp3-bestand genaamd move.mp3 in dezelfde map moet plaatsen.

We vragen Aider daarna ook om een slimme computertegenstander toe te voegen. Die is meteen heel slim en probeert direct te winnen als dat kan, blokkeert winnende zetten van de tegenstander, probeert het centrum te veroveren en kiest anders voor hoeken of willekeurige zetten.

Tot slot vragen we Aider om het programma te verfraaien met een moderner uiterlijk. Dat levert een flinke metamorfose op. Bekijk hier het resultaat.

Via een comfortabel proces maakt het alle gewenste aanpassingen.

Kosten voor werken met Aider

We hebben tijdens het werken met Aider continu de credits in de gaten gehouden. We controleerden dit via de console bij Anthropic, maar Aider zelf toont ook bij elke actie welke kosten het heeft gemaakt. Voor de meeste aanpassingen gaat het om zo’n 5 tot 11 dollarcent. In totaal heeft het programma ongeveer 0,23 dollar (circa 0,22 euro) gekost. Het hangt er voornamelijk vanaf hoeveel tokens er nodig zijn, wat weer samenhangt met de omvang van de bestanden die aan de chat worden toegevoegd.

Integratie met Git

De standaard integratie met Git biedt veel voordelen. Als Aider aanpassingen maakt aan een bepaald bestand zal het in Git een heldere beschrijving toevoegen aan de zogeheten commit. In Visual Studio Code kun je deze historische aanpassingen eenvoudig terugzien. Klik daarvoor op een bestand en open in de balk aan de linkerkant Timeline. Zorg dat de filterinstelling is ingesteld op Git History.

Nu zie je de commit-geschiedenis van het geselecteerde bestand. Door op een specifieke commit te klikken, kun je de aangebrachte wijzigingen bekijken. Binnen Aider zijn er ook nog wat trucjes. Zo kun je met /diff zien wat de laatste veranderingen zijn. Met /undo kun je die eenvoudig ongedaan maken.

We hebben de repository op GitHub gezet. Ook hier kun je alle veranderingen bekijken. Open daarvoor een bestand, zoals script.js, en ga dan rechtsboven naar History. Hier zie je de verschillende wijzigingen. Als je op een van de aanpassingen klikt, zie je netjes welke veranderingen in de code zijn gemaakt.

Je kunt handig zien welke historische wijzigingen zijn aangebracht in bestanden.

Git en GitHub

Aider gebruikt een git-repository. Sommige mensen verwarren dit met GitHub. Je kunt met Git prima alleen een lokale repository maken, op het systeem waarop je met Aider werkt. Optioneel kun je deze repository met GitHub verbinden, zodat je in feite een kopie in de cloud hebt. Dat is voor jezelf wel heel praktisch, omdat je veel makkelijker de wijzigingen kunt bijhouden en bestuderen. En je kunt ook met anderen samenwerken aan code.

Ook interessant om te lezen: GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand

We hebben de repository gedeeld met GitHub, zodat je alle veranderingen kunt inzien.

Windsurf Editor

 Complete ontwikkelomgeving

Zoek je een completere ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI, dan zijn Cursor AI en Windsurf Editor twee populaire opties. Cursor AI is een gevestigde speler, maar krijgt steeds meer concurrentie van het nieuwere Windsurf Editor. Beide ontwikkelteams blijven verbeteringen doorvoeren om niet voor elkaar onder te doen.

Beide programma’s zijn bovendien klonen van Visual Studio Code, de bekende editor van Microsoft die we ook voor Aider hebben gebruikt. Daarom lijken ze in veel opzichten op elkaar. Het kan handig zijn om verschillende thema’s te gebruiken als je ze naast elkaar gebruikt, zodat je ze uit elkaar kunt houden.

Windsurf Editor werkt met een ingebouwde assistent genaamd Cascade.

Cascade

We hebben ook in Windsurf geprobeerd om het spelletje boter-kaas-en-eieren uit dit artikel te maken. De assistent in Windsurf Editor heet Cascade; via het Cascade-deelvenster kun je hem direct aan het werk zetten. Een leuk detail is dat niet alleen code wordt gegenereerd, maar dat er ook veel aanvullende acties voor je worden uitgevoerd, zoals het aanmaken van een map voor je project en voor de geluiden, en het maken van een mp3-bestand.

Bij elke stap kun je zien welke bestanden worden aangepast en de voorgestelde wijzigingen controleren en bevestigen. Je hoeft niet, zoals bij Aider, zelf een API-sleutel te regelen voor toegang. Je gebruikt steeds het model van Cascade en de administratieve kant wordt via je account geregeld, op basis van credits (zie volgende paragraaf). Zo’n diepere integratie is heel praktisch. Toch heeft de workflow veel overeenkomsten met Aider.

Via een deelvenster kun je een conversatie met Cascade voeren.

Werken met credits

Windsurf werkt met credits voor verschillende taken. Zo worden User Prompt-credits voor elke interactie met de assistent gebruikt en Flow Action-credits voor alle acties die worden uitgevoerd. Als je de limiet bereikt voor het premiummodel, wordt overgeschakeld naar het basismodel. De proefperiode van 14 dagen geeft je ruim voldoende credits om het voorbeeldprogramma uit dit artikel te maken. Sterker nog, je hebt ongeveer vijftien keer meer credits dan nodig, dus je kunt ook grotere en complexere programma’s proberen te maken.

Buiten die proefperiode is, om het premiummodel te gebruiken, een upgrade naar de Pro-versie bijna onvermijdelijk (ca. 18 euro per maand). Je hebt dan wel elke maand een ruime hoeveelheid credits en kunt vrij voordelig credits bijkopen.

Windsurf Editor werkt met een systeem van credits.

Beste optie voor hobbyprogrammeur?

Over het algemeen werkt het programmeren met een chatbot zoals ChatGPT goed. Voor losse functies of snippets werkt het zelfs uitstekend. Maar het is lastig om het overzicht te behouden over de gegenereerde code en eventuele aanpassingen, zeker als het om wijzigingen in meerdere bestanden gaat.

Aider en Windsurf Editor hebben een fijnere workflow, omdat ze de lokale bestanden direct voor je wijzigen, eventueel meerdere tegelijkertijd. Wat kosten betreft is Aider waarschijnlijk interessanter voor de hobbyprogrammeur die af en toe een project oppakt. Je kunt ad-hoc wat credits bijkopen of eens een ander model proberen, lokaal of via bijvoorbeeld OpenRouter. Het opensource DeepSeek R1 bijvoorbeeld. Je kunt bovendien elke ontwikkelomgeving kiezen, terwijl Windsurf Editor volledig op Visual Studio leunt. De integratie met Git ook een praktisch voordeel van Aider.

▼ Volgende artikel
Zo deel je je keuken handig en logisch in
© Andy Dean Photography
Huis

Zo deel je je keuken handig en logisch in

Of je nu graag uitgebreid kookt of elke avond snel klaar wilt zijn: een slimme keukenindeling maakt het verschil. Alles moet logisch op zijn plek staan, zodat je moeiteloos overal bij kunt en na afloop ook weinig tijd kwijt bent aan opruimen.

Je keuken slim indelen? Wij hebben tips voor:
  • Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak
  • Werkblad en kookplaat
  • Koelkast
  • Neem de keuken-driehoek als uitgangspunt
  • Kies de optimale werkhoogte
  • Opbergruimte

Lees ook: Fornuis op maat: kies het aantal pitten dat bij je past

Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak

Heb je plannen voor een nieuwe keuken? Denk dan nu al na over welke slimme keuzes je kunt maken met de indeling. Plaats bijvoorbeeld de vaatwasser, de spoelbak en de afvalemmer dicht bij elkaar. Je hoeft dan nooit ver te lopen met vieze borden en je kunt ze makkelijk leegschrapen, eventueel afspoelen en direct inruimen. Staat de afvalbak in een kastje direct naast de vaatwasser? Let er dan op dat je het deurtje nog goed kunt openen als de deur van de vaatwasser omlaag staat. Dat werkt makkelijker bij het inruimen. Plaats verder de vaatwasser niet direct tegen een zijmuur. Tijdens het inruimen loop je dan sneller kans op spetters tegen de muur.

Werkblad en kookplaat

Het werkblad is meer dan alleen een plek om iets op te zetten. Je gebruikt het om te snijden, te mixen, spullen neer te leggen en borden op te scheppen. Zorg daarom dat je voldoende vrije werkruimte overhoudt – dus niet alles volbouwen met apparatuur. Plaats de spoelbak of kookplaat liever niet op een hoek. Je hebt aan beide kanten plek nodig, zodat je je handen vrij kunt houden en spetters opvangt. Reken aan weerszijden minimaal veertig centimeter. Dat oogt niet alleen rustiger, het werkt ook prettiger. Handig om te weten: bij je keukenspecialist wordt hiervoor vaak de term aflegruimte gebruikt. En nog even over de kookplaat: plaats die bij voorkeur niet pal naast de koelkast of een hoge kast; dat geeft weinig bewegingsvrijheid en maakt het lastig om met meerdere mensen tegelijk in de keuken te staan.

©Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy

Koelkast

Een koelkast gebruik je vaker dan je denkt – gemiddeld zo'n 35 keer per dag. Zet 'm daarom op een plek waar je er makkelijk bij kunt, ook als je vanuit de woonkamer even snel iets wilt pakken. Zet de koelkast liever niet helemaal achterin of op een plek waar je niet vanzelf langsloopt; dat is al snel onhandig in het dagelijks gebruik. Let ook op de temperatuur rondom de koelkast. Zet hem niet naast een oven, radiator of op een plek waar veel zonlicht komt. Kan het echt niet anders, zorg dan voor een isolerende tussenplaat en houd minstens drie centimeter ruimte vrij tussen warmtebron en koelkast.

Gebruik de keuken-driehoek

In de basis draait een keuken om drie functies: koken, spoelen en koelen. Je fornuis, gootsteen en koelkast vormen samen een denkbeeldige driehoek. Als de afstanden tussen deze drie goed gekozen zijn, werk je prettiger. Staan ze te ver van elkaar, dan loop je onnodig veel. Staan ze te dicht bij elkaar, dan dan wordt het al snel krap en onhandig. Een keukenspecialist kan helpen bij het vinden van een goede verhouding, maar je merkt het zelf vaak ook al als iets net niet lekker werkt.

Optimale werkhoogte

Ook de hoogte van je werkplekken telt mee. Een oven op armhoogte is een stuk prettiger dan op kniehoogte, zeker als je vaak bakt. Het voorkomt bukken. Heb je een kleine keuken? Kies dan voor een compacte oven of voor een fornuis met geïntegreerde oven. Datzelfde geldt voor de vaatwasser: als je die wat hoger plaatst, spaar je je rug en knieën. Voor de kookplaat geldt een andere regel: meet de afstand van je onderarm tot het werkblad. Is die ongeveer twaalf centimeter, dan zit je goed qua houding en belast je je schouders niet onnodig.

Apparatuur wat hoger plaatsen (als dat kan) heeft nog een voordeel. Wanneer je kleine kinderen hebt rondlopen, kunnen die er minder makkelijk bij. Wel zo veilig!

©lev dolgachov

Opbergruimte

Tot slot: denk na over hoe je spullen opbergt. Onderkastjes bieden veel ruimte, maar vragen vaak veel van je rug. Bovenkastjes kunnen juist weer te hoog zijn. Een buffetkast biedt uitkomst: wat je dagelijks gebruikt zet je op ooghoogte, wat minder vaak nodig is kan best wat lager of juist hoger.

Slim indelen = een fijnere keuken!

Een goede keuken draait niet alleen om de juiste apparatuur, maar vooral ook om slimme keuzes die het koken makkelijker maken. Denk na over looproutes, werkhoogtes en voldoende bewegingsruimte. Positioneer alles op logische plekken, zorg voor een werkblad met voldoende vrije ruimte en let op kleine details zoals de draairichting van kastdeurtjes. Daarmee wordt de keuken (nog meer) het hart van je huis!