ID.nl logo
4K, oled: welke tv moet jij kopen?
© PXimport
Zekerheid & gemak

4K, oled: welke tv moet jij kopen?

Een nieuwe tv kopen gaat gepaard met het leren van tientallen nieuwe termen. De laatste tijd zie je bijvoorbeeld 4K, dvb-t2 en qled voorbijkomen. De hoogste tijd om even uit te leggen wat al deze dingen betekenen en waar je op moet letten als je je gaat vergapen aan een nieuwe hd-televisie. Voor welke televisie ga jij?

Tip 01: FullHD of niet?

Eigenlijk hadden we dit artikel ook gewoon 'Checklist: televisies’ kunnen noemen, want een televisie die niet hd is, kom je maar heel zelden tegen. Dikke beeldschermen hebben we tien jaar geleden al vaarwel gezegd en het aantal pixels en de beeldkwaliteit van je nieuwe televisie is sowieso erg goed; echt slechte modellen zijn simpelweg niet meer verkrijgbaar. De prijzen van een flatscreen-televisie zijn de afgelopen jaren enorm gedaald en voor een paar honderd euro heb je een geweldige hd-televisie die je op je blu-ray-speler, PlayStation, pc of Apple TV kunt aansluiten. De ene fullHD-televisie is echter de andere niet en er zijn veel dingen waar je op moet letten bij de aanschaf van je nieuwe breedbeeld-tv. Vooral wat betreft aansluitingen, want als je er bijvoorbeeld een satelliet-tuner of oude videoconsole op wilt aansluiten, heb je een beperktere keuze.

©PXimport

Voor een paar honderd euro heb je tegenwoordig al een geweldige hd-televisie

-

Tip 02: Beelddiagonaal

Voordat je naar de winkel rent, is het belangrijk dat je precies weet hoe groot je tv mag zijn. Pak het meetlint er dus bij en kijk wat de maximale grootte voor je wand kan zijn. De televisie moet natuurlijk niet te klein zijn, want dan lees je de ondertiteling niet meer. Te groot is ook niet goed, want dan krijg je nekpijn van het heen en weer bewegen van je hoofd. Het is ook handig om te kijken hoe ver je van je nieuwe televisie af gaat zitten. Kun je maximaal twee meter van de wand zitten, dan is een kleinere televisie natuurlijk veel handiger dan wanneer je zes of zeven meter van het apparaat gaat zitten. De grootte wordt aangegeven in inch. De standaardgrootte van een televisie is tegenwoordig 32 inch: dit betekent dat het van de hoek linksonder tot de hoek rechtsboven precies 32 inch is. Dit komt neer op zo’n 80 centimeter. De uiteindelijke grootte van de televisie is een beetje meer, omdat er nog een rand om de tv zit. Naast de beelddiagonaal is het formaat ook belangrijk. Eigenlijk hebben de meeste televisies een verhouding van 16:9, dit betekent dat de hoogte 9/16e van de breedte is. Sommige beeldschermen zijn ultra wide en hebben bijvoorbeeld een verhouding van 21:9.

Hoeveel inch?

Hoe groot moet je televisie zijn? Als je minder dan anderhalve meter van het apparaat af gaat zitten, is 29 inch meer dan genoeg. Bij twee meter is een televisie van 32 tot 40 inch aan te raden. Zit je meer dan drie meter van je scherm, dan kun je gerust een exemplaar van 55 inch aanschaffen.

Tip 03: Beeldresolutie

Als je weet hoe groot de televisie mag zijn, is het tijd om te kijken naar de beeldresolutie. De resolutie wordt uitgedrukt in pixels, net als bij je pc-monitor. Des te meer pixels je televisie heeft, des te gedetailleerder je beeld zal zijn. Je beeldresolutie hangt ook samen met de beelddiagonaal. Een kleinere televisie van 32 inch met een resolutie van 1280 x 720 pixels kijkt misschien wel beter dan een grote tv van 50 inch met een resolutie van 1920 x 1080 pixels. De meeste televisies hebben tegenwoordig een beeldresolutie van 1920 x 1080 pixels, dit wordt ook wel full hd genoemd. Staat er op een tv dat het full hd is, dan heeft het scherm dus minstens dit aantal pixels. Een stapje kleiner is hd ready: voor deze optie moet een televisie minstens een resolutie van 1280 x 720 pixels hebben. Veel kleinere televisies zijn hd ready. Een andere term voor hd ready is ook wel 720p, genoemd naar het aantal verticale pixels. Voor een full-hd-televisie is dit 1080 pixels; dit wordt ook wel 1080p genoemd.

©PXimport

Tip 04: 4K en 5K

Full hd was een aantal jaren geleden nog het summum, maar tegenwoordig moet je voor een briljante kijkervaring naar de termen 4K of 5K kijken. Officieel betekent 4K dat er minstens 4096 horizontale pixels op het scherm moeten zitten, maar voor televisies komt dit vaak neer op 3840 pixels. 4K kan ook uhd or ultra high definition heten. Wil je helemaal een perfecte resolutie en heb je net een zak geld gekregen, ga dan voor een 5K-televisie. Dergelijke toestellen, met een resolutie van ten minste 5120 horizontale pixels, zijn nog wel zeldzaam. En duur: reken al snel op enkele duizenden euro’s.

©PXimport

Het allernieuwste? 5K-televisies, met ten minste 5120 horizontale pixels

-

Tip 05: Led, oled, qled

Een standaard televisie werkt met led, precies gezegd kleine led-lampjes die het beeldscherm van achteren verlichten. Zonder led-lampjes zou je geen beeld zien. Niet elke pixel heeft zijn eigen ledverlichting: meerdere pixels worden door één led-lampje verlicht. In een standaard televisie zitten een paar honderd leds. Bij een oled-televisie is dit anders. Oled staat voor organic led en dat betekent dat elke pixel individueel licht geeft. De zwartwaarden zijn daarom een stuk beter, omdat elke pixel afzonderlijk uitgezet kan worden. Omdat er zoveel led-lampjes in een oled-tv zitten, zijn deze apparaten een stuk duurder dan normale led-televisies. Een oled-televisie kan wel een stuk minder diep zijn dan een normale led-televisie omdat er geen led-lampjes achter het beeldscherm hoeven worden geplaatst. Ook het energieverbruik kan lager liggen dan bij een normale led-tv. Een qled-televisie werkt met zogenaamde quantom dots. Kort gezegd kan één pixel alle kleuren van de regenboog individueel weergeven. Dit zorgt voor extreem realistische kleuren. Een nadeel ten opzichte van oled is dat pixels niet aan- of uitgezet kunnen worden; daardoor zijn de zwartwaarden iets minder dan bij een oled-televisie.

©PXimport

De zwartwaarden bij een oled-tv zijn erg goed, omdat elke pixel afzonderlijk uit kan

-

Gebogen schermen

Een van de nieuwste trends is een licht gebogen scherm. Er zijn nog niet heel veel televisies met een gebogen scherm op de markt en in de meeste gevallen zijn dit soort televisies groot en duur. Het voordeel is wel dat je het gevoel hebt midden in de actie te zitten. Een nadeel is dat je recht voor de tv moet zitten: als je er vanaf de zijkant naar kijkt, zie je veel minder dan bij een recht scherm.

©PXimport

Tip 06: Hdmi

Het is tegenwoordig vrij normaal dat je apparatuur over hdmi beschikt. Daarom is hdmi ook een aansluiting die je op alle televisies terugvindt. Alleen enkele kleine en goedkope televisies hebben nog een oude analoge scart-aansluiting. Je settopbox van je televisieprovider, je PlayStation, je pc, je Apple TV: allemaal hebben ze een hdmi-aansluiting. Een hdmi-kabel is goedkoop en het aansluiten van je apparaat op je televisie moet dan ook een fluitje van een cent zijn. Mocht je apparaat geen hdmi-aansluiting hebben (zoals bijvoorbeeld de nieuwste MacBook Pro’s), dan kun je in de meeste gevallen een adapter gebruiken.

©PXimport

Tip 07: Nog meer video

Naast een hdmi-aansluiting vind je op de meeste televisies nog allerlei andere connectoren. Een composiet-aansluiting komt regelmatig voor, net als een componentingang. De eerste is een analoge gecombineerde video- en audioaansluiting, die meestal gebruikt wordt voor oudere apparatuur, zoals de eerste Nintendo Wii uit 2006. De aansluiting bestaat uit drie tulp-ingangen: een gele voor het videosignaal en een rode en witte voor de twee audiokanalen (rechts en links). De componentingang is bijna hetzelfde, maar bestaat uit vijf tulp-aansluitingen: drie voor video en twee voor audio. In de meeste televisies kun je composietkabels aansluiten op drie van de vijf tulp-aansluitingen van de component-ingang.

©PXimport

Sommige televisies kun je met een hdmi-kabel aansluiten op je versterker

-

Tip 08: Audio

Je kunt natuurlijk de interne luidsprekers van je televisie gebruiken, maar voor een goede thuisbioscoopervaring sluit je je televisie aan op je audioversterker. Dit kan op twee manieren. De beste manier is digitaal, via een optische kabel. Je versterker moet dan wel een digitale optische ingang hebben. Je herkent dit aan de vierkante aansluiting met het rode lampje binnenin. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is dit geen laser, maar een led-lampje. Via een glasvezelkabel wordt het geluid digitaal naar je versterker gestuurd. Een andere optie is via de analoge aansluiting. Dit zijn twee tulp-aansluitingen: wit voor links en rood voor rechts. De optische audio-aansluiting kan ook toslink heten of digital audio out. Sommige televisies kun je ook op je versterker aansluiten met een hdmi-kabel. Denk er dan wel om dat je de hdmi-uitgang van je televisie met de hdmi-ingang van je versterker verbindt. Als er slechts één of twee hdmi-poorten op je televisie zitten, is de kans groot dat dit ingangen zijn. Deze kun je dus niet gebruiken om audio uit je televisie te sturen.

©PXimport

In Nederland kun je vooralsnog gewoon je dvb-t-tuner gebruiken

-

Tip 09: Tuners

Een hd-televisie heeft ook een paar aansluitingen voor tuners. Een tuner, soms ook wel encoder of decoder genoemd, is een apparaat dat je gebruikt om een tv-signaal om te zetten naar een videosignaal dat door je televisie begrepen wordt. Elke tuner-standaard begint met dvb (digital video broadcasting), maar het belangrijkste is wat er achter die letters dvb staat. Een dvb-t-tuner is een apparaat waarmee je digitaal tv-zenders kunt ontvangen via de lucht. NPO 1, 2 en 3 kun je gratis ontvangen met een dvb-tuner; via een aanbieder als KPN, CanalDigitaal of Telfort kun je tegen betaling meer zenders ontvangen. De nieuwste standaard is dvb-t2: hiermee is hd-televisie via de ether mogelijk. In Duitsland is het hele dvb-t-netwerk al overgezet naar dvb-t2. De twee systemen zijn niet compatibel met elkaar: met een dvb-t-tuner kun je dus geen dvb-t2-zenders ontvangen. In Nederland kun je vooralsnog gewoon je dvb-t-tuner gebruiken. Een andere dvb-standaard is s, dit staat voor satelliet. Hier kun je meteen je schotel op aansluiten via een F-stekker, ook wel lnb genoemd. De nieuwste versie van dvb-s is dvb-s2. Je kunt nu alleen de gratis satellietzenders ontvangen; wil je al je zenders uit je CanalDigitaal-abonnement kunnen kijken zonder tussenkomst van een satelliettuner, dan heb je een televisie met ci+-sleuf nodig. Hier stop je dan je CanalDigitaal ci-kaart in. Dvb-c staat voor cable en hier kun je gewoon je kabeltelevisie op aansluiten zonder tussenkomst van een kastje. Of jouw tv-aanbieder dit ondersteunt, moet je eerst even navragen. Sommige providers bieden ook een mogelijkheid om een tweede ci+-kaartje (of SmartCard) voor weinig geld aan te schaffen. Deze stop je dan in de ci+-sleuf; de kabel gaat in de dvb-c-aansluiting.

©PXimport

Wat is er met 3D gebeurd?

Een paar jaar geleden had iedereen het erover en in elke elektronicazaak zag je een tv waarop een 3D-film werd vertoond. Je moest er wel een aparte 3D-bril voor op. In de bioscoop werkt het prima, maar voor thuis heeft de consument het nooit echt zien zitten. Gevolg: tv-fabrikanten zijn gestopt met het maken van 3D-televisies. Je zult dus echt naar de bioscoop moeten voor de extra diepte.

Tip 10: Slimme televisie

Bijna elke televisie is tegenwoordig slim. Dit betekent dat je er niet alleen tv mee kunt kijken, maar dat je er via een ingebouwde internetverbinding apps op kunt draaien, inhoud van een netwerkschijf of nas kunt afspelen en je smartphone of tablet gemakkelijk met je televisie kunt verbinden. Elke tv-fabrikant heeft een ander systeem, maar er zijn een paar bekende opties. Samsung heeft op al zijn televisies Tizen geïnstalleerd, terwijl Sony en Philips een aangepaste versie van Android draaien. Panasonic heeft een speciale versie van Firefox OS en op een LG-televisie vind je WebOS. Je kunt in de meeste gevallen zelf apps zoals Netflix of NPO op je televisie installeren en meteen je favoriete film of documentaire kijken.

©PXimport

Chromecast en Apple TV

Ook zonder slimme televisie kun je inhoud van Netflix of elke andere app van je smartphone op je tv tevoorschijn toveren. Soms kan dit zonder tussenkomst van een ander apparaatje, maar anders kun je een Google Chromecast of Apple TV gebruiken. Deze apparaten sluit je aan op hetzelfde wifinetwerk als je smartphone. Je streamt de inhoud van je app naar het apparaat, de Chromecast of Apple TV verbind je met een hdmi-kabel aan je televisie.

©PXimport

Kooptips

Van de duizenden beschikbare hd-televisies hebben we drie prima keuzes voor je uitgezocht. De eerste is een budget-televisie met goede specificaties, de tweede is een hd-tv van hoge kwaliteit voor een goede prijs. En als je echt helemaal los wilt gaan, kun je voor de derde optie kiezen.

SAMSUNG UE32J5200A

Prijs: € 299,– Een full-hd-televisie van 32 inch voor minder dan 300 euro? Jawel, met de Samsung UE32J5200A heb je een resolutie van 1920 x 1080 pixels. Om je apparatuur aan te sluiten, heb je naast een hdmi-ingang ook een oude scart-aansluiting tot je beschikking. Je sluit je televisie aan op je digitale versterker via de optische audio-uitgang en de televisie heeft naast een ci+-aansluiting ook dvb-t- en dvb-c-aansluitingen.

©PXimport

SONY Bravia KD-55XD7005

Prijs: € 799,– Deze televisie heeft een beelddiagonaal van 55 inch en neemt een groot deel van je wand in beslag. De televisie heeft een resolutie van 3840 x 2160 pixels en mag zich daarom een 4K-televisie noemen. De slimme tv draait op Android TV en heeft verschillende tuners aan boord. Als je de televisie aan de wand monteert, zorg dan wel voor stevige muren: het apparaat weegt maar liefst zeventien(!) kilo zonder voet.

©PXimport

LG OLED55C6V

Prijs: € 1.899,– Voor de ultieme thuisbioscoop haal je een oled-of qled-televisie in huis. De LG OLED55C6V heeft een beelddiagonaal van 55 inch en is uiteraard ultra hd (4K). Het gebogen scherm zorgt voor een intense videobeleving en natuurlijk vind je alle aansluitingen die je je maar kunt wensen. Er is ook een 65inch-variant beschikbaar; hier moet je ongeveer het dubbele voor neertellen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Overal toegang tot je Pi: ontdek Raspberry Pi Connect
© tutye - stock.adobe.com
Huis

Overal toegang tot je Pi: ontdek Raspberry Pi Connect

Als je thuis een Raspberry Pi hebt draaien en je van buitenaf ermee wilt verbinden, dan moet je normaal gesproken wat zaken in je netwerk configureren. Met Raspberry Pi Connect is dat verleden tijd. Deze dienst geeft je eenvoudig van overal toegang tot je Raspberry Pi’s. Je kunt niet alleen via de opdrachtregel inloggen, maar ook op afstand een desktopsessie met grafische applicaties draaien. En dat gewoonweg in je browser. In dit artikel nemen we de mogelijkheden onder de loep.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je je Raspberry Pi eenvoudig op afstand kunt beheren:

  • Installeer Raspberry Pi Connect
  • Maak een Raspberry Pi-ID aan en koppel je apparaat aan Connect
  • Open een terminalsessie

Ook interessant: Niet kopen maar kijken: zo simuleer je een microcontrollerbordje

Stel dat je een Raspberry Pi thuis hebt draaien met enkele services die je ook op afstand wilt beheren of troubleshooten. Dan zou je via het SSH-protocol (Secure Shell) kunnen inloggen om een opdrachtregel te openen. Of stel dat je vanaf iedere plek toegang wilt hebben tot de programma’s in de desktopomgeving van Raspberry Pi OS. Dan zou je een VNC-verbinding (Virtual Network Computing) naar het computertje kunnen opzetten.

Dat kan allemaal, maar je moet er traditioneel wel wat voor configureren aan je netwerk. De meeste internetproviders bieden consumenten geen vast ip-adres aan, dus je hebt al een dynamisch DNS-adres nodig dat bij elke wijziging van je ip-adres een update krijgt. Bovendien moet je ook de juiste poorten (voor SSH en/of VNC) op je modem forwarden naar je Raspberry Pi. Om ervoor te zorgen dat die poorten naar de correcte locatie worden doorgestuurd, moet je op het minicomputertje ook nog eens een statisch ip-adres instellen of in de DHCP-server van je interne netwerk (waarschijnlijk op je router) een vaste ip-reservering toekennen. Voor velen is dit behoorlijk ingewikkeld en omslachtig.

De makers van de Raspberry Pi hebben hiervoor een oplossing ontwikkeld: Raspberry Pi Connect. Deze oplossing bestaat aan de ene kant uit software die je op je Raspberry Pi installeert en aan de andere kant uit de website https://connect.raspberrypi.com. Je hoeft je alleen maar aan te melden op deze website om via een versleutelde verbinding met je Raspberry Pi te communiceren, grafisch of in een terminalsessie.

Connect geeft je van overal toegang tot je Raspberry Pi’s

1 Connect installeren

Open een terminalvenster op je Raspberry Pi of log in via SSH. Werk dan met de eerste opdracht de pakketbronnen bij en update met de tweede opdracht alle pakketten:

sudo apt update

sudo apt full-upgrade

Wanneer alle pakketten up-to-date zijn, installeer je Raspberry Pi Connect. Voor dit programma bestaan er twee pakketten. De volledige versie ondersteunt zowel inloggen op een terminalvenster als werken in de grafische interface. Je installeert deze versie met de opdracht:

sudo apt install rpi-connect

Wil je alleen een terminalsessie openen, bijvoorbeeld omdat je geen grafische interface op de Raspberry Pi draait, dan installeer je de lite-versie van Connect. Die installeer je met de opdracht:

sudo apt install rpi-connect-lite

Na de installatie is de systemd-service van Raspberry Pi Connect ingeschakeld als gebruikersdienst. Dat wil zeggen dat die service vanaf nu elke keer automatisch opstart wanneer je je met je gebruikersnaam aanmeldt. Meld je nu dus af en weer opnieuw aan om de systemd-service te starten of start hem deze ene keer handmatig met de opdracht:

systemctl --user start rpi-connect

Vaak wil je ook op afstand op je Raspberry Pi inloggen als je gebruiker nog niet of niet meer is aangemeld. Schakel daarom ‘user lingering’ in met de opdracht:

loginctl enable-linger

Doe je dat niet, dan zal na een herstart van de Raspberry Pi de systemd-service niet meer starten tot je lokaal inlogt en is de Raspberry Pi dus ook niet meer op afstand bereikbaar via Connect.

2 Raspberry Pi-ID

De website https://connect.raspberrypi.com vereist een Raspberry Pi-ID, het account voor alle diensten van Raspberrypi.com. Dat account maak je gratis aan: vul je e-mailadres, een wachtwoord en je naam in. Met twee vinkjes geef je aan dat je akkoord gaat met de algemene voorwaarden en dat je een mens bent.

Klik op Continue en klik daarna op de verificatielink die je per e-mail ontvangt. Vanaf nu kun je je op https://connect.raspberrypi.com aanmelden met je Raspberry Pi-ID.

Aangezien je via je Raspberry Pi-ID toegang krijgt tot je Raspberry Pi’s, is het belangrijk dat je dat account goed afschermt. Kies dus een sterk wachtwoord. Laat dit bij voorkeur door je wachtwoordbeheerder genereren, zodat het lang genoeg is en uit willekeurige tekens bestaat. Als je naar je profiel van Raspberry Pi-ID gaat, kun je daar ook tweefactorauthenticatie inschakelen. We raden dit sterk aan.

De Raspberry Pi-ID is je account voor Connect en toekomstige diensten.

3 Koppel je Raspberry Pi (grafisch)

Elke Raspberry Pi waartoe je toegang wilt krijgen, moet je eerst aan Connect koppelen. Heb je de volledige versie van Connect geïnstalleerd (zie paragraaf 1), dan verschijnt er in de statusbalk bovenaan rechts van de grafische interface een grijs icoontje van een cirkel met twee vierkantjes.

Klik op dit icoontje en vervolgens in het menu dat verschijnt op Sign in. Dit opent een verificatielink in de browser op je Raspberry Pi. Meld je op die pagina aan met je Raspberry Pi-ID en geef je apparaat een naam. Klik op Create device and sign in.

Het icoontje in de statusbalk bovenaan wordt nu blauw, waarmee je weet dat je apparaat met Connect is verbonden. Je krijgt ook een e-mail ter bevestiging dat je apparaat met je account is verbonden. Als je op het icoontje klikt, bevat het menu opties om van je account af te melden (waarna je Raspberry Pi niet meer op afstand bereikbaar is) en om de toegang tot je grafische desktop (scherm delen) en terminalsessie (shell op afstand) individueel in of uit te schakelen.

De status van Raspberry Pi Connect is altijd zichtbaar in de statusbalk bovenaan.

4 Koppel je Raspberry Pi (opdrachtregel)

Wanneer je Raspberry Pi OS Lite draait en dus geen grafische interface hebt, dien je de verificatielink op de opdrachtregel aan te vragen. Dat doe je met de opdracht:

rpi-connect signin

Je krijgt dan een link te zien die je moet bezoeken, in de vorm https://connect.raspberrypi.com/verify/XXXX-XXXX. Dat kan met elk willekeurig apparaat, dus doe het gerust op je computer. Meld je op die pagina aan met je Raspberry Pi-ID en geef je apparaat een naam. Klik op Create device and sign in.

Je kunt op elk moment de status van de Connect-service opvragen met de opdracht:

rpi-connect status

Hiermee zie je of je Raspberry Pi met Connect is gekoppeld en of het delen van je scherm en de terminalsessie op afstand zijn ingeschakeld. Wil je ooit een gekoppelde Raspberry Pi van jouw account afmelden, dan kan dat met deze opdracht (waarna die Raspberry Pi niet meer op afstand bereikbaar is):

rpi-connect signout

De toegang tot een terminalsessie of het delen van een scherm via Connect schakel je eenvoudig uit met een van deze opdrachten:

rpi-connect shell off of

rpi-connect vnc off

Weer inschakelen doe je door off te vervangen door on in dezelfde opdrachten.

5 Terminalsessie op afstand

Als je nu in een browser naar https://connect.raspberrypi.com gaat, vanaf welke locatie dan ook, zie je de zojuist gekoppelde Raspberry Pi in de lijst met apparaten. Eronder zie je in grijze kadertjes welke verbindingsmogelijkheden beschikbaar zijn: Screen sharing (een grafische desktop via VNC) en/of Remote shell (een terminalsessie via SSH).

Klik op de knop Connect via en kies dan Remote shell. Je browser opent een nieuw venster. Na een korte wachttijd ben je verbonden met de Raspberry Pi en krijg je een opdrachtregel te zien alsof je lokaal met toetsenbord en beeldscherm werkt. Je hoeft zelfs geen wachtwoord in te voeren.

Je kunt nu allerlei opdrachten uitvoeren. Met de opdracht exit of door het browservenster te sluiten, sluit je een terminalsessie weer af. Houd er wel rekening mee dat het afsluiten van de terminalsessie alle opdrachten beëindigt die je op dat moment hebt draaien, tenzij het om services gaat. Als je opnieuw via Connect aanmeldt, wordt er een nieuwe terminalsessie opgestart. Wil je dat opdrachten blijven draaien nadat je je afmeldt of wil je vanaf verschillende locaties toegang tot dezelfde terminalsessie, gebruik dan een zogenoemde terminal multiplexer, zoals screen of tmux.

Open op afstand een terminalsessie op je Raspberry Pi vanuit je browser.

6 Delen van je scherm

Als je op https://connect.raspberrypi.com achter de Raspberry Pi op Connect via klikt en dan kiest voor Screen sharing, opent je browser een nieuw venster waarin de desktopomgeving van deze Raspberry Pi verschijnt. Je kunt hier nu op werken alsof je voor je Raspberry Pi zit met een toetsenbord, muis en beeldscherm. Het verschil met de vorige manier is dat hier niet een nieuwe sessie wordt opgestart: je krijgt de desktop te zien met de programma’s die al open waren en kunt dus gewoon op afstand doorwerken in een sessie waarop je thuis was aangemeld.

Het icoontje van Connect krijgt in de statusbalk een paarse achtergrondkleur om aan te geven dat je scherm wordt gedeeld. In het browservenster heb je bovenaan rechts twee knoppen voor het gedeelde klembord. Met Copy from remote kopieer je het klembord van de Raspberry Pi, zodat je de tekst op je computer kunt plakken. Met Paste to remote plak je de inhoud van het klembord van de computer waarachter je nu zit naar de Raspberry Pi.

Met de knop Disconnect bovenaan links verlaat je de sessie, maar die sessie blijft wel actief. De programma’s die openstonden, blijven dus draaien. En wanneer je opnieuw verbindt via Connect, kom je gewoon weer in de bestaande sessie.

Connect geeft op afstand toegang tot het bureaublad van je Raspberry Pi.

Beperkingen

Raspberry Pi Connect werkt alleen vanaf Raspberry Pi OS met codenaam bookworm, de recentste versie van het besturingssysteem op het moment van schrijven. Bovendien werkt het delen van je scherm alleen met de window-server genaamd Wayland. Standaard gebruikt Raspberry Pi OS alleen Wayland op 64bit-versies van het besturingssysteem op de Raspberry Pi 4, Pi 400 of Pi 5. Gebruik je de X-window-server, dan kun je dus niet je scherm delen met Connect.

Heb je meerdere schermen op de Raspberry Pi aangesloten, dan kan Connect alleen het primaire scherm delen. Bovendien kun je alleen via Connect een desktop openen als er al een grafische sessie open is. Na een reboot van je Raspberry Pi moet je dus of lokaal aanmelden op de desktop of automatisch aanmelden in de grafische omgeving inschakelen voordat je op afstand bij de desktop kunt.

Laat de Raspberry Pi automatisch in de grafische omgeving aanmelden.

▼ Volgende artikel
Van FM tot DAB+: zo vind je makkelijk je favoriete zenders op je draagbare radio
© Sanhanat
Huis

Van FM tot DAB+: zo vind je makkelijk je favoriete zenders op je draagbare radio

Een draagbare radio is handig om overal naar muziek, nieuws of je favoriete programma's te luisteren. Maar welke opties heb je om signalen te ontvangen, en hoe zorg je ervoor dat je eenvoudig de juiste zenders vindt? In dit artikel leggen we de verschillende ontvangstmethodes uit en geven we praktische tips om optimaal gebruik te maken van je radio.

In dit artikel lees je over: 📻 Analoge FM 📻 DAB+ 📻 Internetradio 📻 AM-radio Ook krijg je tips voor het makkelijk vinden en opslaan van je favoriete zenders.

Lees ook: Draagbare radio nodig (voor je noodpakket bijvoorbeeld)? Dit zijn je mogelijkheden

Hoe je je favoriete zenders kunt vinden, hangt voor een groot deel af van welk soort ontvangst je radio ondersteunt. Elke methode heeft zo zijn eigen kenmerken en voordelen. We zetten de belangrijkste ontvangstopties voor je op een rij en kijken daarna naar hoe je eenvoudig zenders kunt zoeken en opslaan.

Analoge FM-radio: klassiek maar betrouwbaar

De meeste draagbare radio's ondersteunen FM-ontvangst. Dit analoge systeem is al decennia in gebruik en biedt een breed aanbod aan zenders. FM-signalen zijn vrij sterk en hebben een relatief goede geluidskwaliteit, afhankelijk van de sterkte van het signaal en de locatie van de radio. Het is belangrijk om de antenne volledig uit te schuiven voor de beste ontvangst. Interferentie door andere elektronische apparaten kan storingen veroorzaken, dus het is handig om je radio niet in de buurt te zetten van apparaten zoals wifi-routers of magnetrons. Woon je in een gebied met veel hoogbouw, dan kun je last hebben van ruis. In dat geval kan het handig zijn om je radio in de buurt van een raam te plaatsen.

DAB+: digitale ontvangst met extra mogelijkheden

Steeds meer draagbare radio's zijn uitgerust met DAB+ (Digital Audio Broadcasting). Dit is een digitale technologie die een heldere geluidskwaliteit biedt zonder ruis of storingen. Voor een stabiel signaal is het belangrijk om de antenne goed te positioneren, net zoals bij FM-radio. DAB+ heeft ook voordelen zoals extra zenders, tekstinformatie en soms zelfs afbeeldingen, zoals het logo van de zender of informatie over het nummer dat wordt afgespeeld. Met een automatische scanfunctie kun je eenvoudig alle beschikbare zenders vinden. Een nadeel is dat DAB+ ontvangst afhankelijk kan zijn van de dekking in jouw regio. In huizen met veel metalen of betonnen muren kan de ontvangst bovendien storingsgevoelig zijn. Controleer daarom vooraf of er een goede DAB+ dekking is in jouw omgeving. Dat kun je bijvoorbeeld doen via de site Radio-TV-Nederland.

©dave0992

Internetradio: grenzeloze mogelijkheden

Sommige moderne draagbare radio's hebben wifi-functionaliteit, waarmee je via internetradio toegang hebt tot duizenden zenders wereldwijd. Dit biedt een bijna onbeperkte keuze aan muziekgenres en programma's. Een stabiele internetverbinding is wel een voorwaarde om zonder onderbrekingen te luisteren. Veel radio's hebben een ingebouwde zoekfunctie, zodat je niet handmatig URL's van zenders hoeft in te voeren. Het instellen van internetradio werkt meestal eenvoudig via het menu van de radio zelf. Houd er wel rekening mee dat draagbare internetradio’s meestal geen mobiele dataverbinding ondersteunen en je dus afhankelijk bent van beschikbare wifi-netwerken.

AM-radio: nog steeds nuttig

Hoewel AM-radio tegenwoordig minder vaak wordt gebruikt, ondersteunen veel draagbare radio's deze optie nog steeds. AM-signalen worden vooral gebruikt voor nieuws en praatprogramma's, met name in landelijke gebieden waar FM of DAB+ minder goed te ontvangen zijn. De geluidskwaliteit van AM is wel beduidend lager en je kunt last hebben van storingen door elektronische apparaten in de buurt.

OntvangstmethodeVoordelenNadelen
FMBreed aanbod, eenvoudig te gebruikenKans op ruis, afhankelijk van antenne en interferentie
DAB+Ruisvrij, extra functiesDekking niet overal goed, storingsgevoelig in sommige gebouwen
InternetradioWereldwijd bereik, veel keuzeWifi vereist, minder geschikt voor onderweg
AMGeschikt voor landelijke gebiedenLage geluidskwaliteit, storingsgevoelig

🎶 Tips om zenders makkelijk te vinden

De meeste draagbare radio's hebben een scan- of zoekfunctie waarmee je snel alle beschikbare zenders kunt opslaan. Gebruik deze functie regelmatig, vooral als je van locatie verandert. Bij DAB+ en internetradio kun je favorieten opslaan, zodat je niet steeds door een lijst hoeft te scrollen. Zet je radio bij voorkeur op een plek waar het signaal het sterkst is, zoals bij een raam of hoger in de kamer. Voor internetradio is het verstandig om je radio via de wifi-instellingen te verbinden met een 5 GHz-netwerk als dat beschikbaar is, omdat dit vaak stabieler is. Let er echter op dat oudere modellen mogelijk geen ondersteuning bieden voor 5 GHz-netwerken; controleer dit vooraf in de handleiding van je radio.

DAB+ en draagbaar?

Kies uit honderden modellen