ID.nl logo
3 Mythes over VPS hosting ontkracht
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

3 Mythes over VPS hosting ontkracht

Rondom VPS hosting bestaan onterecht een aantal hardnekkige misverstanden. Dit zijn de drie meest gehoorde fabeltjes en waarom ze niet kloppen.

Heb je één of meerdere websites, blogs of ben je bezig om je online app te ontwikkelen, dan wil je dat de hosting ervan goed geregeld is. Naast het traditionele ‘shared’ hosting kun je daarbij ook kiezen tussen dedicated hosting – een eigen fysieke server – of virtual private server (VPS) hosting, zoals bijvoorbeeld Argeweb VPS hosting.

Bij VPS wordt zware professionele hardware in een datacenter door middel van virtualisatie gedeeld door meerdere VPS’en waarbij elke – afhankelijk van de behoeften - een deel van de beschikbare opslagruimte, processorkracht en beschikbare geheugen krijgt toegekend. Het is een zeer innovatieve en efficiënte manier om dure hardware optimaal te benutten waar onterecht een paar hardnekkige misverstanden over bestaan. We nemen de drie meest hardnekkige met je door.

Mythe 1: “VPS is langzamer dan Dedicated hosting !”

Een misvatting die helaas vaak wordt gehoord, is dat hosting via VPS langzamer is dan bij Dedicated hosting : “Je deelt immers een server met anderen, waardoor je afgeknepen wordt!”

Wat hierbij gemakshalve over het hoofd wordt gezien, is dat de onderliggende hardware bij VPS vele malen robuuster is dan de gemiddelde dedicated private server. De nodes waarop de VPS’en worden ondergebracht hebben namelijk vele tientallen GB’s aan geheugen, zware RAID-controllers, meerdere cpu’s en vele terabytes aan opslag.

Als je je VPS op de juiste manier samenstelt, zijn de prestaties vergelijkbaar en soms zelfs beter. Bij VPS kunnen namelijk heel eenvoudig tijdelijk automatisch wat extra resources aan een zwaarbelaste virtuele server worden toegekend. Kortom VPS doet wat betreft snelheid echt niet onder voor Dedicated hosting.

Mythe 2: “VPS hosting is duur!”

Vanwege al die zware hardware zijn er mensen die denken dat VPS duur is. Dat is juist niet het geval. Door virtualisatie kan de onderliggende hardware veel efficiënter worden benut dan bij Dedicated hosting het geval is. In tegenstelling tot Dedicated hosting staat bij VPS de hardware niet grote delen van de dag ‘te niksen’, ligt het energieverbruik per server een stuk lager en zijn er ook minder racks (lees: vierkante meters) nodig in het datacenter.

Zowel bij een Linux VPS als een Windows VPS Iiggen de kosten dan ook een stuk lager dan een vergelijkbare configuratie op Dedicated hosting. En dat verschil wordt nog groter wanneer de configuratie van een server moet worden aangepast, iets wat bij Dedicated hosting resulteert in downtime en bij VPS realtime kan worden gedaan.

Mythe 3: “Overstappen naar VPS is lastig!”

Een bestaande server of configuratie, bijvoorbeeld bij Dedicated hosting of shared hosting zou moeilijk over te zetten zijn naar VPS. Bovendien wordt vaak gedacht dat er geen weg terug meer is.

Dit is niet waar. Het verhuizen van shared hosting of Dedicated hosting naar VPS kan dankzij slimme technieken vrijwel zonder downtime plaatsvinden. Al je websites, webapps en andere toepassingen draaien gewoon door zoals voorheen en je verliest geen tijd omdat je opeens met andere configuraties te maken krijgt. En terugverhuizen – als je dat al zou willen – kan ook. Kortom, overstappen gaat eenvoudig en snel.

Dit artikel is tot stand gekomen met onze Partner-redactie. Deze levert redactionele diensten aan commerciële partners van Reshift. Artikelen die door afdeling geschreven zijn, herkent u aan het lichtblauwe Partner-label. De Partner- redactie opereert gescheiden van de reguliere Reshift-redacties, zodat de redactionele onafhankelijkheid van deze laatste groep gegarandeerd blijft. De redactie is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit artikel.

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen