ID.nl logo
Huis

Stropers worden prooien dankzij technologie

Vanaf deze maand is er in Nederland een totaalverbod op de handel in ruw ivoor. Hoewel dat natuurlijk erg goed nieuws is, is het slechts een druppel op een gloeiende plaat. Een plaat die juist lijkt te groeien in landen als Azië, waar de welvaart en dus ook de vraag naar ivoor toeneemt. Het blijft lucratief om te stropen, en één van de beste hulpstukken in de strijd tegen stropers is technologie.

De hoorn van een neushoorn kan 60.000 dollar opleveren per kilo en de dieren leven vaak in gebieden waar mensen weinig te besteden hebben, waardoor stropen nog steeds enorm veel voorkomt. Hoewel het doden van neushoorns voor goederen als ivoor en de huid afneemt, werden er bijvoorbeeld in Zuid-Afrika in 2018 alsnog ongeveer 750 neushoorns prooi van stropers. Tenminste, dat is wat er geregistreerd is, want het is moeilijk om hiervan een goede administratie bij te houden.

Neushoorns brengen meer op

Hoewel neushoorns vaker met stropers te maken hebben, is ook de Afrikaanse olifant regelmatig het slachtoffer. Een kilogram olifanten-ivoor levert je naar schatting 2.200 dollar op per kilo. Kortom, het is veel lucratiever om een neushoorn af te schieten. Toch weerhoudt dat mensen er niet van ook olifanten af te maken voor dit luxeproduct. Waar er in 2016 in Zuid-Afrika 46 olifanten zijn gedood, waren dat er in 2018 alweer 72. En dan zijn er ook nog stropers actief in bijvoorbeeld Namibië, Botswana, Kenia en India. Vooral Botswana kampt met een groot probleem: daar werden vorig jaar in september 87 olifantencarcassen gevonden die slechts een paar weken oud waren.

Het is spijtig om te zien dat het aantal gestroopte olifanten juist omhoog gaat: dit heeft waarschijnlijk te maken met een stijgende welvaart waardoor de vraag naar ivoor toeneemt. Toch kan het mogelijk ook het gevolg zijn van de focus op neushoorns; veel anti-stroperij-organisaties richten zich voornamelijk op dit dier richten omdat diens ivoor het meeste oplevert. Maar, hoe kun je de stroperij binnen de perken houden, terwijl je je toch aan de wetten en regels houdt die gelden in een bepaald land? Dat is tegenwoordig vooral mogelijk door de aanwezigheid van technologie.

Het is een wat omstreden manier, maar het gebruik van een gps-tracker bij olifanten is een veelgebruikte manier om in kaart te brengen hoe het dier zich beweegt. Hoewel het natuurlijk fantastisch is om dat te kunnen doen en de olifant te kunnen beschermen, breng je wel een stuk techniek aan op een wild dier. Bovendien kost het ook veel geld en moeite om een groot aantal olifanten te voorzien van zo’n tracker. Ondanks dat deze beesten veelal in kuddes leven, is het omdoen van een GPS-band geen eenvoudige klus. Gelukkig zijn er ook technologische oplossingen die de dieren zelf met rust laten.

Warmtecamera’s

Waar het vroeger bijvoorbeeld in het Keniaanse Masai Mara Reservaat moeilijk was om grip te krijgen op hoeveel dieren er rondliepen, waar deze zich bevonden en hoe stropers zich bewogen, is dat vandaag de dag een stuk makkelijker geworden door bijvoorbeeld drones. Daar hebben de dieren weinig last van en natuurbeschermers kunnen zo op een veilige manier veel dieren, verspreid over vele kilometers in de gaten houden. Dat wordt ook veelvuldig gedaan, met behulp van warmtecamera’s. En dat is heel andere koek dan hoe het vroeger ging: toen waren rangers enorm zichtbaar door hun fakkels en radio’s. En ze waren kwetsbaarder, omdat ze met hun eigen oren en ogen op pad moesten.

Cisco, Google en andere organisaties buigen zich over de technologische vraagstukken die komen kijken bij het tegengaan van stroperij. Het WNF heeft een Wildlife Crime Technology Project opgezet om te kijken hoe technologie een verregaande rol kan spelen in het jagen op stropers. Ook wordt er per gebied gekeken welke mogelijkheden er zijn, want er zijn heel veel gebieden die regelmatig te stellen hebben met stroomuitval. Het ophangen van camera's die aangesloten zijn op het stroomnetwerk betekent dat deze extra ogen meerdere keren per dag kunnen uitvallen.

Nog meer tech Hoewel een drone met warmtecamera een redelijk voor de hand liggende methode is, zijn er ook andere technologische ontwikkelingen waarvan rangers handig gebruik kunnen maken. Zo werkt Cisco aan een speciaal netwerk met een lage radiofrequentie zodat slimme apparaten met elkaar kunnen communiceren over extreem lange afstanden. En er worden bijvoorbeeld magnetische sensoren in de grond geplaatst die kunnen detecteren wanneer iemand met een wapen het reservaat betreedt. Zelfs de hekken worden voorzien van akoestisch materiaal, zodat eerder duidelijk wordt wanneer een hek wordt opengeknipt. Het zijn verregaande maatregelen, maar als er een dierenleven op het spel staat telt elke seconde.

Er wordt ook gekeken hoe regels kunnen worden omzeild of veranderd: in sommige landen gelden strenge regels met betrekking tot privacy, waardoor de inzet van drones in bijvoorbeeld Namibië verboden is. Dit probleem kan worden getackled door warmtecamera’s op een auto te monteren, want dat is wel toegestaan. Warmtecamera’s zijn populair voor het traceren van stropers: ze werken zowel overdag als 's nachts, en dat is beter dan een nachtzichtcamera die slechts op bepaalde tijdstippen kan worden ingezet. Deze camera's kunnen met behulp van kunstmatige intelligentie zo worden ingesteld dat ze menselijke silhouetten kunnen detecteren.

Steun van de overheid

Kortom: reservaten worden goed in de gaten gehouden door rangers, ondanks dat het moeilijk blijft om stropers op te sporen - zeker als die een helikopter gebruiken om razendsnel hun prooi af te maken en de slagtand mee te nemen. Mede door de komst van technologie is het voor de meeste stropers echter een steeds groter risico om op jacht te gaan. Het duurt helaas nog wel even voor dit soort essentiële technologie in de strijd tegen de stroperij standaard wordt in alle reservaten: het is duur en je hebt mensen nodig om het te besturen of te repareren als het stuk is. Maar bovenal heb je een regering nodig die aan je zijde staat: die het middels wet- en regelgeving toestaat dat je technologie als drones met warmtecamera’s mag gebruiken en die - als het even kan - ook een financiële duit in het zakje doet.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.