ID.nl logo
Oled, Quantum Dots en microleds: de verdere evolutie van het beeldscherm
© LG Display
Huis

Oled, Quantum Dots en microleds: de verdere evolutie van het beeldscherm

Soms lijkt het wel alsof de belangrijkste beeld-ontwikkelingen van de laatste jaren al jaren achter ons liggen. Toch is dat niet waar. Hogere pixeldichtheid, zuinigere schermen, intensere en meer kleuren, flexibele schermen, ruime kijkhoeken, perfecte zwartweergave, hogere helderheid... Ja, er is wel degelijk wat te vertellen over het beeldscherm.

Oled-schermen

Oled-schermen kennen we al een tijdje: elke pixel geeft zelf licht zodat je perfect zwart hebt en een grote kijkhoek. De opbouw van het scherm is eenvoudiger zodat het dunner en energiezuiniger was. En toch… Voor tv’s heeft oled veel, maar niet al die beloftes waar gemaakt. Zo blijkt de technologie niet significant zuiniger te zijn dan lcd-schermen, en zijn de beelden minder helder dan die van lcd. 

Dat heeft grotendeels te maken met hoe het oled-materiaal gebruikt wordt. Een constructie met drie subpixels die elk hun eigen oled-materiaal gebruiken om zo rode, groene en blauwe subpixels te creëren, bleek economisch niet haalbaar. In plaats daarvan opteerde LG om een witte oled-laag te gebruiken (gebaseerd op een geel en blauw materiaal) en daarboven een kleurfilter te plaatsen om de verschillend gekleurde subpixels te creëren. Om efficiëntieredenen besliste LG een vierde witte subpixel te gebruiken.

Toch is er reden om te veronderstellen dat het nog beter kan. Oled-schermen worden momenteel gemaakt met ‘vacuum deposition’ techniek. Het poedervormig oled-materiaal wordt verwarmd en slaat onder vacuüm neer op het substraat. Structuren worden gevormd met behulp van maskers. Dit jaar start LG echter ook een testproductie met het gebruik van gespecialiseerde inkjetprinters die het oled-materiaal zeer nauwkeurig kunnen neerleggen. 

Omdat er bij printen nauwelijks materiaal verloren gaat is het proces goedkoper. Bovendien zou de constructie ook echte rgb-oled panelen mogelijk maken, waardoor het kleurfilter toch overbodig wordt. Een eenvoudigere productie, met betere schermen als resultaat, zou mogelijk tot democratisering van oled kunnen leiden. Let wel, dit is een testproject, productie zou op z’n vroegst voor 2018 zijn.

Quantum dots

Af en toe komt er een materiaal in de kijker dat bijna perfecte eigenschappen heeft voor een toepassing, zoals quantum dots. Deze microscopisch kleine kristallen zetten invallend licht om in licht van één bepaalde kleur. Welke kleur dat is, hangt af van de grootte van het kristal. Het frequentiespectrum van die kleur is een bijzonder nauwe piek, met andere woorden: de kleur is erg puur. En dat is ideaal om schermen te maken met een groter kleurbereik. 

De kleur van Quantum Dots is erg puur

Die willen we want Rec.709, de huidige kleurstandaard voor zowat al onze schermen en content, toont slechts 34 procent van alle mogelijke kleuren die het menselijk oog kan zien. De standaard die nu langzaam maar zeker in gebruik komt, Rec.2020, toont tot 63 procent van alle kleuren. Dat is ongeveer het maximum dat we met drie primaire kleuren kunnen bereiken. Maar dan moeten die primaire kleuren (rood, groen en blauw) wel erg puur zijn. Een kolfje naar de hand van quantum dots.

Quantum dots gebruiken in een scherm bleek erg eenvoudig. Het materiaal wordt verwerkt in een film die over de achtergrondverlichting van een traditionele tv geplaatst wordt. De achtergrondverlichting maakt gebruik van blauwe leds, en de film bevat quantum dots die het blauwe licht omzetten in rood, groen en blauw licht. Zo heb je een scherm met een groter kleurbereik, maar het blijft wel een traditioneel lcd-scherm. Op subpixelniveau is nog steeds een kleurfilter noodzakelijk.

De volgende stap is de kleurfilter vervangen door een filter gebaseerd op quantum dots. Het grote voordeel is dat elke subpixel dan zelf licht geeft. Je creëert met andere woorden een lichtgevend scherm dat al een deel van de voordelen van oled zou krijgen. Een bredere kijkhoek bijvoorbeeld en nog energiezuiniger, mits er geen filter meer aan te pas komt. Maar het blijft wel een lcd-scherm. De reactietijd blijft die van lcd, en ook de zwartwaarde zou nog steeds niet perfect zijn.

De allerlaatste stap is wanneer we quantum dots niet als foto-luminescent materiaal gebruiken, maar als elektro-luminescent. De quantum dots worden dan verwerkt in een led, we spreken dan van qd-leds. Als je voor elke subpixel een aparte qd-led gebruikt, zit je erg dicht bij een ideaal scherm. Het geeft zelf licht, heeft een snelle reactietijd, is energiezuinig, en kan perfect zwart en veel kleuren weergeven.

©PXimport

Samsung werkt naar verluidt zowel aan een technologie die quantum dots in het kleurfilter gebruikt, als aan een qd-led scherm. Het heeft in november 2016 QD Vision overgenomen, een bekende fabrikant van quantum dot scherm-technologie. De net aangekondigde qled-tv’s gebruiken vermoedelijk wel nog steeds een quantum dot-film, maar Samsung is op dit moment nog erg zuinig met het delen van technische informatie.

Microleds

Wil je vooruit blikken naar de toekomst, dan is het altijd een goed idee om te kijken wat de grote jongens doen. Oculus, de fabrikant van de Oculus Rift vr-bril en onderdeel van Facebook, kocht in 2016 InfiniLED op. En in 2014 kocht Apple LuxVue op. Beiden bedrijven werken aan microleds (InfiniLED spreekt van ileds). 

Zoals het woord al doet vermoeden zijn microleds heel kleine leds, ongeveer 20 µm groot. Ter vergelijking, een menselijk haar is tussen de 20 en 180 µm dik, afhankelijk van het type. Maar in tegenstelling tot oled, dat organisch materiaal gebruikt om licht te genereren zijn microleds net als gewone leds gebaseerd op anorganisch materiaal.

Leds zijn ondertussen wijdverspreid en goedkoop. Je vraagt je misschien af waarom we dan geen schermen maken die per subpixel een aparte led gebruiken. Zo zou je een scherm hebben waarin elke subpixel zelf licht geeft, net zoals nu in een oled-scherm en uiteraard met alle bijhorende voordelen voor de beeldkwaliteit. Helaas, leds die op de traditionele manier gemaakt worden moeten stuk voor stuk verzaagd worden, en door een robot geplaatst en elektrisch verbonden worden. Dat is niet economisch rendabel. Bovendien vervuilt het licht van een subpixel een naastliggende subpixel.

Een microled-scherm kan 20 tot 40 keer minder energie verbruiken

Microleds worden op een heel andere manier gefabriceerd. Ze worden in een grote hoeveelheid tegelijk gefabriceerd, zijn veel kleiner, en kunnen met conventionele processen met elkaar verbonden worden. Omdat ze veel kleiner zijn dan een gewone led (die ongeveer een halve mm groot is), is er minder materiaal nodig, wat ze uiteindelijk ook goedkoper maakt. 

Microleds zijn bovendien erg efficiënt, ze generen veel licht voor minder energie. Omdat de lichtstraal van een microled erg nauw is (vergelijkbaar met een laser) wordt bijna alle licht gebruikt in het display, zodat het scherm een zeer hoge optische efficiëntie heeft. InfiniLED claimt dat een microled-scherm 20 tot 40 keer minder energie zou verbruiken.

Niet altijd succes

Overigens hoeft niet alle beloftevolle technologie ook daadwerkelijk op de markt te komen. In 2006 toonde Canon op CES een scherm dat de voordelen van een crt-scherm (hoog contrast, snelle reactietijd, en brede kijkhoek) combineerde met die van lcd-scherm (makkelijkere constructie, vlakke vorm). De technologie die er achter zat heette sed (surface conduction electron-emitter display). 

Een sed-scherm is in essentie een matrix van kleine kathodestraalbuizen, waarbij elk buisje een individuele subpixel vormt. Aan de technologie werd al gewerkt sinds de jaren 2000. Helaas, een patent-rechtzaak zadelde Canon op met een aantal jaren vertraging. Vervolgens heeft de crisis van 2008 en de opkomst van lcd en oled sed de das omgedaan.

In 2010 werd alle sed-activiteit stopgezet. Sony werkte in dezelfde periode aan een zeer gelijkaardige technologie (fed, field emission display), maar ook deze ontwikkeling is stopgezet in 2009.

▼ Volgende artikel
Facebook en Instagram gratis blijven gebruiken? Zo houd je grip op wat je ziet
Huis

Facebook en Instagram gratis blijven gebruiken? Zo houd je grip op wat je ziet

Gebruikers die deze week Facebook of Instagram openen, krijgen ineens een keuze voorgeschoteld: wil je betalen om geen advertenties meer te zien, of blijf je het gratis gebruiken mét advertenties? Die keuze is vanaf nu verplicht. Sinds november 2023 bood Meta al de mogelijkheid om een betaald abonnement zonder advertenties te nemen, maar tot nu toe was dat geheel vrijblijvend. Wat betekent die verplichte keuze precies? En kun je, als je niet wilt betalen, nog steeds zelf bepalen wat je te zien krijgt?

Waarom moet je nu ineens kiezen?

Meta voert deze verplichte keuze door vanwege aangescherpte Europese privacyregels. De wetgever stelt strengere eisen aan hoe bedrijven data mogen gebruiken voor advertentiedoeleinden. Een gratis dienst met gepersonaliseerde advertenties mag alleen als de gebruiker daar bewust toestemming voor geeft. Meta zet de gebruiker daarom voor het blok: betalen voor een advertentievrije ervaring, of toestemming geven voor het gebruik van je gegevens.

De betaalde abonnementsvorm: wat houdt het in?

Wie zich abonneert op de advertentievrije versie van Facebook en Instagram betaalt 7,99 euro per maand via de app, of 5,99 euro via een browser. Dit bedrag geldt voor één account in het zogeheten Accountcentrum. Wil je meerdere accounts advertentievrij gebruiken, dan betaal je daar extra voor. Meta belooft dat je gegevens in dat geval niet verwerkt worden voor advertentiedoeleinden. Je gebruikt de platformen dan volledig zonder gepersonaliseerde advertenties.

©Meta

Kritiek op het 'pay or consent'-model

Hoewel Meta stelt dat deze keuze in lijn is met de Europese privacyregels, heeft het 'pay or consent' (betaal of geef toestemming) model veel kritiek gekregen. Tegenstanders noemen het een vorm van privacy blackmail: je betaalt om je privacy te behouden, of je geeft die op in ruil voor gratis gebruik en gepersonaliseerde advertenties. Het is de vraag of een 'keuze' wel echt een keuze is als de alternatieven zo ongelijkwaardig zijn.

Niet betalen? Dit doet Meta dan met je gegevens

Kies je ervoor om Facebook en Instagram gratis te blijven gebruiken, dan geef je Meta toestemming om je gegevens te gebruiken voor advertenties. Het gaat dan om gepersonaliseerde advertenties, gebaseerd op je profiel, gedrag op het platform en je interacties met andere websites en apps. Je huidige ervaring blijft grotendeels hetzelfde, maar de verwerking van je gegevens valt voortaan onder strengere Europese regels.

Je kunt later ook kiezen voor advertenties met minder personalisatie. Deze optie gebruikt minder van je gegevens en is iets privacyvriendelijker, maar laat nog steeds advertenties zien. Meta gebruikt dan geen informatie meer over je gedrag op andere sites of eerdere interacties binnen hun platformen. In plaats daarvan worden alleen basisgegevens gebruikt, zoals je leeftijd, geslacht, locatie en activiteit op dat moment. Deze instelling kun je op elk moment inschakelen via het menu Advertentie-instellingen, onder het kopje dat gaat over personalisatie en gegevensgebruik.

Een bredere trend: betalen voor advertentievrije content

De beslissing van Meta om te kiezen voor een betaalde advertentievrije optie staat niet op zichzelf. Steeds meer bedrijven voegen advertenties toe aan diensten die voorheen gratis of advertentievrij waren, of bieden juist een betaalde versie zonder advertenties. Disney+ heeft bijvoorbeeld de optie Standaard met reclame, Videoland biedt meerdere abonnementen aan met reclames en Netflix heeft in een aantal landen ook een dergelijk abonnement (nog niet in Nederland overigens). Vanaf 26 augustus voegt ook Amazon advertenties toe aan Prime Video in Nederland. En het blijft niet bij videostreaming. Spotify biedt al jaren een gratis versie met advertenties naast zijn Premium-abonnement, net als YouTube. Ook op sociale media zie je dezelfde trend. X, voorheen Twitter, heeft een betaalde variant die minder advertenties belooft, al krijg je zelfs met X Premium nog wel wat advertenties te zijn.

©Videoland

Hoe houd je invloed op wat je te zien krijgt?

Ook als je kiest voor de gratis versie van Facebook of Instagram, kun je nog wel degelijk invloed uitoefenen op de advertenties die je te zien krijgt.

Advertentie-instellingen beheren

Ga naar de instellingen van je Facebook- of Instagram-account en zoek naar Advertentievoorkeuren of Advertentie-instellingen. Hier krijg je een overzicht van de interesses die Meta aan jouw profiel heeft gekoppeld. Je kunt deze interesses bewerken, verwijderen of toevoegen. Door dit te doen, geef je Meta een duidelijker beeld van wat je wel en niet relevant vindt. Je kunt ook instellen dat je geen advertenties meer wilt op basis van je activiteit op andere websites en apps.

Advertenties verbergen, rapporteren of de herkomst begrijpen

Bij elke advertentie verschijnt een menu met de optie Waarom zie ik deze advertentie?. Als je daarop klikt, zie je welke informatie Meta heeft gebruikt om jou die advertentie te tonen. Denk aan je interesses, je leeftijd, locatie of het feit dat je eerder een bepaalde pagina hebt bezocht. Vanuit dat scherm kun je direct instellingen aanpassen of interesses verwijderen die niet (meer) bij je passen. Als je een advertentie ziet die je niet interesseert of ongepast vindt, kun je deze ook verbergen of rapporteren. Klik op de drie puntjes bij de advertentie en kies voor Advertentie verbergen of Deze advertentie rapporteren.

Merken of onderwerpen blokkeren

Daarnaast kun je in je advertentie-instellingen specifieke merken of onderwerpen blokkeren die je liever niet voorbij ziet komen. Dit zorgt er niet voor dat advertenties verdwijnen, maar wel dat ze iets minder willekeurig aanvoelen en beter aansluiten op wat je zelf belangrijk of prettig vindt.

Alternatieven: gratis en advertentievrij?

Als de ontwikkelingen bij Facebook en Instagram je zorgen baren en je liever geen advertenties ziet én niet wilt betalen, zijn er maar weinig alternatieven. Volledig gratis, advertentievrije sociale media zijn zeldzaam. De meeste platformen draaien op advertentie-inkomsten of het gebruik van data. Er zijn wel opties die het anders aanpakken. Mastodon, onderdeel van het Fediverse, werkt bijvoorbeeld met open-sourceprincipes en wordt beheerd door community's. Hier zie je weinig tot geen advertenties, maar het bereik is kleiner en de ervaring anders. Ook kun je specifieke niche-platforms of forums opzoeken die zonder advertenties draaien dankzij donaties of vrijwilligers.

De keuze is aan jou

Betalen, de advertenties voor lief nemen of je account opzeggen: de keuze is aan jou. En dat is geen makkelijke keuze. Blijf je bij de gratis versies van Facebook en Instagram? Met de tips in dit artikel kun je in ieder geval nog een beetje grip op je eigen tijdlijn houden.

Lees ook: Je Facebook-account deactiveren of verwijderen


 

▼ Volgende artikel
Een inbouwoven of -magnetron plaatsen? Zo meet je de nismaten goed op
© RossandHelen
Huis

Een inbouwoven of -magnetron plaatsen? Zo meet je de nismaten goed op

Als je een inbouwoven of magnetron wilt plaatsen, begint alles met het opmeten van de nis, oftewel de uitsparing in je keukenkast waar het apparaat in moet komen. Die afmetingen moeten tot op de millimeter kloppen, anders past je nieuwe oven of magnetron niet. Hoe je dat aanpakt en waar je op moet letten, lees je hier. Geen stress: het is makkelijker dan het lijkt!

In dit artikel lees je:

✔ Wat nismaten zijn en waarom ze belangrijk zijn ✔ Hoe je de hoogte, breedte en diepte van de nis nauwkeurig opmeet ✔ Wat de standaard afmetingen zijn van ovens, magnetrons en combimagnetrons ✔ Welk type inbouwapparaat het best past bij jouw keuken en kookstijl

Wat zijn nismaten eigenlijk?

De nismaten van je keuken zijn de binnenafmetingen van de ruimte waarin je de oven of magnetron wilt inbouwen. Je meet dus niet het apparaat zelf, maar de kast waar hij in moet komen. De nismaten bestaan uit drie onderdelen: hoogte, breedte en diepte. De meeste inbouwapparaten zijn afgestemd op standaardmaten, maar er zijn ook uitzonderingen – vooral als je keuken iets ouder is of als je kiest voor een compact model.

Een oven past meestal in een nis van 60 centimeter breed. De hoogte varieert, afhankelijk van het soort apparaat. Zo zijn inbouwovens meestal 60 centimeter hoog, maar compacte modellen van 45 centimeter komen ook vaak voor. Magnetrons hebben doorgaans een hoogte van 38 of 45 centimeter. Combimagnetrons – de handige alleskunners – vallen meestal in de categorie van 45 centimeter hoog.

Zo meet je de nismaten op

De hoogte van de nis meet je van de bovenkant tot de onderkant van de uitsparing. Gebruik een rolmaat en trek die strak – zo krijg je een nauwkeurige meting. Dit is vooral belangrijk bij het kiezen tussen een compacte oven of een standaardmodel.

De breedte van de nis meet je van de linker- naar de rechterkant. Ook hierbij geldt: strak meten voor een betrouwbaar resultaat. De meeste apparaten hebben een standaardbreedte van 60 centimeter, maar het is altijd slim om te controleren wat jouw keuken precies toelaat.

De diepte van de nis is de afstand van de voorkant van de kast tot de achterwand. Zet je rolmaat dus helemaal achterin de nis en trek hem naar voren toe. De meeste ovens en magnetrons passen met een diepte van zo’n 55 tot 60 centimeter, maar ook hier geldt: meten is weten.

Het opmeten gaat het makkelijkst als de nis leeg is – dus als er geen apparaat meer in zit. Zo weet je zeker dat je met de juiste afmetingen werkt.

©Surachetsh

Wat past het beste bij jou?

Heb je je nismaten eenmaal duidelijk in beeld, dan kun je gericht gaan zoeken. Kook en bak je graag en wil je graag taarten, ovenschotels of braadstukken maken? Dan is een volwaardige inbouwoven precies wat je nodig hebt. Gebruik je de oven vooral voor opwarmen, ontdooien of simpele gerechten, dan is een magnetron waarschijnlijk voldoende.

Wil je het beste van beide werelden in één apparaat? Dan is een combimagnetron een slimme keuze. Die heeft de functies van zowel een oven als een magnetron en bespaart je daarmee ruimte – handig, zeker in kleinere keukens.

Klaar om te kiezen?

Als je de afmetingen van je nis goed hebt gemeten én weet welk type apparaat het best bij jouw kookstijl past, kan het eigenlijk niet meer misgaan. Je bent klaar om een oven of magnetron uit te zoeken die niet alleen perfect in je keuken past, maar ook perfect bij jou.