ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Oplossingen voor veelvoorkomende netwerkproblemen

Uw netwerk vormt eigenlijk het hart van uw huis. Zonder netwerk hebt u geen tv, geen e-mail en geen chatcontact met vrienden. Iedereen vertrouwt erop dat zijn netwerk gewoon functioneert, tot het moment waarop de verbindingen ineens weg zijn. En dan? We zetten voor Windows 7 en Vista de meest voorkomende netwerkproblemen op een rij en dragen er een oplossing bij aan.

1. Netwerkcentrum

De eerste vraag die bij ieder netwerkprobleem moet worden gesteld is: wat werkt er nog wel? Het eerste onderdeel dat u daarbij moet controleren is of de netwerkverbinding van uw computer werkt. Het is immers lastig om een netwerkprobleem op te lossen met een pc zonder verbinding met dat netwerk. Om deze verbinding te controleren, klikt u in Windows 7 of Vista op het pictogram van het Netwerkcentrum, naast de klok. Kies vervolgens voor Netwerkcentrum openen, waarna er bovenin een schematische weergave verschijnt van de verbinding tussen uw pc en de router en tussen de router en internet. Werkt een van deze twee verbindingen niet correct, dan zet Windows daar een dik rood kruis doorheen. Staat er een rood kruis door de verbinding tussen uw pc en de router, dan is er iets niet goed met de netwerkverbinding van uw pc. Het probleem kan in de kabel zitten, in de IP-configuratie of in de router.

©PXimport

Het netwerkcentrum (in Windows 7 en Windows Vista) geeft snel een indruk van de locatie waar de storing zit.

2. Netwerkkaart ingeschakeld?

De netwerkadapter is het onderdeel van uw pc dat de verbinding met het netwerk verzorgt. Voorheen werden deze apparaatjes gewoon netwerkkaarten genoemd, omdat ze net als een videokaart in de pc moesten worden geplaatst. De meeste pc's hadden er geen, zodat ze los moesten worden aangeschaft. Inmiddels is dit veranderd, op ieder moederbord is tegenwoordig een netwerkkaart ingebakken, sterker: de meeste computers hebben er meer meer dan één. Twee netwerkkaarten is al heel standaard, en twee kaarten plus de ingebouwde mogelijkheid tot een draadloze netwerkverbinding komt ook voor. In dat laatste geval zijn er dus eigenlijk drie netwerkadapters aanwezig. Een vervelende eigenschap van zo'n adapter is dat hij stuk kan gaan. Wanneer één apparaat geen verbinding meer met het netwerk heeft terwijl de overige netwerkapparaten gewoon werken, is het handig om eerst de netwerk­adapter te controleren. Open het Netwerkcentrum en klik op Adapter instellingen wijzigen. U ziet vervolgens een weergave van alle netwerkverbindingen. Een of twee ervan hebben vermoedelijk 'LAN-verbinding' als naam en daarvan moet er minstens één zijn ingeschakeld. Staat in de tekst onder deze verbinding het woord Uitgeschakeld, dan betekent dit dat de netwerkpoort door Windows is uitgeschakeld. Klik met de rechtermuisknop op de LAN-verbinding en kies Inschakelen.

©PXimport

Alle netwerkverbindingen worden netjes weergegeven in het Netwerkcentrum.

3. Controleer de IP-configuratie

Het TCP/IP-protocol vormt de basis van alle netwerkcommunicatie. Een kenmerk ervan is dat alle hardware een uniek IP-adres krijgt toegewezen, zo ook uw computer. Als de netwerkverbinding niet functioneert, kan het probleem dus in de IP-configuratie zitten. Klik op Start, tik in het zoekvak of via Uitvoeren het commando cmd in en druk op Enter, waarna een command-prompt wordt geopend. Typ ipconfig en druk op Enter. U ziet nu de IP-configuratie van de pc. Deze omvat het IPv4-adres, het subnet en de standaardgateway. Wordt deze informatie niet getoond? Dan is de IP-configuratie niet juist ingesteld of er is een probleem met DHCP, bijvoorbeeld omdat de pc de DHCP-server niet kan bereiken. De DHCP-server bestaat in de meeste thuisnetwerken uit de router. Controleer eerst de instellingen van de IP-configuratie. Open het Netwerkcentrum en klik in de linkerkantlijn op Adapter instellingen wijzigen. U ziet hier één of meer netwerkadapters. Controleer of er een vinkje staat bij Internet Protocol versie 4 (TCP/IP). Is dat niet het geval? Schakel dan dit protocol in en bevestig met op OK. Staat er wel een vinkje, klik dan met de rechtermuisknop op de adapter en kies Eigenschappen. Klik op Internet Protocol versie 4 (TCP/IP) en op Eigenschappen. Controleer of hier de optie Automatisch een IP-adres laten toewijzen is geselecteerd. Bij het gebruik van DHCP is dat een noodzakelijke voorwaarde. U kunt bij de DHS-server kiezen voor Automatisch een DNS-server adres laten toewijzen. Klik op OK / Sluiten en ga, zodra Eigenschappen is gesloten, weer naar de Commando-prompt. Voer hier het commando ipconfig /release, daarna ipconfig /renew en tot slot ipconfig in, zodat u ziet of er alsnog een IP-adres is toegewezen.

©PXimport

Controleer de instellingen van de IP-configuratie van de netwerkkaart.

4. Router aan?

Netwerkstoringen kunnen uiteenlopende oorzaken hebben en in veel gevallen is het aardig lastig om het probleem te achterhalen. Soms zit er echter een heel eenvoudige oorzaak achter, bijvoorbeeld als de router in de meterkast staat en hij per ongeluk door een huisgenoot is uitgeschakeld of automatisch in slaap is gebracht door een dipje in de stroomvoorziening. Bij problemen met de netwerkverbinding, kunt u dus, nog voordat u de kabels gaat controleren, eerst eens controleren of de switch of router waar de pc op is aangesloten, wel is ingeschakeld. U zult niet de eerste zijn die merkt dat een nietsvermoedende huisgenoot hem heeft uitgeschakeld.

5. Kabel controleren

Hebt u na het lezen van onze vorige tips nog altijd geen verbinding en mogelijk ook nog geen IP-adres, controleer dan de bekabeling. Een oud netwerkgezegde stelt dat bij het achterhalen van een storing 'altijd met laag 1 moet worden begonnen', en met die laag wordt de bekabeling bedoeld. Het is niet raadzaam om direct aan de bekabeling te gaan trekken. Anders dan de configuratie van uw pc en router is een kabel een fysiek onderdeel dat echt kapot kan worden gemaakt. Bovendien is de kwaliteit van computerkabels tegenwoordig dusdanig dat ze niet snel uit zichzelf defect zullen raken. Kijk of de statuslampjes op uw pc (doorgaans zitten die op de achterzijde, waar uw netwerkkabel is aangesloten) licht geven en knipperen. Doorgaans is een van de lampjes bij de netwerkpoort groen. Dit exemplaar geeft aan of er een verbinding is (dan brandt het lampje) en of er netwerkverkeer is (in dat geval knippert het). Brandt het lampje niet, maak dan de kabel los aan de zijde van de computer. Controleer of het lipje aan de stekker nog deugdelijk vastzit, want dit onderdeeltje zorgt ervoor dat de netwerkstekker goed in de netwerkpoort blijft zitten. Plaats de kabel terug, let erop dat de stekker goed is vastgeklikt en controleer of het lampje nu wel gaat branden.

©PXimport

Het lipje aan de stekker van uw netwerkkabel zorgt ervoor dat de kabel goed in de netwerkpoort van uw pc zit en dat er een goede fysieke verbinding is.

6. Bypass aanleggen

U hebt de kabel gecontroleerd en weer in de netwerkpoort teruggestoken, maar nog steeds geen verbinding? Probeer dan wat er gebeurt met een nieuwe kabel. Vervang niet meteen de oude, zeker niet wanneer u die mooi hebt weggewerkt in de muur of onder de computertafel. Leg eerst een bypass aan over de grond, rechtstreeks van uw pc naar de switch of de router waarop de pc is aangesloten. Sluit vervolgens de nieuwe kabel aan op de pc en de switch of router en controleer of de verbinding nu wel werkt. Zo ja, dan is de oude kabel inderdaad aan vervanging toe. Onzeker of de verbinding nu wel werkt? Een goede manier om het te controleren is door terug te gaan naar de commando-prompt (zie tip 3), opnieuw de commando's ipconfig /release en ipconfig /renew in te voeren, en daarna via ipconfig te controleren of er een goede IP-configuratie ontstaat.

©PXimport

Het is altijd handig om een aparte netwerkkabel achter de hand te hebben voor noodsituaties en om een test uit te voeren. Het liefst is deze reservekabel zo lang dat hij door het hele huis kan worden gelegd.

7. Andere poort

Als de verbinding ook met een andere kabel niet werkt, kunt u de kabel eens op een andere netwerkpoort op de pc aansluiten (als die er uiteraard is) of op een andere poort op de switch of router. Komt er nu wel een verbinding tot stand, dan is de vorige netwerkpoort verkeerd geconfigureerd of defect. Op het plaatje dat bij deze tip hoort, ziet u een aparte switch, maar vaak is dit onderdeel ingebouwd in de router. Die heeft dan een WAN-poort waar de internetverbinding naar ADSL of een kabelmodem in zit of die op andere manier is verbonden met internet. Er zijn dan meerdere LAN-poorten waar u uw pc aan kunt koppelen als test. Laat de WAN-poort daarbij echter ongemoeid.

©PXimport

Switches zijn altijd uitgerust met meerdere poorten. Krijgt u ook met de nieuwe kabel geen verbinding, probeer dan eens een andere poort.

8. Draadloos?

Steeds meer computers gebruiken een draadloze in plaats van een bekabelde verbinding. Als dat bij u ook het geval is, maakt dat sommige van de voorgaande tips onbruikbaar, maar de tips 1, 2, 3 en 4 kunt u ook bij een draadloze verbinding uitvoeren. Het enige verschil is dat u bij tip 2 niet naar de LAN-verbinding moet kijken, maar naar de Draadloze netwerkverbinding.

©PXimport

Deze pc heeft de mogelijkheid om zowel een draadloze verbinding als een verbinding via een kabel te maken. Van de laatste wordt in dit geval geen gebruik gemaakt.

9. MAC-filter

Bij problemen is het goed om te weten hoe een draadloze internetverbinding tot stand komt. Ten eerste moet uw computer worden toegelaten tot het netwerk, op basis van het zogeheten MAC-adres van uw draadloze netwerkkaart. Bijna ieder apparaat dat geschikt is voor een verbinding met een draadloos netwerk ondersteunt MAC-filtering en vaak wordt deze technologie gebruikt om de toegang tot een netwerk te beperken tot de eigen computers. Open de Commando-prompt (Start, tik in het Uitvoeren- of zoekvak het commando cmd en druk op Enter) en voer achter de prompt het commando ipconfig /all in. Vervolgens ziet u, naast de informatie die we eerder bespraken, ook het zogenaamde fysieke adres. Dat wordt gevormd door een combinatie van zes maal twee letters en cijfers, met een streepje ertussen. Dit is het MAC-adres van uw netwerkkaart of, in het geval van een draadloze verbinding, het MAC-adres van de draadloze netwerkkaart. Windows laat dat adres gelukkig ook zien wanneer er geen verbinding is. Noteer het fysieke adres op een vel papier en log vanaf een andere computer in op de router of het apparaat dat het draadloze netwerk verzorgt. Zoek vervolgens naar een term als Draadloos, Beveiliging of gewoon MAC-filtering. Controleer nu of MAC-filtering is ingeschakeld en of het door u gevonden fysieke adres is opgenomen in de lijst met bekende MAC-adressen.

©PXimport

Controleer of het MAC-adres van de draadloze netwerkkaart is opgenomen in de MAC-filteringlijst van de router of het draadloos accesspoint.

10. Blokkerend MAC-filter

Als u problemen hebt, is het ook van belang om te controleren of het MAC-filter correct werkt. Als er een lijst met bekende MAC-adressen op de router staat waarin ook het adres van uw pc is opgenomen, wil dat nog niet zeggen dat alles correct is geconfigureerd. Alle computers die op de lijst met MAC-adressen voorkomen, kunnen worden toegestaan of juist worden geweigerd om een verbinding met het draadloze netwerk te maken. Als uw computer wordt geweigerd, vormt dat uiteraard een enorme blokkade om op het draadloze netwerk te kunnen komen. Kijk dus in de router of het draadloos accesspoint of de MAC-filtering ertoe leidt dat de opgenomen adressen worden toegelaten of juist worden geweigerd. Als het MAC-adres van uw pc in de lijst staat, is de enige correcte instelling dat de in de lijst vermelde MAC-adressen wordt toegestaan om verbinding te maken met het WLAN.

©PXimport

Als de MAC-filtering is ingeschakeld en uw pc staat in de lijst met MAC-adressen, dan moet aan alle MAC-adressen in de lijst een verbinding met het draadloze netwerk worden toegestaan.

11. Encryptiesleutel

Alle gegevens op een draadloos netwerk zouden moeten worden versleuteld, zodat een pc die gebruikmaakt van dat netwerk de encryptiesleutel moet hebben om gegevens via dat netwerk te kunnen verzenden of ontvangen. Bent u ingelogd op de router, dan kunt u het wachtwoord, de wachtzin of de sleutel vaak gewoon zien. Let ook op de beveiligingsmodus - veelal WPA of WPA2 - en het gekozen type versleuteling, meestal is dat TKIP of AES. Om te controleren of het wachtwoord op uw pc overeenkomt met wat is ingesteld op de router, logt u eerst in op de router (of het draadloos accesspunt) en zorgt u dat u daar het wachtwoord in beeld hebt. Op uw pc klikt u daarna op het teken van het draadloos netwerk, en vervolgens met de rechtermuisknop op het draadloze netwerk dat in de lijst met gevonden netwerken moet staan. Kies nu Eigenschappen. Op het tabblad Beveiliging ziet u bovenaan het beveiligingstype, daaronder de gekozen versleuteling en daar weer onder de puntjes die het wachtwoord verhullen. Om te zien of ook het wachtwoord correct is ingesteld, zet u een vinkje bij Tekens weergeven. Vervolgens kunt u de encryptiesleutel lezen en controleren of hij overeenkomt met die op uw router of draadloos accesspunt. Wanneer één sleutel niet correct is, is het handigst om hem op de pc aan te passen en niet op de router. Op die manier hebben andere gebruikers van hetzelfde draadloze netwerk geen hinder van de wijziging.

©PXimport

Het beveiligingstype, het versleutelingstype en de netwerkbeveiligingssleutel die op de router staan, moeten overeenkomen met die op uw pc.

12. Beveiliging uitschakelen

Lukt het nog altijd niet om de draadloze verbinding werkend te krijgen, dan is het verstandig om het eens zonder beveiliging en versleuteling te proberen. Log in op uw router en schakel de beveiligingsmodus of encryptie uit, net als het MAC-filter. Laat de router indien nodig rebooten, ga op uw pc naar de netwerkverbinding en laat opnieuw naar draadloze netwerken zoeken. Selecteer uw netwerk en controleer of er nu wel een verbinding tot stand komt. Als uw verbinding nu wel werkt, moet u de MAC-filtering en de encryptie opnieuw configureren. Doe dat wel één voor één: configureer eerst de MAC-filtering en controleer daarna meteen of er nog steeds een verbinding tot stand komt. Pas als dat inderdaad het geval is, activeert u ook de encryptie weer. Op deze manier controleert u waar het probleem zit.

13. Router controleren

Heeft uw computer eindelijk weer een werkende verbinding, dan is goed om te testen 'hoe ver' de communicatie reikt. Loopt hij tot aan uw router, of kunt u ook op internet komen? Om te controleren of de router bereikbaar is, opent u de command-prompt (via Start / Uitvoeren, tik cmd en druk op Enter). Vraag via ipconfig de IP-configuratie op en let op het adres van de standaardgateway, dat is namelijk het adres van de router. Een router heeft altijd meerdere IP-adressen, één in elk netwerk dat met het apparaat is verbonden. In een normaal thuisnetwerk, waar de router de scheiding vormt tussen het thuisnetwerk en internet, heeft een router twee adressen: één aan de kant van het thuisnetwerk en een voor de internetverbinding. Om te zien of de verbinding van de pc tot aan de router komt, typt u achter de DOS-prompt het commando ping, gevolgd door een spatie en het IP-adres van de standaardgateway. Druk vervolgens op Enter. Krijgt u nu 'antwoord', dan is de router bereikbaar en kunt u er vanuit gaan dat het thuisnetwerk in orde is. Kunt u de router niet bereiken, dan weet u dat het eerste probleem al tussen uw pc en de router zit, of zelfs in uw pc of router.

©PXimport

Als de router het ping-commando beantwoordt, hebt u in ieder geval een werkende verbinding van uw pc tot aan de router.

14. Internetconnectiviteit

Kunt u de router 'pingen', controleer dan of u ook 'door de router heen' op internet kunt komen. Dat doet u op dezelfde manier als die in de vorige tip werd uitgelegd, alleen moet u nu een adres op internet pingen. Bijvoorbeeld Google op 74.125.77.147 of de Telegraaf op 217.196.32.64.

©PXimport

Als een internetadres via ping kan worden bereikt, werkt het op internet surfen met de browser in de meeste gevallen ook wel.

15. Browsen lukt niet

Werkt de internetverbinding wel, maar lukt het browsen niet, dan is het DNS daar vaak de oorzaak van. DNS staat voor Domain Name System, en het maakt de koppeling tussen url-namen als www.computertotaal.nl en www.microsoft.com en de bijbehorende IP-adressen. Als u in een browser een webpaginanaam intypt en op Enter drukt, wordt het verzoek om de informatie die op de betreffende pagina staat naar het IP-adres ervan gestuurd. Een DNS-server zorgt daarbij voor de omzetting van een domeinnaam naar een IP-adres. Er zijn hele grote DNS-servers die werkelijk alle IP-adressen en domeinnamen herkennen. Daarnaast heeft iedere provider zijn eigen DNS-server, die doorgaans iets minder namen en IP-adressen kent, maar die wel weet waar razendsnel de ontbrekende informatie is te vinden. Voor het browsen op internet is het DNS dus van levensbelang. Open de command-prompt (klik op Start, tik in het zoekvak of via Uitvoeren het commando cmd in en druk op Enter) en voer er het commando ipconfig /all in. Tussen de informatie die u vervolgens ziet, staan als het goed is ook de DNS-servers vermeld. Controleer of minimaal één DNS-server op uw computer is geconfigureerd.

©PXimport

Heb u een probleem met het browsen op internet? Controleer de DNS-serverinstellingen.

16. Incorrecte DNS-vermelding

Als er geen DNS-server in de IP-configuratie wordt genoemd, opent u het Netwerkcentrum (zie tip 1) en klikt u in de linker kantlijn op Adapter instellingen wijzigen. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de actieve netwerkverbinding, kies Eigenschappen en selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IP). Klik dan op Eigenschappen en controleer of hier de optie Automatisch een DNS-serveradres laten toewijzen is geselecteerd. Is deze optie ingeschakeld, dan verwacht de pc dat de DNS-servergegevens vanaf de DHCP-server worden meegestuurd. Log in dat geval in op de router - althans: als dit ook de DHCP-server is - en ga naar de instellingen voor de IP-adressering en DHCP. Kijk na of hier DNS-servers zijn geconfigureerd. Is dit niet het geval, dan moet u ze toevoegen. Dat kan lastig zijn omdat het om gegevens gaat die van uw internetprovider moeten komen. Bel eventueel de suppportlijn of controleer vanaf een andere pc of via een andere internetverbinding de gegevens op de site van uw provider.

©PXimport

Als u DHCP gebruikt voor de IP-adresuitgifte, moeten ook de DNS-servers goed worden geconfigureerd.

17. DNS controleren

U kunt gelukkig ook vanaf uw eigen pc controleren of een DNS-server wel correct functioneert. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer u wel over een internetverbinding beschikt, maar problemen ondervindt met het browsen. Open een commando-prompt (zie onder andere tip 3), typ het commando ipconfig /all en druk op Enter. Open vervolgens een tweede commando-prompt en typ het commando nslookup, ook hier gevolgd door een druk op Enter. Typ nu server, zet er een spatie achter en dan het IP-adres van de DNS-server die u wilt testen. Typ nu achter de prompt een domeinnaam om de werking te testen, bijvoorbeeld www.google.com of www.computertotaal.nl, en druk op Enter. Wanneer de DNS-server zijn werk naar behoren doet, krijgt u als reactie één of meerdere adressen die bij de ingetypte domeinnaam horen. Doet de DNS-server zijn werk niet goed, dan krijgt u geen enkele respons. Mogelijk is de DNS-server vervangen of ondervindt hij een storing. Sluit de communicatie met de DNS-server af via exit, gevolgd door een druk op Enter.

©PXimport

U kunt zelf testen of een DNS-server zijn werk goed doet.

18. Diagnose en Herstel

Bij problemen met de netwerkverbinding onder Windows 7 kunt u ook de functie Diagnose en Herstel gebruiken. Deze voert een aantal tests uit om te achterhalen waar de oorzaak van een netwerkprobleem zit. Klik met de rechtermuisknop op het netwerkpictogram naast de klok in de taakbalk van Windows en kies Problemen oplossen. Er start een aantal tests en uiteindelijk krijgt u meldingen te zien over eventuele fouten die Diagnose en Herstel heeft ontdekt. Via Deze reparatie uitvoeren kunt u bovendien een wijziging in de configuratie laten aanbrengen, die het probleem hopelijk verhelpt. Een nadeel van deze laatste optie is dat niet altijd helder is wat er precies aan uw computer wordt veranderd. Ook weet Diagnose en Herstel lang niet alle problemen correct te analyseren.

©PXimport

Windows kan zelf netwerkproblemen onderzoeken en ze in bepaalde gevallen herstellen.

19. Problemen met printen

Steeds meer printers zijn aangesloten op het netwerk en worden ook via het netwerk aangestuurd om afdrukken te maken. Printers moeten veelal via een schermpje op het apparaat zelf worden geconfigureerd, met een ouderwets menu dat via de knoppen bij dat scherm wordt bediend. Handig is anders, maar het werkt meestal prima. Veel printers bieden via hetzelfde schermpje bovendien de mogelijkheid om een configuratierapport of netwerkoverzicht te printen. Dat geeft een totaaloverzicht van de instellingen in de TCP/IP-configuratie van de printer en het is vaak een belangrijke informatiebron bij het oplossen van netwerkproblemen. Bij printerproblemen doet u er dus goed aan om eerst een configuratierapport af te drukken en de informatie die daarop staat te vergelijken met de gegevens over het netwerk.

©PXimport

Het statusrapport van een printer geeft een goed inzicht in de configuratie en kan helpen om fouten op te sporen.

20. Webinterface

Veel gebruikers weten niet dat sommige apparaten in het netwerk een webinterface hebben. Op de betreffende apparaten is dus een kleine webserver actief, waarop u met de browser kunt inloggen om informatie te zien over de hardware, de configuratie, foutmeldingen en logging. Voorbeelden van apparaten die vaak een webinterface hebben, zijn NAS'en, switches en printers. Om te testen of uw hardware van zo'n interface is voorzien, typt u http:// in de adresbalk van de browser van uw computer, direct gevolgd door het IP-adres van het betreffende netwerkapparaat. Druk daarna op Enter en zie of er een webpagina wordt geopend. Het zal u wellicht verbazen hoeveel van de apparaten in uw netwerk een webinterface hebben, soms zelfs met de mogelijkheid om de configuratie ervan aan te passen.

©PXimport

Meer apparaten dan u wellicht weet, hebben een eigen webinterface voor het tonen van configuratiegegevens en logging. Soms bieden ze ook de mogelijkheid om de configuratie te wijzigen.

21. DHCP en netwerkapparaten

Hoewel het verleidelijk is om netwerkapparaten via DHCP een IP-adres en meteen ook aanvullende configuratiegegevens mee te geven, is dit niet aan te raden. Het gebruik van DHCP kan er namelijk voor zorgen dat een netwerkapparaat iedere dag een ander IP-adres krijgt, en dat is erg onhandig. De printerdriver van een netwerkprinter zal dat apparaat bijvoorbeeld iedere dag op hetzelfde IP-adres verwachten, en werkt simpelweg niet als het adres ineens is veranderd. Maar daarom voor de toekenning van IP-adressen aan netwerkapparaten geen gebruik van DHCP. Geef ze gewoon een eigen adres, configureer een juist subnetmasker en mogelijk een standaardgateway en noteer alle adressen in een schrift of in een Excel- of ander spreadsheetdocument.

©PXimport

Het is niet handig om DHCP in te zetten om netwerkapparaten van een IP-adres te voorzien. U kunt ze beter een vast IP-adres geven.

22. Problematische firewall

Behalve een onjuiste configuratie van standaardinstellingen, kan ook misconfiguratie van de firewall tot grote problemen leiden. Wanneer de firewall op uw pc zó is geconfigureerd dat alle binnenkomende gegevens standaard worden geweigerd, ook de gegevens die op uw verzoek zijn verstuurd, lijkt het al snel of uw netwerkapparaten niet meer functioneren, terwijl het alleen de firewall is die dwarsligt. Controleer daarom de firewall via Start / Configuratie / Windows Firewall. Twijfelt u aan de goede werking van dit beveiligingsonderdeel, schakel het dan tijdelijk uit door in de linkerkantlijn op Windows Firewall in- of uitschakelen te klikken, en dan twee keer achter elkaar te kiezen voor Windows Firewall uitschakelen. Hebt u niet de Windows-variant maar een andere firewall geïnstalleerd, zoek dan binnen de instellingen daarvan naar de knop waarmee hij tijdelijk kan worden uitgeschakeld. Controleer daarna of de gezochte netwerkfunctie nu wel correct werkt. Zodra u hier duidelijkheid over hebt, schakel u de firewall weer in.

©PXimport

Bij problemen kunt u tijdelijk de firewall uitschakelen, om zo te controleren of dit onderdeel uw netwerkverkeer volledig blokkeert.

23. Firewall resetten

Werkt uw netwerk ineens wel goed als u de firewall hebt uitgeschakeld, dan is er een fout in de configuratie van dit onderdeel geslopen. Om de configuratie te herstellen kiest u - als u gebruikmaakt van de Windows-firewall - voor Start / Configuratiescherm / Windows Firewall. Klik in de linkerkantlijn op Standaardwaarden herstellen / Standaardinstellingen. Bevestig dat u de firewall wilt herstellen en dat u ermee bekend bent dat bepaalde software mogelijk niet meer zal werken. Om de betreffende programma's weer aan de praat te krijgen, zult u ze na afloop van de herstelprocedure weer moeten toevoegen aan de firewall-lijst met toepassingen die niet mogen worden geblokkeerd.

©PXimport

Herstel de standaardwaarden van de firewall, wanneer deze voor problemen zorgt.

▼ Volgende artikel
Op zoek naar een nieuwe desktop-pc? Neem deze opties mee in je overweging
© Akstem - stock.adobe.com
Huis

Op zoek naar een nieuwe desktop-pc? Neem deze opties mee in je overweging

In oktober stopt de ondersteuning voor Windows 10, en niet alle computers zijn geschikt voor Windows 11. Dit is een goed moment om over een nieuwe pc na te denken. Begin meteen met een frisse start! Waar let je op bij het aanschaffen van een nieuwe computer? Zelfs in een wereld vol laptops, tablets en smartphones is er nog volop keus.

In dit artikel geven we tips mee waar je rekening mee kunt houden als je een nieuwe desktop-pc wilt gaan kopen:

  • De grootte van de behuizing
  • Rekenkracht
  • Videochip (gpu)
  • Werkgeheugen
  • Opslagcapaciteit
  • Beeldaansluitingen
  • Netwerktoegang

Je hele werkplek vernieuwen? Kijk dan ook naar een nieuwe monitor: 5 betaalbare pc-monitors van 32 inch of groter

Tip 1 Besturingssysteem

Veel mensen zijn al jarenlang vertrouwd met Windows en zullen daarom niet snel overstappen op een ander systeem. Daar is niets mis mee, want Microsoft ontwikkelt al decennialang gebruiksvriendelijke besturingssystemen. Op dit moment zijn er veel pc’s te koop met een voorgeïnstalleerde versie van Windows 11. Zodra je de computer aanzet, kun je binnen enkele seconden inloggen met een (Microsoft-)account en meteen aan de slag.

Soms tref je op een nieuwe computer nog een oudere versie van Windows 11 aan, maar via Windows Update krijg je altijd de nieuwste versie, momenteel is dat 24H2. Uiteraard kun je ook voor een ander besturingssysteem kiezen. MacOS is bijvoorbeeld gebruiksvriendelijk en ziet er fraai uit, al heb je daar uiteraard wel een Mac voor nodig die meestal een flink prijskaartje heeft.

Tot slot kun je ook een pc zonder voorgeïnstalleerd besturingssysteem kopen, wat nuttig is als je Linux Mint, Ubuntu of een andere gratis Linux-distributie wilt proberen.

Via Windows Update krijg je altijd de nieuwste versie van Windows 11 aangeboden.

Tip 2 Grootte behuizing

In tegenstelling tot twintig jaar geleden zijn pc’s nu verkrijgbaar in verschillende formaten. De traditionele desktop, met een rechtopstaande systeemkast (tower), is echter nog altijd vertrouwd. Deze behuizing heeft twee belangrijke voordelen. Ten eerste is er veel ruimte om pc-componenten te vervangen en nieuwe onderdelen toe te voegen, bijvoorbeeld een videokaart of extra opslag. Daarnaast zorgt de grotere behuizing voor een betere luchtcirculatie, waardoor de kans op oververhitting van essentiële componenten afneemt.

Tegenwoordig doen de prestaties van een goede mini-pc niet meer onder voor die van een klassiek torenmodel. Deze systemen zijn vaak stiller, doordat energiezuinige onderdelen minder intensieve koeling vereisen. Sommige modellen zijn bovendien opvallend compact. Zo ontwikkelt de bekende fabrikant MSI met de Cubi-lijn bijvoorbeeld vierkante behuizingen van slechts 12,4 bij 12,4 centimeter. Je kunt zo’n mini-pc volledig uit het zicht plaatsen door de behuizing achterop een pc-monitor te bevestigen, wat werkt via de universele VESA-standaard.

Let bij de aanschaf van een mini-pc op dat sommige modellen, bijvoorbeeld van ASUS en Gigabyte, niet alle componenten bevatten. Dit noemen ze een barebone en dan installeer je zelf nog werkgeheugen en een opslagdrager.

De MSI Cubi 5 is zeer compact, terwijl deze mini-pc evengoed snel kan rekenen.

All-in-one-pc

Heb je een computer én een scherm nodig? Dan is de aanschaf van een all-in-one-pc een interessante optie. Hierbij zijn alle pc-componenten in de schermbehuizing verwerkt, wat ruimte bespaart op of onder je bureau. Bekende merken als Apple, HP, Acer en Lenovo bieden diverse modellen aan. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een schermformaat van 24, 27, 31,5 of zelfs 34 inch. Sommige modellen hebben een touchscreen. Een toetsenbord en muis worden doorgaans meegeleverd, zodat je direct aan de slag kunt. Als je graag op verschillende plekken werkt, kun je natuurlijk ook kiezen voor een laptop.

HP ontwikkelt in zijn OmniStudio-lijn stijlvolle all-in-one-pc’s, waarbij het schermformaat kan oplopen tot 31,5 inch.

Tip 3 Rekenkracht

De processor in een pc heeft grote invloed op de uiteindelijke prijs. Hoe sneller hij rekent, hoe meer je met het systeem kunt doen. De beste processor hangt vooral af van de taken die je ermee wilt uitvoeren.

Er zijn twee fabrikanten die op grote schaal desktopprocessors maken: AMD en Intel. Gebruik je de computer voornamelijk voor basistaken, zoals internetten, e-mailen, bankieren, webwinkelen en eenvoudige spelletjes? Dan zijn er betaalbare desktops verkrijgbaar met een AMD Ryzen 3/5- of Intel Core (i)3/(i)5-processor. Gebruik je zware programma’s, zoals beeldbewerkingssoftware en 3D-games, dan is een snelle processor een must. In dat geval is een AMD Ryzen 7/9- of Intel Core (i)7/(i)9-processor een goede optie; hierdoor ondervind je nauwelijks wachttijden. Bij de nieuwste generatie Intel-processors is de ‘i’ overigens uit de productnamen verdwenen.

Elke processor heeft een of meerdere rekenkernen, ook wel cores genoemd, die functioneren op een bepaalde kloksnelheid. Hoe hoger het aantal gigahertz (GHz), hoe sneller de core rekent. Veel moderne processors bevatten meerdere kernen met een variabele kloksnelheid. Naast diverse reguliere cores hebben deze processors vaak twee of vier supersnelle rekenkernen.

Kijk op de productpagina van de beoogde processor om te zien hoe snel dit onderdeel kan rekenen.

Tip 4 Videochip

Elke moderne processor bevat een geïntegreerde videochip (gpu). Deze verwerkt de berekeningen tot een videosignaal, waardoor er beeld op de monitor verschijnt. De kwaliteit van hedendaagse geïntegreerde videochips is doorgaans uitstekend. Je kunt er probleemloos YouTube- en Netflix-video’s mee bekijken en bovendien foto’s bewerken of eenvoudige spelletjes spelen.

Speel je weleens games op hoge resolutie, monteer je films en/of werk je aan 3D-ontwerpen? Dan is een computer met een aparte videokaart doorgaans beter geschikt voor deze complexe grafische taken. Met een gespecialiseerde grafische kaart van AMD of Nvidia verschijnen de beelden vloeiend op de monitor. Om die reden hebben de meeste game-pc’s standaard al een geschikte videokaart. Bedenk wel dat je voor systemen met extra grafische rekenkracht een hogere prijs betaalt. Verder kunnen de prijsverschillen tussen losse videokaarten aanzienlijk zijn. De duurste producten zijn geschikt om videospellen op een resolutie van 3840 × 2160 pixels of hoger te spelen.

Een geavanceerde videokaart is bijvoorbeeld nuttig voor 3D-games en veeleisende ontwerpsoftware.

Tip 5 Beeldaansluitingen

Elke computer heeft een of meer beeldaansluitingen. Controleer vooraf hoe je jouw pc-monitor wilt aansluiten. Vooral bij goedkopere pc’s bezuinigen fabrikanten regelmatig op het aantal uitgangen. Als er een HDMI-uitgang aanwezig is, zit je meestal goed. Vrijwel alle pc-schermen hebben zo’n aansluiting, die je herkent aan twee ‘afgesneden’ hoekjes. Verder zijn veel pc’s en monitors voorzien van een DisplayPort-aansluiting, met slechts één afgesneden hoekje.

Met usb-c is er een extra mogelijkheid om beeld in hoge kwaliteit naar een scherm te sturen. Controleer in de pc-specificaties via welk videoprotocol dat gebeurt, bijvoorbeeld DisplayPort of thunderbolt. De usb-c-poort van de monitor moet dan hetzelfde protocol ondersteunen. Bedenk wel dat niet elke usb-c-aansluiting van de pc automatisch een beeldsignaal kan verwerken: dat hangt af van de toegewezen protocollen.

Als er meerdere beeldaansluitingen op de achterkant van je pc zitten, kun je twee (of meer) schermen aansluiten. Dat is vooral handig als je vaak tegelijkertijd in meerdere programmavensters werkt. Zo kun je bijvoorbeeld op het ene scherm tekst typen en op het andere scherm tegelijk webpagina’s open hebben. Heeft je pc een aparte videokaart, dan heeft het moederbord waarschijnlijk ook beeldaansluitingen. Gebruik in dat geval de aansluitingen op de videokaart.

Deze Medion-pc heeft bovenaan de achterkant een HDMI- en DisplayPort-aansluiting.

Tip 6 Werkgeheugen

De processor gebruikt het werkgeheugen om tijdelijk gegevens op te slaan, zoals data van actieve programma’s. Hierdoor is die informatie snel beschikbaar en kun je vlot programma’s oproepen die al geopend waren. In tegenstelling tot een ssd of harde schijf is het werkgeheugen ongeschikt voor permanente opslag. Zodra je de computer uitschakelt, wordt de inhoud gewist. Dit werkgeheugen wordt ook wel intern geheugen of RAM (Random Access Memory) genoemd.

Hoe meer werkgeheugen een computer heeft, hoe sneller hij data kan verwerken. De goedkoopste computers hebben 4 GB RAM, wat volstaat voor lichte taken zoals internetten en webwinkelen. Sommige apps, bijvoorbeeld foto- en videobewerkingssoftware, slaan veel data in het werkgeheugen op. In dat geval is 8 of 16 GB werkgeheugen een betere keuze. Een hogere capaciteit is ook handig wanneer je regelmatig meerdere apps tegelijk gebruikt. Voor de meest veeleisende gebruikers bestaan er pc’s met 24, 32, 48 of zelfs 64 GB RAM. De meeste computers bieden bovendien de mogelijkheid om later een grotere of extra geheugenmodule toe te voegen. Controleer hiervoor de specificaties van de pc.

©Alejandro Bernal Rodriguez

Zorg ervoor dat je op een later moment een extra geheugenmodule kunt bijplaatsen.

Tweedehands pc

Wie weinig geld aan een pc wil uitgeven, kan overwegen een tweedehands exemplaar te kopen, want die zijn volop beschikbaar. Vaak vind je voor een bedrag tussen ongeveer 100 en 250 euro al een behoorlijke desktop. Op Marktplaats staan er duizenden, maar houd er rekening mee dat zo’n koopje altijd een zeker risico met zich meebrengt. Laat je eventueel adviseren door een bevriende pc-kenner en test de computer vooraf grondig.

Wil je minder risico lopen, dan is de aanschaf van een gereviseerde pc een goede keuze. Dergelijke computers worden door veel (web)winkels aangeboden onder de noemer ‘refurbished’. Een specialist controleert de hardware grondig en maakt de systeemkast schoon. Eventuele defecte onderdelen worden vervangen, waarna de computer klaar is voor een tweede leven. Bovendien geven betrouwbare verkooppunten garantie op hun tweedehands producten.

Richt een (extra) werkplek in tegen lage kosten met een tweedehands pc.

Tip 7 Opslagcapaciteit

Vanzelfsprekend beschikt elke pc over een interne opslagdrager, tegenwoordig vrijwel altijd een ssd. In tegenstelling tot een traditionele harde schijf heeft dit opslagtype geen bewegende onderdelen, wat de kans op een lange levensduur vergroot. Bovendien is een ssd een stuk sneller dan een conventionele harde schijf. De opslagcapaciteit varieert doorgaans van 128 GB tot 2 TB.

Uitgebreide desktops hebben naast een ssd ook een tweede opslagdrager. Dat is handig voor wie een grote muziek-, foto- of videocollectie op de computer wil bewaren. Met name HP levert diverse desktops met een ingebouwde secundaire harde schijf. In de meeste torenmodellen kun je bovendien eenvoudig zelf een interne schijf plaatsen, bijvoorbeeld van 4, 6 of 8 TB. Het toevoegen van een tweede ssd is ook mogelijk, maar dit opslagtype is duurder.

Overweeg je de aanschaf van een mini-pc? Houd er dan rekening mee dat de uitbreidingsmogelijkheden meestal beperkt zijn. Vaak kun je wel een ssd-insteekkaart (voor M.2-ssd’s) toevoegen. Verdiep je vooraf in de mogelijkheden.

©Ruslan Lytvyn

De opslag in een moderne pc is doorgaans een NVMe-M.2-ssd.

Tip 8 Netwerktoegang

Wanneer je een computer met een bekabeld netwerk wilt verbinden, kun je vrijwel altijd een fysieke netwerkpoort aan de achterzijde gebruiken. Voor bepaalde toepassingen is een hoge netwerksnelheid belangrijk, zoals het streamen van video’s, het spelen van netwerkgames en het downloaden van mediabestanden. Dat is doorgaans geen probleem, omdat de meeste aansluitingen snelheden tot maximaal 1000 Mbit/s ondersteunen. Dit wordt ook wel een gigabitaansluiting genoemd. Er bestaan bovendien pc’s met een ethernetpoort van 2,5 Gbit/s of sneller, ook wel multi-gigabit genoemd. Deze systemen zijn vooral gericht op de zakelijke markt; thuis is een multi-gigabitnetwerk meestal nog niet beschikbaar.

Heb je geen vaste internetaansluiting in de buurt, dan kun je de computer eenvoudig via wifi verbinden. De meeste desktops hebben standaard een draadloze netwerkadapter. Controleer bij twijfel in de specificaties met welke wifi-standaard de adapter overweg kan. Hoe hoger de standaard, hoe stabieler en sneller de verbinding. Computers met ondersteuning voor wifi 6 of 6E volstaan prima. Er zijn zelfs al systemen met wifi 7 verkrijgbaar, maar die zijn nog behoorlijk prijzig. Computers met wifi 5 of lager kom je nauwelijks meer tegen.

Deze mini-pc van MSI heeft twee ethernetpoorten met een maximale snelheid van 2,5 Gbit/s.

Kooptips

Ben je van plan een nieuwe computer te kopen? Wij vergelijken drie interessante desktop-pc's in verschillende prijsklassen.

Medion Akoya T80 (MD34580)

Medion, een Duitse fabrikant, produceert al jarenlang degelijke pc’s voor een schappelijke prijs. Dit exemplaar uit de Akoya T80-serie is daar een goed voorbeeld van. Het kloppend hart van het systeem wordt gevormd door de Intel Core i5-12450H, een processor met vier reguliere rekenkernen die een maximale kloksnelheid van 3,3 GHz bereiken. Bij zwaardere programma’s komen er nog vier zogenoemde Performance-cores bij, met een turbosnelheid tot 4,4 GHz. Verder is er 8 GB werkgeheugen aanwezig, dat je kunt uitbreiden tot maximaal 32 GB. Windows 11 Home staat op een ssd van 512 GB, zodat je meteen aan de slag kunt. Tot slot kun je via HDMI en DisplayPort desgewenst twee beeldschermen aansluiten.

HP Victus 15L Gaming Desktop (TG02-0035nd)

Speel gerust videospellen op deze HP-pc, want de systeemkast bevat een aparte videokaart. De Nvidia GeForce RTX 3050 kan 3D-games in Full-HD-kwaliteit verwerken. Daarnaast gebruik je deze computer voor allerlei andere toepassingen, zoals videostreaming en beeldbewerking. De zes rekenkernen van de AMD Ryzen 5 5500-processor presteren op een klokfrequentie van 4,2 GHz. In combinatie met 16 GB werkgeheugen voer je soepel meerdere taken tegelijk uit. Open bijvoorbeeld tientallen tabbladen in de browser en schakel vlot tussen verschillende apps. Op een ssd van 512 GB is Windows 11 Home voorgeïnstalleerd. Wanneer je meer opslagruimte wilt, plaats je er optioneel een tweede opslagmedium bij. Deze desktop is verkrijgbaar in een witte (TG02-0035nd) of zwarte (TG02-0030nd) uitvoering.

Lenovo IdeaCentre Mini 01IRH8 (90W2006JMH)

Ondanks het compacte formaat van 19,1 × 19,5 × 3,9 centimeter biedt deze mini-pc flink wat rekenkracht. De Intel Core i7-13620H-processor heeft tien kernen, waarvan vier Performance-cores op 4,9 GHz en zes kernen op 3,6 GHz draaien. Met 16 GB werkgeheugen werk je soepel met meerdere taken tegelijk. Is dat niet voldoende, dan kun je nog 16 GB RAM bijplaatsen. De ssd van 1 TB biedt voldoende ruimte voor zowel Windows 11 Home, en alle apps, foto’s en video’s. Aan de achterzijde zijn drie video-uitgangen aanwezig: DisplayPort, HDMI en usb-c. De usb-c-poort ondersteunt bovendien het thunderbolt-protocol.

▼ Volgende artikel
Van vochtsensor tot smart connect: deze functies kun je allemaal vinden op een wasdroger
© Sersoll - stock.adobe.com
Huis

Van vochtsensor tot smart connect: deze functies kun je allemaal vinden op een wasdroger

Een wasdroger doet meer dan alleen je kleding drogen. Veel modellen hebben een anti-kreukfunctie, waardoor je minder hoeft te strijken, schakelen automatisch uit wanneer de was droog is of zijn op afstand bedienbaar. In dit artikel lees je welke functies op een wasdroger je allemaal kunt tegenkomen.

In het kort: • Anti-kreukfunctie met of zonder stoom • Vochtsensor met automatische uitschakeling • Wol- en delicate programma's • Kinderbeveiliging • Smart connect • Stapelbaarheid • Geschikt voor onderbouw

Lees ook: Condens of warmtepomp: welke wasdroger moet je hebben

Anti-kreukfunctie met of zonder stoom

Kleding kan flink gekreukt uit de wasdroger komen. Dat komt doordat de hitte de vezels laat samentrekken, waardoor de stof iets krimpt. Bovendien blijft de was vaak nog even in de trommel liggen na het drogen. Die combinatie zorgt voor vouwen en kreukels. Veel moderne wasdrogers hebben daarom een anti-kreukfunctie.

Hoe die precies werkt, verschilt per merk en model. Meestal draait de trommel nog een tijdje zachtjes door nadat het programma is afgelopen. Zo blijft de stof in beweging en ontstaan er minder kreukels. Sommige drogers gaan nog een stap verder en gebruiken stoom. Daarbij wordt na het drogen stoom in de trommel geblazen om de stof soepel te houden. Dat vermindert de kans op kreukels nog meer. Houd er wel rekening mee dat modellen met stoomfunctie vaak wat duurder zijn.

Vochtsensor met automatische uitschakeling

Veel moderne wasdrogers hebben een vochtsensor die tijdens het drogen meet hoe vochtig de was nog is. Zo weet de droger precies wanneer alles droog is en schakelt hij zichzelf automatisch uit. Dat is niet alleen zuinig, maar ook beter voor je kleding. Te lang drogen kan stoffen namelijk beschadigen. Bovendien voorkomt de automatische uitschakeling dat de droger onnodig belast wordt.

Wol- en delicate programma's

Gebruik je altijd het standaard droogprogramma, zelfs voor je kasjmier trui? Geen goed idee. Veel wasdrogers hebben aparte standen voor kwetsbare stoffen zoals wol of zijde. Die werken met een lagere temperatuur en een zachtere droogmethode. Zo blijft je kleding in goede conditie en voorkom je dat je trui krimpt of zijn zachte structuur verliest.

©Viktoria

Kinderbeveiliging

Heb je jonge kinderen in huis, dan is een wasdroger met kinderbeveiliging geen overbodige luxe. Met deze functie kunnen kinderen de droger niet openen of aan de instellingen zitten. En dat is wel zo veilig, want tijdens het drogen wordt de trommel behoorlijk heet. Het kinderslot helpt zo ongelukken te voorkomen. Bij de meeste modellen schakel je het slot in of uit met een combinatie van toetsen. Staat het aan, dan verschijnt er een slot-icoon op het display.

Smart connect

Sommige wasdrogers zijn op afstand te bedienen via wifi, ook wel smart connect of home connect genoemd. Handig als je op je werk bent en wilt dat de was klaar is zodra je thuiskomt – of als de droger op zolder staat en je geen zin hebt om steeds op en neer te lopen.

Je koppelt de droger eenvoudig aan een app op je smartphone of tablet. Daar geef je aan wat voor soort was je wilt drogen, waarna de app het beste programma selecteert. Zodra de was klaar is, krijg je een melding. Zo hoef je niet steeds zelf te controleren. De app laat ook weten wanneer het filter moet worden schoongemaakt of wanneer er onderhoud nodig is.

©Samsung

Stapelbaarheid

Heb je weinig ruimte, dan is het handig als je de wasdroger op de wasmachine kunt zetten. Maar let op: stapelen is niet zo simpel als het ene apparaat op het andere plaatsen. Beide zijn zwaar en kunnen tijdens het centrifugeren bewegen of trillen. Zonder goede bevestiging kunnen ze daardoor gaan schuiven of elkaar beschadigen.

Zorg er dus voor dat ze stevig en veilig staan. Veel wasmachines en drogers hebben standaardafmetingen en zijn stapelbaar, maar controleer dit altijd vooraf. Gebruik bij het stapelen een speciale stapelkit. Die vangt trillingen op en zorgt voor een stabiele verbinding, zodat de droger niet kan verschuiven. Je kunt zo'n kit doorgaans kopen bij de (web)winkel waar je je wasdroger koopt. Hebben ze hem niet in het assortiment, dan kunnen ze hem meestal wel voor je bestellen.

Geschikt voor onderbouw

Een wasdroger is meestal geen blikvanger. Wil je hem netjes wegwerken onder een werkblad of aanrecht, dan heb je een model nodig dat geschikt is voor onderbouw. Deze drogers zijn compacter en hebben een afneembaar bovenblad, zodat ze precies passen.

Om warmte goed kwijt te kunnen, is bij dit type extra gelet op ventilatie. En door hun kleinere formaat zijn onderbouwdrogers vaak ook wat zuiniger dan standaardmodellen. Dat maakt ze niet alleen praktisch, maar ook aantrekkelijk voor wie op energie wil besparen.