ID.nl logo
Huis

Drie gelijkstroom-projecten onder de loep

Er zijn allerlei pilotprojecten waar gelijkstroom in de praktijk wordt toegepast en uitgeprobeerd. De meeste daarvan zijn gericht op grootverbruikers, zoals datacenters, bedrijvenparken en de glastuinbouw. We nemen drie projecten onder de loep.

Lees hier meer over de verschillen tussen wisselstroom en gelijkstroom.

En hier meer over de voor- en nadelen van gelijkstroom.

Gelijkstroom heeft vooral praktische en financiële redenen. Een glastuinbouwer gebruikt in een dag misschien wel net zoveel energie als een gezin in een heel jaar. Hierdoor kan de installatie veel sneller worden terugverdiend door de investeerders (naast de onderneming zelf, ook vaak netbeheerders, technische bedrijven en overheden).

Bovendien is het veel complexer om een wijk van losse particuliere woningen helemaal op DC (direct current) te zetten, dan om dat voor een enkel bedrijf of samenwerkend bedrijvencluster te doen.

Doe DC

Een voorbeeld van een pilotproject in de tuinbouw is genaamd ‘Doe DC’, dat plaatsvindt bij de firma Vreeken in Rijsenhout. Bij deze bloemenkweker is de verlichting, verwarming, koeling en ventilatie aan een DC-net gekoppeld. Doordat de armaturen geen transformators meer hebben kunnen ze veel simpeler worden uitgevoerd, wat kosten bespaart en de levensduur verlengt.

Tegelijkertijd kunnen de DC-lampen individueel worden bediend en gedimd, waardoor planten in de diverse groeistadia en verschillende percelen precies de juiste hoeveelheid licht kunnen krijgen. Hierdoor wordt 25 procent energie bespaard. Ook met de andere apparatuur is Vreeken flink goedkoper uit dan bij de reguliere AC-varianten. De stroom die het bedrijf nodig heeft is afkomstig van een groot aantal zonnepanelen. De panelen wekken gelijkstroom op en die gaat zonder omzettingsverliezen rechtstreeks naar het tuinbouwbedrijf, maar ook naar andere afnemers.

Het pilotproject is opgezet door een samenwerkingsverband van een flink aantal organisaties en overheden. Vooralsnog lijkt het een groot succes en is het een goede bijdrage aan de innovatie en kostenverlaging in de tuinbouw, wat met betrekking tot de internationale concurrentiepositie van groot belang is.

Lelystad Airport Businesspark

©PXimport

In Lelystad wordt het eerste publieke gelijkstroomnet van Europa (en volgens de bouwers misschien wel van de hele wereld) aangelegd op het nieuwe bedrijventerrein Lelystad Airport Businesspark. Bedrijven die zich de komende tijd op dit park gaan vestigen krijgen zowel wisselstroom- als gelijkstroomaansluitingen. Op het gelijkstroomnet worden ook snelladers voor elektrisch vervoer, warmtepompen, zonnepanelen en openbare verlichting aangesloten.

Netbeheerder Liander is aanjager van dit project. In juli 2017 is het ‘eerste gelijkstroomstation van Europa’ geplaatst, dat is ontworpen en gebouwd door technologiebedrijf Dynniq. Het station biedt een efficiënte stroomvoorziening voor de aangesloten bedrijfsinstallaties en -toepassingen, die op gelijkstroom werken. De aangesloten bedrijven kunnen bovendien stroom opwekken en delen zonder tussenkomst van het wisselstroomnet.

Dynniq kon deels gebruikmaken van kennis en ervaring die in het openbaar vervoer is opgedaan. Daar zijn het netwerk en de energievoorziening namelijk al helemaal gestandaardiseerd op gelijkspanning. Het station werkt twee kanten op: het kan energie leveren aan de klanten, maar kan ook energie opnemen die klanten zelf opwekken via bijvoorbeeld zonnepanelen. Via deze link kom je op de website van Business Channel One staat een videoreportage met onder andere een kijkje in het verdeelstation en interviews met de verantwoordelijke technische managers.

Tijdens de pilot wordt onderzoek gedaan naar de techniek, de werking, de veiligheid en de verwachte besparingen van gelijkstroom. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar lokale netbalancering bij gebruikers die zelf stroom opwekken, gebruiken en delen. Door middel van de pilot hoopt Alliander een bijdrage te kunnen leveren aan de kennisontwikkeling op het gebied van gelijkstroom en ervaringen op te doen op dit nieuwe terrein.

iCity: DC-woningen in Eindhoven

©PXimport

VolkerWessels bouwt in Eindhoven aan de eerste slimme gelijkstroomappartementen van Nederland. Het appartementencomplex maakt gebruik van gelijkstroom en de 14 woningen krijgen bovendien zelflerende en interactieve systemen, die onderling en met bewoners communiceren en zorgen voor een optimale energiehuishouding. De systemen worden door de gebruikers aangestuurd met behulp van een app.

In nauwe samenwerking met de bewoners zal VolkerWessels samen met andere deelnemende organisaties onderzoek doen naar de efficiency en het gebruiksgemak van de nieuwe technieken en toepassingen. Interactie met de bewoners is cruciaal voor het succes van de pilot en de bewoners zijn dan ook geselecteerd op hun motivatie om aan de proef mee te willen doen.

Zelf aan de slag

Wil je zelf zoveel mogelijk overschakelen op gelijkstroom, zonder dat je op een gelijkstroomnetwerk bent aangesloten, dan kun je toch al een heel eind komen met behulp van zonnepanelen, accu’s en apparaten op gelijkstroom. Apparaten die op gelijkstroom werken zijn al tientallen jaren op de markt voor gebruik in auto’s, vrachtwagens, kampeerwagens en caravans, boten en vliegtuigen. Al deze vervoersmiddelen gebruiken een gelijkstroomnetwerk van 12, 24 of 48 volt.

Het meest gebruikte ‘stopcontact’ voor zo’n laagspanning gelijkstroomnetwerk is de welbekende aanstekeraansluiting. Voor gelijkstroomapparaten kun je het beste op internet zoeken naar winkels die leveren aan de recreatie, vaar- en transportsectoren. Deze apparaten zijn doorgaans wel duurder dan de reguliere wisselstroomversies.

Sites als Conrad hebben veel handige apparaten en installatiemateriaal voor het opzetten van je eigen lokale DC-systeem, gebaseerd op zonne-energie. Zoek op die site bijvoorbeeld naar ‘solar set’ en je bent al een eind op weg.

Veel wisselstroomapparaten zijn overigens eenvoudig aan te passen aan een gelijkstroomnetwerk. Voor elektronica die intern op gelijkstroom werkt zijn er stroomkabels verkrijgbaar die rechtstreeks in de sigarettenaansteker passen. Er zijn geen verdere aanpassingen nodig. Ook verlichting kun je zelf aanpassen door de stekker te vervangen door een gelijkstroomaansluiting en de lamp te vervangen door een gelijkstroomlamp met de juiste spanning (dus 12, 24 of 48 volt).

Voor apparaten met ingebouwde DC-motor (zoals koelkasten, ventilatoren en stofzuigers) is het lastiger, doordat de AC/DC-adapters zich in het apparaat zelf bevinden.

Stoppen met wisselstroom?

Volledig overschakelen op gelijkstroom is in de praktijk voor een normale woning (die niet is aangesloten op een DC-netwerk) eigenlijk niet te doen. Tenzij je dus al je apparaten vervangt door dure en vaak minder krachtiger gelijkstroomversies en je drastisch je elektriciteitsgebruik terugbrengt.

Daarbij zul je dan zoveel mogelijk ouderwets handmatig moeten doen en investeren in heel veel zonnepanelen met bijbehorende lokale accu-opslag om helemaal off-grid te gaan. Normaal gesproken is het daarom praktischer om gelijkstroom naast wisselstroom te gebruiken.

De nodige informatie over dit onderwerp is te vinden op www.lowtechmagazine.be (zoeken naar ‘gelijkstroom’ levert diverse artikelen op). Ook op YouTube staan veel video’s met informatie over ‘off grid’ wonen. Weliswaar zijn ze vaak op de Amerikaanse markt gericht, maar je kunt er toch veel interessante informatie op hoe-het-zelf-niveau uithalen.

Tekst: Jurgen Nijhuis.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.