ID.nl logo
Huis

Responsible disclosure: alles over ethisch hacken

Een groeiend aantal bedrijven maakt gebruik van een responsible disclosure-beleid voor het afhandelen van datalekken. Volgens ethische hackers is dat een goede zaak, maar ‘RD-beleid’ is bepaald niet zonder fouten. In dit artikel gaan we daar wat dieper op in.

Mischa van Geelen was dertien jaar toen hij een lek in de website van VakantieVeilingen ontdekte. Het was het eerste lek dat hij ooit zelf ontdekte, en hij heeft er nu – vijf jaar later – meer dan 500 op zijn naam staan. Nog steeds vindt hij regelmatig softwarelekken in websites of bij bedrijven. Daarbij doorloopt hij de routine die zowel hij als het bedrijfsleven heeft verfijnd: een melding doen bij de juiste persoon, een duidelijke beschrijving van het probleem aandragen en een mogelijke oplossing voorstellen.

Inmiddels loopt hij tegen minder muren aan dan vroeger, toen responsible disclosure nog maar voor een handjevol bedrijven gebruikelijk was. Anno 2017 hebben veel bedrijven op een of andere manier spelregels opgesteld om ethische hackers tegemoet te komen. En terecht, want door datalekken op een nette en verantwoordelijke manier af te handelen voorkom je dat mensen misbruik maken van bugs in je systeem. Bovendien laat je aan de buitenwereld zien dat je professioneel met je it-security omgaat.

Whitehat-hackers

Van Geelen noemt zich inmiddels ‘ethisch hacker’, een titel die veel whitehat-hackers en beveiligingsonderzoekers die aan responsible disclosure doen zichzelf aanmeten. Hun dagelijks werk is in veel gevallen op een of andere manier gerelateerd aan het zoeken naar datalekken: ze werken freelance of in dienst als beveiligingsconsultants, of ze werken in de informatica. In sommige gevallen is het opsporen van datalekken deel van hun werk als pen-testers (‘penetration testers’), maar één ding hebben ze vrijwel allemaal gemeen: het ‘responsible disclosen’ van datalekken doen ze vrijwillig, vanuit een gevoel voor ethiek en een liefde voor veiligheid.

Steeds meer Nederlandse bedrijven tonen interesse in responsible disclosure als beveiligingsmethode. Het kan immers helpen veiliger te blijven tegen datalekken door juist samen te werken met hackers in plaats van ze als de vijand te zien. Bij responsible disclosure houden bedrijven en hackers zich zoals gezegd aan een aantal spelregels voor het melden van kwetsbaarheden in websites of systemen. Op die manier kunnen datalekken op een verantwoorde manier worden doorgegeven, wat moet leiden tot veiliger ict.

Veel van die spelregels liggen voor de hand: een hacker mag vrijelijk rondneuzen in een systeem zonder daarvoor te worden aangepakt, maar moet het bedrijf dan wel tijd geven een lek te dichten zonder het vroegtijdig openbaar te maken. Vanzelfsprekend mag daarbij geen schade aan het systeem worden veroorzaakt en mag de hacker geen persoonsgegevens kopiëren, als hij die vindt.

Een hacker mag vrijelijk rondneuzen in een systeem, maar moet ook tijd geven om het lek te dichten

-

Een responsible disclosure-beleid kan per bedrijf verschillen, maar er zijn een paar regels die (bijna) altijd naar voren komen.

Garantie: De belangrijkste afspraak is de garantie dat het bedrijf het lek actief dicht en geen aangifte doet, en dat de hacker zich aan de afgesproken regels van het bedrijf houdt.

Uitleg: Een hacker moet het lek zo duidelijk mogelijk uiteenzetten, op een manier die volledig te reproduceren is.

Tijdspanne: Er moet een redelijke tijd zijn een lek te dichten: niet te lang, niet te kort. Houdt een bedrijf zich niet aan die tijd, dan mag de hacker het lek openbaar maken.

Houd het heel: Een hacker mag geen ddos- of bruteforce-aanvallen uitvoeren om een lek te ontdekken, geen gegevens kopiëren en niets in het systeem kapotmaken of permanent veranderen.

Scope: Een bedrijf geeft van tevoren aan welke onderdelen wel of juist niet beschikbaar zijn om kwetsbaarheden over te melden. Testomgevingen zijn bijvoorbeeld vaak uitgesloten van deelname en lekken in systemen met persoonsgegevens worden vaak urgenter behandeld of beter beloond.

Nationaal Cyber Security Centrum-leidraad

Het is moeilijk te zeggen hoeveel bedrijven in Nederland inmiddels een actief RD-beleid hebben. In elk geval maken alle Nederlandse overheidsinstellingen gebruik van een dergelijk beleid, verzameld onder de leidraad van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). De grote banken hebben eveneens een eigen beleid, net als de NS en de meeste verzekeraars. Grote bedrijven lijken steeds meer heil te zien in het tegemoetkomen van hackers die datalekken ontdekken en dat op een verantwoordelijke manier willen melden.

Maar belangrijker dan het aantal beleidsmaatregelen dat wordt opgesteld, is de houding van die bedrijven. “Toen ik vijf jaar geleden een melding deed bij ABN Amro, hadden ze geen responsible disclosure-beleid beschikbaar”, vertelt Mischa van Geelen. “Ze reageerden er zelfs heel vijandig op. ‘Wie ben jij? En waarom vertel je ons hoe we onze beveiliging moeten regelen?’, vroegen ze.” Volgens Van Geelen zien bedrijven anno 2017 de waarde van responsible disclosure in, onder meer omdat het niet meer de vraag is óf, maar wannéér je wordt gehackt.

Die manier van werken slaat bij steeds meer bedrijven aan. Het is namelijk een relatief goedkope manier om gaten in software op te sporen, zonder dat je daar een peperduur team aan pen-testers op hoeft los te laten en zonder dat je ontwikkelaars dagen kwijt zijn met bugfixes. Aan de andere kant geeft het hackers de kans hun eigen kennis op niveau te houden en dient het als een waardevol visitekaartje.

Veel hackers zijn immers blij met de mogelijkheid om een lek op een correcte manier te melden, zonder daarbij in de problemen te komen. Niettemin is responsible disclosure verre van perfect. Zoals je verderop kunt lezen, draait het idee volledig om wederzijds vertrouwen, zonder enige garanties dat de spelregels worden nageleefd.

Binnen de tijd

©PXimport

Een belangrijk punt in een RD-beleid is de tijd die een hacker het bedrijf gunt om een lek te dichten. In de meeste gevallen wordt die vooraf gespecificeerd in het beleid, maar bij uitzonderlijke situaties kan er ook in overleg een andere tijdspanne worden afgesproken. Met zo’n afspraak weten beide partijen waar ze aan toe zijn: de hacker weet daarmee dat zijn lek serieus wordt genomen en het bedrijf heeft een belangrijke motivatie om het lek ook daadwerkelijk te dichten – anders wordt het openbaar gemaakt en kan het makkelijk worden misbruikt. Maar wat is een realistische tijdspanne om een bug te fixen? En wie bepaalt dat? Als de hacker die het lek ontdekt daar anders over denkt dan het bedrijf, kan dat frictie opleveren.

Dat gebeurde bijvoorbeeld tijdens de Heartbleed-bug die begin 2014 werd ontdekt in OpenSSL. Het Finse onderzoeksbedrijf Codenomicon besloot Heartbleed wel te melden aan onder meer CloudFare, maar niet aan andere grote webdiensten die eveneens van OpenSSL gebruikmaakten. Daardoor werd een groot deel van het internet kwetsbaar voor de bug toen die eenmaal openbaar werd gemaakt.

Volgens sommige critici had Heartbleed dan ook niet zozeer met responsible disclosure te maken, maar met marketing van een tot dan toe relatief obscuur Fins beveiligingsbedrijf dat na bekendwording van het lek internationale aandacht kreeg. Codenomicon vond dat het rechtvaardig handelde door het lek te melden aan het Finse National Cyber Security Center, maar de afhandeling leidde tot een discussie over hoelang onderzoekers moeten wachten voordat zij een lek openbaar maken en aan wie je dat allemaal moet melden. Wie heeft dan de sterkste hand?

Beloning voor ethisch hacken

En daar komt de ethiek om de hoek kijken, zowel de kracht als de achilleshiel van responsible disclosure. Een goed RD-beleid zorgt dat het bedrijf een hacker tegemoetkomt, én andersom. Het mes moet in zo’n geval aan twee kanten snijden, maar buiten een ‘gentlemen’s agreement’ biedt een responsible disclosure-beleid geen enkele juridische garanties. In theorie kan een bedrijf ook na het repareren van een datalek aangifte doen tegen een hacker, en niets weerhoudt de hacker ervan om het lek alsnog vroegtijdig openbaar te maken. Je kunt je daarom afvragen wat de reden is dat hackers daaraan zouden meedoen.

Terwijl bedrijven een RD in de regel opstellen uit praktische of financiële overwegingen, doen whitehat-hackers voornamelijk aan RD voor de eer – al speelt er voor hackers wel meer dan alleen hun gevoel voor rechtvaardigheid en ethisch besef. Loran Kloeze, een ethisch hacker die onder meer bekend werd toen hij liet zien dat de Stemwijzer lek was, zegt dat ook hackers niet helemaal altruïstisch te werk gaan. “Hackers dragen het aantal RD’s op hun naam als een eremedaille, iets waarmee je kunt laten zien hoe goed je bent. Opdrachtgevers of klanten kijken juist daarnaar, niet naar een diploma. Een groot aantal disclosures op je naam is waardevoller dan welke opleiding dan ook.”

Daarom is een ‘hall of fame’ ook zo belangrijk. Daarop wordt een overzicht geplaatst van de hackers die een lek hebben gevonden en een korte beschrijving met wat er precies is gerepareerd. Niet dat zo’n website veel bezoekers trekt, maar dat is ook niet de bedoeling. Ethisch hackers kunnen zulke vermeldingen in hun eigen portfolio opnemen om te laten zien wat ze waard zijn.

©PXimport

Responsible disclosure gaat doorgaans gepaard met een beloning, maar wat dat concreet inhoudt, verschilt per bedrijf. Soms is het een klein geldbedrag, soms een t-shirt of een ander cadeautje –PCM-uitgever Reshift geeft bijvoorbeeld soms een Raspberry Pi-pakket weg voor het melden van een lek. Eigenlijk doet de aard van de beloning er ook niet toe, vindt Van Geelen. Toen hij een aantal jaren geleden na heel lang mailen en overtuigen een cadeaubon kreeg voor het melden van een lek bij ABN Amro (dat toen nog geen officieel RD-beleid had), voelde hij zich afgescheept.

“Ze bleven maar vragen: ‘Wat wil je dán?’ Ze begrepen het maar niet. Het ging me helemaal niet om die cadeaubon of om geld, of wat dan ook. Het enige wat ik wilde, is een oprecht bedankje.” Het is een sentiment dat bij meer hackers speelt. Serieus genomen worden, voelen alsof je hebt bijgedragen aan een veiliger wereld. Daarom was Van Geelen ook blijer met zijn eerste hack op VakantieVeilingen. Daarvoor kreeg hij niet alleen een cadeaubon, maar ook een stage aangeboden – iets waar hij in zijn verdere carrière veel meer aan heeft gehad dan aan een geldbedrag.

Loran Kloeze onderschrijft het feit dat de beloning niet het belangrijkst is. Kloeze richt zich sowieso grotendeels op overheidsinstellingen, en die geven geen geldbedragen weg maar enkel t-shirts. “Je doet het vanuit je ethisch besef en het feit dat je de wereld een stukje veiliger wilt maken.”

Geld verdienen met ethisch hacken

Toch is er een groeiende groep hackers die probeert te leven van dergelijke datalekken, al heb je het dan al snel over ‘bug bounty’s’ – een op het eerste gezicht identieke, maar toch iets andere tak van sport. Het zijn vooral grote techbedrijven met miljoenen gebruikers die geld over hebben voor het spotten van datalekken. Apple was daar vrij laat mee en begon pas halverwege 2016 met het uitloven van premies voor het vinden van bugs. Toch is Apple een van de interessantere bedrijven om datalekken bij te melden. Een lek in de boot firmware van iOS levert bijvoorbeeld al 200.000 dollar op.

Op die manier zijn er hackers die volgens Kloeze kunnen leven van hun bug bounty’s. “Als je wekelijks een bug van 250 euro vindt en eens per jaar een écht grote, dan kun je daar prima van leven.”

Daar staat tegenover dat het tegenwoordig steeds lucratiever wordt om bugs aan derde partijen te verkopen. Bedrijven zoals Zerodium bieden bijvoorbeeld het viervoudige van Apple voor eenzelfde lek in iOS. En voor een hacker is er maar één ding dat hem laat kiezen tussen 200.000 dollar van Apple en 1 miljoen van Zerodium: zijn gevoel. Kloeze: “Uiteindelijk wil je toch elke avond rustig slapen, en dat wordt voor velen een stuk lastiger als ze weten dat hun lek kan worden gebruikt door een regime als Noord-Korea. Net als gewone criminaliteit kun je ook hier de afweging maken, en dan is de vraag hoever je bereid bent te gaan.”

Volgens Mischa van Geelen zit het verschil hem voornamelijk in de houding van de hacker. “Bug bounty’s doe je voor het geld, maar responsible disclosure doe je vanuit een gevoel voor ethiek. Bovendien maakt het voor veel hackers ook niet uit of ze er geld voor krijgen; dat verdienen ze vaak ook wel met consultancy-werk.” En daarbij is een goed portfolio, met veel RD’s op je naam, juist een goed visitekaartje.

Er is ook een aantal bedrijven dat op professionele schaal op zoek gaat naar lekken, zoals Google, dat permanent beveiligingsonderzoekers in dienst heeft op de Project Zero-divisie. Project Zero komt regelmatig in het nieuws als het een lek heeft gevonden bij bijvoorbeeld Microsoft, waar de softwaregigant dan niet tijdig iets aan heeft gedaan.

Grijs gebied

Responsible disclosures bevatten in de meeste gevallen een belangrijke clausule over aansprakelijkheid, maar de regels rondom hacken en verantwoordelijkheid stroken niet altijd even goed met elkaar. Loran Kloeze zegt bijvoorbeeld alleen aan RD te doen met bedrijven die al een beleid hebben. Hij kijkt daarom met name op sites van de overheid, omdat die in samenwerking met het NCSC een duidelijk beleid heeft opgesteld dat voor alle sites geldt. Als een website of bedrijf dat niet heeft, komt Kloeze er niet aan. Om één simpele reden: hij wil niet in de problemen komen. “Een responsible disclosure-beleid nodigt een hacker uit om zonder angst voor repercussies op zoek te gaan naar een lek. Als er niet zo’n beleid is, dan heb je niks op zo’n website te zoeken.”

Volgens Kloeze is het überhaupt niet mogelijk om een datalek te vinden zonder dat je actief in een systeem loopt te porren, dus iedereen die een lek vindt in een website waar geen RD van toepassing is, is volgens hem per definitie al fout. “Als je een website gebruikt zoals die bedoeld is en dan een fout ontdekt, ja, dan mag je inderdaad wel even een mailtje sturen met ‘joh, let hier eens op’. Maar dat is vrijwel nooit het geval. Om een bug te vinden, moet je actief zoeken, testen, reproduceren en verschillende dingen proberen. Dan ben je al heel snel ongeoorloofd aan het rondneuzen op een systeem waar je niks te zoeken hebt, omdat je er niet voor bent uitgenodigd.”

Om een bug te vinden, moet je actief zoeken, testen, reproduceren en verschillende dingen proberen

-

Juridisch gezien is een responsible disclosure-beleid niet sluitend. Het zegt niks, behalve dan dat het bedrijf geen intentie heeft je te vervolgen – maar ook dat kan gewoon veranderen. Bovendien heeft het OM daar niets mee te maken, zegt Kloeze. “Dat kan altijd nog besluiten achter je aan te gaan, al is dat onwaarschijnlijk.” Er zijn nog geen gevallen bekend van veroordelingen voor hacking waarbij gebruik werd gemaakt van responsible disclosure.

Daar is Mischa van Geelen het niet mee eens. Hij ziet het beleid van het NCSC juist als richtlijn om als ethisch hacker te opereren – of een bedrijf nu een beleid heeft of niet. “Zolang je het volgens de regels speelt, moet je een lek gewoon kunnen melden. Dan houd je je natuurlijk aan alle regels: je zorgt dat je niks stuk maakt, dat je je lek niet openbaar maakt ... Als je dat doet, vind ik dat je het gewoon moet kunnen melden.”

Volgens het NCSC ligt de situatie iets genuanceerder en is de leidraad vooral bedoeld om bedrijven te stimuleren hun eigen beleid op te zetten, maar houdt het OM per geval wel rekening met ‘proportioneel en subsidiair handelen’.

Meerwaarde van responsible disclosure

De meeste hackers vinden dat responsible disclosure waardevol kan zijn voor bedrijven, al vindt Kloeze wel dat dat proportioneel moet zijn. “Voordat je meteen zo’n beleid opstelt, moet je je eerst afvragen of je dat überhaupt wel nodig hebt. De slager om de hoek heeft daar doorgaans weinig aan, maar dat verandert als hij bijvoorbeeld een koelcel heeft die hij via internet kan aansturen, of als hij een klantensysteem begint.”

Een responsible disclosure-beleid moet dan ook in verhouding staan met de data die je verwerkt, maar omdat steeds meer bedrijven in toenemende mate gebruikmaken van persoonlijke data, groeit de vraag naar een goede omgang eveneens. Niet alleen juridisch (bijvoorbeeld door de meldplicht datalekken), maar ook ethisch, zoals een goed RD-beleid.

Waar de hackers het eens zijn over de meerwaarde van zo’n beleid, zetten de meeste ook kanttekeningen bij de effectiviteit. Het is nooit dé definitieve oplossing voor het beveiligingsprobleem, denkt Mischa van Geelen. “Responsible disclosure is alsof je met hagel op je systemen gaat schieten, in de hoop dat er iets wordt geraakt. Je moet er nooit van uitgaan dat je daarmee volledig veilig wordt.”

Hij zegt daarom dat een goed RD-beleid eerder een toevoeging op het bestaande beveiligingsbeleid moet zijn. Dat bevestigt het NCSC: “Organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor hun beveiliging, maar goede beveiliging is zo sterk als je zwakste schakel. RD kan een zeer belangrijke bijdrage leveren aan het ontdekken van zulke zwakke plekken.”

Daarnaast is het belangrijk te onthouden dat responsible disclosure-meldingen altijd door vrijwilligers worden gedaan, en dat die je niets verplicht zijn. Ze kunnen daarom nooit garanderen dat ze alle gaten uit je systeem vissen, maar een oprecht bedankje is wel het minste wat je voor ze kunt doen.

Responsible disclosure-beleid opzetten

Wil je tot slot voor je eigen bedrijf een responsible disclosure-beleid (helpen) opzetten? Denk dan aan de volgende zaken:

Scope: Geef aan welke onderdelen een hacker mag testen en welke niet. Vallen daar bijvoorbeeld ook testomgevingen onder?

Beloning: Bedenk welke beloning je een hacker geeft. Is dat een geldbedrag, een t-shirt of iets unieks van jouw bedrijf? Zorg ook dat je bepaalt voor welke meldingen je welke beloning geeft: niet alle lekken hoeven gelijkwaardig te worden behandeld.

Wall of fame: Hackers gebruiken een RD-melding ook op hun cv. Kom ze tegemoet door een publieke wall of fame op te stellen met wie je heeft geholpen met welk probleem.

Doe een pen-test: Als je je systeem meteen toegankelijk maakt voor iedereen, kan dat al snel tot veel reacties leiden. Laat je bedrijf daarom eerst pen-testen door een professioneel bedrijf, zodat de belangrijkste gaten kunnen worden gedicht.

Laat je RD-beleid nakijken: Er zijn genoeg ethische hackers die, al dan niet betaald, een RD-beleid voor je kunnen opstellen of er op z’n minst doorheen kunnen lopen.

Wees eerlijk: Wees eerlijk over je bug-fixes en je progressie. Houd de hacker op de hoogte, ook als het repareren onverhoopt langer duurt dan verwacht.

▼ Volgende artikel
Fairphone vernieuwt Fairbuds XL met focus op beter geluid en comfort
© Fairphone
Huis

Fairphone vernieuwt Fairbuds XL met focus op beter geluid en comfort

Fairphone lanceert de vernieuwde Fairbuds XL. Deze modulaire koptelefoon belooft nu ook het geluid en comfort te bieden dat je voor 249 euro mag verwachten. Met nieuwe drivers en zachtere oorkussens pakt de fabrikant de eerdere kritiekpunten aan. Handig: je kunt je oude model zelf eenvoudig upgraden.

De Nederlandse fabrikant Fairphone heeft deze week de vernieuwde versie van de Fairbuds XL gepresenteerd. Deze modulaire koptelefoon is een doorontwikkeling van het model dat in 2023 werd gelanceerd. Waar de eerste generatie vooral een statement maakte op het gebied van repareerbaarheid, belooft deze nieuwe versie ook op audiogebied en draagcomfort een inhaalslag te maken. De koptelefoon is daardoor ontworpen om jarenlang mee te gaan en is per direct verkrijgbaar.

©Fairphone

Verbeterde audiokwaliteit en materialen

De belangrijkste upgrade ten opzichte van de voorganger zit in de geluidsweergave en het fysieke ontwerp. De nieuwe Fairbuds XL beschikt over 40 mm dynamische drivers en ondersteuning voor aptX HD, wat moet zorgen voor een gedetailleerder geluidsbeeld en high-res audio via bluetooth. Fairphone heeft daarnaast gekeken naar de feedback over het draagcomfort. De nieuwe modellen zijn uitgerust met zachtere oorkussens van 'birdseye-mesh' en een ademende hoofdband, waardoor de koptelefoon ook tijdens langere luistersessies prettig moet blijven zitten. Het design is beschikbaar in de kleuren Forest Green en Horizon Black.

Modulair ontwerp voor lange levensduur

Wat de Fairbuds XL onderscheidt in de markt van consumentenelektronica is de verregaande modulariteit. De koptelefoon is opgebouwd uit negen losse modules die door de gebruiker zelf te vervangen zijn. Dit betekent dat bij een defect of slijtage niet het hele apparaat weggedaan hoeft te worden, maar dat onderdelen zoals de batterij, de oorkussens of de hoofdband eenvoudig vervangen kunnen worden. Technisch biedt het apparaat verder dual-point connectiviteit, een IP54-certificering voor spatwaterdichtheid en een accuduur tot 30 uur.

Zoals gebruikelijk bij het Amsterdamse bedrijf ligt de nadruk sterk op duurzaamheid en eerlijke materialen. De koptelefoon bestaat voor ongeveer 50 procent uit gerecyclede grondstoffen, waaronder gerecycled aluminium en zeldzame aardmaterialen in de magneten. Ook wordt er bij de assemblage gebruikgemaakt van fabrieken die draaien op zonne-energie en investeert het bedrijf in leefbare lonen voor fabrieksarbeiders.

©Fairphone

Compatibel met het vorige model

Een opvallende keuze van Fairphone is de compatibiliteit met de eerste generatie Fairbuds XL. De fabrikant benadrukt dat technologie moet meegroeien met de gebruiker. Bezitters van het 2023-model hoeven daarom geen volledig nieuwe koptelefoon aan te schaffen om te profiteren van de geluidsverbeteringen. De nieuwe drivers zijn namelijk ook als los onderdeel verkrijgbaar en kunnen eenvoudig in het oude model worden geïnstalleerd. Hiermee voegt Fairphone daadwerkelijk de daad bij het woord wat betreft het verlengen van de levensduur van elektronica.

©Fairphone

Prijs en beschikbaarheid

De vernieuwde Fairbuds XL is per direct verkrijgbaar in Nederland. De adviesprijs voor de koptelefoon bedraagt 249 euro. Hij is te koop via de webwinkel van Fairphone en bij geselecteerde retailers.

▼ Volgende artikel
Zo kies je een parfum dat écht bij je past (en dat blijft hangen)
© ID.nl
Gezond leven

Zo kies je een parfum dat écht bij je past (en dat blijft hangen)

Een parfum is meer dan een lekker luchtje; het is je onzichtbare visitekaartje. De juiste geur kan je stemming versterken, je zelfvertrouwen een boost geven en direct vertellen wie jij bent. Maar hoe vind je een geur die echt bij jouw persoonlijkheid past?

Dit artikel in het kort

💨Welke geurnoten passen bij jouw karaktertype?
💨Top-, hart- en basisnoten: hoe een parfum is opgebouwd.
💨Het verschil tussen eau de toilette en eau de parfum.
💨De gouden regel voor het testen in de winkel.

Lees ook: Waarom parfum niet bij iedereen hetzelfde ruikt

Zeg me wat je draagt, ik zeg wie je bent

Geuren zijn de snelste weg naar onze emoties. Ruik je versgebakken brood, dan sta je in gedachten direct in een warme keuken. Ruik je zonnebrandcrème, dan voel je het strand. Parfums werken precies zo: ze communiceren iets over jou, zonder dat je een woord zegt.

Door een parfum te kiezen dat aansluit bij je karakter, versterk je je uitstraling. Welk type ben jij?

Persoonlijkheidstypen en bijpassende geuren

Hieronder vind je een overzicht van veelvoorkomende persoonlijkheidstypen en welke geuren daar goed bij aansluiten.

1. De romanticus (dromerig & gevoelig)

Ben je creatief, nostalgisch en gevoelig ingesteld? Dan voel jij je waarschijnlijk het prettigst bij zachte, ronde geuren. Bloemige en poederachtige noten omhullen je als een warme deken en passen perfect bij jouw zachtaardige karakter. Zoek naar: roos, jasmijn, viooltjes, vanille en lelie.

Voor dames:

Chloé - Chloé Eau de Parfum
: de ultieme romantische geur. Ruikt naar een vers boeket rozen met een poederige, schone ondertoon.
Marc Jacobs - Daisy: Speels, zacht en dromerig. Met noten van viooltjes en aardbei is dit een lichte, vrolijke bloemengeur.

Voor heren:

Dior - Dior Homme
: een zeldzame herengeur met iris. Hierdoor is hij zacht, poederig en verfijnd (in plaats van typisch 'mannelijk' stoer).
Prada - L'Homme: schoon, luchtig en zacht. Ruikt naar luxe zeep en verse bloemen (neroli/iris), perfect voor de gevoelige man.

2. De power-persoonlijkheid (krachtig & zelfverzekerd)

Jij komt een ruimte binnen en mensen hebben het door. Je staat stevig in je schoenen en houdt niet van poespas. Houtachtige en kruidige geuren sluiten hier naadloos op aan. Ze hebben een diepe, stabiele basis die autoriteit en rust uitstraalt. Zoek naar: Sandelhout, cederhout, leer, patchouli en zwarte peper.

Voor dames:

Chanel - Coco Mademoiselle
: een moderne klassieker met karakter. De combinatie van frisse sinaasappel en krachtige patchouli straalt pure klasse en zelfvertrouwen uit.
Tom Ford - Black Orchid: niet voor muurbloempjes. Een zware, aardse geur met truffel en pure chocolade. Je vult er de kamer mee.

Voor heren:

Hermès - Terre d’Hermès
: ruikt naar aarde, hout en sinaasappel. Een hele stabiele, volwassen geur die autoriteit uitstraalt zonder te schreeuwen.
Dior - Sauvage: extreem populair vanwege zijn kracht. Peperig en fris; een geur die zegt: "Ik ben er."

3. Het mysterie (sensueel & raadselachtig)

Houd je ervan om niet direct het achterste van je tong te laten zien? Ben je gek op de avond en subtiele verleiding? Dan zijn Oriëntaalse geuren jouw match. Deze zijn vaak rijk, zwaar en gelaagd. Zoek naar: Amber, wierook, muskus, kaneel en exotische kruiden.

Voor dames:

Yves Saint Laurent - Black Opium
: een verslavende mix van zwarte koffie en vanille. Donker, zoet en perfect voor de avond.
Dior - Hypnotic Poison: de naam zegt het al. Een betoverende, zware geur met amandel, karwij en vanille. Zeer verleidelijk.

Voor heren:

Viktor&Rolf - Spicebomb
: een explosie van kruiden (peper, kaneel) en tabak. Warm en kruidig, maar met een mysterieuze diepte.
Armani - Code: een geraffineerde mix van tonkaboon en leer. Glad, donker en een tikkeltje geheimzinnig.

4. De zonnestraal (speels & spontaan)

Ben jij de optimist van de groep, altijd vrolijk en ongecompliceerd? Zware geuren passen vaak niet bij jouw energie. Jij bloeit op van frisse, fruitige noten die licht en uitnodigend zijn. Zoek naar: Perzik, appel, framboos, zwarte bes en citrusbloesem.

Voor dames:

DKNY - Be Delicious
: het bekende 'groene appeltje'. Fris, fruitig en ongecompliceerd. Echt een energieboost.
Giorgio Armani - My Way: een vrolijk boeket van witte bloemen en citrus. Heel open, zoet en uitnodigend.

Voor heren:

Versace - Eros
: een luide, vrolijke geur met munt, appel en vanille. Jong, energiek en een echte allemansvriend.
Paco Rabanne - 1 Million: bekend om de goudstaaf-flacon. Zoet, kruidig en fruitig. Een geur met een knipoog die het leven viert.

5. De avonturier (energiek & sportief)

Stilzitten is niets voor jou. Je houdt van buitenlucht, actie en nieuwe ervaringen. Daar past geen bedwelmende geur bij, maar juist iets dat energie geeft. Aquatische (water) geuren en citrus zijn jouw beste vrienden. Zoek naar: Bergamot, grapefruit, munt, zeewater en groene thee.

Voor dames:

Giorgio Armani - Acqua di Gioia
: geïnspireerd op de zee. Ruikt naar munt, citroen en water. Heerlijk fris en opwekkend.
Davidoff - Cool Water Woman: een klassieker die ruikt naar de oceaan en frisse meloen. Voor vrouwen die liever buiten zijn dan binnen.

Voor heren:

Giorgio Armani - Acqua di Giò
: waarschijnlijk de bekendste 'watergeur' ter wereld. Ruikt naar zeewater, wind en limoen.
Issey Miyake - L'Eau d'Issey Pour Homme: een unieke, scherpe frisheid dankzij de Japanse yuzu (citrusvrucht). Strak, modern en heel energiek.

©africa-studio.com (Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy) - stock.adobe.com

Begrijp wat je koopt: de opbouw van een geur

Heb je wel eens een parfum gekocht dat in de winkel heerlijk rook, maar thuis tegenviel? Grote kans dat je alleen de topnoten hebt geroken. Een parfum is opgebouwd als een piramide:

1: Topnoten (de binnenkomer)
Dit is wat je de eerste 10 tot 15 minuten ruikt. Vaak fris en licht (citrus), bedoeld om je aandacht te trekken. Topnoten vervliegen snel.
2: Hartnoten (de kern)
Zodra de topnoten verdwijnen, komt het 'hart' naar boven. Dit is de ware geur van het parfum, vaak bloemig of kruidig. Dit blijf je enkele uren ruiken.
3: Basisnoten (de blijver)
Dit is wat er aan het einde van de dag nog op je huid zit. Zware ingrediënten zoals hout, muskus en vanille die zorgen voor diepte.

💡Tip:
Koop een parfum nooit direct na het opspuiten. Wandel de winkel uit, doe boodschappen en ruik na een uur nog eens. Pas dan weet je hoe het parfum écht ruikt.

Eau de toilette of eau de parfum?

Op de flacon staan vaak termen die iets zeggen over de sterkte (en de prijs):
Eau de Cologne:
zeer licht, vervliegt snel (3-5% geurstoffen). Lekker wanneer je je even wilt opfrissen.
Eau de Toilette (EDT): de meest verkochte variant. Fris en geschikt voor dagelijks gebruik (5-10% geurstoffen).
Eau de Parfum (EDP): sterker en blijft langer hangen (10-20% geurstoffen). Je hebt er minder van nodig, maar het is vaak duurder.
Parfum / Extrait:
Zeer geconcentreerd en kostbaar. Een paar druppels ruik je de hele dag.

Zo voorkom je een miskoop: 4 gouden tips

Tot slot: hoe hak je de knoop door in de parfumerie?
1. Test op je huid (niet op een papiertje)
Een papieren strookje heeft geen pH-waarde en geen hormonen. Jouw huid wel. Door je lichaamschemie kan een parfum bij jou heel anders ruiken dan bij je beste vriendin. Spray altijd op je pols om te weten hoe de geur op jou reageert.
2. Niet wrijven!
Een klassieke fout: sprayen op de polsen en ze dan tegen elkaar wrijven. Niet doen! Door de wrijving maak je de geurmoleculen kapot, waardoor de topnoten sneller verdwijnen en de geurbalans verstoord raakt. Gewoon laten drogen aan de lucht.
3. Maximaal drie geuren
Na drie verschillende parfums is je neus 'vermoeid' en kun je geuren niet meer goed onderscheiden. Ruik tussendoor even aan je eigen kleding (of aan koffiebonen als ze die hebben staan) om je neus te neutraliseren.
4. Kijk naar wat je al hebt
Weet je niet waar je moet beginnen? Kijk naar de flesjes die je al hebt staan of opgebruikt hebt. Google de geurnoten van je favoriet (bijvoorbeeld op een website als Fragrantica) en zoek naar nieuwe parfums die dezelfde ingrediënten bevatten. Of kijk naar geuren in huis die je fijn vindt. Houd je van lavendel in je wasmiddel of vanille in je kaarsen? Dat zijn goede uitgangspunten. 

Geur gevonden? Dan weet je nu...

...altijd wat je als cadeau kunt vragen!