ID.nl logo
Nieuw tabblad aanpassen in Chrome met Google Tab Maker
© Reshift Digital
Huis

Nieuw tabblad aanpassen in Chrome met Google Tab Maker

Je staat er niet zo snel bij stil, maar de pagina Nieuw tabblad is een van de meest bekeken pagina’s in je browser. In Chrome kun je de pagina Nieuw tabblad aanpassen, zodat je daar iedere keer wordt begroet door zelf gekozen foto’s, het weerbericht, nieuwtjes, aankondigingen of wat je maar wilt. Dit doen we met de Google Tab Maker.

Voor dit doel heeft Chrome een tool ontwikkeld waarmee je zelf een extensie samenstelt die telkens de lay-out en de inhoud in de Nieuwe tabblad-pagina inlaadt. Het is zelfs mogelijk verschillende nieuwe tabbladen te maken, waarna Chrome er telkens willekeurig één uitpikt. Je hoeft niets te installeren om Google Tab Maker te gebruiken, want het gaat om een webtool. Bovendien is Tab Maker gratis en hoef je ook niet met code aan de gang. 

Als je jouw extensie deelt met anderen, krijgen ook zij deze nieuwe tabbladen te zien. Hiermee is het een interessante oplossing voor bedrijven, organisaties, scholen en verenigingen die langs die weg hun community willen warmhouden met nieuwtjes en aankondigingen. Vroeger ontwikkelden professionele programmeurs dit soort Chrome-extensies, maar met Tab Maker kan iedereen gepersonaliseerde tabbladen maken.

Werkingsprincipe

Om de werking van Google Tab Maker te begrijpen, is het handig om te weten hoe de tool in elkaar zit. Om mee te beginnen, zijn er elf verschillende sjablonen waaruit je kunt kiezen. Die sjablonen bepalen de basisvorm en verdelen de inhoud in vakken of blokken. In deze vakken kun je afbeeldingen, tekst, links of animated gifs plaatsen en ook koppelingen naar je favoriete nieuwsfeeds toevoegen. Je krijgt dan iedere keer als je een nieuw tabblad opent, het meest recente nieuws te zien. 

De inhoud van het sjabloon leg je vast in een Google-spreadsheet. Daarna verbind je het spreadsheet met het gekozen sjabloon, en in het vervolg wordt de inhoud in de juiste vakken geladen.

©PXimport

Sjabloon kiezen

Om aan de slag te gaan klik je op de groene knop rechtsboven: Make your own. In het volgende venster lees je dat de hele procedure slechts vijf stappen inneemt. Klik op Get started, je krijgt dan de elf sjablonen te zien. Wanneer je op zo’n template klikt, zie je rechts een grotere weergave. Er zijn ook sjablonen bij voor dubbele functies, voor als je bijvoorbeeld de resultaten wilt vergelijken van verschillende sportclubs of de weersvoorspellingen van verschillende steden naast elkaar wilt zetten. Heb je een template gekozen, dan klik je op Next.

©PXimport

Inhoud

In de volgende stap moet je in een Google-spreadsheet de inhoud vastleggen. Je kunt daarbij met een blanco werkblad beginnen, of de voorbeeldinhoud openen zodat je een idee krijgt wat er van je verwacht wordt. Onder de knop Add your own content zie je het vak waar je straks het internetadres moet plakken van de Google-spreadsheet. We gaan zelf onze gegevens invullen, dus kiezen voor de onderste knop.

Spreadsheet

Een Google-spreadsheet opent zich, waarin je in koeienletters gevraagd wordt om een kopie van dit werkblad te maken. Dat doe je via het menu Bestand / Kopie maken. Geef dit nieuwe document een herkenbare naam, bijvoorbeeld inhoud_tab_maker. Standaard zal Google Spreadsheets dit nieuwe document via Google Drive publiceren. Dat kun je zo laten staan.

Onderaan dit werkblad zie je dat deze spreadsheet uit drie tabbladen bestaat die je door de opbouw zullen leiden. Het eerste tabblad laat je dus een kopie van dit werkblad maken. Stap twee nodigt je uit om inhoud toe te voegen en in stap drie kun je het werkblad publiceren.

©PXimport

Kolommen en rijen

Nadat we het werkblad gekopieerd hebben, gaan we de inhoud maken. Dat is slechts een kwestie van het vullen van de cellen met afbeeldingen, links en tekst. Klik onderaan op het tabblad met de naam Step 2: Add content to this sheet. Omdat het blad automatisch wordt opgeslagen in je Google-account kun je er op ieder moment naar terugkeren en eraan verder werken. 

Bovenaan in de spreadsheet zie je de vakkenindeling van het sjabloon waarin je werkt. De nummers van de vakken zul je herkennen in de kolommen van het rekenblad. Ieder blok heeft een eigen kolom en er is ook een kolom voor de achtergrondafbeeldingen. De rijen in het rekenblad staan telkens voor een nieuw tabblad. Als je bijvoorbeeld tien rijen gebruikt, dan maak je evenveel nieuwe tabbladen. Het is van cruciaal belang dat je geen foto’s en gifs combineert met tekstuele inhoud in dezelfde kolom. 

Om een afbeelding of gif toe te voegen, ga je er online naar op zoek. Klik met rechts op het zoekresultaat en kies Adres van de afbeelding kopiëren. Daarna plak je deze link in de juiste cel. Hetzelfde doe je met hyperlinks naar andere bronnen, zoals nieuwsfeeds.

 In dit voorbeeld maken we een nieuwe tabbladpagina voor een fotoclub die iedere maand twee foto’s van leden onder de aandacht brengt. 

©PXimport

Publiceren

Zelfs al ben je nog niet helemaal klaar, je kunt de spreadsheet alvast publiceren door in Google Spreadsheets naar Bestand / Delen te gaan. Daar kies je de optie Publiceren op het internet. In het pop-upvenster moet je even opletten. Onder Link staat de optie standaard ingesteld op Heel document. Uiteraard moet je niet het hele spreadsheet-document publiceren, maar alleen het tabblad met de naam Step 2: Add content to this sheet

Daarnaast moet je kiezen in welk bestandsformaat je de spreadsheet publiceert. Standaard staat dit ingesteld op Webpagina. Wijzig dit in de optie Door komma’s gescheiden waarden (.csv). Pas deze instellingen aan en klik op Publiceren. Je krijgt dan een link die begint met https://docs.google.com/spreasheet/. Die link moet je kopiëren.

©PXimport

Body aanpassen

Daarna ga je terug naar de geopende pagina in Tab Maker. De link die je daarnet hebt gekopieerd, plak je in het url-vak. Klik vervolgens op Next. Er verschijnt nu een voorvertoning van de nieuwe tabbladpagina, waarna je de lay-out nog moet verfijnen. 

Eerst pas je de eigenschappen van de gehele pagina aan. Daarna kun je de eigenschappen blok voor blok wijzigen. Zo kun je de achtergrondkleur selecteren en bepalen hoe je de afbeeldingen en tekst in de vakken wilt hebben. Bij afbeeldingen heb je drie opties onder Image Fit: Repeat, Fill en Cover. Bij Repeat wordt de afbeelding herhaald tot het frame gevuld is. 

Met Fill zal de webapp de afbeelding in de hoogte en breedte uitrekken tot het in het frame past, waardoor het beeld vervormd wordt. Met Cover wordt de afbeelding zodanig geschaald en uitgesneden dat hij het frame vult zonder vervorming.

©PXimport

Verschillende tabbladen

In dit voorbeeld hebben we vijf rijen voor evenveel nieuwe tabbladen gemaakt. Onderaan kun je de voorvertoning per rij (dus per nieuwe tabbladpagina) opvragen. Selecteer de gewenste rij en klik op Refresh. Met Page Padding bepaal je de breedte van de marge. Met Block Spacing beslis je hoeveel ruimte er moet zijn tussen de verschillende blokken. 

Hoe groter de waarde die je hier ingeeft, hoe breder de ruimte tussen de inhoudsblokken wordt, maar hoe kleiner die inhoudsblokken zelf worden.

©PXimport

Blokinhoud aanpassen

Verzorg de inhoud van de blokken. Gaat het om tekst, dan kun je het lettertype, de lettergrootte, de stijl, de hoogte en nog meer andere eigenschappen bewerken. Als je op zo’n element klikt, dan verschijnt in de linkerkolom het nummer van het blok met de bijbehorende parameters waarmee je verticale en horizontale uitlijning regelt. 

Ieder blok kun je van een kleurtje voorzien met de regelaar Block Color en de dekking van die achtergrondkleur bepaal je met Background Alpha. Als je die bijvoorbeeld op 50 instelt, dan wordt de achtergrondkleur semitransparant. Verder is het mogelijk om de blokken van afgeronde hoeken te voorzien met Border Radius.

©PXimport

Bundelen

In de volgende stap bundel je alle eigenschappen die je hebt vastgelegd in het Google-spreadsheet samen met Tab Maker in een nieuwe extensie. Geef de nieuwe tab een naam en typ een korte beschrijving. Daaronder kies je een pictogram voor de extensie. 

Tab Maker presenteert een set pictogrammen die je vrij mag gebruiken, maar je mag zelf ook een grafisch bestandje van je harde schijf selecteren. Wanneer alle vakken zijn ingevuld, kun je klikken op de blauwe knop Download zip file.

Privé delen of via Web Store

Nu heb je de keuze. Wil je de extensie zelf delen met een groepje mensen die je kent? Of ben je zo trots op je project dat je de extensie wilt verspreiden via de Chrome Web Store? 

In dat laatste geval moet je jezelf registreren als ontwikkelaar en een eenmalige bijdrage van vijf dollar betalen aan registratiekosten. Daarna moet je het zip-bestand uploaden in het Developer Dashboard. Tenslotte moet je de extensie laten goedkeuren door Google voordat hij in de Web Store wordt opgenomen.

Om de extensie te delen binnen je eigen kring, zal Tab Maker ook een zip-bestand samenstellen. Dat kun je daarna naar de anderen versturen.

©PXimport

Installeren

De ontvanger van jouw extensie moet het bestand tab-maker.zip eerst uitpakken. Daarna opent hij Chrome en gaat hij naar het extensiebeheer door in het adresvak chrome://extensions te typen. Daar schakelt hij de Ontwikkelaarsmodus in, te vinden in de rechterbovenhoek.

Hierdoor komt de knop Uitgepakte extensie laden in beeld en kan hij de uitgepakte extensie uploaden. Om het resultaat te bekijken, moet diegene een nieuw tabblad openen.

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen